You are on page 1of 40

Negen december 2018 -- 1

NEGEN DECEMBER 2018 - JEZUS IN HET MIDDEN


GEPLAATST
Negen december 2018 -- 2

Guido Biebaut - 30/12/2018 - Alle rechten voorbehouden

Het woord vooraf

Dag X,

Ik start en het lijkt alsof ik met de deur in huis val. Ik doe het bewust, want het geeft de zaken
begrijpelijk aan. Kan wat bruusk overkomen maar gezien je kritiek op wat ik schreef is het wellicht
de beste weg om te kiezen. De uitleg die je mij geeft, en die zovelen met jou ook navolgen dat,
Romeinen 11:25,26a over een latere periode moet spreken, in de nabije toekomst, baseren jullie,
op het vers 26,b en vers 27. Ik geef dat eerst in de versie van de HSV: “26b zoals geschreven staat:
De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob. 27 En dit is het
verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen.” ER zijn een grote reeks teksten
die de HSV daarbij geeft en de eerste ervan is deze: Psalm 14:7: “7 Och, dat Israëls verlossing uit
Sion kwam! Wanneer de HEERE de gevangenen van Zijn volk laat terugkeren, dan zal Jakob zich
verheugen, Israël zal verblijd zijn.” (Later nog enkele andere van deze teksten.) Als je de
commentatoren daarover raadpleegt krijg je bijvoorbeeld dit te horen:

“Bij welke gelegenheid deze psalm werd geschreven, weten wij niet: maar er zijn twee dingen die
bij uitstek onze aandacht verdienen: de eerste is, dat het met zeer weinig verandering in een
andere psalm wordt herhaald [zie: Psalm 53]: en de andere is dat een zeer aanzienlijk deel ervan
door de apostel Paulus wordt aangehaald, niet alleen om enig punt te illustreren, maar om een
leerstelling te bevestigen die ten grondslag ligt aan het christendom, namelijk de universele en
totale verdorvenheid van de menselijke natuur [zei en vergelijk verzen 1-3 met Romeinen 3: 10-12;
Romeinen 3:19.]. De Psalmist heeft kennelijk nagedacht over de extreme slechtheid van het
menselijk hart, in die zin dat mensen, met het doel hun slechte wegen zonder angst te vervolgen,
God zelf uit het universum zouden verbannen [zie: vers 1], en door goddeloze spot alle eerbied
voor vroomheid van de wereld verdrijven [Noot bij vers 6]. Onderdrukt worden, en als het ware
overweldigd worden door deze pijnlijke overpeinzing, breekt hij uit in deze vrome woorden: "7 O,
dat toch Israëls heil uit Sion dagen mocht! Het komt: als God de keer, de keer brengt voor zijn
volk en Jakob juichen mag, Israël feest zal vieren! (Willibrordvertaling 75)” [Simeon, Charles.
Commentary on Psalms 14:4, Horae Homileticae.]

Laat ons even kijken naar de achtergrond van dat vers: het staat in een uitzonderlijke Psalm!

[Willibrordvertaling] Voor de koorleider.


Van David.
1 De dwaas zegt bij zichzelf: 'welneen! er is geen God!'
Stuitend, verfoeilijk kwaad wordt overal begaan:
geen mens handelt oprecht.
2 God, uit zijn hemel, ziet op Adams kinderen neer,
Negen december 2018 -- 3

speurend of er soms is een sterveling met verstand,


een die nog vraagt naar God.
3 Doch allen zwerven af, verdorven met elkaar!
Geen mens handelt oprecht: geen enkele. Geen een.
4 Weten zij dan van niets, de stichters van dit kwaad,
uitvreters van mijn volk?
Dat vindt zijn brood gereed en kent Gods naam niet meer!
5 Totdat de schrik hen slaat:
God staat zijn vromen bij.
6 Al uw boos overleg tegen de arme faalt:
zijn toevlucht is de Heer.
7 O, dat toch Israëls heil uit Sion dagen mocht!
Het komt: als God de keer, de keer brengt voor zijn volk
en Jakob juichen mag, Israël feest zal vieren!

De kinderen van Adam, dat spreekt over gelovigen en ongelovigen, hebben dezelfde problemen
met het Godsbestaan. Stervelingen zonder verstand, kwaadstichters en verdorven van aard zo
worden ze benoemd, maar daar komt ooit een eind aan! Heil is er echter als God Zijn volk “keert”
ze aan berouw doet denken en dan zal het volk vanuit “het hemelse Sion” heil en zegen
ontvangen. De belangrijkste tekst die er later naar verwijst is zeker deze. Ik schrijf hier zeer
bewust “het hemelse Sion” want over Jeruzalem als stad op aarde daar gaat het niet over. “Sion”
is een gebruikt begrip waar meerdere dingen achter zitten: een letterkijk berg, een burcht, een
hoofdstad en door de profeten, in het Oude Testament, dan later toch meestal als “het hemelse
Sion” beschreven. We hebben daar bladzijden lang over geschreven in onze studie van Romeinen
11: zie de pagina’s vanaf 118.

Nu iets over Jezus eerst, die naar het oude Sion komt! Paulus geeft een opsommende aanhaling
uit het Oude Testament waar voorspellingen staan van een Verlosser die ”bij zijn eerste komst
vervuld worden.” Hij kwam uit Israël, “uit” Sion (Micha 5:2) want werd geboren in Bethlehem,
een gemeente van niemendal maar met een illustere voorvader, David. (Matthéüs 2:6 / Johannes
4:22) Hij kwam tot het huis van Israëls en al zijn verloren schapen. Maar slechte weinigen hebben
Hem een welkom toegewenst, het overgrote deel heeft Hem niet aangenomen (Matthéüs 15:24 /
Johannes 1:11). Hij kwam voor Israël, “tot” Sion, om hen te verlossen. Jesaja 59:20 HSV zegt: “20
En naar Sion zal een Verlosser komen voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren, spreekt de
HEERE.” De NBG vertaald: “20 Maar als Verlosser komt Hij voor Sion en voor wie zich in Jakob
van overtreding bekeren, luidt het woord des Heren.” Hij komt om zij die onder de wet waren er
van te verlossen en vrij te kopen (Matthéüs 1:21 / Matthéüs 10:6 / Lucas 19:10 / Galaten 4:4-5).
Handelingen 2:38 NBG51 zegt: “38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late
zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden.” En de verlosser richtte
zijn nieuwe verbond met hen, allen Sionisten op (Jeremia 31:31-34 / Matthéüs 26:28 / Hebreeën
8:6-13). Hij heeft de goddeloosheden van Jakob afgewend (Jesaja 27:9a), een vernieuwd verbond
met hen aangegaan (Jesaja 59:21), en heeft hun zonden weggenomen” (Jesaja 27:9b).
Negen december 2018 -- 4

Hier in Romeinen 11:26 gaat het over dat “het hemelse Sion.” De “hamvraag” is echter wanneer
vervuld zich dat????? Ik zet er zelfs enkele vraagtekens erbij. VOOR JOU ZAL DAT ZIJN ALS IK JE NU
AL BEGRIJP: IN DE PERIODE VAN DE ZEVENTIGSTE WEEK VAN DANIEL 9. Wel ik zeg het nog maar
eens en je kreeg van mij al genoeg bewijs dat het niet start met het jaar 445 of 444 voor Christus,
met Nehemia. Dat is met geen enkel goed argument te bewijzen. En de laatste week ervan nog
eens afsplitsen van de andere weken om aan Israël een tijd te laten zich te bekeren is ook geen
Bijbelse theologie.

In mijn studie van Romeinen 11 kon je er toch niet naast kijken met een titel als deze blz.120

Dus: Romeinen 11:26b is vervuld bij de eerste komt van de Heer.

Dat is het slot van twintig bladzijden argumentatie. Zal het nog eens ingekort weergeven.
In Handelingen 1 zegt Jezus tot zijn 11 apostelen: “8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest
ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea
en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.”

In Handelingen 2 is er in de tempel een en al drukte. De hogepriester heeft zichzelf gereinigd met


een bloedig offer en nu zullen honderden priesters offers brengen van dierlijke en plantaardige
aard, voor de duizenden gelovigen die er zijn voor het feest. In de stad is er ook wat gaande. “1
En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. 2 En
plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel
het huis waar zij zaten. 3 En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en
het zat op ieder van hen. 4 En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te
spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.” Korte herhaling van het debacle
van de offerdienst: sinds de val van de stad en tempel in de dagen van Nebukadnezar is er géén
“Shekinah” meer het teken van Gods aanwezigheid onder zijn volk. Met de dood van Christus is
het gordijn dat de gewone priesters en het binnenste heiligdom afgescheurd. De gewone mens
kan dus nu op een andere basis tot de Héér komen. Dan gaat nu in voege op die eerste dag van
Pinksteren wat een profeet had voorzegt:

Jer.31:31-34 “Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het
huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met
hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het
land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen
getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die
dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun
binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj
zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en
eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen
Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE.
Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken.”
Negen december 2018 -- 5

Heb.8:8 “Want hen berispend zegt Hij tegen hen: Zie, de dagen komen, spreekt de Heere,
dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal
sluiten.”
Heb.10:16 “Want na eerst gezegd te hebben: Dit is het verbond, dat Ik met hen na die dagen
zal sluiten, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun hart geven en Ik zal die in hun
verstand schrijven.”

Denken we even aan de vurige tongen een beeld dat Gods “Shekinah” er weer is! Op die dag
nog eens 3.000 die de Heilige Geest ontvangen. Allen Joden: God heeft dat vervuld en met een
trukendoos dat nog eens laten uitstellen voor later in onze dagen is niet aan de orde in deze
teksten. Men sleurt het erbij vanuit Daniël 9 met een slordigheid aan uitleg die in de jaren 1830
werd uitgevonden. Als jij me nu komt zeggen dat er in die laatste dagen nog een extra moet
gebeuren met betrekking tot Jeremia 31, dan is dat in strijd met Handelingen! Wat kan dan wel!
Eenvoudigweg dit: als er één jood of een groep van duizenden joden zich bekeren 1 seconde voor
de Wederkomst van de Héér, dan moeten die gerekend worden tot de “volheid van Israël” die
zich heeft bekeerd. Dat leert nu Romeinen 11:25,26. Alle Messias belijdende Joden die worden als
één groep bekeken, de volheid van hen heeft een tegenhanger. Alle heidenen die in Jezus hun
Messias hebben gevonden zullen als “één volheid van de heidenen” gezien worden. Ook aan hen
gaat in vervulling wat Jeremia 31 schrijft: op dezelfde wijze zegt Petrus in Handelingen 11: “17 Als
God dan aan hen dezelfde gave gegeven heeft als aan ons die in de Heere Jezus Christus
geloven, wie was ik dan dat ik bij machte zou zijn God tegen te houden? 18 En toen zij dit
hoorden, waren zij gerustgesteld, en zij verheerlijkten God en zeiden: Zo heeft God dus ook aan
de heidenen de bekering gegeven die tot het leven leidt.” Dat zijn d woorden van Petrus als hij
zijn verhaal doet van de bekeringen van het gezin van de heiden Cornelius! Later op het eerste
concilie van Jeruzalem lezen we Hand. 15:9: “19 en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen
ons en hen, en heeft hun hart door het geloof gereinigd.”

Dat heeft te maken met de tekst waarmee we begonnen zijn: Psalm 14, waar mensen God in

twijfel trekken. Paulus heeft daar wat over gezegd in Romeinen 3 en het kopje van de HSV is

daar Alle mensen zijn zondaars. Bedenk dat hij een schrijver is die Gods

woorden aan ons geeft. Zowel joden als heidenen moeten dus op een zelfde

wijze tot God komen: geloof, waarna genade en vergeving volgt.

9 Wat dan wel? Zijn wij voortreffelijker? Beslist niet! Wij hebben immers zojuist én Joden

én Grieken beschuldigd dat zij allen onder de zonde zijn,

Gal. 3:22 Maar de Schrift heeft alles onder de zonde opgesloten, opdat de belofte aan de

gelovigen gegeven zou worden door het geloof in Jezus Christus.


Negen december 2018 -- 6

10 zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één,

Ps. 14:3 Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die

goeddoet, zelfs niet één.

Ps. 53:4 Ieder van hen heeft zich afgekeerd, tezamen zijn zij verdorven, er is niemand

die goeddoet, zelfs niet één.

19 Wij weten nu dat alles wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn,

opdat elke mond gestopt wordt en de hele wereld doemwaardig wordt voor God.

οιδαμεν δε οτι οσα ο νομος λεγει τοις εν τω νομω λαλει ινα παν στομα φραγη και

υποδικος γενηται πας ο κοσμος τω θεω

Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de wet zijn;

opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld [voor] God verdoemelijk zij. (SV)

We lezen duidelijk in het Nieuwe Testament, Gods laatste Openabring aan gelovigen dat de
verzamelde discipelen, dus Messias belijdende joden en heidenen, beschreven zijn als een bruid,
een tempel een kudde en nog veel meer. Want één beeld geeft maar aan dat een bepaald aspect
van de gemeente zo is. Een ander beeld geeft iets anders te kennen. De conclusie van de tabel die
ik hier onder weergeef is in elk geval deze; de kerk = de gemeente = de synagoge van het OT is =
deze uit het NT, want ze hebben dezelfde namen en titels. In deze gemeente van het Nieuwe
Testament oorspronkelijk bestaande uit Joden krijgen gelovigen uit de Heidenen dezelfde rechten
(ook aangepaste plichten!) als de gelovigen uit Israël.

