Professional Documents
Culture Documents
Inleiding:
Er wordt van uitgegaan dat de lezer enige notie heeft van het kaartspel.
Het is niet bedoeld als handleiding voor beginners. Begrippen als kopen,
overkopen e.a. bijvoorbeeld worden verondersteld gekend te zijn.
1. Het spel
Het spel start door het uitdelen van de 52 kaarten aan de vier spelers.
Men deelt als volgt: (6,7) (in sommige streken waagt men het om op een
andere manier te delen, zie diverse). Vooraleer de deler de laatste kaart
die hij aan zichzelf geeft omdraait wordt er door iedereen pas troel
gezegd. Als het troel is, moet de deler immers de laatste kaart NIET
omdraaien. Is het geen troel, dan draait hij de laatste kaart wel om. De
kleur van de kaart bepaalt dan wat troef is. Na het uitdelen zegt de
persoon die volgt op de deler in wijzerzin wat hij van plan is te doen. Ofwel
vraagt hij, ofwel past hij, ofwel doet hij iets speciaals.
Als iemand vraagt, geeft hij in feite aan dat hij min of meer goede kaarten
heeft en wacht verder op iemand die meegaat. De volgende speler heeft
nu als keuze (meegaan, passen of iets speciaals). Meegaan met de speler
in kwestie impliceert dan men samen minstens 8 slagen dient te halen. De
andere spelers kunnen nu enkel nog iets speciaals doen (miserie,
abondance, solo-slim). Als iemand vraagt en als er niemand meegaat of
iets speciaals doet, dan kan hij ofwel ook passen ofwel alleen gaan. In het
laatste geval dient hij minstens 5 slagen te behalen.
In het geval dat men met zn tweeen alle slagen haalt dan speelt men
zogezegd "rond en tellen de punten dubbel.
Speciale gevallen
- Troel: Dit wordt geroepen door de speler die 3 of meer azen in zijn bezit
heeft. Dit gaat praktisch boven alles (behalve solo-slim & miserie op
tafel). Heeft de speler 3 azen dan is de speler met de andere aas zijn
kompaan en dient met 8 slagen te behalen als men uitkomt met de
overblijvende aas wat dan ook troef is. Komt men niet uit met de vierde
aas dan moet met 9 slagen behalen. Nieuwe voorgestelde methode
om troel te spelen: Troel wordt gezegd (er wordt gezegd welke
kleur de ontbrekende aas heeft), maar de laatste kaart wordt
niet getoond (cfr. Pas troel). Voor de rest gaat het spel gewoon
verder: de speler na de deler (de deler = speler 1 en heeft 3
azen) komt uit met de kaart die hij wil. Heeft hij de vierde aas,
dan kan hij daar mee uitkomen (bijvoorbeeld om zijn kompaan
geen zand in de ogen te strooien en direct duidelijkheid te
scheppen). Heeft hij de vierde aas niet, dan moet hij te weten
zien te komen wie van speler 3 en 4 bij hem is. Hij zal dan
waarschijnlijk geen troef uitkomen en ook niet direct weten wie
1
Wiezen:spelregels en strategie
Solo-slim
Solo
Miserie op tafel
Troel
Voor 10-11-12 slagen
Miserie
Abondance
Vraag + meegaan alleen gaan (10 slagen met twee 7 slagen alleen)
Kleine miserie (niet algemeen aanvaard, zie verder)
Vraag + meegaan alleen gaan ( < 10 slagen met twee - < 7 slagen
alleen)
3. Puntentelling
2
Wiezen:spelregels en strategie
Haalt men het niet, dan betaalt men 1 punt voor het spelen en 1 punt voor
elke slag die men te weinig heeft behaald.
- Alleen gaan: 1 punt voor het spelen en 1 punt voor elke bijkomende slag.
Er is hier wel een maximum van 15 punten dat men kan verdienen (als
men 9 slagen haalt). Haalt men 10 of meer slagen, dan levert dit geen
extra punten op.
- Miserie: 15 punten (elke speler betaalt dus 5 punten). Bij miserie op tafel
is dit het dubbele (30 punten). Als er twee spelers (speler 1 en speler 2)
tegelijk miserie gaan en beide lukken hierin, dan krijgen ze elk 5 punten
van de twee andere spelers. Slaagt enkel speler 2 in zijn opzet, dan krijgt
hij 10 punten van de speler 2, speler 3 & 4 moeten niks betalen.
- Solo: 45 punten
Voor 10-11-12 slagen: Gaat men voor 10 slagen, dan krijgt men 12
punten. Voor 11 geeft 15 punten en voor 12 slagen krijgt men 18 punten.
3
Wiezen:spelregels en strategie
meegaat beslist dan of ze voor 9 slagen of niet. Beslist hij van wel, dan is
het aan de partij met harten of ze dit ook doen of niet. Doen ze dit, dan
moet de speler terug beslissen of hij voor 10 gaat of niet Kortom als je
wilt spelen in een lagere kleur dan zul je altijd 1 slag meer moeten halen
dan diegenen die zouden spelen in een hogere kleur. Vanaf 10 slagen kan
de speler die is meegegaan het woord geven (passe parole) aan de vrager
om te beslissen of ze al dan niet verder doen.
De speler na de deler kan eventueel wachten. Hij kan dan enkel meegaan
met iemand als dit nog mogelijk is. Hij kan voor de rest niks doen, dus ook
niks speciaals.
6. Diverse
Soms stelt men vast dat er ook gedeeld wordt als volgt: (4,4,5).
Als bij kleurenwiezen iedereen vraagt in een andere kleur, dan geldt er
de regel dat dit hetzelfde is als dat iedereen zou passen. Voor discussie
vatbaar.
Als iedereen past wordt de inzet van het volgend spel verdubbeld. Voor
discussie vatbaar.
Soms speelt men miserie op tafel als volgt: de eerste slag wordt
gesloten gespeeld. Hierna legt men pas de kaarten op tafel. Voor
discussie vatbaar.
Troel spelen: voorgestelde methode (in vet): aanvaardbaar?
Kleurenwiezen: vragen en naderhand meegaan met een andere kleur
mag ook met een "lagere" kleur... Stel: speler 1 vraagt ruiten, speler 2
vraagt harten, speler 3 gaat mee met speler 2, speler 4 vraagt
schoppen. Dan kan speler 1 nog altijd meegaan met speler 4. Volgens
mij kan dit niet.
7. Strategie
4
Wiezen:spelregels en strategie
8. Document geschiedenis