You are on page 1of 13

De bedelingen, een antwoord op kritiek 1

De bedelingen, een antwoord op kritiek

De Bijbel (photo credit: JERUSALEM POST)

Leest u ook regelmatig literatuur van en over de leer van de bedelingen, beter gekend als de
leer van het “dispensationalisme”? Dit zijn meestal 7 fasen (of zelfs negen volgens enkelen)
waarin God op verschillende manieren met Zijn schepselen omgaat. Verschillende manieren om
Zijn plannen en doel ten uitvoer te brengen. Dit is één van mijn kritische aantekeningen erbij. Het
zullen er rond de zes of zeven worden, naargelang hoe het verder verloopt. Bedenk wel, we
hebben geen enkel probleem met de scheiding Oud en Nieuw Verbond (Testament). Of dat er nog
een verbond was met Adam en Eva of met Noah. Daar gaat het dus niet om, u zal wel merken
waarover wel! Dit is een antwoord aan iemand met kritiek op onze visie, zijn identiteit is
natuurlijk weggelaten.

Dat we kritische opmerkingen in het leven geroepen hebben dat spreekt voor zichzelf. Het
bestaan van Israël als staat in het middenoosten staat bij ons niet in vraag. Wel of dit gebeuren
een daad is van God of gewoon een ontwikkeling met politieke achtergrond. We zijn de
overtuiging toegedaan dat we het laatste moeten aannemen. Hetgeen voor u ligt zal voor velen
wellicht nog andere vragen oproepen. Daar kunnen we mee leven, maar onze overtuiging is deze:
met de Wederkomst van de Heer zal er nog veel duidelijker worden dan wat het nu is!

Guido Biebaut 12/02/2018 Alle rechten voorbehouden


De bedelingen, een antwoord op kritiek 2

Dag X,

Je zegt; “Ons schrijven over vroege en spade regen hebben wij beiden beschreven als een
misvatting van sommige Pinksterfiguren, dus daar hoeven we het niet meer over te hebben.”
Vergeet niet dat behalve de Pinskstermensen, dit OOK door dispensationalisten is gebruikt, te
veel om goed te zijn. Wie die twee teksten op deze manier ziet, dat het in de tussentijd was alsof
de Heilige Geest maar met mate gewerkt heeft: die is bezig aan inlegkundige spitsvondigheden
om de waarheid geweld aan te doen. Laten we erover stoppen.

Dan zeg je dat ik dit schreef: “Maar dan zeg je: Spreken Paulus, Petrus, Jakobus over een
landbelofte?” Ja, dat klopt: maar die opmerking kwam er maar slechts nadat ik deze vragen
gesteld had aan jou, die ik ga herhalen. Die zijn zonder antwoord gebleven en je moet jezelf
durven in vraag stellen. Je merkt dat op dus: ik herhaal de vragen dan.

“Nu komen we tot een serieus onderwerp.

Drie vragen vooraf.

1°) Als je me zegt dat de landbelofte nooit gestopt is en me de drie teksten van Jezus aanhaalt die
dat eventueel zouden bewijzen, dan is mijn antwoord: Hij moest op dat moment van Zijn
driejarige prediking dat aan de orde brengen! En hadden ze hem in massa aangenomen dan zou
het rijk op aarde gevestigd zijn toen hij opstand uit de dood. Want dat moest in elk geval nog.
Maar dat liep niet zo af. Beloften die God geeft die zijn soms en ook in dit geval afhankelijk van
het geloof in hun God en de gehoorzaamheid. Dat is er nu absoluut niet in Israël. Bij welke van die
groepen moet ik het zoeken. Je mag er al de helft van de bevolking van schrappen die geloven
toch in niets dan in zichzelf. Een antwoord van jou en zal het met veel aandacht lezen?

2°) Heeft Paulus, Petrus of een andere wat aangegeven over landbeloften?

3°) Staat dat in Openbaring 20?”

Ik koppelde daar ook Hosea aan vast en Romeinen 9 aan. Dat was om deze reden: de 12
apostelen voldoen aan alle voorwaarden die God stelde om in het land terug te keren en zijn deel
erin te krijgen. Niet vergeten het waren wellicht met 1 uitzondering allen Galileeërs. Neen, ze
kregen geen deel aan het letterlijke land in die tijd. Maar werden in een ander land geplaats door
God, een geestelijke plaats en dat zou in strijd zijn met een letterlijke vervulling. Paulus en nog
veel anderen in het NT gaan dat op een geestelijk wijze uitleggen. Foutje van hen: neen, toch niet,
zij zijn geïnspireerd. Ik vertrouw die mannen!