BESCHRIJVING OUD TESTAMENT NIEUW


TESTAMENT
”Gods tempel” Ex.29:45 1 Cor.3:16
”kinderen der Jer.31:31-33 Rom.9:8
belofte” (Joden) /
Gal.4:28
(Heidenen)
”zaad van Abraham” Gen.17:7,8 Gal.3:29
”erfgenamen naar de Deut.29:12,13 Gal.3:29
belofte”
”Gods uitverkorenen” Lev.20:24,26 Col.3:12
”wij zijn de Gen.17:12 Phil.3:3
besnijdenis”
”erfgenamen van het Jes.62:12 Jac.2:5
Negen december 2018 -- 7

koninkrijk”
”een eigen volk” Deut.4:20 Tit.2:14
”het volk van God” Ex.19:5 Heb.4:9
”een uitverkoren Ex.19:5 1 Pet.2:9
geslacht”
”een koninklijk Ex.19:6 1 Pet.2:9
priesterschap”
”een heilige natie” Ex.19:6 1 Pet.2:9
”een volk Gode ten Ezech.37:23 1 Pet.2:9
eigendom”
”de berg Sion” Ps.2:6 Heb.12:22
”de Stad van de Ps.48:2 Heb.12:22
levende God”
”het hemelse Joël 2:32 Heb.12:22
Jeruzalem”
”de heilige Stad” Ps.125:1 Opb.21:2
”en Hij heeft ons tot Ex.19:5,6 Opb.1:6
een koninkrijk, tot
priesters voor Zijn
God en Vader
gemaakt”

2 Cor.3:16 “Maar wanneer het zich tot de Heere bekeert, wordt de bedekking
weggenomen.”

Er is een vraag waar we elk afzonderlijk het antwoord moeten op geven: is het volk Israël in het
Nieuwe Testament nog steeds belangrijker dan de heidense volkeren? En een tweede vraag: wie
stellen we op de eerste plaats: Jezus die als jood is geboren of Jezus die zijn leven gaf voor allen
ongeacht zijn rassenachtergrond? Over die twee vragen zijn we nu al maanden in email-debat
met een Nederlandse dominee op rust en de waarde van de leer van de bedelingen in de lezing
van het Nieuwe Testament.

Iets van praktische aard: ik heb jouw tekst laten staan, in zwart en rood bij Romeinen. Mijn
antwoord is steeds in een kader gezet, dat maakt het ook gemakkelijker leesbaar voor wie de
internetversie voor zich heeft!
Negen december 2018 -- 8

Dag Guido,

Ik ga het even anders doen, gewoon even een kleine bijlage sturen over een paar zaken die jij
aankaart, waarbij ik een citaat van jou neem, en erop reageer. Alles wat je schreef over koningen
en priesters, dat alles laat ik staan, denk niet dat deze zaken relevant zijn te herhalen, want waar
wij dezelfde basis in het geloof hebben hoeven we niet steeds te vermenigvuldigen.

Dus je zegt: “waarbij ik een citaat van jou neem, en erop reageer” maar je citeert het niet correct
om maar te beginnen, want er is ook een context. Dus hier het volle citaat: “Vergeet a.u.b. niet te
lezen wat we in gele kleur geven: “dé Mensenzoon zal als Hij zijn intrede doet heerschappij
hebben over alle volkeren en niet alleen maar Israël zoals de bedelingen erover leren: en alle
volkeren zijn alle volkeren. God heeft sinds Pinksteren geen lieve kindjes meer wat het volk
betreft: Hij zegent zijn eigen kinderen tot de rang van “Hemelburger” ongeacht wat zijn
voorouders mogen zijn.” (Het laatste extra gekleurd!)

Je gaat gewoon mijn uitleg even terzijde zetten over priesters koningen en ook profeten als ik dat
maar kan toegeven. Neen ik denk niet dat we daar hetzelfde over geloven. Toch eerst wat over
koningen van voor de komst van Christus. Zij hadden geen enkele garantie God welgevallig te zijn
als er niet in zijn wetten geloofd werd en opgevolgd. Een verbond dat is iets met zijn twee! Er
waren in de 2-stammenrijk maar 4 koningen die het met enige beschrijving “goed” gedaan
hebben. Nu geloof ik, en de teksten heb ik je meegegeven dat WIJ, in Gods grote genade als
koningen met onze Heer regeren! In het Nieuwe Verbond zijn allen koningen en priesters, en dat
maakt van ons ook mensen met een grote verantwoordelijkheid! En dat geloof ik nu juist ook
nog: dat het overgrote deel van de Joden zich niet zullen bekeren. En dat ondanks dat ze als
eersten een priesterlijk geslacht zouden zijn, maar het hebben verbeurd met opstandigheid
tegenover hen Héér. Lees Deuteronomium eens wat voor straffen dat allemaal niet opgeleverd
heeft en ze lopen nog door! Dat ligt niet aan het feit dat wij (bekeerde heidenen) ze niet genoeg
prikkelen maar dat God weet wat in hun harten leeft. En Hij is het die de “bewatering” en “groei”
doet van het zaad dat gezaaid wordt of niet soms? [Ik heb ook nog een ader lievelingstekst en die
zet in een Appendix achteraan.]

Twee zaken die echt nu door jou omgebogen moeten worden die in jouw visie nauw met elkaar
samenhangen.

Jij schrijft, God houdt er geen lieve kindjes op na


Negen december 2018 -- 9

1. Jij verwijst hier naar jouw stokpaardje dat sinds Pinksteren er geen speciaal volk meer is, alleen
de gelovigen uit de volkeren en Israël. Bovendien past Israël niet in jouw schema, want sinds
Pinksteren zijn bij jou alle katjes grijs, behalve dan de onderscheiding tussen ongelovigen en
gelovigen. Voor jou is Israël geen lief kindje meer, zij vallen nu onder dezelfde wetten zoals alle
andere volkeren. Met een variatie op de evolutionisten is er voor jou maar 1 optie: vreet vogel of
sterf. Dus Israël heeft afgedaan, het heeft geen specifieke functie meer in jouw visie op Gods
werk in deze wereld. Afstamming, verkiezing, zonen of dochters van Abraham, er helpt niks aan,
ze hebben de Messias verworpen. De vervelende dispensationalisten die op jou werken als een
rode lap op een stier moeten eens beter hun bijbeltje gaan lezen, want ze zitten er echt naast.

Uitverkiezing is niet iets dat ik heb uitgevonden maar wel ontdekt bij het lezen van de
Schriften: dat is Gods manier om mensen te redden van de eeuwige verdoemenis! Rom.2:11
beschrijft ons het begrip “partijdigheid” van God in zijn nieuwe betekenis sinds Pinksteren: “11
Want er is geen aanzien des persoons bij God.” In het Oude Testament werd wat anders
toegepast: dat is dat God met het uitverkiezen van uitsluitend Joden bezig was, met slechts
enkele uitzonderingen? BIJVOORBEELD DRIE VOORMALIGE HOEREN DIE OPGENOMEN ZIJN ALS
VOORMOEDERS VAN DE MESSIAS. En wat betreft “partijdigheid”, daarin was de Héér ook niet
om te kopen om het anders te doen! Deut.10:17: “17 Want de HEERE, uw God, is de God der
goden en de Heere der heren; die grote, machtige en ontzagwekkende God, Die niet partijdig is
en geen geschenk in ontvangst neemt.” Met Pinksteren en later de eerste verkiezing van een
heiden in de gemeente van Christus lezen we dit in Hand.10:34: “34 En Petrus opende zijn mond
en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt.” Maar terug naar
Paulus in Rom.9:20: “20 Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het
maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt?” En dat
was en is gebaseerd op en Goddelijk principe: joden, zullen niet steeds de enige uitverkoren van
God zijn. Jes.45:9: “9 Wee hem die het tegen zijn Formeerder opneemt – een potscherf tussen
aarden scherven. Zal het leem soms tegen zijn formeerder zeggen: Wat maakt u? Of zal uw werk
zeggen: Hij heeft geen handen?”

Gereformeerd theoloog Loraine Boettner in zijn, The Reformed Doctrine of Predestination,


P&R Publishing zegt erover: “Partijdigheid, in de zin waarin opponenten in het algemeen het
woord gebruiken, is onmogelijk in een sfeer van genade. Dit begrip kan slechts gebruikt worden
in een gerechtelijke sfeer, waar de betreffende personen bepaalde eisen en rechten hebben.”
Gratis op deze site https://www.ccel.org/ccel/boettner/predest.html Mag ik er ook iets
vervelends aan toevoegen: God zal zoals vroegere honderden duizenden Joden stierven in
ongeloof zo zal het ook in de dagen voor de Wederkomst zijn. Lees maar eens goed na met
hoeveel procenten de joden sterven in de komende zeventigste jaarweek volgens de leer van de
bedelingen: ook dat loopt op tot honderden duizenden. En evenzo zal het voor onbekeerde
heidenen zijn. God is op dat gebied geen “lieve jongen” er komt oordeel en veroordeling!

Dit is wat voor mij degelijk niet weg te cijferen is uit de leer van het Nieuwe Testament!
Negen december 2018 -- 10

Joden en heidenen vormen samen de ENE olijfboom: “17 Als nu enige van die takken afgerukt
zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen
aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom.” – Romeinen 11:17
Joden en heidenen vormen samen de ENE kudde Gods: “16 Ik heb nog andere schapen, die niet
van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het
zal worden één kudde en één Herder.” – Johannes 10:16
Joden en heidenen vormen samen het ENE lichaam van Christus: “5 zo zijn wij, hoewel velen,
één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.” – Romeinen 12:5
Joden en heidenen vormen samen de ENE familie van God: “17 Houd iedereen in ere; heb al uw
broeders lief; vrees God; eer de koning.” – 1 Petrus 2:17
DAAROM ZIJN MESSIAS BELIJDENDE Joden en heidenen samen: “16 het Israël van God.” –
Galaten 6:16

2. Samenhangend daarmee is jouw these, dat de mensen waarover Paulus spreekt in Romeinen
11 als overblijfsel aar de verkiezing der genade zijn de bekeerde Messiaanse Joden. Voor jou kan
het hier niet gaan om het natuurlijke volk Israëls, de Joden, of wat er van hen is overgebleven, zij
hebben hun knie voor de Baal gebogen, Christus verworpen, dus nu zullen ze branden in het
hellevuur. Want sinds Pinksteren, sinds de verandering van het verbond door Jezus Christus mag
slechts nog 1 zaak geldigheid van bestaan hebben, of je knielt voor Christus, Jood of Griek, anders
helpt je het jood of Griek zijn niet, want dat telt niet. Denk dat ik misschien in een wat extreme
expressie jouw visie heb weergegeven die je in alle bijlagen verkondigde. Daarbij ga ik ervan uit
dat je deze dingen niet schreef op grond van anti Joodse gevoelens, noch uit protest tegen de
huidige Staat Israël die jij inmiddels als menselijk experiment hebt afgedaan. Voor jou heeft dit
laatste geen enkele betekenis, laat staan betekenis m. b. t Gods gang in deze wereld. Het is puur
een Zionistisch experiment.

Een klein citaat uit het Israël dagblad “Haaretz”, December 7, 2018: over de verhouding en hulp
van evangelikalen in/aan Israël. En dat onderstreept nog eens waarom ik niet geloof in een
goddelijk ingrijpen van wat er nu in Israël aan de gang is. Dit gaat over de West-Bank waar het
Zionisten zijn die Palestijnse gronden innemen. In 2017 telde de Westelijke Jordaanoever naar
schatting 2.747.943 Palestijnse en 391.000 Israëlische inwoners. [Volgens CIA World Factbook]
(Onze vertaling.)
"Evangelicalen worden steeds meer gezien als bondgenoten. Er wordt geschat dat er "flinke"
evangelische investeringen in nederzettingen worden gedaan. Begunstigden zijn regionale
raden, ngo's en illegale buitenposten. Haaretz schat dat in de afgelopen 10 jaar tussen de $ 50-
65 miljoen is geïnvesteerd door Evangelicalen. (...) Echter, één criticus, Rabbi Shlomo Aviner, de
geestelijk leider van de nederzetting Beit El, schreef twee jaar geleden een manifest waarin hij
christenen die van Israël houden "de grootste oplichterij ter wereld" noemde, en waarschuwde
orthodoxe joden om niet te worden misleid door "verklaringen" van liefde, knuffels en kussen.”
Aviner denkt dat Evangelicalen gevaarlijk zijn omdat ze uiteindelijk Israël zien als een “opstap
naar de wederkomst", en ook geloven dat die niet-gelovige Joden gedood worden. Maar Aviner's
Negen december 2018 -- 11

opvattingen zijn steeds meer in de minderheid. Rabbi Eliezer Melamed heeft bepaald dat het
prima is om evangelicalen in dienst te nemen zolang ze geen aandrang hebben te bekeren.
Hoewel Joodse kolonisten het niet eens zijn met evangelische eschatologie, zijn ze blij om te
profiteren van de relatie. Eén boer zei: "Wat echt belangrijk is, is dat deze mensen uiteindelijk
goodwill-ambassadeurs worden voor Israël over de hele wereld. En ze hebben er ook baat bij
omdat het doen van dit werk hen gelukkig maakt. Laten we dus zeggen dat eenieder van ons de
ander nodig heeft. Goddank hebben we ze, en ik hoop dat het nog eens 200 tot 300 jaar duurt.”

Er is dus meer dan één visie op Israël en deze van de dispensationalisten en hun “bedoelingen”
zijn niet de mijne! Of zijn ze vergeten dat het prediken van het goede nieuws door Christus niet
was opgedragen als: “8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen
zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het
uiterste van de aarde.” De woorden van de Heer bij Zijn opname ten hemel volgens Handelingen
1! Niet van tel voor evangelikalen?

Op grond van de bijbel roep ik je echter op deze dingen te herzien, want het kan niet dat jij zo
met de materie omgaat alleen vanwege het feit dat jij jezelf aan het reinigen bent van Jehova
getuigen en dispensationalisten, want uiteindelijk zijn dat maar namen.

Denk je dat nu echt dat ik me nog aan het “reinigen” ben van de smet van Jehovah’s Getuigen
en van de “dispensationalisten?” Zet er dan ook nog maar de katholieken bij want ook tegen die
leer schrijf ik lange stukken. En tientallen stukken tegen de Pinksterkerken! En tegen nog zoveel
andere dat ik ze niet allemaal ga opnoemen, Adventisten, Mormonen, evolutionisten enz. Zoals
een modern apologeet het moet doen als hij ziet waar er met de Schriften gesold wordt! GA
EENS KIJKEN NAAR DE SITE SCRIBD en typ daarna “Guido Biebaut” je komt er meer dan 150
artikelen van 6/7 bladzijden tegen en boeken van 50 bladzijden tot 580 in één geval. Het is op
grond van de Bijbel dat ik dat allemaal zeg: geen persoonlijk uitvindingen want ik kan voor wat ik
schrijf tientallen anderen citeren: niet deze van die hierboven zijn opgenoemd maar anderen:
als je het nodig lijkt kan ik ook nog Calvijn en Luther achter mijn zaken schrijven als bewijzen.
Doe ik liever niet maar wel véél Bijbelteksten en dat heeft zijn reden, die moeten mensen
overtuigen van valse theoretische beschouwingen.

