You are on page 1of 2

Woordenlijst

ex vivo buiten het levende


in vivo binnen het levende (in het lichaam)
extremiteiten ledematen
terminologie alle termen van een bepaald vak bij elkaar
disciplines toewijding
interpreten persoonlijk beredeneerd oordeel
decompensatie ontoereikende compensatie
acute abrupt begin met verwijzing naar ziekte
symptomatisch kenmerkend/aanduidend
epidemieën ziekte in grotere frequentie
contra indicatie behandeling niet toepassen
palpatie met de hand voelen als onderdeel van geneeskundig onderzoek
constitutie aangeboren gesteldheid van de mens
genetisch erfelijk
fysiologisch normale werking van het lichaam
endomorf ronde, volle vorm
mesomorf slank en atletisch persoon
ectomorf lang en dun, fragiel persoon
circulatoire bloedcirculatie
atrofie verschrompeling van een orgaan door onvoldoende voedseltoevoer
compensatiefase herstelfase
reversibel omkeerbaar proces
periodisering in perioden verdelen
aërobe arbeid voldoende zuurstof voor weefsels
anaërobe arbeid onvoldoende zuurstof voor weefsels
steady state evenwicht tussen zuurstofopname in longen en zuurstofbehoefte in
weefsels
surmenage overbelasting
focale infectie infectie veroorzaakt door micro-organismen afkomstig van een
andere plek in het lichaam
adaptatie aanpassing (aan omstandigheden)
acetylcholine een neurotransmitter (stof) die prikkels geleidt tussen motorische
zenuwen en spieren
histamine bloedvatverwijdende stof die in veel weefsels voorkomt
cutis lederhuid (dermis) en opperhuid (epidermis)
subcutis laag die net onder de huid ligt
consistentie dichtheid van een stof
tendomyotische ketens
origo bevestigingsplaats van spier aan het minder beweeglijke skeletdeel
insertie bevestigingsplaats van spier aan het meer beweeglijke skeletdeel
rupturen scheuring/breuk
crepitatie knetterend geluid bij het over elkaar heen bewegen van ruwe
oppervlakken in het lichaam, bijv. van bot over kraakbeen
hypertrofie abnormale toeneming in omvang en gewicht van een orgaan
zonder celvermeerdering
Woordenlijst

hypotrofie ondervoeding
osteoblasten beenvormende bindweefselcellen
desmale verbening vliezige verbening
periost beenvlies
myofibrillen onderdelen van een spiervezel
contractie samentrekking van spieren
contraheren samentrekken
chondros kraakbeen
osteoclasten kraakbeenvreters
epifysen eindstuk van een pijpbeen
hyalien kraakbeen kraakbeenweefsel in gewricht
diafysen middenstuk pijpbeen
osteoporose botontkalking
endost vlies dat mergholte bekleed
trabekels beenbalkjes

Woordenlijst massage

myogelosen pijnlijke verharding (spierknopen)


myologie leer van de spieren
organisme levend weefsel
posttraumatisch geval psychische aandoening
pathologisch geval ziekte geval
ICE regel I staat voor immobilisatie (onbeweeglijk maken)
C staat voor compressie (drukverband)
E staat voor elevatie (hoogstand getroffen lichaamsdeel)
folliculitis ontsteking van haarzakje
stimulerend activerend
sederend ontspannend
intermitterend drukken techniek om de toestand van het weefsel te ervaren
hypertonie verhoogde spanning in bloed, spieren enz.
hypotonie verlaagde spanning in bloed, spieren enz.
hydreren waterstof toevoegen aan de moleculen van een stof zonder
dat daarbij een andere stof afsplitst
dehydreren ontwateren/water ergens aan onttrekken/verwijderen (bij cel)
depletie ontwateren van weefselspleten

You might also like