You are on page 1of 10

Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Addertjes onder het (kunst)gras P.

188

De Gentse wijk Brugse Poort anno 1975 (bron: onbekend, via Jahroen Adriaensens)
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Cedric Goossens, Elisabet Van Wymeersch, Stijn Oosterlynck P. 189

Cedric Goossens, Elisabet Van Wymeersch,


Stijn Oosterlynck

Addertjes
onder het
(kunst)gras
In een gezelschap van enthousiaste Gentse
burgers zien in 2013 de eerste ‘leefstraten’
het levenslicht. Dit experiment, dat in straten
ruimte schept voor groen en ontmoeting,
stuurt aan op een radicale omwenteling. Een
technische en rationele bestuurscultuur met
betrekking tot straatinrichting kan plaats
maken voor een systeem van co-creatie
tussen stad, burgers en experts. Tegelijk
wordt de dominante aanwezigheid van de auto
bedwongen en de transitie naar een ecologisch
duurzame toekomst gefaciliteerd. Kunnen
leefstraten dit potentieel waarmaken en waar
liggen de addertjes onder het (kunst)gras?
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Addertjes onder het (kunst)gras P. 190

In heel wat steden neemt de belangstelling bovendien de kans om te experimenteren


voor duurzame mobilititeitsinnovaties toe. met duurzame vervoersmiddelen, zoals
Deze aandacht is uiterst welkom. Hoge een elektrische fiets voor woon-werkver-
concentraties fijnstof en koolstofdioxide keer of een bakfiets voor het winkelen. Dit
bedreigen immers zowel de volksgezond- alles heeft tot doel inzichten te verwerven
heid als het klimaat. Bovendien geven met betrekking tot duurzame mobiliteit,
steeds meer burgers aan dat, als gevolg van buurtparkeren en straatinrichting.
de dominante aanwezigheid van de auto, de
leefbaarheid in hun woonomgeving onder Toch heerst er geen laissez-faire beleid
druk komt te staan. Ons huidig mobiliteits- met betrekking tot het organiseren van
systeem dient fundamenteel te worden leefstraten. Enthousiaste straatbewoners
herdacht. Dat sommige beleidsmakers (ook wel ‘trekkers’ genoemd) dienen eerst
niet bij de pakken neer blijven zitten maar stedelijke toestemming te krijgen voor
effectief aan de slag gaan met mobiliteits- hun plannen. Eén van de voorwaarden
vraagstukken bewijzen de vele beleidsacties voor deze toestemming is dat de trekkers
die recent tot stand kwamen. Zo winnen andere straatbewoners informeren en con-
zowel in Nederland als Vlaanderen initia- sulteren via infoavonden en huisbezoeken.
tieven aan populariteit zoals het oprichten Op deze momenten worden de noden en
van milieuzones, het initiëren van autovrije wensen van alle straatbewoners in kaart
gebieden, slooppremies voor vervuilende gebracht, en moeten oplossingen gevon-
wagens of plannen waarbij doorgaand den worden voor mogelijke bezorgdheid
verkeer wordt geweerd uit stadscentra of van medebewoners.
woonwijken. In deze denkoefening blijven
ook stedelingen niet (langer) aan de kant Ook al nemen in praktijk straatbewoners
staan. Steeds meer valt op hoe zij, al dan het voortouw, de coördinatie van de
niet samen met beleidsmakers, ijveren voor leefstraten ligt bij Lab van Troje dat
een ecologisch duurzame toekomst. eveneens het experiment heeft uitgedacht.
Deze Gentse stichting werd in 2013
Leefstraten opgericht door een aantal ambtenaren
In deze context figureert het Gentse en burgers die deelnamen aan een reeks
Leefstraat-experiment als een van de bijeenkomsten georganiseerd door Stad
meest tot de verbeelding sprekende Gent met als doel na te denken over een
voorbeelden van hoe burgers bottom-up klimaatneutraal Gent. Lab van Troje wil
dergelijke toekomst kunnen waarmaken. een dergelijke transitie faciliteren via het
Het concept is simpel: voor een periode initiëren van experimenten die de stad
van twee maanden krijgen burgers het toelaten zich op termijn te ontwikkelen
recht hun straat eigenhandig te transfor- tot een duurzame mobiliteitsregio.
meren in hun droomstraat. Vaak ver-
dwijnt ‘koning auto’ uit het straatbeeld en Het Leefstraat-experiment kon op
de heroverde ruimte wordt het decor voor heel wat bijval rekenen. Zo kreeg het
uitgerolde grasmatten, picknicktafels, navolging in meer dan tien Europese
moestuinbakken, speelhuisjes en jeu- steden, waaronder ook in Amsterdam,
de-boulesbanen. Organisatoren krijgen Haarlem (Samenleefstraat), Rotterdam
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Cedric Goossens, Elisabet Van Wymeersch, Stijn Oosterlynck P. 191

