You are on page 1of 50

Introductie M&T

Van kennisprobleem naar onderzoeksopzet

Workshop BZK, 7/7/2009


Marc Verboord, EUR

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Overzicht workshop

• Voorstellen
• 1.Vraagstelling / doelstelling
• 2. Onderzoeksopzet
• 3. Specifieke voor- en nadelen verschillende
methoden
• Afsluiten

• Introductie, voorbeeld, casus

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


• VOORSTELLEN
• Dr. Marc Verboord
– Universitair docent Media en Communicatie
– Erasmus Universiteit Rotterdam
– Onderzoek: cultuursociologie, internet
– Onderwijs: o.a. “Media en Publiek”, “Methoden van kwalitatief en
kwantitatief onderzoek”
– verboord@fhk.eur.nl
• DEEL 1: VRAAGSTELLING

• Van kennisbehoefte naar vraag


Overzicht onderzoeksplan

Onderzoeksplan = Doelstelling (waartoe?)

Probleemstelling / vraag
(wat?)

onderzoeksopzet Eenheden (wie?)

Plaats (waar?)

Tijd (wanneer?)

Methoden (hoe?)
Vraagstelling / doelstelling

• Doelstelling (waartoe onderzoek?)


– Oplossing van probleem
– Inzicht / kennis
• Vraagstelling (wat onderzoeken?)
– Beschrijvend / explorerend
– Verklarend
– Toetsend

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Doel vs. vraag
(achterliggende kennisbehoefte?)

• Ministerie van OCW wil iets doen aan


schoolverzuim
– “Welke maatregelen in het Nederland van nu zijn
effectief om schoolverzuim te beperken?”
• Moeilijk te beantwoorden
– “Hoe groot is het lesverzuim ten gevolge van
spijbelen in het Nederlands voortgezet onderwijs
thans?”
• Meer beschrijvend

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Typen vragen
• Vraagstelling:
– Beschrijvend (Explorerend)
• ‘wat is’-vraag
– Verklarend (Toevoegen andere factor: X → Y)
• ‘hoe komt het’-vraag (Y bekend, X niet)
• ‘wat zijn gevolgen’-vraag (X bekend, Y niet)
– Toetsend (Interventie + voorspelling)
• ‘wat is effect’-vraag (van maatregel)
• ‘wat kan ik eraan doen’-vraag

• Vaak combinatie (via deelvragen)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Typen vragen - voorbeelden
• Beschrijvende vraag
– “Welke verschillen in lesverzuim
ten gevolge van spijbelen bestaan
er tussen regio’s?”
• Verklarende vraag
– “Hoe komt het dat er verschil is
tussen regio’s wat betreft het
lesverzuim ten gevolge van
spijbelen?”
• Toetsende vraag (ontwerpvraag)
– “Is het verloop van het lesverzuim
ten gevolge van spijbelen in die
scholen waarin de aanbevolen
maatregelen zijn genomen
volgens verwachting?”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Formulering

• Sober
– Alleen de essentie
• Zo precies mogelijk
– Hangt af van wat je al weet!
• Concepten niet te concreet, niet te abstract
– Bv. “De Wereld Draait Door” te concreet, “de media” te abstract
• Bevat afbakeningen
– Wie? Wat? Waar? Wanneer? Hoe?
– Kan natuurlijk soms ook als toelichting

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Voorbeeld vraagstelling
• Onderzoek vanuit Min. Sociale Zaken en Werkgelegenheid “Een
tijd zonder werk”, ontleend aan Engbersen, G. et al. (1989)

• Doel: meer kennis over de leefwereld van langdurig werklozen


(om beter beleid te kunnen voeren)
• Hoofdvraag: “Hoe gaan werklozen om met hun surplus aan tijd?”
• Deelvragen:
– “Hoe gaan verschillende categorieën langdurig werklozen om met
tijd, geld en arbeid?”
– “Op welke wijzen beleven langdurig werklozen hun rechten en
plichten en in hoeverre is er een patroon van afhankelijkheid of
onafhankelijkheid te constateren bij de langdurig werklozen in hun
relatie met overheidsinstellingen?
– Wat is de invloed van de sociale omgeving op de verschillende
reactiewijzen in het omgaan met tijd, geld en arbeid?”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Afbakeningen zijn nuttig...
...voor onderzoeksopzet
• Wie?
– Onderzoekseenheden (mensen, bedrijven, teksten…)
• Waar?
– In welke situatie en locatie? (Nederland?)
• Wanneer?
– Op welk tijdstip of periode?
– Historisch, longitudinaal (door de tijd heen)
• Wat?
– Onderwerp?
– Niet te concreet (te weinig relevantie), niet te abstract (te breed)
• Hoe?
– Welke methode van data verzamelen?
– Welke methode van data analyseren?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Veel voorkomende fouten