Nu al die teksten die je me aangeeft die geloof ik ook allemaal. Maar je vergeet dat er
voorwaarden zijn in die belofte. Als deze twee voorwaarden niet vervuld zijn, komt daar niets van
in huis.

1°) Ze moeten eerst hun zonden beleden en God vergeeft ze.


De bedelingen, een antwoord op kritiek 3

2°) God zorgt ervoor zelf dat ze in het land komen, geen politiek gedoe.

Die twee zaken zijn niet vervuld voordat men is gaan rondbazuinen dat God zaken in “vervulling”
liet gaan in 1948. Luister goed ik heb er niets op tegen dat zionisten daar naartoe gegaan zijn: het
was niet God die hen riep, en hun bekering kwam niet voordien. Je weet toch zelf dat er drie
kleine groepen zijn die daar wonen en het gedoe niet aanvaarden: ze verwachten de Messias en
DAN zal Israël hersteld worden. Slechts dan zullen die groepen geloven en ook een tempel
bouwen, want een Messias die sterft is niets voor hen. Dat is omdat ze niet zoveel begrijpen van
wat de Messias doet! Dus dat even meerekenen in je uitleg. En in mijn vorige brief of die ervoor
heb ik duidelijk gemaakt dat als de Nieuwe Wereld er is NA DE WEDERKOMST, en het oordeel
over de goddelozen, dat staat allemaal in Openbaring 19, dat dan de Joden in Israël wonen. De
Belgen in België en de Nederlanders in hun land. Dat is de logica zelf die uit één tekst komen. Ik
ben hier nog eens met Paulus en dat blijft een goede leermeester, zo zelfs zeggen een toffe
vriend. Handelingen 17: “26 En Hij maakte uit één bloed heel het menselijke geslacht om op heel
de aardbodem te wonen; en Hij heeft de hun van tevoren toegemeten tijden bepaald, en de
grenzen van hun woongebied.” God bepaalde al die grenzen en ook wie zich zou bekeren, in dit
geval doet Paulus een poging filosofen te bekeren, niet eenvoudig! Dus iedereen zal wonen in zijn
eigen domein. Je neemt één citaat van mij maar vergeet de rest?

Alle teksten die je me geeft zijn ook mijn teksten om dat te zeggen wat ik hierboven zeg. Nu
hebben de moslims daar redelijk goed samengewoond met dat kleine aantal joden dat er steeds
is geweest tot Balfour met zijn tekstje kwam en roet in het eten gooide. Vertel me toch niet dat
administratief gezien en “wereldkundig” zij die daar woonden vanaf 700 na Christus, géén enkel
recht hebben om daar te wonen? Kom, kom, de Qur’an en de Hadith hebben veel goeds te
zeggen over die stad. En na de Wederkomst mogen ze met pak en zak vertrekken naar hun eigen
domein, maar ze zitten nu in deze kant voordat Jezus er is, nog daar.

Iets anders dan: het huidige Israël voldoet niet aan wat God van hen vroeg: absolute
gehoorzaamheid. Leg me eens uit waar kan ik dat vinden in dat land? In groene kleur geven we
mee wat die voorwaarde is die God zelf stelt: het gele verwijst naar de uitverkiezing door God.
Dat komt er vandaag op neer dat de joden zich tot Jezus de Messias moeten bekeren: de huidige
voorwaarde van God. We zitten toch in een andere bedeling, maar het principe blijft staan:
gehoorzaamheid aan de HEER. En vergeten we niet dat “ook de heidenen” uitverkoren zijn als ze
de wetten van de Nieuwe Mozes = Jezus opvolgen.

Ex.19:5: “Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt,
dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij.”

Deut. 4:20: “maar ú heeft de HEERE genomen en uit de ijzeroven, uit Egypte geleid, om
voor Hem tot een erfvolk te zijn, zoals het op deze dag is.”

Deut.7:6: “6 Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft
ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn
persoonlijk eigendom is”.
De bedelingen, een antwoord op kritiek 4

Deut.26:18: “En de HEERE heeft u heden doen verklaren dat u voor Hem een volk zult zijn
dat Zijn persoonlijk eigendom is, zoals Hij tot u gesproken heeft, en dat u al Zijn geboden
in acht moet nemen.”

