You are on page 1of 5

Inleiding bijbelstudie A: In Efeze 5 lezen we dat de vrouw haar man in alles onderdanig moet zijn.

Wat houdt dat precies in? Betekent dat dat een vrouw in lle opzichten moet luisteren naar haar man en hem in lle opzichten moet gehoorzamen? Ik vind dat erg moeilijk. De man heeft toch niet per definitie in alles gelijk? Moet de vrouw dan ook gehoorzamen, als overduidelijk is, dat haar man het niet bij het rechte eind heeft? Dan zou zij een weerloos object zijn van de man, die alles met haar kan doen wat hij wil. Het verdient allereerst opmerking dat hier gesproken wordt over hun eigen man. Dat wijst ons erop, dat wat Paulus hier zegt, betrekking heeft op het huwelijk. Buiten het huwelijk geldt dit niet. Zo moet de man, volgens Ef. 5: 211, in de gemeente ook de vrouw onderdanig zijn in de vreze Gods. In de gemeente Gods is iedereen gelijk, want er is geen aanneming des persoons bij God (Rom. 2:11). Maar in het huwelijk wordt de vrouw opgedragen om onderdanig te zijn aan de man, niet andersom! Inderdaad! Maar voordat we nu verder gaan, is het goed om eerst twee vragen helder te krijgen. De eerste vraag is: wat moeten wij verstaan onder het woord onderdanig? Wat betekent dat eigenlijk en welke functie heeft het in de Bijbel in het algemeen, en in het bijzonder in dit bijbelgedeelte? De tweede vraag die we moeten stellen, als we weten wat Bijbelse onderdanigheid inhoudt, is: waarm moet de vrouw onderdanig zijn aan de man en niet andersom? Daarna kunnen wij een antwoord gaan zoeken op de vraag, die we zojuist stelden: moet de vrouw in letterlijk lle dingen haar man gehoorzamen? Das goed! We beginnen dus met de vraag: Wat is onderdanig? Het is mij opgevallen, dat het woord onderdanig geen enkele maal in het Oude Testament voorkomt, terwijl het 15 keer in het Nieuwe Testament te vinden is. Ook het woord onderdanigheid, dat twee keer in het Nieuwe Testament voorkomt, zul je niet vinden in het Oude Testament. Dit is temeer opvallend daar in het Oude Testament toch veel duidelijker de gezagsverhouding naar voren komt tussen de man en de vrouw. Dat betekent misschien wel, dat er in het Nieuwe Testament een omslag heeft plaatsgevonden in de waardering van de vrouw, of niet? Dat weet ik niet, maar wel weet ik dat in Gen. 3: 162, na de zondeval, staat dat de man heerschappij zal hebben over de vrouw. Wat dat inhoudt, lezen we in heel het Oude Testament. En element van die heerschappij is dat de man over de vrouw beslist. Ja, zo wordt Abram geroepen en Sara moet meegaan (Gen. 12: 1, 5) 3. Ook wordt in Gen. 24: 50, 514 door Laban en Bethul beslist over hun zus en dochter Rebekka, en zij zeggen in vs. 51:
1 2

B:

A:

B:

A:

B: A:

B:

Elkander onderdanig zijnde in de vreze Gods. Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. 3 De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal. () En Abram nam Sarai, zijn huisvrouw, en Lot, zijns broeders zoon, en al hun have, die zij verworven hadden, en de zielen, die zij verkregen hadden in Haran; en zij togen uit, om te gaan naar het land Kanaan, en zij kwamen in het land Kanan. 4 Toen antwoordde Laban, en Bethuel, en zeiden: Van den HEERE is deze zaak voortgekomen; wij kunnen kwaad noch goed tot u spreken. Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem haar en trek henen; zij zij de vrouw van den zoon uws heren, gelijk de HEERE gesproken heeft!