• “Ik bestudeer de jeugd in Warmenhuizen”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Veel voorkomende fouten

• “Ik bestudeer de jeugd in Warmenhuizen”


– Alleen domein, geen ‘wat’

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Veel voorkomende fouten

• “Ik bestudeer de jeugd in Warmenhuizen”


– Alleen domein, geen ‘wat’
• “Wat doet de jeugd in Warmenhuizen in haar vrije
tijd?”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Veel voorkomende fouten

• “Ik bestudeer de jeugd in Warmenhuizen”


– Alleen domein, geen ‘wat’
• “Wat doet de jeugd in Warmenhuizen in haar vrije
tijd?”
– Zeer globale ‘wat’

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Veel voorkomende fouten

• “Ik bestudeer de jeugd in Warmenhuizen”


– Alleen domein, geen ‘wat’
• “Wat doet de jeugd in Warmenhuizen in haar vrije
tijd?”
– Zeer globale ‘wat’
• “Hoe kunnen we de verveling van de jeugd in
Warmenhuizen oplossen?”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Veel voorkomende fouten

• “Ik bestudeer de jeugd in Warmenhuizen”


– Alleen domein, geen ‘wat’
• “Wat doet de jeugd in Warmenhuizen in haar vrije
tijd?”
– Zeer globale ‘wat’
• “Hoe kunnen we de verveling van de jeugd in
Warmenhuizen oplossen?”
– Meer doelstelling
– Bevat veronderstellingen

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Alternatief

• “In hoeverre zijn er voldoende vormen van


vrijetijdsbesteding voor jongeren tussen de 14 en 20
jaar in Warmenhuizen en wat zijn eventuele nog
bestaande behoeften?”
– Ervan uitgaande dat gemeente beleid wil voeren
– Afbakenen ‘vrijetijdsbesteding’?
– Verschillen tussen groepen jongeren (Vmbo vs. Vwo)?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Andere veel voorkomende fouten 1

• Vraagstelling past niet bij doelstelling


– Bv. Meer zaken in vraag dan nodig
• Bv. Doel: meer kennis over de leefwereld van langdurig
werklozen
• Vraag over best activerende arbeidsmarktbeleid

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Andere veel voorkomende fouten 2

• Vraagstelling bevat onbewezen / onjuiste


veronderstellingen
– Bv. “Wat zijn de oorzaken van discriminatie in
uitzendbureau’s?”
– Beter: “In hoeverre is er sprake van discriminatie in
uitzendbureau’s, en, indien dit voorkomt, wat is hier de
oorzaak van?”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Andere veel voorkomende fouten 3

• Niet eenduidig / te vaag


– Bv. “Hoe schrijven kranten over allochtonen?”
– Beter: “Hoe is de beeldvorming over niet-Westerse
allochtonen in Nederlandse dagbladen?

• Te globaal -> maar afhankelijk van kennis!!


– Bv. “Hoe groot is de kloof tussen burgers en overheid in
Nederland?”
– Beter: “In hoeverre ervaren burgers in Nederland dat er in de
besluitvorming over maatschappelijk belangwekkende
dossiers door politici rekening wordt gehouden met hun
meningen?” (vereist nog steeds veel toelichting…)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Andere veel voorkomende fouten 4

• Vraagstelling is te veel een enquêtevraag


– Moet algemener en abstracter zijn dan
enquêtevraag
• Bv. “Waarom gaan vrouwen sociale wetenschappen
studeren?”
• Beter: “Wat is de samenhang tussen sekse en de
studiekeuze sociale wetenschappen?”