Jij vraagt telkens of ik je wel lees, dat doe ik zeker, ook al erken ik dat in de vele bijlagen van jou
zoveel Bijbelteksten staan, dat ik nauwelijks kan geloven dat mensen die dit lezen dit gaan
uitzoeken, dus gewoon vanwege het vele werk wat je erin legt, lijkt het mij wijs de teksten gelijk
met de verzen letterlijk te vermelden, want niemand gaat al die teksten opzoeken.

Ja, ik ben er echt van overtuigd dat je maar kleine gedeelten leest van wat ik je schrijf. Ik heb
zelfs een tweetal malen gemerkt dat je bij de eerste alinea al een vraag hebt en dat het later in
dat artikel dan beschreven of beantwoord is. Want op tientallen zaken, meerdere malen
herhaald, geef je geen antwoord. Had je mijn boek van 220 bladzijden gelezen over Romeinen
Negen december 2018 -- 12

11 dan zou je het antwoord al kennen op wat je later in dit verhaal van jou schrijft. Je tracht me
wat uit te leggen over Romeinen 11:25,26 dat er NIET staat. Ik kom daar straks op terug. Dit is
de link van mijn facebook naar Romeinen 11, lees dat a.u.b. eens:
https://www.scribd.com/document/391328838/Romeinen-hoofdstuk-11-2018?
fbclid=IwAR1TVqkwTvj0DirWDiid-dJ9jE6_BavlCR1ROcr99HF_qPgnF3BUT8X_W_I

Bovendien is een groot deel soteriologisch van aard, en deze zaken m. b. t het heil in Christus, de
kracht van Zijn Verlossingswerk, de doorbraak van Pinksteren, dit alles laat ik allemaal staan, maar
ze raken ons geschil niet m. b. t de zaken die wij in het begin aangekaart hebben. Dus op die
teksten ga ik niet in, want wat onder ons volkomen zekerheid heeft in relatie van het heil in
Christus, dat wij Koningen en priesters zijn gemaakt, dat er sprake is van gelovigen en
ongelovigen, van hen die de Geest ontvangen hebben, en hen die praten als rupsen over het
vliegen van vlinders, daar hoeven wij geen ellenlange passages aan te wijden. Van Wet en
Evangelie, van Geest en Vlees, van Judaïsme en wetticisme, en afwijzing van het Jodendom van
haar Messias, dat alles is helder en duidelijk.

Neen zelfs op dat punt geloven we niet hetzelfde want voor jou is een duizendjarig rijk met
offers voor persoonlijk zonden nog een mogelijkheid! Niet mogelijk voor mij, want voor mijn
inzicht kan dat niet meer. Dus ik ben nog in “geschil” met jou over enkele van deze punten. Als
Christus nog geen totale “verzoening” heeft gebracht weet ik het niet meer. Teksten verliezen
dan hun betekenis. Paulus zegt ons toch over Christus in Col.1:20: “en door Hem, vrede
gemaakt hebbende door het bloed zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door
Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is.” Of volgens Rom.3:25: “de zonden
(...) die te voren (...) gepleegd waren” zijn verzoend. God was in Christus en verzoende zich tot
de wereld (2 Cor.5:19). Zie ook Rom.5:10 en Heb.10:26 vergeleken bij Zach.3:4. Het offer dat
Christus bracht heeft de ongerechtigheid, van de zondige Adam en diens afstammelingen
verzoend, waardoor we vrede met God kunnen krijgen. Het Hebreeuwse “kaphar” of
“verzoenen” vinden we o.a. in Ex.30:10 / Lev.4:20. Maar wanneer Jezus alles verzoend heeft, is
de vroegere manier van verzoening opgehouden. Greijdanus zegt in, ‘De Openbaring des
Heren aan Johannes’, (uitgave van 1925, blz.136): “Hij staat daar, ”als Lam, dat geslacht is,
d.w.z. Zijn verzoenings-arbeid, in het midden, om de verterende werkingen van Gods heilige
gerechtigheid, ook die door middel van het schepsel en van de schepping, van Zijn gemeente af
te keren, en haar als Zijn verloste kerk, in heiligheid en vrede en zaligheid te doen leven vóór
Gods troon en heerlijke majesteitsopenbaring.” En er zijn ook Gereformeerde theologen die
geloven dat elke vorm van middelaarschap zal ophouden. Zo bijvoorbeeld Calvijn, ‘Institutie’,
Boek II, XV, 5 en A. Kuyper, Collegedictaten, De Christo III. Lees eens mijn uitleg op Openbaring
4 die ik recent herschreef en op het net staat. Zie mijn Openbaring 4 op
https://www.scribd.com/document/392894153/Openbaring-hoofdstuk-4-2018?
fbclid=IwAR3yXj_gDYnRxPIDwUMCX2n4aOLXjslIEkzGd67R0cH-HkAJ7CsXb3Xg0vw
Negen december 2018 -- 13

Heb.9:11-15 zegt wat?: We hebben in Jezus een BETER OFFER dan in het OT.

We hebben in Jezus ECHT reinigend bloed voor ALLE eeuwigheden.

We hebben in Jezus NIEUW MIDDELAARSCHAP.

Mozes heeft AFGEDAAN en de priesters ook.

Daarom dus terug ter zake naar de twee punten die ik hiervoor noemde, en de algehele teneur
aangeven van jouw betogen m. b. t Israël als volk.

Eerst de kwestie van het voordeel van het Jood zijn (door jou te vuur en te zwaard bestreden)

Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Deze vraag stelt Paulus in Rom.3:1-4. Ik citeer:

Welk is dan het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis?

2 Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd.

Vele in alle manier, of op velerlei fronten. Op zich is dit al veelbetekenend, hierbij refereer ik
naar jouw term lievelingskindjes. Bovendien dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd. Heel
de Schrift is 1 Joods getuigenis, we hebben alles aan de Joden te danken, het zou ons sieren dit
tenminste toe te geven. Daarin verschillen wij al van de Joden op zich. Geen enkel volk kan hier
aanspraak op maken.

Natuurlijk heeft de “jood” in het algemeen van voor de tijd van Jezus enorme voordelen en gaven
van God ontvangen. Dat was echter ook met een clausule erbij dat als ze God niet meer wilden
dan zou God ze straffen en ook van Zijn gaven onthouden. Paulus spreekt in Romeinen niet over
één toekomstige gebeurtenis voor joden in de eindtijd, ik zal maar die opmerking vooraf maken.
Je kan dat beweren zoals de leer van de bedelingen het doet, maar het staat hier niet beschreven!
De tekst heeft het over de gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben in de tegenwoordige tijd
van Paulus rond 56 na Christus, toen Paulus die brief/boek schreef aan de Romeinen. Wie dat niet
inziet loopt dan ook een hypothese achterna. Paulus draait niet rond de pot! Zijn stelling is deze:
Wanneer
dat vanaf de eerste komst van Christus tot Zijn wederkomst er weinig zal wijzigen.
tegen het einde van de eindtijd, wanneer de volheid van
zowel joden als heidenen bereikt is komt het definitieve
einde met de Weder-komst. God zal dan het volledige getal hebben van de
verloste mensen, zij stonden trouwens al in het boek des levens eeuwen voordien. God heeft ze
uit het natuurlijke volk van Israël (Romeinen 11:12,26) en uit de natuurlijke niet-heidense volken
(Romeinen 11:25) gekozen tot het totaal in beide groepen bereikt is. Als u denkt dat we het
verkeerd voorstellen ga even kijken naar de tabel die we hebben bij Romeinen 11:30,31. Gewoon
Negen december 2018 -- 14

uit onze studie overgenomen.

De geschiedenis blijkt zich te


Wat wil dat NU zeggen
herhalen: Israël en het huis van
Romeinen 11 volgens de context. Wie niet Juda zijn meerdere malen de
handelt, naar de laatste afgoden achternagelopen, ook nu
Herziene openbaring van God, in dit nog. Tot ze Jezus niet hebben
geval, wat Jezus heeft gedaan aangenomen zolang zal ook hun
Statenvertaling die hoort niet meer tot de ware vervreemding van God en Zijn
olijfboom. afkeur aanhouden.
Paulus spreekt over het NU
voor mij is dat de periode die
loopt tot de Wederkomst. In die
Jesaja11:16,17: “16 Een bladerrijke
periode zal alles geschieden
olijfboom, met welgevormde
wat God gewild heeft. Zijn boek
vruchten, had de HEERE u als naam
met deze die leven voor Hem
gegeven. Maar nu heeft Hij onder
zal afgewerkt zijn. Paulus
het geluid van een groot gedruis
vers 17 Als NU enige van die schrijft in Romeinen 4: “16
een vuur onder hem aangestoken,
takken afgerukt zijn, en u, die Daarom is het uit het geloof,
zodat zijn takken gebroken zijn. 17
een wilde olijfboom bent, in opdat het zou zijn naar genade,
Want de HEERE van de
hun plaats bent geënt en met als doel dat de belofte
legermachten, Die u heeft geplant,
mede deel hebt gekregen aan zeker zou zijn voor het hele
heeft een kwaad over u
de wortel en de vettigheid van nageslacht, niet voor dat wat
uitgesproken – vanwege het kwaad
de olijfboom, uit de wet alleen is, maar ook
dat het huis van Israël en het huis
voor dat wat uit het geloof van
van Juda met elkaar bedreven
Abraham is, die een vader is
hebben, door Mij tot toorn te
van ons allen.” ZOWEL JODEN
verwekken door reukoffers te
ALS HEIDENEN MOETEN
brengen aan de Baäl.”
GELOVEN IN HET OFFER VAN
JEZUS. ZONDER DAT IS ER VOOR
NIEMAND HEIL!
Colossenzen 1:21,22: “21 En Hij
heeft u, die voorheen vervreemd
vers 30 Zoals ook u immers Paulus spreekt over het NU. Dat was en vijandig gezind, zoals bleek
voorheen God ongehoorzaam is voor mij de periode die loopt uit uw slechte daden, nu ook
was, maar NU ontferming tot de Wederkomst. In die tijd isverzoend, 22 in het lichaam van
verkregen hebt door hun er ook vergeving te ontvangen, Zijn vlees, door de dood, om u
ongehoorzaamheid, daarna niet meer. heilig en smetteloos en
onberispelijk voor Zich te
plaatsen.”
Negen december 2018 -- 15

Ja, in deze periode kan elke


afvallige Jood nog bekeerd
worden en door Gods Romeinen 3:9: “9 Wat dan wel?
ontferming gered worden voor Zijn wij voortreffelijker? Beslist
het eeuwige leven. De voetnoot niet! Wij hebben immers zojuist én
vers 31 zo zijn ook zij NU 46 bij deze tekst in de Joden én Grieken beschuldigd dat
ongehoorzaam geworden, Statenvertaling zegt terecht: zij allen onder de zonde zijn, 10
opdat ook zij door de “46 Namelijk aanmerkende de zoals geschreven staat: Er is
ontferming die u bewezen is, barmhartigheid die den hei- niemand rechtvaardig, ook niet
ontferming zouden verkrijgen. denen geschied is, en hun ge- één.” Joden zijn dus niet
loof, door dezelfde genade gerechtvaardigd omdat ze Joden
zouden opgewekt worden om zijn, sleutel om veel te verstaan
hun voorbeeld te volgen en alzo hoe God met hen handelt.
mede dezelfde barmhartigheid
Gods deelachtig te worden.”
Dat is wat ergens anders staat
Gal.3:22: “Maar de Schrift heeft
vers 32 Want God heeft hen dat allen gezondigd hebben en
alles onder de zonde opgesloten,
allen in ongehoorzaamheid allen de genade nodig hebben.
opdat de belofte aan de gelovigen
opgesloten om Zich over allen Een andere weg tot God is er
gegeven zou worden door het
te ontfermen. niet geweest en, zal er ook niet
geloof in Jezus Christus.”
zijn.
Paulus komt aan het slot van zijn brief nog eens tweemaal NU te zeggen om dat te onderstrepen
wat Romeinen 11 zegt. Romeinen 16:25: “Hem NU Die in staat is u vast te doen staan,
overeenkomstig mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, overeenkomstig de openbaring
van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen heen verzwegen was, 26 maar dat NU
geopenbaard is en door de profetische Schriften onder alle heidenen bekendgemaakt is,
overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen:”
We moeten Gods gedachten niet opnieuw her-interpreteren. Laat de Schrift zelf spreken.
1 Cor.2:16: “Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten?
Maar wij hebben de gedachten van Christus.”
We moeten OOK Gods gedachten met betrekking tot onze redding niet interpreteren naar gelang
de vleselijk afstamming van iemand. Dat doet God niet, niemand geen jood of heiden is op die
basis aanvaard bij God. Wie anders zegt gaat opnieuw her-interpreteren.
1 Tim.2:5: “5 Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus
Jezus.” God redt mensen: niet gewoon maar “joden” en “heidenen!”
Heb.7:25: “25 Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij
altijd leeft om voor hen te pleiten.” Zelfs indien dit boek direct gericht is tot de Joden, zelfs dan is
het ook op heidenen van toepassing en dat gezien het volgende vers 26 “26 Want zo’n Hoge-
priester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven
de hemelen verheven.” Jezus is bemiddelaar voor al zijn discipelen, niet slechts de Joodse.
Negen december 2018 -- 16

Kijk nog eens waarom ik dat NU onderstreep en in kleur zet.


1°) Het is NU dat er joden afgebroken worden (vers 17).
2°) Het is NU dat de ongehoorzame HEIDENEN hun ontferming kunnen krijgen (vers 30).
3°) Het is NU dat allen in het JODENDOM die in ongehoorzaamheid leven (afgebroken en liggen op
de grond) kunnen gehoorzamen aan wat God vraagt = DE MESSIAS JEZUS AANNAMEN! (Vers 30)
4°) Het is duidelijk dat “hen allen in ongehoorzaamheid opgesloten” zijn zowel ongelovige Joden
als ongelovige Heidenen. Ook dat moet in het NU (vers 32).