Deut.28:9: “De HEERE zal u voor Zichzelf bevestigen tot een heilig volk, zoals Hij u
gezworen heeft, als u de geboden van de HEERE, uw God, in acht neemt en in Zijn wegen
gaat.”

1 Pet.2:9: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig
volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou
verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.”

Dat hierboven is het grote falen van het moderne Israël. Je zegt me verder dit als opmerking:
“Zo kan ik nog even doorgaan Guido, deze teksten spreken zo voor zichzelf dat geen hemels
Jeruzalem, geen Hagar en Sara verhaal, geen Levitisch of Melchizedeks priesterschap nodig is
om dit te verduidelijken. Overigens gaan al deze teksten over de door mij genoemde namen over
redding en heil, wet en evangelie, en staat in geen verband met ons gesprek over de landbelofte.”
X, wat doe je nu, je neemt dat aan wat je past: en de rest is onbelangrijk! Denk je nu echt wat ik
hieronder ga zeggen van ondergeschikt belang is aan de landbelofte. Probeer me dat eens uit te
leggen. Maar ik ga met jou voor de tweede maal naar Abraham, daar start de landsbelofte. Kijk
eens hoe dat is uitgelegd in de brief aan de Hebreeën.

Heb.11:10,13-16: “10 Want hij (Abraham) verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan
God de Bouwer en Ontwerper is. (…) 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de
vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en
begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. 14 Want
wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken. 15 En als zij aan het
vaderland gedacht hadden vanwaaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad
hebben om terug te keren. 16 Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels
vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij
had voor hen een stad gereedgemaakt.”

Dat is toch niet zo onduidelijk! We zien een tekst over een “stad” die deel uitmaakt van een
“beter land”, “een hemels land.” Abraham keek naar de “beloften” die “ver weg” van hem waren.
Alles toekomstmuziek, maar geloofde het allemaal en God rekende daar mee: hij is de vader van
alle gelovigen geworden die later door het offer van Jezus tot God willen komen. Ongeacht tot
welke stam of welk heidens volk hij of zij hoort. Die belofte is de landbelofte, (vergeet niet dat
Jeruzalem op een stuk land staat in de beloften) en toch zien we hier: dat is vervuld en je
kan
in dat land opgenomen worden door geloof in Jezus van Nazareth. Het
gaat op zich dus niet over het land Kanaän. Ook in Heb.12:22 zien we dat en verder ook in
Heb.13. Dat dit inderdaad over hetzelfde geval gaat is duidelijk: een geestelijke stad een geestelijk
land. Als dan die zaken in het Nieuwe Testament gezegd worden over de vervulling aan Abraham
zelf, dat het in een geestelijke zin is vervuld wat moet je doen? Toch niet tegen deze zaken in een
letterlijke vervulling voor zijn kinderen verwachtten? Die aartsvader zelf kreeg de geestelijke
De bedelingen, een antwoord op kritiek 5

vervulling van die belofte voordat de Wederkomt er zou zijn. Daarna heb ik geen probleem met
een letterlijke vervulling, zie hierboven, maar niet in een 1.000 jarig rijk, dat is een door mensen
uitgedachte tussenoplossing! En daarom ook nog iets waar ik al de nadruk op gelegd heb.

In Galaten 4 zegt God over Messias belijdende joden en Messias belijdende heidenen:

26 Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.
η δε ανω ιερουσαλημ ελευθερα εστιν ητις εστιν μητηρ παντων ημων
Maar Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder. (SV)
27 Want er staat geschreven: Wees vrolijk, onvruchtbare, die niet baart, breek uit in
gejuich en roep, u die geen barensnood kent, want de kinderen van de eenzame zijn veel
talrijker dan die van haar die de man heeft.
28 Wij nu, broeders, zijn kinderen van de belofte, net zoals Izak.
Rom. 9:7 Ook niet omdat zij Abrahams nageslacht zijn, zijn zij allen kinderen.
Maar: Alleen dat van Izak zal uw nageslacht genoemd worden.
Rom. 9:8 Dat is: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen van God, maar de kinderen
van de belofte worden als nageslacht gerekend.