(Droomstraat) en Utrecht. Ook bin- functie zoals wethouder in de Nederlandse


nenshuis wordt het experiment gelauwerd. context) van mobiliteit, Filip Watteeuw,
Toen Lab van Troje dit voorjaar aangaf verwoordde het als volgt:
zijn taak te hebben volbracht, besloot het
stadsbestuur het experiment eigenhandig ‘De leefstraten zijn een fantastisch voor-
voort te zetten. beeld van hoe mensen hun stad en straat
opnieuw kunnen veroveren. Bewoners
Onderzoek nemen zelf het heft in handen om de
In dit artikel wordt het Leefstraat- leefkwaliteit in hun straat te verbeteren. Het
experiment doorgelicht vanuit het initiatief komt van de Gentenaars zelf. Dit
perspectief van democratie. Wat beteke- vinden we heel belangrijk en willen we dan
nen de leefstraten als onderdeel van een ook stimuleren zoveel als we kunnen.’ (Stad
transitietraject naar een meer ecologische Gent, 2015)
duurzame stad voor de betrokkenheid
van verschillende sociale groepen? Wie Door de functie van straten als verkeer-
voelt zich bij machte om de stad mee te doorstroom- en parkeerruimte in vraag
ontwerpen en zich de nieuwe stedelijke te stellen, komt er letterlijk en figuurlijk
ruimte toe te eigenen? ruimte vrij om na te denken over het
potentieel van straten. Opeens worden
Om deze vragen te beantwoorden werden vragen over hoe een straat dient te worden
47 interviews afgenomen met buurtbe- aangelegd en wat er in een straat mag
woners uit de Gentse wijk Brugse Poort, gebeuren voer voor discussie. Bovendien
een relatief arme wijk in de negentiende- bevraagt het experiment wie dient te bepa-
eeuwse gordel van de stad. Deze wijk len hoe straten eruitzien. Wanneer straten
werd bewust gekozen omdat er tijdens de dominant in teken staan van efficiënte
laatste editie maar liefst vijf van de achttien verplaatsbewegingen, is het logisch dat dit
leefstraten plaatsvonden. Door dit hoge voornamelijk een taak is voor planners,
aantal werd de Brugse Poort omgedoopt ingenieurs en andere experts. Door ruimte
tot allereerste ‘Leefwijk’. Bovendien kende te maken voor andere functies, worden ook
de Brugse Poort – die tot voor kort vooral andere actoren belangrijk in het besluitvor-
bekend stond als arbeiders- en migran- mingsproces. Niet alleen de verschillende
tenwijk – de afgelopen twee decennia een stadsdiensten, maar ook de bewoners
sterke instroom van nieuwe stedelingen. bepalen in onderling overleg hoe hun straat
Dat maakt het een interessante context eruit komt te zien. Op deze manier her-
voor het bestuderen van nieuwe stedelijke schept het Leefstraat-experiment de straat
praktijken zoals de leefstraat. als brandpunt van de lokale democratie.