3 Want wat is het, al zijn sommigen ongelovig geweest? Zal hun ongelovigheid het geloof van God
te niet doen?

Met andere woorden, kan het ongeloof van Israel Gods verkiezing, zijn trouw, teniet doen? Nee
dat kan niet, bestaat niet, want Gods verkiezing van dit volk met het oog op Jezus Christus ligt
vast van voor de tijden der eeuwen.

Vergeet er eens niet aan toe te voegen dat God Zijn beloften houd en heeft gehouden maar als
Israël scheef loopt dan komen er straffen van de HEER! God doet niets “teniet” afvallige joden
doen datPaulus washeden.
tot op zelf een
Ik Israëliet.
heb NOOIT Hierbeweerd
twee teksten
dat dewaar Paulus
joden zijn afkomst
in totaliteit onderstreept:
verworpen zijn. Doe2
Cor.11:22: “Zijn zíj Hebreeën? Ik ook. Zijn zíj Israëlieten? Ik ook. Zijn zíj nageslacht van
In de geschiedenis van het volk heeft God steeds “een overblijfsel” gehad die Hijzelf had
uitverkoren: hen die de knie voor Baäl (valse goden) niet gebogen hebben. Vergelijk
bijvoorbeeld Romeinen 11:1-4 met Zacharia 13:7-9 en Hebreeën 3:11-12,18-19.
Ook in de eerste eeuw na Christus was er “een overblijfsel overeenkomstig de verkiezing
van de genade” ontstaan (Romeinen 11:5). Uit het boek Handelingen zien we dat er
duizenden joden tot geloof in Christus gekomen zijn, tot zelfs priesters toe!
In elke eeuw in de geschiedenis waren er Messias belijdende joden en ze vormen samen,
door de eeuwen heen het: “heel Israël dat zalig zal worden” (Romeinen 11:26). In elke
eeuw door heeft God “een overblijfsel overeenkomstig de verkiezing van de genade”
uitverkoren. Samen vormen ze: “de volheid van Israël” (Romeinen 11:12).

Ik citeer mezelf uit mijn Romeinen 11: “In elke eeuw is er dus “een overblijfsel” uit het
natuurlijke joden volk behouden. Voor joden is er evenveel hoop behouden te worden als voor
niet-joden! Maar Romeinen 11 leert ook niet dat heel het natuurlijke volk van Israël wordt
behouden. Dat had Paulus al duidelijk gemaakt in Romeinen 9:27: “27 En Jesaja roept over Israël
uit: Al zou het getal van de Israëlieten zijn als het zand van de zee, slechts het overblijfsel zal
behouden worden.” Wat Paulus doet is het Oude Testament citeren uit Jes.10:22, hij verteld ons
dus geen nieuwe leer op dat punt: “Want, Israël, al is uw volk als het zand van de zee, toch zal
maar een overblijfsel daarvan terugkeren; tot verdelging is vastbesloten: het stroomt over van
gerechtigheid.” Alleen aan het einde van de wereldgeschiedenis, bij de Wederkomst, zal het
beeld van Gods verlossingsplan voor de betroken “joden die geheiligd zijn” duidelijk voor ons
zijn. Deze tekst gaat het ons uitleggen 1 Kon.19:10: “Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de
God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw
altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en
Negen december 2018 -- 17

zij staan mij naar het leven om het mij te benemen.” Zie goed waar we inkleuren: een universeel
redden van alle Joden staat er niet in het Oude Testament en ook niet in het Nieuwe Testament.
En ik merk nog eens op vanuit Romeinen 9:26,27 dat God de bekering van de heidenen ziet als
een bekering alsof ze van Israël afkomstig zijn. Dat zijn ook niet zijn woorden maar deze die hem
van Godswege zijn ingegeven. Dus Joden en heidenen die de Messias hebben aangenomen zijn
één soort Israël = het Nieuwe Israël.

Voor mij is de zaak van Jezus als enige verlosser voor Israël en heidenen duidelijk onderstreept in
enkele teksten. Toen Jezus stierf werd het belang van de zaak door God met een reeks effecten
onderstreept als het bewijs dat er wat uiterst belangrijk gebeurd was.
Matthéüs 27:50: “51 En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot
beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden; 54 En toen de hoofdman over honderd en zij
die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die gebeurden, werden zij erg
bevreesd en zeiden: Werkelijk, Dit was Gods Zoon! 55 En er waren daar veel vrouwen, die uit de
verte toekeken; zij waren Jezus gevolgd van Galilea om Hem te dienen.” Deze gebeurtenis gaat
voorbij aan het gewone volk en de clerus: de honderdman die de kruisiging liet uitvieren en de
vrouwen die Jezus waren gevolgd vanuit Galilea die hebben de zaak onthouden. Dat er iets
ongewoon was gebeurd in de tempel daar gaat de Bijbel ons verder niets meer over vertellen,
maar het geeft aan wat er in de hemelse gewesten erover gedacht werd. De schrijver van het
boek aan de Hebreeën = dus geschreven voor de joden heeft er een ganse theologie over.
Zonder iets over de tempel te zeggen gaat hij gans de belangrijkheid van dat gebouw er
onderuithalen: we hebben géén hogepriester meer nodig om de offers te brengen en verzoening
te bewerken voor een bepaalde persoon of het volk. We hebben nu één offer gehad van de
enige ware hogepriester die dat heeft bewerkstelligd: Jezus de Nazarener die ook Heer en
Messias is van Joden en heidenen die Hem als verlosser aannemen! In dat één offer heeft Jezus
alle gelovigen uit de joden en de heidenen als één geheel verzameld: Hij heeft géén twee
volkeren in Zijn dienst!

DUS DIT LEER IK ZONDER ER IETS VAN WEG TE MOETEN NEMEN!

DIT IS DE ZEER BETEKENISVOLLE TABEL MET DE RELATIES


TUSSEN GELOVIGE JODEN EN GELOVIGE HEIDENEN:
Messias belijdende Joden en “het Jeruzalem dat boven is” – Galaten 4:26
heidenen hebben NU AL samen deel
aan:
Messias belijdende Joden en “Jeruzalem … dat is de MOEDER VAN ONS ALLEN” –
heidenen hebben dezelfde Galaten 4:26 Niet het letterlijke, maar hemelse
geestelijke moeder: Jeruzalem.
Messias belijdende Joden en “maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is,
heidenen zijn samen DE WARE die een vader is van ons allen, 17 zoals geschreven staat:
Negen december 2018 -- 18

Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt.” –


kinderen van Abraham:
Romeinen 4:16b,17a
“17 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die
Messias belijdende Joden en
een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en
heidenen vormen samen de EEN
mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid
olijfboom:
van de olijfboom.” – Romeinen 11:17
“16 Ik heb nog andere schapen, die niet van deze
Messias belijdende Joden en
schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij
heidenen vormen samen de EEN
zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en
kudde Gods:
één Herder.” – Johannes 10:16
Messias belijdende Joden en “5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus,
heidenen vormen samen het EEN maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.” – Romeinen
lichaam van Christus: 12:5
Messias belijdende Joden en “17 Houd iedereen in ere; heb al uw broeders lief; vrees
heidenen vormen samen de ENE God; eer de koning.” – 1 Petrus 2:17
familie van God:
DAAROM ZIJN ALLE MESSIAS BELIJDENDE Joden en heidenen samen:
“16 het Israël van God.” – Galaten 6:16

4 Dat zij verre.

In dit stukje gaat het niet om Joods nationalisme van Paulus, maar om Gods verkiezend handelen.
Hij kan op dit eenmaal gegeven woord niet en nooit meer terugkomen. Maar dat is nog maar een
klein deel. Dit volk blijft dus ondanks hun ongeloof zijn lief kindje.

Wij gaan verder, ik citeer: Romeinen 11:1-5

Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israëliet, uit het zaad
Abrahams, van den stam Benjamin.

Alleen al deze zin; heeft God zijn volk verstoten is veelzeggend als vraag. DAT ZIJ VERRE. Met
andere woorden, dat bestaat niet

2 God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij tevoren gekend heeft. Of weet gij niet, wat de
Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt tegen Israël, zeggende:

God heeft zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij te voren gekend heeft

3 Heere! zij hebben Uw profeten gedood, en Uw altaren omgeworpen; en ik ben alleen


overgebleven en zij zoeken mijn ziel.
Negen december 2018 -- 19

4 Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zeven duizend mannen
overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben.

Zoals God het overblijfsel die de knie niet boog voor baal, en Paulus zal zeker ook de
messiaanse Joden op het oog gehad hebben toen hij dit schreef toen redde, dus als overblijfsel,
zo zal hij eens geheel Israel redden, waarom ik dit zeg is zo evident, dat er geen ombuiging
mogelijk is. De lieve kindjes krijgen dus in dit overblijfsel nog weer een extra dimensie, want
niet alleen werden hen de woorden Gods toevertrouwd, niet alleen bekeerde het overblijfsel
zich, maar al Gods stoute kindertjes zullen geheel behouden worden, en dat zal ik je bewijzen.

Ik citeer mezelf uit mijn Romeinen 11: “Over het “gelovig overblijfsel” = de “gelovige rest” mogen
er nu al drie zaken aangenomen worden, dat zal een en ander duidelijk maken:
1°) In het Oude Testament zijn er enkele voorbeelden van een “gelovige rest” die God
kiest uit de grote groep Israëlieten.
2°) Dat wil nooit zeggen dat in die periode iedereen die tot het vleselijke Israël behoorde
tot die “gelovige rest” hoorde.
3°) Wanneer we beweren dat nu, in een nabije toekomst, alle joden zich tot God bekeren
dan is dat niet op basis van wat er in het Oude Testament over “het gelovige overblijfsel”
gekend is. Dan heeft men er een totaal nieuwe definitie aan gegeven! En ook het Nieuwe
Testament leert het niet!
Over de tijd van koning Uzzia lezen we in Jesaja 1:9: “9 Als de HEERE van de legermachten
ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden
zijn /wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn.”
Omdat juist “een rest zich bekeerde” bleef Israël bewaard, lezen we in Jesaja 10:20-22.
“20 Op die dag zal het gebeuren dat het overblijfsel van Israël en wie van het huis van
Jakob ontkomen zijn, niet langer zullen steunen op hem die hen geslagen heeft, maar zij
zullen steunen op de HEERE, de Heilige van Israël, in trouw. 21 Dat overblijfsel zal
terugkeren, het overblijfsel van Jakob, naar de sterke God. 22 Want, Israël, al is uw volk als
het zand van de zee, toch zal maar een overblijfsel daarvan terugkeren: tot verdelging is
vast besloten: het stroomt over van gerechtigheid.” Lees hier dus niet “in” dat “allen”
terugkeren: het gaat slechts om gelovigen!”

5 Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden, naar de verkiezing
der genade.

Wanneer Paulus dit schrijft zal hij zeker gedacht hebben aan zichzelf, de andere Joodse
Apostelen, en hen die uit het Jodendom zich bekeerden tot de Messias.

Belangrijk is om te zien dat Paulus spreekt over het overblijfsel in de verleden tijd: zij die hun
knie niet bogen voor de Baal, en dat hij sprak in de tegenwoordige tijd, de Joden die zich in zijn
tijd bekeerden tot Christus en die naar Gods trouw zich ook in de toekomst, dus tijdens Gods
missionaire periode in de kerkgeschiedenis zich bekeerden.
Negen december 2018 -- 20

Dit is een eerste opmerking. Je gaat nu gewoon van vers 5 naar 25 met een AXIOMA van jou dat
er in de tussenliggende teksten over twee soorten Israël gesproken zou zijn. Dus voor jou zijn er
twee soorten overblijfsel van Israël eentje tot het begin van de 70 ste jaarweek (veronderstel ik) en
een tweede aan het einde ervan als Armageddon zal intreden. Ja, dat zegt men in de
dispensatiekringen. Maar je visie is op WAT gebaseerd? Op een luchtkasteel want de Bijbel geeft
geen twee overblijfsels aan te geven. Dit zijn de enige twee teksten waar het begrip “overblijfsel”
in het Nieuwe Testament gebruikt is.
Romeinen 9:27: “27 En Jesaja roept over Israël uit: Al zou het getal van de Israëlieten zijn
als het zand van de zee, slechts het overblijfsel zal behouden worden.”
Romeinen 11:5: “5 Zo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel ontstaan,
overeenkomstig de verkiezing van de genade.”
Ik citeer mezelf uit mijn Romeinen 11 in verband met die eerste test: ““Dit gevoelen leidt Paulus
ertoe om tot de voorstelling te komen met betrekking tot genade, die open wordt gesteld voor
Joden en heidenen; en hij gaat verder met het weerleggen van het joodse Particularisme, en het
verdedigen van de universaliteit van genade. - ὐὐ μόνον ἐξ, niet alleen van) De gelovige jood
wordt niet geroepen op de grond dat hij een jood is, maar hij wordt geroepen uit de joden. Dit is
de wortel van het woord ἐκκλησία. [De brief aan de Efeziërs komt het meest in het bijzonder
overeen met deze hele sectie, evenals met de vermaning, hoofdstuk 14,15, en daarvan afgeleid-] -
ἐξ Ἰουδαίων, van de Joden) Hij behandelt dit in Rom.9:27.-ἐξ ἐθνῶν, van de heidenen) Hij spreekt
hierover in, Rom.9:25, enz.”