Waarom wil je dan per se dat de joden naar Israël trekken. Voor welke van de groepen die er
naartoe gaan? Zowel voor jou als voor mij zijn de Messias belijdende joden van vandaag deze die
er het meeste recht op hebben. En toch zegt Paulus tegen al die joden die geloofden in zijn
dagen: doe je ogen open voor dat NIEUWE JERUZALEM. En ook van toepassing voor de Messias
belijdende heidenen waartoe wij behoren: ook wij zien naar dat NIEUWE JERUZALEM. Dat is de
reden waarom ik zo sterk naar dit kijk en niet naar wat er zich afspeelt in dat land aan de
Middellandse zee! Maar ik kom nog eens terug naar Abraham.

Als nu iemand die geroepen wordt en daarbij een onconditionele zegen ontvangt dat is wat
anders. Dat moet vervuld worden want het is als een speciale genade die iemand ontvangt van
God. Wat God gewild heeft, dat zal Hij volbrengen (Jes.46:10,11). Dat is het geval met Abrahams
belofte. God heeft bij die gelegenheid een eed gezworen (Gen.22:15-18 / Heb.6:13-20 / Luc.1:73).
Die belofte bestaat uit twee afzonderlijke delen. Als eerste was voorzegt dat Abraham tot een
groot volk zou worden. Wat ook vervuld is, want Israël werd een groot volk (Ex.32:10 /
Deut.9:14). (Dan zeggen we nog niets van die andere grote volkeren die uit Abraham ontstaan
zijn; de zonen van Ismaël en de zonen van Kethura de tweede - of derde vrouw? - van Abraham.
Zie Gen.21:17,18 / 25:1-11.)

Als tweede belofte aan Abraham zei God dat zijn naam groot zou worden. Ook dit is vervuld
want zowel voor het Joodse volk als de Christelijke gemeente is Abraham een zegen. En door
middel van zijn nageslacht, welke in de eerste plaats Christus is, zal zijn naam bekend worden
over de ganse mensheid. De gemeente zorgt voor die bekendheid. We mogen ons baseren op
Gal.3:8,14 en Hand.3:25 en redeneren dat dit geheel vervuld is.
De bedelingen, een antwoord op kritiek 6

Daarom dan de stelling dat veel voorzeggingen, ook waar dit niet is geformuleerd, in zich een
conditionele aard hebben. God zegt tot Mozes: “16 En de HEERE zei tegen Mozes: Zie, u gaat bij
uw vaderen te ruste; en dit volk zal opstaan en als in hoererij achter de vreemde goden van het
land waar het naartoe gaat, aan gaan, in het midden van dat land. Het zal Mij verlaten en Mijn
verbond, dat Ik ermee gesloten heb, verbreken. 17 Dan zal Mijn toorn op die dag tegen hen
ontbranden. Ik zal hen verlaten en Mijn aangezicht voor hen verbergen, zodat zij opgegeten
zullen worden; en veel verschrikkelijke dingen en noden zullen het volk treffen, zodat het op die
dag zal zeggen: Hebben deze verschrikkelijke dingen mij niet getroffen omdat mijn God niet in
ons midden is?” Deut.31:16,17 HSV. En zijn opvolger Jozua zegt tot het volk: “16 Als u het
verbond van de HEERE, uw God, dat Hij u geboden heeft, overtreedt, en andere goden gaat
dienen en u daarvoor neerbuigt, dan zal de toorn van de HEERE over u ontbranden en zult u
spoedig verdwenen zijn uit het goede land dat Hij u gegeven heeft.” Jozua 23:16 HSV. Zie het
antwoord van het volk op deze woorden in Jozua 24:16-22 en het antwoord van Jezus in
Mat.23:29-36. Het verbond gesloten met Israël is gebonden aan een vloek bij overtreding van de
afspraken.
Volgens Deuteronomium 29:12 HSV: “om het verbond van de HEERE, uw God, en Zijn
vervloeking, binnen te gaan, dat de HEERE, uw God, heden met u sluit.”
En Deuteronomium 29:14 HSV: “En niet alleen met u sluit ik dit verbond en deze vervloeking.”
Sleutelbegrippen in het bestuderen van de profetie zijn dan; verbond, geloof, berouw en
barmhartigheid van God, zowel voor Israël als de wereld daarbuiten. Een ongelovige Jood sluit
zich dus zelf uit van Gods verbond. HET “ANATHEMA” DAT DAARUIT VOLGT HEEFT HIJ OVER
ZICHZELF UITGELOKT (Joh.5:40 / 8:22,24 / Rom.2:28,29 / Opb.13:8). Ook de ongelovige Jood
moet zich bekeren tot Jezus en Zijn bloed als enige verlossing belijden (Mat.18:3 / 25:10).