Burgers aan zet Burgers in verzet


Wanneer we dit transitie-experiment De focus op inclusie, dialoog en inspraak
doorlichten vanuit democratisch oogpunt, heeft de sociale cohesie tussen heel wat
kunnen we stellen dat de leefstraat burgers straatbewoners verbeterd, en het gevoel van
(tijdelijk) meer zeggenschap geeft over eigenaarschap over hun buurt voor som-
hun directe omgeving. Gents schepen (een migen vergroot. Maar in de Gentse wijk
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Addertjes onder het (kunst)gras P. 192

Leefstraat zonder knip in de Gentse Sparrestraat (foto Cedric Goossens)


Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Cedric Goossens, Elisabet Van Wymeersch, Stijn Oosterlynck P. 193

Leefstraat met knip in de Gentse Ooievaarstraat (foto: Cedric Goossens)

waar ons onderzoek zich op toespitste, de die van elkaar verschillen, en waartussen
Brugse Poort, werd het Leefstraat-project bepaalde machtsverhoudingen bestaan.
niet door iedereen even positief onthaald. Deze machtsverhoudingen reflecteren zich
In één straat werd een petitie opgestart in de identiteit van de wijk en de strijd die
tegen de komst van een leefstraat. In een daarrond gevoerd wordt.
andere werden de informatiepanelen
beklad met het opschrift ’egoïstische Uit de gevoerde interviews bleek dat bewo-
groene klojo’s‘. ners die zich negatief uitspraken over het
Leefstraat-initiatief vaak in de wijk waren
In dit conflict tussen voor- en tegen- opgegroeid en/of er reeds heel lang wonen
standers werd duidelijk dat de ruimte (vaak meer dan vijfentwintig jaar). Gezien
die het (tijdelijk) weghalen van de auto de Brugse Poort decennia bekend stond
creëerde om samen te bepalen hoe de als arbeiderswijk, zijn deze ‘gevestigde
straat ingericht en gebruikt dient te bewoners’, indien nog actief, voornamelijk
worden, (onvermijdelijk) wordt gevuld tewerkgesteld in laaggeschoolde banen
met de sociologische realiteit van de buurt. en hebben zij al dan niet een migratieach-
Bewoners maken deel uit van groepen tergrond. Dit betekent geenszins dat alle
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Addertjes onder het (kunst)gras P. 194

tegenstanders van het Leefstraat-initiatief mee omdat ik taxichauffeur ben, begrijp


voldoen aan bovengenoemde categorise- je? Wij proberen altijd binnen de vijftien
ring. Wel duidt het op een duidelijk patroon minuten bij een klant te zijn, begrijp je? Als
in de sociologische kenmerken van de ik nog eens vijftien minuten naar mijn auto
tegenstanders. Deze tegenstanders zien moet gaan…’
de leefstraat – ondanks alle inspanningen
van voorvechters om het gesprek aan te De onvrede van Leefstraat-tegenstanders
gaan– niet als een uitnodiging om mee hangt samen met een aantal andere
na te denken over de herinrichting en het diepgaande veranderingen in de wijk, zoals
gebruik van de straat als publieke ruimte. een stadsvernieuwingsproject dat in 2002
Veeleer bekruipt hen het gevoel verdrongen werd gelanceerd in de buurt en een diepe
te worden, zowel op cultureel, politiek als impact had op identiteit van de buurt,
sociaal vlak. veranderingen in de bevolkingssamenstel-
ling van de wijk en stijgende huizenprijzen
Op cultureel vlak blijkt dat leefstraten niet (gentrificatie) en andere recent ingevoerde
enkel fysiek-ruimtelijk ingrijpen, maar mobiliteitsmaatregelen waaronder het
eveneens aanzetten om verplaatsingen meer circulatieplan dat onder meer een knip
duurzaam te laten verlopen en op afstand te installeerde op de belangrijkste toegangs-
parkeren. Tegenstanders geven daarbij aan weg tussen de wijk en het stadscentrum en
dat het voor hun niet altijd mogelijk is aan de verhoging van parkeertarieven. Door
deze norm te voldoen. Dit komt doordat deze ingrijpende veranderingen in de wijk,
velen van hen tewerkgesteld zijn in laag- vragen tegenstanders zich in toenemende
geschoolde banen. Omdat deze banen vaker mate af of en welke plaats er nog is voor
in afgelegen gebieden liggen met weinig bewoners die geen levensstijl (kunnen)
openbaar vervoer, gekarakteriseerd worden onderhouden die in lijn ligt met het nieuwe
door een variabel uurrooster of nachtwerk imago van de hippe en groene buurt.​
en/of een wagengerelateerd takenpakket
hebben (e.g., taxi-, vrachtwagenchauffeur Ook al is Lab van Troje niet verantwoorde-
of pakketbezorger) stelt deze groep dat zij, lijk voor bovengenoemde veranderingen,
in tegenstelling tot stedelijke professionals tegenstanders zien er een patroon in en
veel minder keuze hebben om te bepalen ervaren het als bewijs voor de verschui-
wanneer, hoe en of ze zich verplaatsen. vende sociale hiërarchie en identiteit van
de wijk. De Brugse Poort is in hun beleving
‘Het probleem is nu dat er mensen zijn steeds minder een volkse arbeiderswijk of
die hier in de buurt komen wonen, een migrantenbuurt, maar een wijk die witte,
goedkoop huis kunnen bemachtigen. En hoogopgeleide en goed verdienende nieuw-
wat gebeurt er? Ze beginnen hier hun komers naar hun wensen kunnen inrichten
wetten te stellen. […] Zij beginnen uw en gebruiken. Tegenstanders hebben het
levensstijl te wijzigen. […] niet iedereen gevoel dat tegen deze transformatie weinig
heeft het geluk zoals die mensen die daar tot niets te beginnen valt, mede omdat de
gans de dag zitten met hun wijntje. Niet wensen van de nieuwe stedelingen vaak in
iedereen heeft het geluk om van thuis uit de lijn liggen met de ambities van de stad
te werken hé. […] Ik heb er moeilijkheden om klimaatneutraal te worden tegen 2050.
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Cedric Goossens, Elisabet Van Wymeersch, Stijn Oosterlynck P. 195