Mag ik geloven dat je mij gelijk geeft als ik zeg dat alleen God de verkiezing verricht en bezegeld:
Mat.22:14 SV: “14 Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.”
Rom.8:28 SV: “28 En wij weten dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken
ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn.”
Rom.8:30 SV: “30 En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en
die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd
heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.”
1 Cor.1:26 SV: “26 Want gij ziet uw roeping, broeders, dat gij niet vele wijzen zijt naar het
vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen.”
Romeinen 9: 27 zegt: “het overblijfsel zal behouden worden” en in je uitleg heb je er twee van
gemaakt. Dan spreekt Paulus zich tegen, hij weet dat er één overblijfsel is van Israël (hier
duidelijk de 10 stammen) en die worden ingelijfd in het gelovige Israël: de Messias belijdende
Joden en de Messias belijdende heidenen dat is vanuit dat standpunt één overblijfsel uit de
mensheid die gered zal worden. Dat nog maar eens opsplitsen dat zit er bij Paulus niet in. Dat wat
jij doet is inlegkunde om de waarheid van die verzen van Romeinen 11:25 en verder wat anders te
laten zeggen.
Nog een korte opmerking bij Romeinen 11:5 waar het begrip “overblijfsel” is gebruikt. Wij citeren
uit onze studie erover: “Romeinen 11:1-10 gaat dus over “de verkiezing van een overblijfsel”
(Romeinen 11:5). In het Grieks hebben we het woord leimma = limmatos, en ons Nederlandse
begrip “limiet” is daaraan verwant. Dat woord geeft een grens aan van het aantal van dat
Negen december 2018 -- 21

“overblijfsel.” Daartegenover staat “de rest” van het Joodse volk hier het Grieks = loipos, die
worden wordt verhard (Romeinen 11:7). Paulus is hier ook duidelijk over de joodse situatie het
gaat niet over “een tijdelijke verharding” van de ganse groep, maar over “een gedeeltelijke
verharding” van gedeelten van het Joodse volk! Dat wijst naar “gedeelten” in elke generatie van
dat volk, niets slechts toen Jezus stierf maar ook vandaag. Ook als we naar de heidenen kijken,
dat is hier niet aan de orde, hebben we eenzelfde situatie: zowel “een overblijfsel” als een “rest.”

En dit is mijn tweede grote opmerking tegen je uitleg dat er twee soorten joden zijn die Gods
zegen krijgen in deze dagen en de komende. [Een deel gaat naar de] Je bent VERGETEN te
zeggen dat er een machtige illustratie staat in die teksten van Romeinen 11: de olijfboom. We
lezen daar namelijk zaken die je uitleg totaal tegenspreken: niet-bekeerde heidenen hebben
géén plaats in de boom en van de niet-bekeerde joden weten we dat ze van de boom
afgesneden zijn en op de grond liggen. En om niet de extreme verdorring in te gaan is er maar
één mogelijkheid: God kan ze er opnieuw in plaatsen. Alléén nadat ze zich bekeren van hun
ongeloof en met het volle vertrouwen Jezus als hun eigen Messias belijden. En hier zijn die
teksten Romeinen 11 HSV;
Rom.11:17: “17 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in
hun plaats bent geënt en mededeel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de
olijfboom.” [Dit heeft er een verband mee, Mat.13:11: “11 Hij antwoordde en zei tegen hen:
Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan
hen is het niet gegeven.”]

Rom.11:23: “23 En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is
machtig hen opnieuw te enten.”
Rom.11:24: “24 Want als u afgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild was, en tegen
de natuur in op de tamme olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke takken
zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom.” [Dit heeft er een verband mee, 2 Cor.3:16: “16
Maar wanneer het zich tot de Heere bekeert, wordt de bedekking weggenomen.”]

EN LET NU EVEN OP: PAULUS GAAT VANAF DEZE TEKST GERUISLOOS NAAR ZIJN
VOLGENDE ARGUMENT EN DAT IS DIT:
Rom.11:25: “25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u
niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de
volheid van de heidenen is binnengegaan.”
Je ziet toch zelf in dat hier géén nieuwe groep joden in het verhaal komen kijken, het gaat nog
steeds over dezen die zijn afgehouwen en als ze zich bekeren wederom ingeënt worden.

Uiteindelijk zullen alle ongelovigen van het joodse ras in die tijd van de Wederkomst dit lot
ondergaan: ze worden verbrand! Jer.11:16: “16 een bladerrijke olijfboom, met welgevormde
vruchten, had de HEERE u als naam gegeven. Maar nu heeft Hij onder het geluid van een groot
Negen december 2018 -- 22

gedruis een vuur onder hem aangestoken, zodat zijn takken gebroken zijn.”

DIT IS EEN EXTRA OPMERKING OVER DE OLIJFBOOM. Door geloof hebben heidenen en joden:
“mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom”,
hun bestaan en leven is niet afhankelijk van de olijfboom (Romeinen 11:17). We maken die
opmerking omdat de bedelingenleer leert dat de gemeente van Jezus op het Joodse volk Israël
is geënt. Daar voegen ze dan aan toe dat Israël het eigenlijke volk van God is. Romeinen 11 legt
duidelijk andere accenten: dat gelovige heidenen op de olijfboom geënt werden en deel
gekregen hebben aan het leven van de wortel. De stam van de boom is niet het belangrijke in dit
gedeelte van Romeinen 11. De olijfboom is sinds er heidenen op geënt zijn, NIET meer een
beeld van het joodse volk Israël. [En bedenk ook eens, dat de “boom” in het Oude Testament al
verwees naar de gelovigen = de kleine kudde.] Het is THANS het beeld van Gods volk:
bestaande uit gelovige joden en gelovige heidenen. Gods “Nieuwe Israël” in
de plaats gekomen van een volk van jarenlange afgoderij en opstandigheid
tegenover de Almachtige! Zie in dat verband bijvoorbeeld Jesaja 42:6-7 / 49:6 / 56:3-8. De
wortel is NIET een beeld van een aartsvader, maar het beeld van Jezus Christus. Het beeld van
de verlosser de Christus van zowel gelovige joden als gelovige niet-joden. We moeten dus
dit leren: de Nieuw Testamentische Gemeente is NIET geënt op
het Joodse volk. Ze zijn deel van de Messias, Jezus Christus, ze
hebben in Hem het leven, Hij is de wortel die leven geeft!

Joodse Messias gelovigen en heidense Messias gelovigen worden met dezelfde Geest gedoopt
tot één Lichaam, zonder een rassenonderscheid (1 Corinthiërs 12:13). We moeten ook nog deze
opmerking meegeven: het EIGENLIJKE ECHTE “ISRAËL” van de profeet Jesaja is NIET het Joodse
volk. Het is de “de Knecht van de HEERE”, JEZUS DE CHRISTUS die zo is beschreven. We lezen
namelijk in Jesaja 49:3,6: “3 Hij heeft tegen Mij gezegd: U bent Mijn Knecht, Israël, in Wie Ik Mij
zal verheerlijken. 6 Hij zei: Het is te gering dat U voor Mij een Knecht zou zijn om op te richten de
stammen van Jakob en om hen die van Israël gespaard werden, terug te brengen. Ik heb U ook
gegeven tot een Licht voor de heidenvolken, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde.” De
ongelovige Joden die zondermeer genoemd mogen worden het: “Israël naar het vlees” (in het
Grieks = Israel kata sarka) zijn géén nieuwe schepping. (Zie 1 Corinthiërs 10:18.) Alleen joden –
maar ook heidenen - die roemen in het kruis van Jezus de Christus, zijn “het Israël van God”
staat in Galaten 6:14-16. Alle gelovigen in de Messias zijn door hun geloof ingeënt in het
Lichaam van Jezus Christus. En Hij als het Hoofd van de gemeente zet iedere gelovige, jood of
heiden, op volkomen gelijke voet. Samen zijn ze Gods verbondsvolk geworden. Dat wil
anderzijds zeggen dat alle individuele joden en individuele heidenen die niet in Jezus Christus
geloven, in hun eigen roots gebleven. Ze zijn allen buiten Gods verbondsvolk afgebracht en
verworpen. Wat het geloof betreft: “Er is geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek”
(Romeinen 10:12-13 / Galaten 3:28 / Epheze 2:14-18 / 3:2-6 / Colossenzen 3:11-12. Het begrip
Negen december 2018 -- 23

“Griek” verwijst naar alle heidenen!

En dit is onze derde kritiek op je stelling dat er tweemaal een groep joden gered zullen worden
voor de Wederkomst, namelijk de betekenis van het begrip “volheid.” Jij zegt: er is de eerste
groep joden als onderdeel van de gemeente van de Heer en de tweede als een apart en extra
deel van joden, korte tijd uitverkoren voor de tweede komst. Dit zijn de twee teksten die in
Romeinen 11 erover staan en die teksten leren ons namelijk wat anders:
Romeinen 11:12: “12 Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en hun verlies
rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!”
Romeinen 11:25: “25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis
(opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is
gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.”
In het laatste vers ziet men dat de volheid van de heidenen eens bereikt zal zijn: maar dat is ook
de tijd dat de volheid van de joden is bereikt. Want zo staat het in de eerste tekst “tot de volheid
van de joden” bereikt is ZOLANG duurt “de rijkdom voor de heidenen.” De wisselwerking van
verharding van de joden en de bekering van heidenen is hier in deze teksten omschreven. Dat
eindigt op hetzelfde moment. Het gaat dus wel degelijk om tweemaal dat het
begrip er staat en geen driemaal. Iets dat “vol” is iets waar niets kan aan toegevoegd worden: zo
zal het zijn met de gelovigen van joodse oorsprong en zo zal het zijn met deze uit de andere
volkeren. En als de “volheid” = [er kan dus niets meer bij] van beide groepen bereikt is komt de
Wederkomst en het oordeel.

Jezus de Christus zal diegene zijn die “de volheid van Israël” en “de volheid van de heidenen” zal
bewerkstelliggen. Dit is de definitie van “volheid”, volgens R. Bijlsma, Schriftuurlijk schriftgezag,
Nijkerk, 1959. blz.151.2: “De “volheid” is een heilswerkelijkheid, die door Paulus herhaaldelijk
wordt verkondigd. In Christus is zij volledig, want in Hem woont heel de volheid Gods lichamelijk
(Col 1:19; 2:9v). Maar de gemeente als lichaam van haar Hoofd heeft er ook deel aan (Ef 1:23,
3:19; vgl Col 2:10). In haar is een groei naar de volheid toe (Ef 4:13). Met de volheid in Christus
staat ook in verband die van Israël (Rom 11:12) en van de volken (Rom 11:25). In Paulus’ s
boodschap van de rechtvaardiging door het geloof wordt deze vervullingstheologie in de breedte
en diepte uitgewerkt.”

Romeinen 11:25-26 leert ons dus dit mee te nemen als balans: mensen vanuit alle volken in de
wereld zullen gelijktijdig hun volheid bereiken en gelijktijdig opgenomen worden ook als men al
overleden is. Want met de Wederkomst is er ook de opstanding van allen die in de graven zijn.
Volgens het Greek-English Lexicon of the New Testament, Bauer, Arndt en Gingrich, een van de
meest gebruikte, mag het Grieks “kai outós” in Romeinen 11:26, niet met “en daarna” uitgelegd
worden. Het gaat daar namelijk om een aanduiding van de wijze waarop iets zal geschieden. Het
moet dan ook op die manier vertaald worden dus als: “en zo (op deze wijze).” In het Grieks van
Negen december 2018 -- 24

Romeinen 11:4 staat ook “outós.” “En zo (op deze wijze)” heeft God de 7.000 als een overblijfsel
gekozen in de tijd van de profeet Elia. “En zo (op deze wijze)” = in de periode dat de Heer Zijn
joodse volgelingen verzameld, zijn ook de “heidense gelovigen” tot hun volheid gekomen. Het
finale werk kan beginnen.

In dat verband ook dit citaat van J.P. Versteeg, 'Kerk en Israël volgens Romeinen 9-11', Theologia
Reformata 34 (1991), 151-169. Op deze site de volledige versie:
https://www.digibron.nl/search/detail/012e36a32c4a1dcd05b5a6df/kerk-en-israel-volgens-
romeinen

“Het Πλήρωμα [= volheid] van Israël staat tegenover het ἥττημα [het falen] van Israël
(Rom. 11, 12). Het woord ἥττημα betekent 'achteruitzetting' (vgl. de betekenis van het
verbum in 2 Kor. 12, 13vl). Het is een aanduiding van Israëls positie voor zover het niet uit
het geloof, maar uit de eigen werken leeft. Het woord Πλήρωμα [= volheid] ziet op de
'volheid' van Israël die in het behoud mag delen (vs. 15). In overeenkomstige zin wordt in
Rom. 11. 25 ook gesproken over het Πλήρωμα τῶν ἐθνῶν [= volheid van de heidenen].
Met H.N. Ridderbos dient bedacht te worden dat de maat van het Πλήρωμα niet gezocht
moet worden in de kwantiteit van het empirisch Israël of van de heidenvolken, maar in de
door God daarvoor gestelde maat. Het woord 'spreekt van Israëls (en der heidenen)
volheid als hetgeen op een adaequate wijze Gods heilsbedoeling met Israël (en de
heidenen) representeert'. 11” (citaat blz.156)
11 Aan de Romeinen, Kok Kampen, 1959, 254.

In elke eeuw in de geschiedenis waren er na de dag van Pinksteren in Handelingen 2,


Messias belijdende joden en ze vormen samen, door de eeuwen heen het: “ganse
(heel) Israël dat zalig zal worden” (Romeinen 11:26). In elke eeuw door heeft God “een
overblijfsel overeenkomstig de verkiezing van de genade” uitverkoren. Samen vormen
ze: “de volheid van Israël” (Romeinen 11:12).

Maar hoe zit het nu met dat andere overblijfsel, waarover hij spreekt in Romeinen 11:25-32. Ik
citeer, en zal je daarmee bewijzen hoe fout jij deze tekst leest. Volgens jou zijn dit bekeerde
Joden, Messiaanse joden, maar dit is een foutief lezen.

Er wordt géén enkel woord gezegd over de bekering van


heel Israël nadat de volheid van de heidenen is
binnengekomen. Paulus zegt niet: daarna zal heel Israël bekeerd worden, maar: en op
deze manier zal heel Israël gered worden. Dus het is niet een kwestie van een nationale bekering
die nog ergens in de toekomst zal plaatsvinden, nee, dan wanneer de volheid van de heidenen
binnenkomt, zal heel Israël ook gered worden.
Negen december 2018 -- 25

En we doen er nog wat bovenop! Men mag vanuit Rom.11:26 niet beweren dat er een volledig
herstel komt van Israël, of de bekering van alle levende natuurlijke Joden bij de Wederkomst des
Heren. INDIEN WE DAT DOEN, dan moet ook geleerd worden dat alle heidenen op dat ogenblik
gered worden, want Rom.11:25 spreekt van “de volheid der heidenen” die moet ingaan. En
omdat de volheid der heidenen “is” ingegaan bij de Wederkomst, hoeft er géén duizendjarig rijk
meer te zijn waar Joden daarna “de heidenen” nog moeten bekeren. De éné onlogische bewering
zou dus tot een andere leiden en daardoor de Schriften tegenstrijdige dingen laten zeggen.
Overtuig me maar met wat ik zeg dat: Rom.11:25 spreekt van “de volheid der heidenen” die
moet ingaan. Als je zegt dat op basis van Rom.11:26 alle joden gered worden moet jij op basis
van vers 25 zeggen dat alle heidenen gered worden. Geloof je dan in een soort alverzoening
voor dezen die in de laatste dagen van het laatste leven van de oude wereld leven?
Je uitleg van Romeinen 11:25,26 en de twee groepen joden heeft dus niets dan tegenstijdigheid
in zich.

Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij
uzelven), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen
zal ingegaan zijn.

Totdat geeft een markeringspunt aan. Allereerst spreekt Paulus over een verborgenheid, een
geheimenis, zelfs een geheimenis wat nog niet bekend was in de oergemeente, ook niet ten
tijde van Christus verblijf op aarde, ook niet na de stichting van de eerste Gemeenten en de
uitstorting van de Heilige Geest, maar nu door Paulus onthuld werd. Dit markeringspunt is de
volheid der heidenen. Of zij al ingegaan is of nog niet, kunnen we niet met zekerheid stellen,
maar minimaal zou het jou aan het denken moeten zetten dat dit woordje ‘TOTDAT ‘zowel een
markeringspunt is dat mogelijkerwijs kan samenhangen met het herstel van het joodse volk in
hun eigen land. In ieder geval is het totdat een markeringspunt, waar ook jij niet omheen kunt.

Je hebt het over het begrip “totdat” en dat geeft - dat heb ik steeds geleerd - een tijdsmoment
aan. Maar ga maar eens na in alle teksten die er gebruikt zijn met dat woord: “totdat” kan het
totale slot aangegeven van iets, in verband met wat we bespreken dus “een tijd” = een
slotmoment aangeven! Wij citeren uit onze studie erover bladzijden 220,221: “We gaan zelfs nog
een ander argument erbij halen want we lezen nog een rare opmerking bij deze schrijver van de
leer van de bedelingen Walter C. Kaiser Jr.: “Wanneer het volledige aantal heidenen is bereikt, zal
dit de kans van Israël zijn om hun volledige aantal te ervaren.” Ook dat staat niet in Romeinen 11
maar wel dit: “12 Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en hun verlies rijkdom voor de
heidenen, hoeveel te meer hun volheid!” En: “25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt
van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over
Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.” Hoewel de Bijbel in zijn
versie van het laatste evangelie, dat van Jezus en de apostelen, meestal spreekt over de éénheid
van joden en heidenen die in Jezus hun VERLOSSER geloven, hebben we hier twee groepen: joden
en heidenen. En daaruit zal God een “volheid” uitverkiezen, uit elk van hen en toch zijn ze ook
één kudde, een geestelijk lichaam van Jezus, en één geestelijke tempel. Maar door de eeuwen
Negen december 2018 -- 26

heen zijn er ups en downs geweest van uitverkoren joden. Het begin van de gemeente van Jezus
was een echte boost van joodse bekeerlingen en ook vandaag zijn er een grote groep (1% zegt
men dikwijls) van Messias belijdende joden! Daar neemt men in de leer van de bedelingen geen
genoegen mee: men wil er nog wat aan toevoegen en dat met iets dat bij deze zaak niets te
maken heeft. We krijgen van hen deze tekst: Lucas 21:24: “24 En zij zullen vallen door de scherpte
van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal
door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn.”

Graag even goed opgelet voor de verschillen: Romeinen heeft het over “volheid van de
heidenen” en Lucas over “volheid van TIJDEN der heidenen.” De tekst van Lucas 21:24 is nog te
vergelijken bij wat er staat in Lucas 19:43,44: “43 Want er zullen dagen over u komen dat uw
vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het
nauw zullen brengen. 44 En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u
verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop
er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend.” Hier dan ook eenzelfde toekomstig beeld. Voor
het begrip “vertreden” in deze weergave heeft de Leidse vertaling “tegronderichten” en Brouwer
“tegen den grond verpletteren” en dat lijkt ons beter ter weergave. Ik kan dat niet anders
uitleggen dan dat het te maken heeft met de val van de stad in 70 na Christus, nadat een Romeins
generaal een wal had aangemaakt om te stad te kunnen veroveren. Maar men wil Lucas 21 toch
naar de toekomst verschuiven. En volheid van tijden en heidenen in Lucas en Romeinen ziet men
als met betrekking op eenzelfde tijd. We geven u hier één citaat mee, maar deze argumentatie
wordt zomaar honderden malen gebruikt met al zijn gebrekkigheid. (…) Volgens sommigen
moeten we zo denken; “Kijk maar, het herstel van de Joodse staat heeft plaatsgevonden in 1948!”
Anderen zeggen: het is sinds 1967 dat er een einde gekomen aan die tijden der heidenen . Mijn
vraag: hoe is dat te rijmen met “de volheid van de heidenen”, was het ook op één van die data?
Dan moet men consequent zijn en tegelijkertijd leren dat er vanaf 1948 of 1967 geen heidenen
meer bekeerd zijn. Want dit koppelen aan Romeinen 11 zoals ZOVELEN doen is aan inlegkunde
doen. Er moeten volgens de Bijbelteksten in dat verband, bekeringen zijn tot en met de
Wederkomst van de Heer! Zei Jezus niet tot zijn discipelen in Mat.28:19,20: “19 Ga dan heen,
onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige
Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. 20 En zie, Ik ben met u al de
dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.” De apostel onder de heidenen beschreef dat zo in
1 Thessalonicenzen 2:13: “13 Daarom danken ook wij God zonder ophouden dat u, toen u van ons
het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een
mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die
gelooft.”

Omwille van de volledigheid hebben we ook dit vertaald: het is zo dat veel Amerikaanse
theologen van het kamp van de leer van de bedelingen zich niet scharen achter dezen die zeggen
dat het tijdperk van de heidenen over Jeruzalem stopte in 1948 of 1967. En (X) aangezien ik niet
Negen december 2018 -- 27

weet wat jezelf leert op dat gebied toch ook dit van twee sites van de bedelingen.

We citeren https://www.preceptaustin.org/romans_1117-33
“Wat kenmerkt deze tijden? Spreekt Lucas over de redding van de heidenen? Het is duidelijk dat
Lucas in deze passage niet verwijst naar de redding van heidenen, maar naar hun uitoefening van
politieke macht en/of heerschappij over de stad Jeruzalem door de heidenen. In duidelijk contrast,
spreekt Paulus over de volheid die verwijst naar redding van de heidenen en niet naar hun
heerschappij over Jeruzalem. Hoewel beide beschrijvingen over een bepaalde tijdsperiode
plaatsvinden en die tijd ongetwijfeld aanzienlijk overlapt, moeten we accuraat zijn in het omgaan
met deze voorwaarden en het onderscheid behouden dat Lucas en Paulus bedoelden. De tijden
van de heidenen begonnen met de eerste plundering van Jeruzalem en de verwoesting van de
tempel door Nebukadnezar in 586 voor Christus (opmerking: sommige commentatoren voelen dat
deze tijden beginnen met de verwoesting van Jeruzalem in 70AD). In beide gevallen strekken deze
tijden zich uit tot de wederkomst van Christus, want op dat moment zal de heidense heerschappij
worden verwijderd zodra de Messias terugkeert, de heidense machten verslaat om Israël te
vernietigen en zijn duizendjarig koninkrijk opricht op aarde. Op dat moment zal God zijn beloften
vervullen aan de verloste natie Israël, inclusief de belofte van "het land”.

We citeren https://www.preceptaustin.org/romans_1117-33
“Dr. Walvoord legt uit: "Wanneer de twee concepten, “de tijden van de heidenen” en de “volheid
van de heidenen” worden vergeleken, wordt het duidelijk dat de tijden van de heidenen in de
eerste plaats een politieke term is en te maken heeft met de politieke overheersing van Jeruzalem.
In tegenstelling hiermee duidt de term de “volheid van de heidenen” op het huidige tijdperk
waarin heidenen de overhand hebben in de kerk en ver uitstijgen boven Israël in de huidige
geestelijke zegening. Het wordt daarom duidelijk dat, hoewel de twee concepten in ieder geval
gelijktijdig kunnen zijn voor een groot deel van hun vervulling, de termini van de twee perioden
zijn enigszins anders: “de tijden van de heidenen” zullen alleen eindigen wanneer Israël
permanent politieke controle over Jeruzalem zal krijgen bij de tweede komst van Christus, terwijl
“de volheid van de heidenen” zal worden voltooid wanneer Gods huidige taak van het winnen van
Jood en heiden aan Christus is voltooid. ("The Times of the Gentiles." Bibl Sac Vol 125. Issue 497.
Page 9, 1968)”
^^^^^^^^
En ik geef je ook dit nog eens mee, vroeger al eens geciteerd:
Jeruzalem is nog steeds verdeeld onder 4 andere groepen dan de Joodse en dus niet in het bezit
van de regering. We citeren dit uit https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeruzalem
“Aan het einde van het jaar 2000 woonden er in de zwaarbewaakte Oude Stad meer dan 30.000
inwoners:
• De Islamitische wijk telde 25000 Palestijnen, een groot deel afkomstig uit Hebron.
• De Christelijke wijk telde 500 christenen, merendeels Grieks-orthodox; het gros van de
kerken en kloosters is katholiek.
• De Armeense wijk telde 2000 orthodoxe christenen uit Armenië. Armeniërs trokken al vanaf
Negen december 2018 -- 28

de vierde eeuw naar Jeruzalem.


• De Joodse wijk telde 3500 joden, merendeels streng orthodox die zich er sinds de renovatie
van die wijk in 1968 hadden gevestigd. Gedurende de jaren ervoor waren echter ook enkele
tientallen joden in de Islamitische wijk gaan wonen.”

26 En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en
zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.

Ook hier ligt het intrinsieke bewijs dat er geen hout van klopt wat jij schrijft over het overblijfsel
als zijnde de messiaanse joden. De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden
afwenden van Jakob.

Jij geeft deze kritiek op wat ik schrijf = schreef: “Ook hier ligt het intrinsieke bewijs dat er geen
Bij een dergelijke opmerking zie ik dat je niet gelezen hebt wat ik schrijf over het komen van de
HEER “tot sion.” Het staat vanaf bladzijden 104-135 uitvoerig beschreven in mijn studieartikel.
Laat ik het zo maar noemen, ja het staat vol met Bijbelteksten maar die staan er voor een reden.
Losse praatjes vullen geen gaatjes ook niet deze die op het internet welig tieren! Ik ga dus wat
inkorten. Maar het belangrijkste heb je niet gezien en dat is jammer: Jezus kwam tot “sion” bij
Zijn eerste komst en vervulde toen al wat in de verzen 26 en 27 staan. Hebben ze niet vanaf
Pinksteren de Heilige Geest gekregen en alle goede gaven. Heeft de Heer ze niet vergiffenis
geschonken als ze Hem beleden? Waarom doe je zoals zovelen en ga je dat verschuiven naar iets
in de “nabije toekomst.” Of heb je een aversie voor het boek Handelingen? Je kan alle teksten uit
het NT over “sion” vinden in mijn studie en het is duidelijk dat na de dood van deze HEER en te
beginnen vanaf Pinksteren de teksten over “sion” over “het hemelse sion” spreken. Hier mijn
uitleg bij de 3 laatste maal dat het is gebruikt in het NT.

5°) De schrijver van de Hebreeënbrief verwijst naar “Sion” in Hebreeën 12:22: “22 Maar u bent
genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot
tienduizendtallen van engelen.” Dit epistel is vooral geschreven voor de Joden die het evangelie
hebben aangenomen en geloofd dat Jezus de “Verlosser” is. Wanneer de Christus verschijnt bij
Zijn Wederkomst, als Koning, zullen velen weten welke zegeningen ze hebben verloren. Maar zo
was toch de afspraak met hun God: ze zouden Hem alleen dienen maar er waren weinig
momenten dat het zo was! Zij zijn niet tot de geestelijke wijze gekomen om Hun “koning nu al in
dit leven te ontmoeten! De zegen die de natie beloofd was als geheel, daar krijgen alleen
enkelingen een deel aan. Deze Messias belijdende Joodse begrepen wat Sion betekende: want
alleen in dat Sion was de ultieme zegen voor Israël verscholen. Het zou hun deel worden als ze,
geloofd hadden in de Jezus de Christus. De zegeningen van de Christus komen niet vanuit het Sion
aan de Middellandse zee maar vanuit het hemelse Sion!

6°) Petrus verwijst naar “Sion” in zijn eerste brief, die eveneens is geschreven aan Joodse
Negen december 2018 -- 29

gelovigen. Ook hij gebruikt het beeld van de steen. 1 Petrus 2:6: “6 Daarom staat er in de Schrift:
Zie, Ik leg in “Sion” een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet
beschaamd worden.”Jezus is niet alleen de steen waar ze zich aan stoten, maar een levende
Steen. De apostel haalt Jesaja 28:16 aan: “16 daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik leg in Sion
een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die vast gegrondvest is.
Wie gelooft, zal zich niet weghaasten.” De “bouwlieden” = de leiders van Israël verworpen “De
Steen” het verhinderde echter Gods plan in geen enkel onderdeel. Die “Steen” is juist “de
hoeksteen “geworden.” Christus is het Hoofd geworden in alle hoeken van de wereld, de
ondelovigen hebben ongelijk hetzij jood of Griek. De verwerping van de Jezus als Messias, zal een
mens geen zegen brengen. Slechts de gelovigen delen reeds in die zegen. Nog drie teksten over
die “Steen.”
 Ps.118:22: “De steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden.”
 Mat.21:42: “42 Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de
bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere
geschied, en het is wonderlijk in onze ogen?”
 Hand.4:11: “11 Deze Jezus is de steen die door u, de bouwers, veracht werd, maar Die de
hoeksteen geworden is.”
Deze tekst spreekt niet over de letterlijke stad Jeruzalem maar de geestelijke. Daar is de grondslag
gelegd en uitgewerkt van de verlossing der wereld.