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Samenvatting veel voorkomende
fouten
• Niet aansluiten op doelstelling
• Onbewezen veronderstellingen
• Niet eenduidig / vaag
– Bv. Geen afbakeningen
• Te globaal
– Maar hangt af van kennisniveau!
• Te veel een enquêtevraag (te concreet)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Strategie formulering vragen
• 1.Identificeren ‘wat’ (vraag) en ‘waartoe’ (doel)
– Vraagstelling altijd in interactie met doelstelling
– Afbakening scherp krijgen (wat, wie, waar, wanneer)

• 2.Vraagstelling altijd afhankelijk van stand van kennis


– Inhoud van de vraag
• Beschrijven → verklaren → toetsen/ontwerpen
– Vorm van de vraag
• Globaal → concreet → hypothese

• Gebruik eerder onderzoek!!!! Theorie?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus
• Bestuurlijk vermogen en effectiviteit
Casus
• Inzicht in het gedrag van burgers
• Kritische reflectie op het handelingsrepertoire
van de burger

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus
• Inzicht in het gedrag van burgers
• Kritische reflectie op het handelingsrepertoire
van de burger

• Dus:
– Identificeren ‘wat’ en ‘waartoe’
– Stand van kennis

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus: overwegingen

• Respect overheid/publieke zaak


– Wat is dat volgens burger?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus: overwegingen

• Respect overheid/publieke zaak


– Wat is dat volgens burger?
• Welke burgers?
– Waar zitten de problemen?
– ‘Moeilijke gevallen’, moeilijkst benaderbaar
• Vertrouwen, bestaande indelingen

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus: overwegingen

• Respect overheid/publieke zaak


– Wat is dat volgens burger?
• Welke burgers?
– Waar zitten de problemen?
– ‘Moeilijke gevallen’, moeilijkst benaderbaar
• Vertrouwen, bestaande indelingen
• Beleid / interventie -> helder?
– Voor iedereen?
– Vertekening via de media? Gevolgen voor wie?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus: overwegingen

• Respect overheid/publieke zaak


– Wat is dat volgens burger?
• Welke burgers?
– Waar zitten de problemen?
– ‘Moeilijke gevallen’, moeilijkst benaderbaar
• Vertrouwen, bestaande indelingen
• Beleid / interventie -> helder?
– Voor iedereen?
– Vertekening via de media? Gevolgen voor wie?
• Handelingsrepertoire -> wel of niet iets doen?
– Positief gedrag (actief, surplus?)
– Negatief gedrag (overlast?)
ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE
• DEEL 2: ONDERZOEKSOPZET

• Hoe vraag te onderzoeken?


– Veel beslissingen al genomen
– Soms bijstelling vraagstelling
Overzicht onderzoeksopzet

Onderzoeksplan = Doelstelling (waartoe?)

Probleemstelling / vraag
(wat?)

onderzoeksopzet Eenheden (wie?)

Plaats (waar?)

Tijd (wanneer?)

Methoden (hoe?)
Onderzoeksopzet

• Welke gegevens? Hoe verzamelen?


– Eerder onderzoek?
• Methoden / strategieën
– Bestaande bronnen (archief; bestaande
databestanden; media)
– Nieuwe gegevens (enquête; experiment; open
interviews)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Diverse methoden

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus immigranten
• Benson & Saguy (2005): Constructing social problems in
an age of globalization: A French-American comparison.
• American Sociological Review 70: 233-259.

• Verschillen Franse en Amerikaanse media?


– “Social construction of social problems”

Abstract Globalisering De media


Sociale problemen Nieuwsmedia / pers
Immigratie Nieuwsberichten
Concreet Immigranten ‘Frames’

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus immigranten

• “To what extent do French and American newspapers


differ in how immigrants are framed in news stories
between 1973 and 1994?” (niet expliciet in artikel)

• Niet alleen maar hoeveelheid aandacht, maar ook


soort aandacht
– ‘frame’ / context (hoe wordt onderwerp besproken?)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Inhoudsanalyse van media

• 1. Afbakening van vraag


– Wie, wat, waar, wanneer
– Maar wat wil je precies weten?

• 2. Stand van kennis


• FRA: belang “civic solidarity”
– Pers meer aandacht voor sociale problemen (werk- en
leefomstandigheden) van immigranten?
• VS: marktgericht denken
– Pers meer aandacht fiscale problemen veroorzaakt door
immigranten?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Inhoudsanalyse van media

• Selectie van nieuwsverhalen over immigranten


– Kiezen kranten (hier: kwaliteitskranten)
– Selectie pagina 1 verhalen
– Afbakening (geen politieke vluchtelingen)
• Per verhaal: wel of niet noemen sociaal probleem
– Problemen voor immigranten
• Sociaal (bv. leefomstandigheden), cultureel (bv.
Aanpassingsproblemen), discriminatie
– Problemen door immigranten
• Cultureel (bv. Religieuze intolerantie), fiscaal (bv. Kosten
bijstand)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Alternatief:

• ‘Perspectief’: wie komt aan het woord?