Even de landbelofte erbij halen: moet dat echt en alleen letterlijk gezien worden omdat God er
een eed bij gezworen heeft en een eeuwigheidsformule. Ik herhaal wat ik al vroeger zei:
Het is niet omdat van sommige zaken in het Oud Testament is gezegd dat ze “heilig zijn”
of “geheiligd” door God dat ze niet zullen ophouden te bestaan.

1. Heilige gerei: Ex.40:9 / Num.31:6 / 1 Kon.8:4


2. Water: Num.5:17
3. De tempel van Salomo: Ps.65:4 / 1 Kon.9:3
4. De Aäronisch hoge priesterlijke orde: Ex.29:21
5. Het Levitische priesterschap: 2 Kron.35:3
6. Eerstgeborene: Num.3:13
7. De meest heilige plaats van het tabernakel: Ex.29:30,31
8. de ark: 2 Kron.35:3
9. berg: Jes.11:9
10. grond: Ex.3:5
11. heilige kledingstukken: Ex.28:2
12. tulband: Ex.29:6
13. vlees van de ram: Ex.29:31-33
14. zalf: Ex.30:25
De bedelingen, een antwoord op kritiek 7

15. fruit: Lev.19:23,24


16. tienden: Lev.27:30
17. Jeruzalem: Neh.11:1
18. Sabbat: Ex.20:11

En ook nog dit

* hun “eeuwig verbond” van Sinaï zal ophouden en is daadwerkelijk opgehouden


Lev.24:8  Jer.31:31-34  Heb.8:7,13
* hun “eeuwig priesterschap” zal ophouden en is daadwerkelijk opgehouden
Ex.40:15 (Lev.6:18)  Heb.7:11-17
* hun “eeuwige tempel” zal ophouden te bestaan en is daadwerkelijk opgehouden
Ezech.37:36  Opb.21:22
* hun “eeuwige offers” zullen ophouden en zijn daadwerkelijk opgehouden
Ex.31:16,17 (2 Kron.2:4)  Heb.9:10
* hun “eeuwige sabbat” zal ophouden en is daadwerkelijk opgehouden
Ex.31:16,17  Heb.4:3-7
Dit zijn “schaduwen van de werkelijkheid” (Col.2:16,17, wij parafraseren).
* Trouwens zelfs de stad Jeruzalem waarbij gezegd is dat ze “eeuwig” de stad van
de HEERE is, is vervangen door een hemels Jeruzalem:
Ps.48:8 / Jer.17:25  Opb.3:12 / 21:2
* Niet in het aardse Jeruzalem is God maar in het Nieuwe hemelse:
Ezech.37:26  Opb.21:22

En nog eens terug naar Abraham, er zijn dus drie dingen die niet uit het oog mogen verloren
worden, het zijn de belangrijkste:

1°) het heil der volkeren komt door Israël (Joh.4:22 / Hand.2:39 / Rom.3:1 / 9:3,4).
2°) het uitvoeren van Gods plan is door Abraham’s zaad; Christus en de gemeente
(Hand.4:12 / Opb.20:4).
3°) Abraham is ook “de vader” van de tot de Messias Jezus bekeerde Heidenen
(Gal.3:23-29)!
In zijn Zaad, Christus, ligt de vervulling van alles waar de mensheid naar verlangd heeft. Nationaal
herstel van alle volkeren (Ps.72:8-11). Dat ook staat er als een afgeleide profetie: wie in Hem zijn
geloof zal stellen zo iemand is al hersteld.

Om dit gedeelte af te sluiten deze punten zijn cruciaal, dat is de korte inhoud van Romeinen 9-
11: zeven belangrijke uitspraken op papier van een geïnspireerde volgeling van Jezus:

1. God is rechtvaardig: voor zowel joden als heidenen die geloven.


2. Israël is als eerste uitverkoren en blijft het ook. Heidenen die geloven zijn daarin
opgenomen, ingeplant, in één kudde, in een bouwwerk, in één lichaam en ga maar door!
De bedelingen, een antwoord op kritiek 8