7°) Er is maar één verwijzing naar “Sion” in het boek Openbaring. Openbaring 14:1: “1 En ik zag,
en zie, het Lam stond op de berg “Sion”, en bij Hem honderdvierenveertigduizend mensen met op
hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven.” Allen die trouw zijn aan Jezus als hun
persoonlijke Verlosser, ontmoeten hun Heer en worden gezegend op die geestelijke berg Sion. En
dat terwijl het beest en de antichrist de volkeren van de wereld overheersen, maar niet voor lang
meer. Deze tekst spreekt niet over de letterlijke stad Jeruzalem maar de geestelijke. Daar is de
grondslag gelegd en uitgewerkt van de verlossing der wereld.

We zien duidelijk twee zaken in al deze aanhalingen in het Nieuwe Testament:


1°) dat het begrip Sion een verwijzing is naar het Jeruzalem van de dage van Jezus in 1,2 en
2°) dat het begrip Sion een huidige staat aanduidt, de hemelse zegeningen komen vandaar,
toekomstige staat van zegen aanduidt, die met de komst van Christus om Zijn Koninkrijk op aarde
op te richten behelst.
Doe dus geen sprongen van een tekst naar een andere en laat het op het geografische Sion slaan
bij de 5 laatste teksten: dat is inlegkunde en te verwerpen om welke reden dan ook af te keuren!

Dat is de tekst die in Romeinen 11:26 gedeeltelijk is aangehaald naar onze mening. Wie zal dat
erven en meemaken niet alle Joden maar wel deze: “hen, die zich bekeren.” Jesaja 59:20 NBG:
“En er zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen, die zich bekeren
van de overtreding in Jakob, spreekt de HEERE.” Het gaat hier dus om bekering, en dat was de
reden van de verlossing! Geloof je dat de 3.000 op Pinksteren zich hebben bekeerd en later al die
anderen tot ze met wel tienduizend zijn? Handelingen 6:7 zegt er wat over: “7 En het Woord van
Negen december 2018 -- 30

God verbreidde zich en het aantal discipelen in Jeruzalem nam sterk toe; en een grote menigte
priesters werd aan het geloof gehoorzaam.” [De schatting tienduizend heb ik ergens gelezen maar
weet niet meer waar en lijkt me niet verkeerd.]

“De Verlosser” kwam bij de eerste komst van Christus. Wie


dat niet inziet loopt gemakkelijk de mist in!
In Romeinen 11:26b haalt Paulus niet één specifiek vers uit het Oude Testament aan, maar geeft
een opsommende aanhaling uit het Oude Testament. De Messias-Verlosser zou bij zijn eerste
komst “uit” Sion komen (Micha 5:2 / Matthéüs 2:6), “tot” Sion komen (Hebreeuws OT Jesaja
59:20, cf. NIV “to those in Jacob who repent of their sins”, cf. Matthéüs 10:5-8) en “voor” Sion
komen (Grieks OT Jesaja 59:20, cf. NBG “voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren”, cf.
Handelingen 2:38). “Hij zou de goddeloosheden van Jakob afwenden” (Jesaja 27:9a), “dit is mijn
verbond met hen” (Jesaja 59:21), “wanneer Ik hun zonden wegneem” (Jesaja 27:9b).

Wat deze aanhalingen uit het Oude Testament voorspelden, werd door Jezus Christus bij zijn
eerste komst vervuld: Hij werd geboren in Bethlehem en kwam dus uit Israël (Mat.2:6 / Johannes
4:22). Hij kwam tot de verloren schapen van het huis Israëls, maar zij hebben Hem niet
aangenomen (Matthéüs 15:24 / Johannes 1:11). Hij kwam voor Israël, om hen te verlossen, om
hen, die onder de wet waren, vrij te kopen (Matthéüs 1:21 / 10:6 / Lucas 19:10 / Galaten 4:4-5) /
en Hij richtte zijn nieuwe verbond met hen op (Jeremia 31:31-34 / Matthéüs 26:28 / Hebreeën
8:6-13). Dus kom niet aan de zijlijn staan met een update dat Israël dat nog allemaal moet
ontvangen in een latere tijd. Wat ze hebben ontvangen kan niet met een extra-toevoeging nog
eens herhaald worden. Wie in deze tijd voor de Wederkomst als jood een zegen van God wil
ontvangen die moet het “nu” doen. Met de Wederkomst is het te laat, dat zou hetzelfde verhaal
zijn van vervulling in een ander tijdperk. Dat klinkt als een sciencefiction verhaal van een andere
dimensie met dezelfde personen!
Over dat Nieuwe Verbond lezen we in Mat.26:28 / Marc.14:24 /
Luc.22:20 / 1 Cor.11:25 / Heb.8:8,10 / 10:16, in de zin dat het al is
opgericht. Dat is van toepassing vanaf Pinksteren voor alle joden
die Jezus als verlosser aannemen tot en met de Wederkomst. En zo
ook voor alle heidenen die Hem als Verlosser zien!

Als dit het Messiaanse overblijfsel is als bekeerde groep Joden gedurende de eeuwen zoals jij
zegt, dan kan dat al sowieso niet, want het messiaanse deel, daar heeft God de
goddeloosheden al lang achter zich gelaten. Het gaat hier om het vijandige Jakobsdeel waarvan
God de goddeloosheden zal afwenden.

En alzo zal geheel Israël zalig worden;

Geheel Israël behouden is voor jou het tot Christus bekeerde Joodse volk, dus het messiaanse
Jodendom. Maar dit kan absoluut niet. Want lees eens wat hier onder staat; en dit is mijn
Negen december 2018 -- 31

verbond van Mij, als ik hun zonden zal wegnemen. Heeft dit betrekking op Golgotha, heeft dit
betrekking op het eenmaal geschonken Pinksterfeest. Doet God geheel Israël zalig worden
vanwege deze twee heilsfeiten. Jazeker, maar de vraag is, wanneer doet Hij dat.

27 En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen.

28 Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing
zijn zij beminden, om der vaderen wil;

Het spreekt vanzelf dat Paulus hier over het vijandige volk spreekt, niet over bekeerde
messiaanse Joden gedurende de eeuwen. Ook hier blijft dus Israël Gods lieve kindje. Anders
had hij de tegenstelling niet hoeven te gebruiken dat zij vijanden van het Evangelie zijn, maar
beminden om der vaderen wil. LEES GOED GUIDO, OM DER VADEREN WIL. Je rept er met geen
JOTA over. Die vaderen tellen voor jou niet, die nuttigheidsvraag waarom joden een voordeel
hebben ten opzichte van de niet joden blijkt hier aan een eenmaal gegeven woord, Gods
verkiezende woord, zijn verbondstrouw aan de vaderen. Je schrijft er niets over, dat is allemaal
verleden tijd voor jou, dat doet niks meer ter zake sinds Pinksteren.

29 Want de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk.

Ook hier spreekt de Apostel andermaal uit, dat een eenmaal gegeven genadegift en roeping
onberouwelijk zijn.

Gods roeping en genadegaven zijn voor het uitverkoren deel! Stop met andere uitlegging
erover te geven: gelovigen dat zijn niet de Joden die nu in Israël wonen. Alle Messiasbelijdenden
die er wonen leven nu in een hemels koninkrijk. Als ze wat anders beweren dan moeten ze zo-
wie-zo hun Nieuw Testament herlezen en gedachten van profeten van toen testen aan wat de
zaken van het Nieuwe Testament betreffen.
Sedert de eerste komst van Christus heeft God het natuurlijke volk van Israël niet verstoten
(Romeinen 11:1). Heb ik nooit gezegd! Laat dat duidelijk zijn, ik zeg wel echter met het
goedkeuren van Johannes de doper, Jezus en de apostelen dat als ze zich niet bekeren géén deel
hebben aan Gods rijk, nu niet en later ook niet.
Als dat zo was zou er geen enkele Jood meer tot geloof in Christus gekomen zijn! Maar het zijn
slechts enkelingen die daartoe behoren: het “echte Israël.”

Gods uitverkiezing. Het “Israël” dat (nú, ten tijde dat Paulus dit schrijft) “naar het evangelie
vijanden om uwentwil zijn en naar de verkiezing de geliefden om de vaderen wil zijn”, is niet het
hele natuurlijke volk van Israël.
Het is dat deel van het natuurlijke volk van Israël dat nú (in de tijd dat Paulus schrijft) nog niet in
het evangelie geloofde, ongehoorzaam is aan God en bijgevolg vijandig tegenover de christenen
staat. Het is dat deel van het natuurlijke volk van Israël, dat door Gods uitverkiezing en genade
van “nú” af aan in het evangelie zou geloven en gehoorzaam aan God zou worden. Het is dus dat
Negen december 2018 -- 32

deel van het natuurlijke volk van Israël, dat van “nú” af aan door de verkondiging van het
evangelie deel van het geestelijke volk van God zou worden (Romeinen 11:28 / zie ook Johannes
17:20-21).
Romeinen 11:25-32 is een doorlopend verhaal dat verklaart wat de relatie is tussen “de volheid
van de heidenen” en “de volheid van Israël”. Het woord “geheimenis” is daarbij gevallen. Het gaat
om een waarheid die in de Oude Testament niet gekend was, maar nu in de periode van het
Nieuwe Testament geopenbaard. Het “geheimenis” is niet dat “gans Israël” gered zal worden
zoals men wel durft uit te leggen. Het gaat veeleer om gelovige joden en gelovige heidenen die
samen Gods erfgenamen zijn. En de verlossing van joden en heidenen zijn wederzijds afhankelijk
van elkaar. Het waren in den beginne alleen joden die zich bekeerden. Later een groot aantal
uitverkoren gelovigen uit de heidenen, beschreven vanaf Handelingen 10. En beide de Joden en
heidenen hebben hun aantal of “volheid” tegelijk bereikt bij de Wederkomst van Christus.
We zeggen dit om aan te geven dat als God behalve Israël ook nog dezelfde zegeningen aan de
gelovige heidenen wil geven dat God Zijn eerste volk aan niets heeft ontnomen! Of ga je zeggen
dat wij niet tot Gods volk behoren: of geen genade en weldaden van Hem kunnen krijgen.
Tot aan de Wederkomst van Christus zal God Zich ontfermen over alle heidenen en alle joden.
Nu is er nog steeds tijd voor Gods genade: ze staat open voor gelovigen. Allen die in Jezus
Christus geloven zijn veilig! Een korte tijd voor de Tweede Komst van Christus zal de volheid van
de heidenen en de volheid van de Joden tegelijk bereikt zijn. Daarom is er na de Pinksterdag en
de bekering van Cornelius van Christus ook geen onderscheid meer tussen Jood en Griek (Ro-
meinen 10:12 / Galaten 3:28 / Epheziërs 3:2-6 / Colossenzen 3:11)! Daarom is God de God van de
Joden en van de heidenen (Romeinen 3:28-29). Dat is ook de reden waarom de rechtvaardige
God zowel de Joden als de heidenen op precies dezelfde manier gered heeft (Handelingen 11:14-
18 / 15: 6-11 / Galaten 3:26-29)! Wie nog een onderscheid wil maken doet niet wat God doet!

30 Want gelijkerwijs ook gijlieden eertijds Gode ongehoorzaam geweest zijt, maar nu
barmhartigheid verkregen hebt door dezer ongehoorzaamheid; De heidenen die Christen
werden.

Je vergeet en ik dank dat het onbewust is dat woordje “NU” gewoon niet te bespreken en doen

alsof het met de toekomst te maken heeft. Dat is het niet: het gaat om het “nu” van die dagen
van Paulus tot en met het “nu” tot aan de Wederkomst. Dat is die periode waar bekering nog
mogelijk is voor zowel jood als heiden. De Wederkomst is het slotakkoord van deze “eeuw.” In de
komende zijn andere zaken aan de ode.

31 Alzo zijn ook dezen nu ongehoorzaam geweest, opdat ook zij door uw barmhartigheid zouden
barmhartigheid verkrijgen.

Zij hadden hun messias verworpen in ongehoorzaamheid, voor jou het laatste woord, maar
voor God niet noch voor zijn Gemeente, want die zijn dit vijandige volk genade en zijn vol
Negen december 2018 -- 33

barmhartigheid. Een heel andere toon dan die jij aanslaat. Je moet dit echt herzien. Dus door
diezelfde genade die de heidenen bewezen is, diezelfde barmhartigheid, zal ook mede door de
gemeente dit volk barmhartigheid bewezen worden.

Doe eens een test en ga naar mijn uitleg van Romeinen 11 en typ in zoekfunctie: “onberouwelijk”
dan merk je hoeveel zaken ik erover geschreven heb. Niet met de losse hand wat beweren!

32 Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij hun allen zou
barmhartig zijn. Allen is allen, niet een deel dat al tot geloof gekomen is

Ga je dan nu verdedigen dat alle joden gered zullen worden: moet ik dan opnieuw beginnen met
waar we begonnen zijn. Ik heb een nieuwe versie van mijn tekst daarover op het internet gezet.
Dat is één reden waarom je een tijdje moest wachten op een antwoord.
Vinden we Israël terug in de Apocalyps hier vanaf mijn facebook is het gemakkelijkste
https://www.scribd.com/document/396408237/Vinden-we-Israel-in-de-Apocalyps-2018?
fbclid=IwAR2WsggJpnAEi9pzd-BA70YtYQ2IyT9-FH15YsUdNW2wI4z2jTgRq7uRdz0

33 O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn
oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen!

34 Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?

35 Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden?

36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der
eeuwigheid. Amen.

Wanneer deze nadere uiteenzettingen jou niet kunnen overtuigen Guido, dan kan ik jou ook niet
meer overtuigen, maar je blijft dan principieel vastzitten in een bepaalde visie.

Ja, God gaat met Israel een andere weg, daar hebben dispensationalisten volkomen gelijk in, en
als jij jouw opvatting overeind laat staan, keer je je met de kerk af van dit grote geheimenis. En
dat kan ik toch van jou niet geloven Guido,

Je gaat dan wat zeggen over het begrip “geheimenis of mysterie.” Jij doet wat iemand van de
bedelingen doet. We lezen in een artikel van Walter C. Kaiser Jr., Jewish Evangelism in the New
Millennium in Light of Israel's Future (Romans 9-11), blz.40 en verder. Ondertitel: The Mystery of
Romans 11:25
De schrijver zegt en wee citeren allen deze zin, wil je het boek ik kan het je in email sturen. Hij
schrijft: “Het 'mysterie' in Romeinen 11:25 is niet zozeer terug te voeren op de analogie
Negen december 2018 -- 34

met de olijfboom.” Maar, waarom niet lezen wat er staat! De boom en de takken zijn een
werkelijkheid en belangrijk als onderdeel van dit verhaal van Romeinen 9-11! Het gaat toch om
takken die afgehouwen zijn! Wat de vraag opwerpt: hoeveel zullen opnieuw
ingeënt worden? Staat er éénmaal in dit gedeelte dat alle takken tegen het einde van deze
eeuw (ons tijdperk) opnieuw zullen ingeënt worden? Ik ken er geen en u, de leerlingen van de
leer van de bedelingen, kunnen er ook geen vinden. Men gaat dan teksten van het Oude
Testament er tussenin brengen. Wie die teksten dan echter goed leest ziet toch dat het gaat om
een herstel van de “gelovige” joden en niet zomaar iedereen met een afstammingsdiploma van
Abraham!