Zie, Rebekka is voor uw aangezicht; neem haar en trek heen; zij zij de vrouw van de zoon uws heren, gelijk de Heere gesproken heeft. En Rebekka heeft het maar te accepteren. Ook worden Lea en Rachel in Gen. 29 naar de willekeur van Laban uitgehuwelijkt. Een ander duidelijk voorbeeld vinden we in Esther 1, waar koningin Vasthi verstoten werd, omdat ze niet naar de koning luisterde. A: En een ander element van die heerschappij vinden we in het taalgebruik. Zo noemt de vrouw haar man vaak heer. Sara bijvoorbeeld noemt haar man Abraham, haar heer. Daar wordt ook naar verwezen in het huwelijksformulier. Nog een kenmerk is, dat de mn altijd wordt aangesproken, en opdrachten krijgt. Uit dit alles blijkt dus, dat de vrouw in het Oude Testament in de zin ondergeschikt was aan de man, dat zij door hem vertegenwoordigd werd. Zo was de man, net zoals in het Nieuwe Testament, ook in het Oude Testament het hoofd van de vrouw. Dat is, volgens mij, het belangrijkste kenmerk van de verhouding tussen man en vrouw binnen het huwelijk, zowel in het Oude Testament, als ook in het Nieuwe Testament. Een omslag heeft er dus niet wezenlijk plaatsgevonden. Nee, daar heb je, denk ik, wel gelijk in. Maar toch is er, volgens mij, wel een verschil. Geen wezenlijk verschil, maar meer een accentverschil. Want in het Oude Testament wordt veel meer de nadruk gelegd op het gezag van de man over de vrouw, terwijl in het Nieuwe Testament veel meer de nadruk gelegd wordt op het in liefde dienen van de man door de vrouw! Daarom komen wij in het Nieuwe Testament vaak het woord onderdanig tegen. Dat woord betekent geen slaafse onderwerping. Nee, het Griekse woord voor onderdanig (huptssoo) laat zien, dat het juist een vrijwillig dienen is. Een vrijwillig dienen in en uit liefde! Dus onze conclusie is, dat er wezenlijk geen verschil is in de relatie man- vrouw tussen het Oude en Nieuwe Testament, maar dat in het Nieuwe Testament wel veel meer nadruk ligt op het dienen in liefde? Ja! Dan is nu de tweede vraag: Waarom is het zo, dat de vrouw de man onderdanig moet zijn? Waarom is het niet andersom? Daar kunnen we heel kort over zijn, want de Bijbel is daar heel duidelijk in. In de 1e plaats is het een scheppingsgegeven, want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En Adam is niet verleid geworden, maar de vrouw verleid zijnde, is in overtreding geweest, aldus Paulus in 1 Tim. 2: 13 en 14. Daarom heeft de man de heerschappij gekregen over de vrouw (Gen. 3: 16). En de 2e plaats lezen we in Gen. 2: 18, dat het eenvoudig Gods wil was, om de vrouw tot een hulpe te maken, die als tegen hem over zij. Bovendien, en dat is heel belangrijk, is de vrouw dan niet in de eerste plaats onderdanig aan haar man, maar aan Christus! Overeenkomstig het woord van de Heere Jezus in Matth. 25: 40 En de Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit (vreemdelingen geherbergd, naakten gekleed, zieken bezocht, etc. maar k onderdanig zijn geweest!) Voor zoveel gij dit n van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. Ja, das duidelijk! Met dit alles in ons achterhoofd kunnen we weer teruggaan naar onze eerste vraag, nl. of de vrouw haar man in letterlijk alles moet gehoorzamen.

B:

A:

B:

A: B: A:

B:

A:

Ik denk dat een vrouw allereerst moet beseffen, dat ze ten diepste Christus dient en onderdanig is, wanneer ze haar eigen man onderdanig is, zoals we net hebben gezien. Dat betekent dus in ieder geval, dat ze haar man zoveel mogelijk onderdanig moet zijn. Maar aan de andere kant mag ze geen dingen doen die tegen Gods wil indruisen. Wanneer de man bijvoorbeeld zijn vrouw zou bevelen om te gaan stelen, dan geldt het woord van Petrus en de apostelen voor de Hoge Raad (Hand. 5:29): men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan den mensen. We kunnen dit illustreren aan de hand van twee voorbeelden. Om met het laatste te beginnen, dat men Gode meer moet gehoorzamen, dan de mensen, nemen we de geschiedenis van Nabal (1 Sam. 25). Van Nabal wordt gezegd dat hij hard was en boos van daden, maar Abigal was goed van verstand (vs. 3). Nabal deed verkeerd (vs. 28) en Abigal volgde hem daarin niet na. Zij was God meer gehoorzaam dan haar man! En David zei tot haar: Gezegend zij de HEERE, de God Israels, Die u te dezen dage mij tegemoet gezonden heeft! (1 Sam. 25: 32). Een illustratie bij het gebod om zoveel mogelijk te gehoorzamen is het volgende. Omdat ik geen voorbeeld uit de Bijbel kon bedenken, heb ik maar zelf n verzonnen. Stel je eens voor, dat in een bepaalde situatie de man een blauwe auto wil kopen, terwijl de vrouw een groene wil. Moet de vrouw nu direct maar instemmen met de blauwe auto, of niet? Tegenwoordig zegt men, een blijk van emancipatie, dat vrouwen en mannen gelijke rechten hebben. Dus hoeft de vrouw zich niet neer te leggen bij de wil en het besluit van de man! De Bijbel leert ons echter iets anders, nl. dat de vrouw haar man onderdanig moet zijn, en we hebben zojuist gezien dat dat in ieder geval moet, als de wil van de man niet tegen de geboden van God indruisen. Dat is hier niet het geval, dus moet de vrouw de man ook hierin gehoorzamen. Maar daar is wel n maar aan verbonden! De vrouw mag natuurlijk wel proberen om haar man met woorden ervan te overtuigen dat een groene auto toch veel beter of mooier is. Als de man overtuigd raakt, heeft ze geluk, zo niet, dan heeft ze pech en moet ze zich toch schikken in de wil van de man! Ook deze medaille heeft echter een keerzijde. De man dient tegenover zijn vrouw eerlijk, oprecht, redelijk en billijk zijn. Het huwelijksformulier zegt daarom ook tegen de vrouw: Gij zult uw wettige man liefhebben, eren en vrezen, ook hem gehoorzaam zijn in alle dingen, die recht en billijk zijn, als uw heer. Maar het voorbeeld van die blauwe en groene auto is wel goed gekozen, omdat het laat zien hoe nauw het erop aankomt, wanneer wij Gods Woord eerlijk en oprecht willen navolgen. Inderdaad! En die keerzijde van de medaille, die je zojuist noemde, brengt ons meteen op het volgende punt: hoe hoort de man t.o.v. de vrouw te staan? Uit Ef. 5 blijkt dat de man twee plichten heeft. Ten eerste moet hij de vrouw beschermen en verzorgen, omdat de man het hoofd is van de vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der gemeente is, en Hij is de Behouder des lichaams (vs. 23). Zijn tweede plicht is, om dat te doen in liefde. Want er staat in vs. 25 en verder: Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelven voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord, opdat Hij haar Zichzelven zou heerlijk voorstellen, een gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk; alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben. De man mag dus uiteraard geen misbruik maken van zijn gezag.

B:

A:

B:

A:

B:

Nee, dat mag absoluut nooit! Zie je trouwens, dat in vs. 25-27 vier kenmerken gegeven worden van de liefde van Christus: 1. Hij heeft Zich voor Zijn gemeente overgegeven 2. Hij wil haar heiligen 3. Hij wil haar reinigen 4. Hij wil haar onbevlekt voor Zich plaatsen Deze 5 kenmerken hebben opzichzelf allemaal iets te betekenen, maar het toont allereerst aan, hoe volmaakt die liefde van Christus tot Zijn gemeente was, en is. En nu staat er achter deze verzen, in vs. 28a: Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen. Daar zitten twee elementen in: ten eerste alzo, namelijk zoals Christus zijn gemeente liefgehad heeft. En ten tweede staat er gelijk hun eigen lichamen. Dat moet niet slechts puur lichamelijk opgevat worden, want het omvat veel meer. In de Griekse literatuur kom je heel vaak het woord lichaam tegen in de betekenis van persoon. Je kunt het dan vervangen door zichzelf. Zo ook hier: de man moet zijn vrouw liefhebben als zichzelf! Dat is een hele bijbelse opdracht, die voor iedereen geldt, want de Heere Jezus zegt tot ons: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf (Matth. 22: 39). Hoeveel temeer geldt dit ten opzichte van de vrouw?! Inderdaad, en om nog even terug te komen op het woordje alzo: dat betekent dus, dat de liefde van de man tot de vrouw k volledig dient te zijn, dat hij haar met zijn hele hart moet liefhebben. Het is dus geen gedeeltelijke liefde, maar een nvoorwaardelijke, llesomvattende liefde! Wr zien we hier die sterke nadruk op de liefdesverhouding tussen man en vrouw, en wr zien we dat er geen sprake mag zijn van een slaafse onderwerping en brute tirannie. Laten we het nu nog even over iets anders hebben, over de verhouding kinderen ouders en daarbij nadenken over de volgende vraag: Als ouders kinderen tot toorn verwekken (wat ze niet mogen doen; Ef. 6:4), hoe kunnen die kinderen dan nog voldoen aan het gebod om onze ouders te eren? Voordat we die vraag kunnen beantwoorden, moeten we ons eerst afvragen, wat tot toorn verwekken eigenlijk is. In het Oude Testament komen de woorden tot toorn verwekken best vaak voor. Het gaat dan altijd over het volk Isral, dat de Heere tot toorn verwekt. Uit het verband van die woorden, kunnen we opmaken dat het zoveel betekent als: reden tot toorn geven. Op diezelfde manier mogen ouders hun kinderen ook geen reden tot toorn geven. Dat wil niet zeggen, dat de ouders maar moet doen wat de kinderen willen, omdat die anders boos worden. Wel wil het duidelijk maken, dat de vader ook naar zijn kinderen toe billijk en rechtvaardig moet zijn. Als de vader nu tegen Gods geboden ingaat, geldt hetzelfde als wat we net van de vrouw hebben gezegd: ook de kinderen moeten dan God meer gehoorzaam zijn dan de mensen. Een bijbels voorbeeld van een zoon die zich verzette tegen zijn vader, omdat zijn vader verkeerd handelde, is Jonathan, die David hielp tegen zijn vader (1 Sam. 20). Wij mogen wel voortdurend bidden om wijsheid en bedachtzaamheid, opdat we onze plaats weten zouden tegenover hen die boven en onder ons gesteld zijn, in welke relatie dan ook. Structuuroverzicht inleiding
1.