3. Die verkiezing is van den beginne af al selectief geweest. Het wil duidelijk zeggen dat niet
elke afstammeling van Abraham door God zal aangenomen worden.
4. Het niet geloven in Christus was van de kant van Israël een enorme grote misstap. Ze
hebben toen voor alles en nog wat geijverd, eigenbelang, vriend met Rome, vriend met
zijn religieuze aanhang (4 soorten waar je uit kon kiezen) en ze verloren daarom de
goedkeuring van de Almachtige. Wat hen ontbrak was de loyaliteit aan God. Ze hebben de
woorden van de profeten niet verstaan maar ingekleurd met een eigen leerstellingen! Op
die wijze hebben ze hun exclusiviteit verloren als kinderen van “God.” Het gaat echter
sinds Jezus niet meer om zijn eigen redding te bewerken met het prestatief navolgen van
de wet, maar om het geloof in de redding door de Zoon.
5. God zal niemand redden die in Christus niet WIL geloven, wel uitsluitend diegenen die
zond belijdend tot Jezus gaan.
6. Het gehele gelovige Israël zal gered worden, en zo ook het gehele gelovige heidendom.
7. Iedereen die in de Zoon geloofd voor Zijn tweede komst die, zal gered worden. Alle
anderen gaan verloren.

Na al dit ga ik verder. Je zegt: “Voor mij Guido blijf je steken in soteriologische categorieën van
Wet en Evangelie, van een hemels en aards priesterschap, maar deze zaken hebben betrekking op
de heilsboodschap, waar ook Israël in zal delen bij Christus wederkomst, maar dat is een
verdieping en verrijking die de landbelofte met zich meedraagt.”

Ik ga er wat anders bij halen, zodat we een ander lichtpunt krijgen: ik ben al opgenomen in
dat Koninkrijk van Jezus. Col.1:13 HSV met parallelteksten: “Hij heeft ons (gelovige joden en
heidenen) getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet (sinds het kindschap van God is
ontvangen) in (niet In Jeruzalem of Palestina) het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde.”

13 Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk

van de Zoon van Zijn liefde.

Efez. 2:4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde,

waarmee Hij ons liefgehad heeft,

1 Thess. 2:12 Wij riepen u ertoe op waardig te wandelen voor God, Die u roept tot Zijn

Koninkrijk en heerlijkheid.

Matt. 3:17 En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn

welbehagen heb!

Matt. 17:5 Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een

stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen
De bedelingen, een antwoord op kritiek 9

heb; luister naar Hem!

2 Petr. 1:17 Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een

stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn

geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.

14 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de

zonden.

Hand. 20:28 Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige

Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te

weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed.

Efez. 1:7 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van

de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade,

Hebr. 9:14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest

Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode

werken om de levende God te dienen!

1 Petr. 1:19 maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en

onbevlekt Lam.

Ja en ook dat gaat om vervulling en het afschaffen van de wet van Mozes. Maar in volle bloei de
intrede van de Zoon van David op zijn troon. NIET IN HET LETTERLIJKE JERUZALEM!

Zou dat dan niet geldig zijn ondanks deze uitspraken.


Aangeraakt door de Heilige Geest gaat Petrus in zijn preek daar wat over zeggen.

Handelingen 2:32-34 van HSV met verwijzingen.

32 Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn.
Joh. 15:27 En u zult ook getuigen, want u bent van het begin af bij Mij.
Hand. 1:8 maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal;
en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria
en tot aan het uiterste van de aarde.
33 Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige
Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.
De bedelingen, een antwoord op kritiek 10

Hand. 5:31 Deze Jezus heeft God door Zijn rechter hand verhoogd tot een Vorst en
Zaligmaker, om Israël bekering te geven en vergeving van zonden.
Filipp. 2:9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam
geschonken boven alle naam,
Hand. 1:4 En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg
zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij,
van Mij gehoord hebt;
34 David is immers niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt: De Heere heeft
gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand,
Ps. 110:1 Een psalm van David. De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan
Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een
voetbank voor Uw voeten.
1 Kor. 15:25 Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft
gelegd.
Efez. 1:20 die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan
Zijn rechter hand zette in de hemelse gewesten,
Hebr. 1:13 En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn
rechter hand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een voetbank voor
Uw voeten?

En ik voel het als een plicht al die teksten door te geven die de vervulling van Psalm 110 niet
letterlijk gaan uitleggen maar geestelijk. Niet in het stadje Jeruzalem heeft Jezus Zijn rijk
opgericht, maar in de hemel. DAT, geestelijke rijk, is de vervulling van de Psalm volgens al die
mensen die ernaar verwijzen en volgens de Heer zelf, als Hij op Zijn proces moet getuigen. En het
zal later vandaar ook letterlijk op de aarde komen. In de toekomst, volgens de twee laatste
hoofstukken van de Bijbel.