Maar moeten we dan Paulus laten varen voor een theoretisch beeld, een ingebeelde stelling van
totaal herstel! Als Paulus wou zeggen dat alle Joden (dezen van Israël) gered zouden worden dan
was het met één simpele zin te verklaren: “ze zullen opnieuw ingeënt worden!” Ik heb dat niet
gevonden in zijn redenering van Romeinen 11, zelfs geen kleine petieterige aanwijzing. En u kan
het ook niet vinden. Zou men niet beter dergelijke inlegkunde stoppen? Wat de apostel der
heidenen zegt is dit: ze kunnen opnieuw ingeënt worden. Dat zegt hij welgeteld één vers ervoor
in Romeinen 11:24: “24 Want als u afgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild was,
en tegen de natuur in op de tamme olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die
natuurlijke takken zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom.”
Neen, ik hoef echt geen enkel “iota” van mijn verhaal te wijzigen. Ik kan Romeinen 11 of andere
zaken niet verdraaien naar een leer van de bedelingen. De recentste bedeling is toch deze dat
God gestopt is met het letterlijke Israël en er een ander “geestelijk” heeft gecreëerd met
oorspronkelijk joden en later een toevoeging van heidenen.

Die in Zijn optiek volgens Romeinen 9:24-27 als “Israëlieten, mogen gezien worden.
Waarom doet God dat? Weet ik niet! Maar het staat er en daarom herhaal ik het en blijkt de
leer van de andere bedelingen een los verhaal te zijn op zand gebouwd!

Met groet

**********

APPENDIX: NOG EEN ANDERE LIEVELINGSTEKST VAN MIJ Romeinen 10:10-15

samen met Epheze 2

Hier Romeinen 10:10-15 waar Paulus, aan alle “lievelingen” van God, dus mensen ongeacht het
ras of stand waaruit ze gekomen zijn of waar ze nu in zitten, deze uitspraken doet en
Negen december 2018 -- 35

aanbevelingen. De Herziene Statenvertaling met de verzen in de kanttekeningen, met onze


inkleuringen.

10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot
zaligheid.
11 Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
Jes.28:16 daarom, zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag,
een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die vast gegrondvest is. Wie
gelooft, zal zich niet weghaasten.
Rom.9:33 zoals geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een
struikelblok. En: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
12 Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is
Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. (1)
Hand. 15:9 en Hij heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, en heeft hun hart
door het geloof gereinigd.
Rom. 3:22 namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en
over allen die geloven, want er is geen onderscheid.
13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden.
Joël 2:32 Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen,
behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming
zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de
HEERE roepen zal.
Hand. 2:21 En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal
worden.
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in
Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand
die predikt? (2)
15 En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden? Zoals geschreven staat: Hoe
lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen!
Jes. 52:7 Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt,
die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die
heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning.
Nahum 1:15 Zie op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede
laat horen! Vier uw feestdagen, Juda, kom uw geloften na, want de
verderfelijke man zal voortaan niet meer door u heen trekken, hij is
helemaal uitgeroeid.
Twee aantekeningen van ons bij deze teksten:
(1) Bij het eerste concilie in Jeruzalem, bewust daar gehouden, horen we deze woorden
uitspreken van een groot volgeling van de Heer, Petrus een visser van mensen. Uit Hand.15:9 SV:
Negen december 2018 -- 36

“9 En heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd hebbende hun harten door
het geloof.” Bijna dezelfde woorden nadien van een apostel speciaal door God uitverkoren om
Zijn evangelie aan de heidenen te brengen, Paulus een gewezen rabbijn en vervolger van de
eerste christenen. Rom.3:22 SV: “22 Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus
Christus, tot allen en over allen die geloven; want er is geen onderscheid.”

(2) Een oproep aan allen om het evangelie zoveel als men kan te prediken ongeacht de
rasachtergrond en stand in de wereld.

Epheze 2:11-14 = De Herziene Statenvertaling met de verzen in de kanttekeningen, met onze


inkleuringen.

Jood en heiden één in Christus


11 Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die
onbesnedenen genoemd werd door hen die genoemd worden besnijdenis in het vlees,
die met de hand gebeurt,
12 dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en
vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was
zonder God in de wereld.
Rom. 9:4 Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot kinderen en de
heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften.
13 Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus
dichtbij gekomen.
14 Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die
scheiding maakte, af te breken,
Jes. 9:5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij
rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman,
Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
Micha 5:4 Hij zal Vrede zijn. Wanneer Assur in ons land zal komen en wanneer hij onze
paleizen zal betreden, zullen wij tegen hem zeven herders doen opstaan en
acht vorsten uit de mensen.
Joh. 16:33 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de
wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld
overwonnen.
Hand. 10:36 Dit is het woord dat Hij gezonden heeft tot de Israëlieten, waardoor Hij
vrede verkondigt door Jezus Christus; Deze is de Heere van allen.
Rom. 5:1 Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze
Heere Jezus Christus.
Negen december 2018 -- 37

Kol. 1:20 en dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te
maken door het bloed van Zijn kruis, ja door Hem, zowel de dingen die op
de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn.

Joël 2:32 SV: “22 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal
behouden worden; want op den berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE
gezegd heeft; en dat bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen.”
Hand.2:21 SV: “21 En het zal zijn dat een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig
zal worden.”
Jes.10:22: “22 Want ofschoon uw volk, o Israël, is gelijk het zand der zee, zo zal toch maar het
overblijfsel daarvan wederkeren; de verdelging is vastelijk besloten, overvloeiende met
gerechtigheid.”
Rom.9:27: “27 En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand
der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden.”
Rom.11:4: “4 Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? Ik heb Mijzelven nog zevenduizend
mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben.”
Rom.11:5: “5 Alzo is er dan ook in dezen tegenwoordigen tijd een overblijfsel geworden naar de
verkiezing der genade.”
Rom.11:7: “7 Wat dan? Hetgeen Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen
hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden.”

Joël 3:15,16: “De zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in. En de Here
brult uit Sion en verheft zijn stem uit Jeruzalem.”
Obadja 1:17: “17 Maar op de berg Sion zal ontkoming zijn: die zal een heilige plaats zijn; zij die
van het huis van Jakob zijn, zullen hun bezittingen weer in bezit nemen.”

Ik citeer iemand van de bedelingen en zijn uitleg van Joël 2:32: uit Beschouwing over, Het boek
van de profeet JOËL, autheur H. Rossier, uitgeverij Oude Sporen 2008.
“Maar in deze toekomst, waarvan Joël sprak, zullen de berg Sion en Jeruzalem de voorwerpen van
een aardse verlossing zijn, terwijl de hemelse zegeningen thans reeds voor de gemeente bestemd
zijn. Toch is het niet minder waar, dat alle “ontkomen en, die de Here roepen zal”, deel zullen
krijgen Het boek van de profeet Joël 47 aan de glorierijke heerschappij van Christus op aarde. En
deze verlosten, dat leert ons dit gedeelte, omvatten niet slechts het overblijfsel van Juda en van
Israël, maar ook het overblijfsel uit de volken, zoals we kunnen lezen in Openbaring 7:9-17.”
(blz.46,47.) Dit is een uitleg die ons wil wijsmaken in iets dat niet klopt: men gaat de begrippen
“Sion” en “Jerusalem” letterlijk zien als de berg en stad in het Midden Oosten. Dat is een
problematische uitleg om de eenvoudige reden dat als iemand nu tot bekering komt in een land
duizenden kilometers ver van die berg en stad: die persoon kan/moet toch niet daar naartoe gaan
om God te belijden. Toch niet daarnaartoe om “de Heilige Geest” te ontvangen, want daar gaat
die tekst over in de uitleg van Petrus. We hebben het dus als verplichting dat “Sion” en dat
Negen december 2018 -- 38

“Jeruzalem” op te vatten in de geestelijk betekenis. De geestelijke betekenis van Sion is in het


Nieuwe Testament onderstreept. Het wijst naar de betekenis van Gods geestelijke koninkrijke, het
hemelse Jeruzalem.
 Hebreeën 12:22: “22 Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende
God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.”
 Openbaring 14:1: “1 En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem
honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader
geschreven.”
 Opb.21:10: “10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de
grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.”
 Gal.4:26: “26 Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.”
 Petrus zegt ons in 1 Petrus 2:6: “Daarom staat er in de Schrift: Zie, Ik leg in Sion een
hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd
worden.”

Deze uitleg legt de goede accenten http://strengholt.blogspot.com/2016/06/ Jos Strengholt


leefde een groot deel van zijn leven in Egypte, tot 2016. Ondertussen weer in Nederland.
“Petrus verandert alleen de aanhef een beetje. In plaats van "daarna zal het geschieden" maakt
hij ervan, "en het zal zijn in de laatste dagen..." Daarmee geeft hij aan hoe hij Joel's profetie over
de komst van de Geest begrijpt. Dat gaat over de laatste dagen. Die overigens wat Petrus'
betreft, dus toen en op dat moment, waren begonnen. Het Nieuwe Testament spreekt over die
eigen tijd als 'de laatste dagen'. Met de komst van Jezus en de Geest, is de 'eindtijd' begonnen.

Er staat toch "op alle vlees"? Maar op de pinksterdag kregen toch niet alle Israëlieten de Geest?
Inderdaad. Want me dunkt dat deze belofte, net zo als de belofte van God's aanwezigheid in het
midden van het volk, voorwaardelijk is. "Alle vlees" duidt wellicht niet zozeer op ieder mens,
maar op alle soorten mensen; zonen, dochters, ouderen, jongemannen, dienaren, dienaressen.

Dat het niet voor alle Israëlieten geldt lijkt ook te worden onderstreept door de laatste woorden
uit Joel 2 waar de profeet zegt dat ieder die de naam des HEREN zal aanroepen behouden zal
worden, "die de HERE roepen zal". (Joel 2:32) Niet iedereen zal ontkomen, is de boodschap.
Petrus gebruikt soortgelijke woorden in Han 2:39, als hij zegt dat "de belofte voor u is..., zovelen
als de Here onze God ertoe roepen zal." Petrus lijkt de tekst van Joel nauwkeurig als zijn
exegetisch uitgangspunt te nemen en hij ziet de komst van de Geest op de Pinksterdag als het
begin van de vervulling. Later, als de Geest ook op heidenen valt, constateert hij dat die dus
evengoed bij het volk van God horen. (Han 10:34-36, 44-48)

Maar wat dan met die wondertekenen die Joel noemt? (Joel 2:30-31) Dat Petrus deze verzen ook
aanhaalde - hij had ze net zo makkelijk kunnen overslaan - doet me denken dat hij mensen wilde
wijzen op tekenen die juist in die tijd rond de Pinksterdag waren gezien. Dan valt te denken aan
de zonsverduistering toen Jezus werd gekruisigd? En het wonderteken van vuur en rookwalm zou
kunnen verwijzen naar de vlammen op de hoofden van de discipelen toen de Geest viel?
Negen december 2018 -- 39

Aan de andere kant, de beschrijving van allerlei natuurverschijnselen moet misschien wel vooral
worden gezien als poëtische /apocalyptische taal om een dramatisch ingrijpen van God te
beschrijven. Bloed, vuur, rookwalm, zonsverduistering, het wijst terug naar de tijd van de exodus
van Israel uit Egypte. Het beschrijft ook de nasleep van de oorlogen die de HERE tegen de
vijanden van zijn volk voerde. (Jes 34:5-10, Eze 32:6-7, 38:22).”

Epheze 2:15-19 = De Herziene Statenvertaling met de verzen in de kanttekeningen, met onze


inkleuringen.

15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die
uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen
en zo vrede zou maken,
16 en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan
Hij de vijandschap gedood heeft.
17 En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was, en
aan hen die dichtbij waren.
Jes. 57:19 Ik schep de vrucht van de lippen, vrede, vrede voor wie ver weg is en voor wie
dichtbij is, zegt de HEERE, en Ik zal hem genezen.
Efez. 3:12 In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door
het geloof in Hem.
18 Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader.
Joh. 10:9 Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden
worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.
Joh. 14:6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand
komt tot de Vader dan door Mij.
Rom. 5:2 Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze
genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van
God.
Efez. 3:12 In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door
het geloof in Hem.
Hebr. 10:19 Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het
heiligdom door het bloed van Jezus,
19 Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de
heiligen en huisgenoten van God,
Gal. 6:10 Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral
aan de huisgenoten van het geloof.

Epheze 2:10 = De oude Statenvertaling met de kanttekeningen en de verzen daarin uitgeschreven,


met onze kleuringen.
Negen december 2018 -- 40

10 Want 29wij zijn Zijn maaksel, hgeschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke 30God
voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.
29 De apostel spreekt hier niet van de eerste schepping, maar van de vernieuwing
en wedergeboorte, die in Gods Woord een tweede of nieuwe schepping wordt
genaamd. Zie 2 Kor. 5:17.
2 Kor. 5:17 Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het
oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
h 2 Kor. 5:17. Ef. 1:4; 4:24. Tit. 2:14.
2 Kor. 5:17 Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het
oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
Ef. 1:4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld,
opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde;
Ef. 4:24 En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware
rechtvaardigheid en heiligheid.
Tit. 2:14 Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle
ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.
30 Of: God tevoren heeft bereid, namelijk in Zijn eeuwigen raad, of ook door Zijn
Geest in ons. Zie Hebr. 8:10, enz.
Hebr. 8:10 Want dit is het verbond dat Ik met het huis Israëls maken zal na die
dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal
Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.

You might also like