Zij laten optekenen dat naar hun bezwaren Leefstraat-experiment] wordt allemaal zo
weinig geluisterd wordt, noch door nieuwe mooi voorgesteld, hé.'
stedelingen noch door bevoegde instan-
ties, iets wat resulteert in gevoelens van Laat ons luisteren
machteloosheid. Of de klachten die tegenstanders uiten
nu al dan niet feitelijk correct zijn, doet
‘Het is mijne wijk. Nuja, het is die groene voor onze analyse weinig ter zake. Zoals
mensen van die leefstraten ook hun wijk, de Amerikaanse sociologen Dorothy en
volledig akkoord. Ik vind het gewoon William Thomas (1928, p. 572) al wisten:
ergerlijk dat wij in ons eigen buurt niets “If men define situations as real, they are
meer te zeggen hebben. De helft van de real in their consequences”. De gevoelens
mensen zijn daar niet mee akkoord. Ik van verdringing vertellen ons iets over hoe
vind het ergerlijk gewoon dat het een bewoners de wijzigende identiteit van en de
groepje mensen is die er eigenlijk in kantelende machtsverhoudingen binnen
slagen een hele Brugse Poort op stang te de wijk zien en beleven. Wat kan gedaan
jagen. Wij wonen hier al ontzettend lang. worden aan deze dieperliggende gevoe-
Zij zijn hier misschien nog maar juist lens van onvrede omtrent de leefstraten
bijgekomen maar zij gaan het hier eens en bij uitbreiding de hele ecologische
allemaal gaan regelen.’ transitiebeweging?