Lukas 20:42 David zelf zegt namelijk in het boek van de psalmen: De Heere

heeft gezegd tegen mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,

Lukas 22:69 Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de

rechter hand van de kracht van God.

Handelingen Hij dan, Die door de rechter hand van God verhoogd is en de

2:33 belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft

dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.

Handelingen David is immers niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt: De

2:34 Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand,
De bedelingen, een antwoord op kritiek 11

Handelingen Deze Jezus heeft God door Zijn rechter hand verhoogd tot een

5:31 Vorst en Zaligmaker, om Israël bekering te geven en vergeving van

zonden.

Handelingen Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel

7:55 gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de

rechter hand van God.

Handelingen En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen,

7:56 staande aan de rechter hand van God.

Romeinen Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is, ja wat

8:34 meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechter hand van God

is, Die ook voor ons pleit.

Efeziërs 1:20 die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden

opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten,

Colossenzen Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die

3:1 boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechter hand van God zit.

Hebreeën Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn

1:3 zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord,

heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot

stand had gebracht, Zich gezet aan de rechter hand van de

Majesteit in de hoogste hemelen.

Hebreeën En tegen wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn

1:13 rechter hand, totdat Ik Uw vijanden neergelegd heb als een

voetbank voor Uw voeten?

Hebreeën De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo'n

8:1 Hogepriester hebben wij, Eén Die Zich heeft gezet aan de

rechter hand van de troon van de Majesteit in de hemelen.

Hebreeën maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden

10:12 geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand van

God.

Hebreeën terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en

12:2 Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het
De bedelingen, een antwoord op kritiek 12

vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande

veracht en zit nu aan de rechter hand van de troon van God.

1 Petrus Die aan de rechter hand van God is, opgevaren naar de hemel,

3:22 terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.

Hier ben ik omgekeerd tewerk gegaan. Ik gaf je eerst mijn argumentatie waarom deze kritiek
die je op mij geeft niet geldig is, je mist wat het Nieuws Testament duidelijk zegt over het rijk dat
God gesticht heeft en Zijn zoon laat besturen. Dit waren je opmerkingen: “Geen jood zal bij het
Messiaanse rijk denken alleen in geestelijke categorieën. De geestelijke vernieuwing van Israël
gaat samen met het herstel van de landbelofte, dat geheel doorgeestelijkt zal worden door het
hemelse Jeruzalem. Zo mag je ook het hemelse Jeruzalem als een doordrenking van het aardse
zien. Niet het aardse op zich, maar als Christus er het centrum van is. Maar het begint eerst met
een uitwendig herstel, kortom eerst het natuurlijke, dan het geestelijke.” Je beseft toch dat ik je
geen gelijk geef en hopelijk begrijp je ook het waarom! We moeten toch niet uitgaan van onze
grote verstandelijkheden om een profetie uit te leggen. Als die schrijvers van het Nieuwe
Testament iets uit de oude profeten aanhalen en er een geestelijk uitleg bij geven: wie ben ik dan
om te zeggen “dat kan in niet aannemen.” Als God die mensen geïnspireerd heeft, wat ik
onvoorwaardelijk geloof, dan zeg ik o.k. Heer, dat is moeilijk te vatten maar het komt van Jou. Ik
mag er alleen maar Amen op zeggen, waar zou mijn respect zijn voor die God die mij uit de
wereld getrokken heeft.