A:

B:

A:

B:

A:

B:

Vraag: Betekent dat dat een vrouw in lle opzichten moet luisteren naar haar man en hem

in lle opzichten moet gehoorzamen? a. subvraag: wat betekent onderdanig? - subsubvraag: omslag in de betekenis OT/ NT? - synthese: betekenis in OT n NT b. subvraag: waarom moet de vrouw onderdanig zijn? c. terugkoppeling naar de hoofdvraag: zie boven d. twee illustrerende voorbeelden: 1) Nabal en Abigal; 2) blauwe/ groene auto 2. Vraag: hoe hoort de man t.o.v. de vrouw te staan? a. twee plichten b. op welke manier? 3. Vraag: Als ouders kinderen tot toorn verwekken (wat ze niet mogen doen; Ef. 6:4), hoe kunnen die kinderen dan nog voldoen aan het gebod om onze ouders te eren? a. wat is tot toorn verwekken? b. terugkoppeling naar de hoofdvraag 4. Besluit

Stellingen en gespreksvragen: Algemene stellingen: 1. Is iemand bekeerd en ongetrouwd, ik raad den zodanige, geen juk aan te trekken, niet alleen niet met een ongelovige, maar ook niet met een onbekeerde geloofsgenoot; hoewel het laatste niet verboden is, zo leidt een zodanige zich in vele verzoekingen en in grote tegenstand. (W. Brakel Redelijke godsdienst, I. XXXI, 17) 2. In de Bijbel zijn het altijd vrouwen die hun mannen misleiden (vgl. Rebekka, Eva, Sara, Michal, etc.) 3. Het is een uitdaging voor de vrouw om onderdanig te zijn. 4. Eigenliefde is een vereiste voor naastenliefde. 5. Paulus is een vrouwenhater. Open vragen (gebruik voor het formuleren van een antwoord de hele Bijbel, zoek citaten uit de Schrift op, gebruik de Schriftverwijzingen achterin de syllabus): 6. Ef. 5: 26 haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord. Vraag: Wat betekent dit vers? (let op andere Bijbelse gegevens!) 7. Wat betekent Ef. 5: 27? 8. Wat heeft het voor consequenties voor Gods kinderen, als zij allemaal (van groot naar klein, van blank naar zwart, van ongeleerd naar geleerd, man en vrouw) leden van n lichaam zijn? 9. Welke elementen behoren tot een christelijke opvoeding overeenkomstig Ef. 6: 4? Geef antwoorden uit de Schrift! 10. Ef. 6: 8 Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije. Vraag: wat zal hij van de Heere ontvangen? 11. Wat heeft het bestudeerde te zeggen voor de ongelovige mens?

You might also like