Dit alles zorgt er op zijn beurt voor dat een In eerste instantie moet erkend worden dat
significante groep bewoners zich op sociaal wat mensen als leefbaar percipiëren sterk
vlak hoe langer hoe minder thuis voelt afhangt van de context waarin ze leven.
in de wijk waar ze vele jaren met plezier Een leefbare straat is voor een pakketleve-
hebben gewoond. Meerdere tegenstanders rancier of een nachtarbeider iets compleet
geven aan de wijk niet meer te herkennen anders dan voor een IT’er die van thuis
en/of er zich niet langer mee te identifi- uit kan werken of een grafisch ontwerper
ceren. Deze bewoners vertonen vaak de die zijn eigen uurrooster invult. Stedelijke
neiging om zich, al dan niet fysiek, uit de professionals mogen dan wel het vermin-
wijk terug te trekken. deren van autogebruik en parkeerplaatsen
vooropstellen als iets wat de leefbaarheid
‘Er zijn meer en meer van die mensen ten goede komt, belangrijk om te beseffen
die hier komen. Elk huis dat vrijkomt, is dat dit slecht een notie van leefbaarheid
dat te koop staat. Dat zijn van die echt betreft. In die zin zijn de claims die beide
alternatieve mensen. Dat zijn precies aliens, groepen maken zowel even legitiem als
hé. Je weet het wel, zo een invasie […] die even particulier.
volledig de rest wegpest. […] Ik ben weg
in september. Ik zie dat het alleen maar Dit betekent geenszins dat dient te worden
erger aan het worden is en ik ga mij daar verzaakt aan een ecologische agenda. De
niet meer goed voelen. Dat gaat niet. Nee, geschetste problemen in de inleiding met
bij veel mensen heb ik wel het gevoel dat ze betrekking tot volksgezondheid, klimaat
wegtrekken. En meestal van die mensen en percepties van leefbaarheid, duiden wel
die er echt wel al lang wonen. Maar het [het degelijk op een zekere pertinentie. Wel
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Addertjes onder het (kunst)gras P. 196

tonen onze resultaten aan dat iedere vorm


van maatschappelijke verandering, ook
ecologische transitie, sociale consequenties
voortbrengt. Aldus is het raadzaam bij de
transitie naar een ecologisch duurzame
toekomst ook oog te hebben voor de sociale
pijler van duurzaamheid, althans wanneer
men geen addertjes onder het gras wenst.

En hoewel Lab Van Troje steeds een bemid-


delende rol heeft proberen opnemen wan-
neer conflict ontstond en op zoek is gegaan
naar concrete oplossingen, moeten we
vaststellen dat in het Leefwijk-experiment
een significante groep bewoners met
sterke gevoelens van verdringing blijft
zitten. Misschien ligt de oplossing daarom
paradoxaal genoeg in minder praten en
meer luisteren, in minder concrete oplos-
singen en meer variatie in de fundamentele
opties die voor een straat genomen kunnen
worden. Luisteren naar tegenstanders is
belangrijk op het moment dat praten voor
hen geloofwaardigheid mist of gezien wordt
als de vaste wil om te overtuigen.

Concrete oplossingen aanreiken – zoals


Lab van Troje consistent probeerde te doen
– zal voor een aantal sceptische bewoners
zeker het verschil maken, maar in stedelijke
achterstandswijken waar processen van
marginalisatie met vele oorzaken al decen-
nialang actief zijn, zal dit niet volstaan. Troje gaf aan haar taak te hebben volbracht.
Letterlijk en figuurlijk ruimte creëren voor De opgave voor de volgende generatie
een democratisch debat over een transitie transitiedenkers ligt klaar.
naar duurzame mobiliteit en een ecologi-
sche stad zijn absoluut cruciaal, maar dat
gebeurt niet in een sociaal vacuüm maar in
een samenleving waarin groepen ongelijke Cedric Goossens (C.Goossens@UGent.be) is doctorandus
sociale posities innemen en dus niet met aan de vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek van
gelijke wapens strijden over hoe invulling de Universiteit Gent. Elisabet Van Wymeersch (Elisabet.
gegeven wordt aan stedelijke leefbaarheid VanWymeersch@uantwerpen.be) is doctoranda aan
en de straat als publieke ruimte. Lab van de onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling van de
Rooilijn Jg. 51 / Nr. 3 / 2018 Cedric Goossens, Elisabet Van Wymeersch, Stijn Oosterlynck P. 197

Brugse Poort als dense woonomgeving (foto: Fixatief vzw)

Universiteit Antwerpen. Professor Stijn Oosterlynck


(Stijn.Oosterlynck@uantwerpen.be) is stadssocioloog en
coördinator van het onderzoekscentrum OASeS aan de
Universiteit Antwerpen.

Literatuur
Stad Gent (2015) Gentse Leefstraten winnen Thuis in
de Stad-prijs , Gent
Thomas, W. & D. Thomas (1928) The child in America:
Behavior problems and programs , Alfred A. Knopf,
New York

You might also like