– Als ‘social actor’ wordt geciteerd/geparafraseerd
– Journalist biedt interpretatie vanuit bepaalde ‘social actor’
• Welke ‘social actors’?
– Journalist zelf
– Overheidspersoon (bv. minister, 2e kamerlid, lid OM)
– Wetgever (bv. Rechter)
– Civil society (bv. Vakbond, belangengroepering)
– Zakenwereld (bv. Directeur bedrijf, ondernemer)
– Burgers (bv. Gewone man op straat)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Inhoudsanalyse van media

• Wederom:
– van abstract naar concreet
– Gebruik maken afbakeningen uit vraagstelling
• Let wel: veronderstelt voorkennis
– Om categorieën te kunnen maken
– Alternatief: ‘open’ coderen -> zoeken naar patronen
• Vergt duidelijke beschrijvingen wat je zoekt

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Casus

• Bestuurlijk vermogen en effectiviteit


Casus
• Inzicht in het gedrag van burgers
• Kritische reflectie op het handelingsrepertoire
van de burger

• Dus op basis van ‘wat’ en ‘waartoe’ + stand


van kennis:
– Bestaande bronnen / nieuwe gegevens?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Zet opties op een rij

• Inhoudsanalyse?
– De berichtgeving over relatie burgers en overheid door media?
• Enquête?
– Meningen en gedrag van burgers
• Interviews?
– Meningen en gedrag van burgers
• Experiment?
– Interventie + voor en nameting
• Statistische bronnen, historische documenten
– Diverse typen informatie

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Opties data analyse
KWANTITATIEF KWALITATIEF

- Je hebt al voorkennis - Nog geen voorkennis


- Grootschalig - Kleinschalig
- Beeld populatie - Diepgang
Bestaande bronnen Kwantitatieve Kwalitatieve
(media) inhoudsanalyse inhoudsanalyse

Nieuwe gegevens Enquête Open interview


(personen)

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


• DEEL 3.SPECIFIEKE VOOR- EN NADELEN
VAN VERSCHILLENDE METHODEN

• Enquête
• Open interview
• Inhoudsanalyse
Interview vs. enquête
Voor- en nadelen

Interview Enquête

Wie Doelbewust (Statistisch) Toeval


(kleine groep) (steekproef grote groep)
Doel Inzicht mechanisme Inzicht populatie (generalisatie)
(theorievormend) (theorietoetsend)
Middel Topiclijst Gestructureerde vragenlijst
(aanpassing -> +inzicht) (aanpassing -> onvergelijkbaar)
Afname Relatief informeel Relatief formeel
(aanpassing -> +inzicht) (vasthouden protocol -> +vgl.)
Analyse Interpretatief Statistisch
(transcriptie, coderen..) (tellen, middelen..)
Werklast Tijdens/achteraf Vooraf/achteraf
(flexibiliteit) (precisie betrouwbaarheid)
Inhoudsanalyse: voordelen

• Bestuderen van wat op individueel niveau lastig is


– Bv. Hoeveel aandacht is er voor de Derde Wereld in onze
samenleving?
– Cultureel archief: wat deden mensen eeuw geleden?
• …of niet gewenst: liever ‘hoger’ niveau
– Vaak uit productiecontext (krantenredactie, reclamebureau)
– Symbolische betekenis (bv.manier waarop nieuws gebracht
wordt)
– Individu is slechts onderdeel
• (verschil wat journalist zegt in interview en schrijft in krant)
• Geen ingrijpen in alledaagse werkelijkheid
– Iemand ondervragen is dat wel (denk aan sociaal wenselijke
antwoorden)
• Vaak minder problemen non-respons

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE


Inhoudsanalyse: nadelen

• Relatief moeilijk exacte betekenis te achterhalen


– Dubbelzinnige betekenissen? (validiteit?)
– Kunt niet doorvragen…
– Meerdere mensen coderen (betrouwbaarheid?)
• Het zegt niet altijd iets over gebruik/legitimiteit
– Etiquetteboekjes: voor de elite?
– Recensies: worden ze gelezen?
• Verklaringen lastiger
– Bij persoon kan ene kenmerk andere kenmerk(mening)
beinvloeden
– Bij materiaal ligt verklaring bij producent/context
• Afhankelijk beschikbaarheid
– Archieven?

ERMeCC ERASMUS RESEARCH CENTRE FOR MEDIA, COMMUNICATION AND CULTURE

You might also like