Geestelijke interpretatie blijkt voor velen een onmogelijkheid maar ze is het niet. We citeren
Kenneth Berding and Jonathan Lunde de editeurs van “Three Views on the New Testament Use of
the Old Testament”, Zondervan, 2008. Jonathan Lunde zegt in de inleiding:
“Sinds de NT-schrijvers aannemen dat Jezus de Heer en Messias is, die ook de rollen van zowel
Israël als de mensheid in de geschiedenis samenvat, worden patronen in zijn leven en bediening
die op de een of andere manier overeenkomen met gebeurtenissen, instellingen, groepen en
individuen in de OT gekenmerkt als "vervullingen" van de Schrift. Deze gangbare benadering van
het OT is zo dominant dat Goppelt dat afwijst "typologie is de methode voor het interpreteren van
de Schrift die in het NT overheerst en karakteristiek is."
Bijvoorbeeld, het typologische perspectief van Johannes stelt hem in staat te stellen dat de niet-
verbrijzeling van Jezus 'benen in Johannes 19:36 de Schriften "vervuld" met betrekking tot de
behandeling van het lichaam van het paaslam (Ex 12:46; Num 9:12). Evenzo kan Matthéüs
bevestigen dat de reizen van Jezus en zijn ouders van en naar Egypte Hosea 11: 1 "vervullen" en
de beschrijving van de uittocht van Israël uit Egypte (Mat.2:15). In Romeinen 9: 25-26 kan Paulus
wijzen op de bekering van de heidenen tot geloof in Jezus als de vervulling van de beloften die in
Hosea 1:10 en 2:23 zijn gedaan met betrekking tot de terugkeer van het noordelijke koninkrijk in
een verbondsrelatie met God na de verbanning naar Assyrië. Zo staat ook een typologisch
perspectief toe dat Johannes de Doper in Johannes 1:23 zichzelf identificeert als de voorloper die
de vervulling aankondigt van Jesaja's visioen van de terugkeer van het Zuidelijke Koninkrijk uit
Babylon (Jes 40: 3) en dat wel vijf eeuwen na zijn eerste vervulling. En de lijst gaat maar door."
(blz.20,21) Merk op dat “Goppelt dat afwijst” maar doe me eens een plezier en ga kijken wie die
De bedelingen, een antwoord op kritiek 13

man is op het net. Hij heeft geen reden van spreken of schrijven. Als ik hem als leermeester
aanneem moet ik veel uit de Bijbel schrappen.

Profetie laat ons ook geen eigenmachtige uitleg toe (2 Pet.1:20). De uitleggingen daarvan
behoren God toe (Gen.40:8). Daarom zijn ook de belangrijkste vervullingen in de Bijbel voor ons
opgetekend. De vervulling van profetie geeft vertrouwen op God (vb. Dan.5). Laten we het aan
God dan ook over om de verborgenheden te openbaren (Dan.2:29). En er zeker niet van uitgaan
dat wij het zoveel beter zouden weten dan de apostelen en discipelen van Christus die voor ons
onderricht de vervulling van een profetie (waar nodig) ook genoteerd hebben.

In elk geval bedankt voor de teksten van je collega. Ook bij hem mis ik het. Je zegt over hem hij
“heeft hier op uitstekende wijze met veel respect voor de opponent geschreven, een weerwoord
wat ik van harte onderschrijf.” Ja, hij heeft iets dat ik niet heb: mijn uitspraken zijn soms te scherp
gesteld. Kijk, zover kan ik hem wel volgen bij deze opmerking: “God is nl. geen zweverige God. Zijn
Schepping is concreet: de aarde, waarop wij met onze voeten in de klei staan. Zijn Koninkrijk heeft
een concreet aards adres: in Jeruzalem, waar God zijn Naam laat wonen. Daarheen zullen de
volkeren optrekken om Gods wegen te leren. De laatste bladzijde van de Bijbel spreekt zelfs nog
over deze concrete plaats, als het nieuw Jeruzalem voorgoed ‘’landt’’ in Israël.” Wat mis ik in zijn
verhaal, de nadruk op zaken die van ondergeschikt belang zijn. Ja, ik schud die woorden nog eens
van ondergeschikt belang, omdat de redding van God in de eerste plaats komt en dat Israël daar
ongehoorzaam was. In 70 na Christus is het verschrikkelijk gegaan. Dat ze stad en tempel
verliezen, maar de maat van de HEER was vol. Hebreeën 10:30 gaat daar op in: “Wij kennen
immers Hem Die gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere.
En verder: De Heere zal Zijn volk oordelen.” Ook zijn nieuwe kinderen, de gemeente van Christus,
werden en worden door diezelfde joden vervolgd. In de toekomst, bij de Wederkomst zal het
ganse gelovige Israël op de nieuwe aarde komen, al wie Jezus heeft aangenomen, en met hen
allen van diezelfde soort uit de heiligen. Elk volk op zijn eigen plaatsje. Dus ik mis ook bij hem wat
ik aan jou vroeg: waarom leggen Jezus en de andere schrijvers van het Nieuwe Testament zo
weinig, laat ik het scherper en harder stellen: geen nadruk op de letterlijk landsbelofte.

Ik zal maar stoppen het is al een serieus stuk geworden.

Groetjes,

Guido

You might also like