You are on page 1of 5

Cursus Solfge, Gehoorvorming en Algemene Muziekleer 1

Conservatorium Gent Geert Soenen


Bijlage Intervallen

INTERVALLEN

1. Wat is een interval?


De onderlinge verhouding tussen 2 tonen (het verschil in toonhoogte) wordt
interval (of toonsafstand) genoemd.

De akoestiek (of geluidsleer) beschouwt het interval als de samenklank van en


de betrekking tussen 2 tonen, uitgedrukt in de verhouding van de
trillingsgetallen van de beide tonen van het interval.

De muziekleer behandelt en classificeert de intervallen gemakshalve als


ruimtelijke begrippen.

2. De begrippen melodisch interval, harmonisch interval,


enkelvoudig interval, samengesteld interval, stijgend
interval en dalend interval
zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 71 Daniel Gistelinck
uitg. Aniscore

3. Stamtoonintervallen, de samenstelling van de


stamtoonintervallen, de transpositie van stamtoonintervallen,
de verkleining en vergroting van intervallen, de
samenstelling van verminderde en overmatige intervallen, de
samenstelling van intervallen in het atonaal toonsysteem
zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 72-75 Daniel Gistelinck
uitg. Aniscore

Merk op: prime, octaaf, kwint en kwart worden bestempeld als rein omdat de
frequenties van hun samengestelde tonen, in tegenstelling met de overige
intervallen, eenvoudige getalsverhoudingen vormen, respectievelijk 1:1, 1:2,
2:3 en 3:4.

4. Tabel van de enkelvoudige intervallen


(met dank aan Lucien Posman)
Cursus Solfge, Gehoorvorming en Algemene Muziekleer 2
Conservatorium Gent Geert Soenen
Bijlage Intervallen

5. Het verband tussen de intervallen en de toonladders


Het is van ontzettend groot belang dat de muziekstudent het verband ziet (en
daardoor heel snel op zicht de intervallen kan benoemen zonder de
samenstelling te moeten tellen) tussen de intervallen en de toonladders.
De intervallen tussen de tonica en de tonale trappen van de grote en kleine
tertstoonladders zijn REIN.
Cursus Solfge, Gehoorvorming en Algemene Muziekleer 3
Conservatorium Gent Geert Soenen
Bijlage Intervallen

De intervallen tussen de tonica en de modale trappen zijn GROOT in de grote


tertstoonladders en KLEIN in de kleine tertstoonladders.
Dus: voortaan moeten we weten dat c1-e1 een grote terts is omdat c (do) de
tonica en e (mi) de mediant zijn van do GROOT! (en niet alleen omdat het
interval c1-e1 bestaat uit 2 hele tonen).
Zo ook is c1-es1 een kleine terts omdat c (do) de tonica en es (mi b) de mediant
zijn van do KLEIN! (en niet alleen omdat het interval c1-es1 bestaat uit
anderhalve toon).

6. Diatonische en chromatische halve toon


Intervallen die voorkomen in diatonische toonladders worden diatonische
intervallen genoemd.
Intervallen die niet voorkomen in diatonische toonladders worden
chromatische intervallen genoemd. Deze ontstaan door chromatische
alteratie van n of meer toontrappen van de toonladder.

Voorbeeld: kleine en grote terts zijn diatonische intervallen; verminderde en


overmatige terts zijn chromatische intervallen.
Men spreekt van chromatiek wanneer tussen tonen van de (diatonische
toonladder) (ladder)vreemde, halve tonen gevoegd worden.
Bijvoorbeeld:

Wagner, Liszt, Reger en Franck zijn enkele namen van componisten die in hun
muziek veel gebruik maken van chromatiek.
Merk het verschil op tussen de chromatische en de diatonische halve
toon.
Wordt een halve toon gevormd door twee noten met verschillende naam (bijv.
e en f; fis en g), dan is hij diatonisch.
Wordt een halve toon gevormd door twee noten met dezelfde naam (bijv. d en
dis of g en ges) dan is hij chromatisch.
Een toon wordt onderverdeeld in 9 kommas.
De diatonische halve toon bevat 4 kommas.
De chromatische halve toon bevat 5 kommas.
Het is duidelijk dat bijv. gis1 dan 1 komma hoger ligt dan as1.

7. Enharmonisatie van intervallen


zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 76 Daniel Gistelinck
uitg. Aniscore
Cursus Solfge, Gehoorvorming en Algemene Muziekleer 4
Conservatorium Gent Geert Soenen
Bijlage Intervallen

8. Samengestelde intervallen
zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 76 Daniel Gistelinck
uitg. Aniscore

9. Omkering van intervallen


zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 77 en 78 Daniel Gistelinck
uitg. Aniscore

10. De indeling van de harmonische intervallen in consonanten


en dissonanten
zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 77-78 Daniel Gistelinck
uitg. Aniscore

DIT ZAL EEN HEEL BELANGRIJKE ROL SPELEN BIJ HET HERKENNEN VAN DE
INTERVALLEN (zie bij Gehoorvorming)

11. De oplossingstendens van dissonante intervallen


Cursus Solfge, Gehoorvorming en Algemene Muziekleer 5
Conservatorium Gent Geert Soenen
Bijlage Intervallen

zie Vademecum van de Algemene Muziekleer p. 79 en 80 Daniel Gistelinck


uitg. Aniscore

12. Steuntje
Kwarten en kwinten zijn altijd rein indien vr de beide tonen dezelfde
wijzigingstekens geplaatst zijn. Pas op: kwarten en kwinten bestaande uit de
noten si en fa vormen hierop een uitzondering!

13. Oefening: benoem de volgende intervallen (en intoneer!):

14. Meer oefeningen: zie ook bijlage Theoretische oefeningen


intervallen

Vergis je niet:
OP EEN FRACTIE VAN EEN SECONDE MOET JE EEN INTERVAL
KUNNEN BENOEMEN OF INTERVALLEN KUNNEN BOUWEN
VANUIT EEN OPGEGEVEN TOON.
DIT MOET JE SNEL KUNNEN OMDAT JE HIERMEE HET INZICHT
VERWERFT DAT NODIG IS OM GOED TE KUNNEN INTONEREN BIJ
A PRIMA ZINGEN!
JUIST INTONEREN BEGINT IMMERS BIJ JUIST DENKEN!

You might also like