You are on page 1of 10

6 VWO

biologie voor jou


uitwerkingenboek

BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW


vwo

auteurs
ARTEUNIS BOS
MARIANNE GOMMERS
ARTHUR JANSEN
ONNO KALVERDA
THEO DE ROUW
GERARD SMITS
BEN WAAS
REN WESTRA

VIJFDE EDITIE
MALMBERG S - HERTOGENBOSCH
www.biologievoorjou.nl

544184_BW.indd 1 09/01/15 15:08


1
THEMA

Voeding
BASISSTOF
1 Voeding 5
2 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 5
3 Gezonde voeding 6
4 Voedsel conserveren 7
5 Het verteringsstelsel van de mens 7
6 De chemische vertering 8
7 Resorptie 8

DIAGNOSTISCHE TOETS 10
EINDOPDRACHT 11
VERRIJKINGSSTOF 12
1
Uitgeverij Malmberg BASISSTOF thema 1 Voeding

THEMA
Voeding Mensen besteden slechts 4,7% van hun dag aan
het kauwen van voedsel terwijl chimpansees
ongeveer 48% van hun dag daarmee bezig zijn.

2
opdracht 1
1 Mensen eten gekookt voedsel en dat is gemakkelijker
te verteren dan het rauwe voedsel dat primaten eten. Voedingsmiddelen en
Om alle benodigde voedingsstoffen binnen te krijgen
hebben andere primaten een langer darmkanaal. voedingsstoffen
2 Planten hebben celwanden om hun cellen (die onder
andere cellulose bevatten). De celwanden zijn moeilijk
te verteren. Door het koken gaan de celwanden kapot
opdracht 2
waardoor de celinhoud vrijkomt.
3 Haar hersenen verbruiken 25 kJ 86 = 2150 kJ. 1 In ribosomen.
Dat is ongeveer een vierde deel. 2 Niet alle eiwitbronnen bevatten alle aminozuren die
4 nodig zijn voor de eiwitsynthese. De aminozuren die
niet door de mens zelf kunnen worden gesyntheti-
100
aantal neuronen ( miljard)

seerd (de essentile aminozuren), moeten uit het


voedsel worden opgenomen.
90 3 Door alleen mais te eten, krijgen deze mensen geen
tryptofaan en lysine binnen. Door alleen bonen te
80 eten, krijgen ze geen methionine binnen. Door een
combinatie van mais en bonen te eten, krijgen ze alle
essentile aminozuren binnen.
70
4 Er ontbreken dan essentile aminozuren in de voeding
waardoor ziekten kunnen ontstaan.
60 5 Nee, Ralph zal minder koolhydraten nodig hebben,
want hij gebruikt eiwitten als brandstof.
50 6 Als je grote hoeveelheden eiwitten eet, wordt het
teveel gedissimileerd. Je lichaam heeft dan minder
koolhydraten nodig als brandstof. Krijg je toch een
40 normale hoeveelheid koolhydraten binnen, dan wordt
het teveel aan koolhydraten omgezet in vet en
30 opgeslagen. Hierdoor kun je dik worden.
7 Een avocado bevat veel meer vetten en veel minder
koolhydraten dan een banaan. Vetten leveren per gram
20
meer energie dan koolhydraten. 1 g koolhydraat levert
17 kJ (= 4 kcal) en 1 g vet levert 37 kJ (= 9 kcal).
10

opdracht 3
0
0 20 40 60 80 100 120 140 1 Cholesterol is een vet en dus niet oplosbaar in water.
gewicht in kg Cholesterol kan alleen in het bloed worden vervoerd
als het is gebonden aan lipoprotenen.
5 Volgens de grafiek neemt het gemiddelde aantal 2 De cholesterol-HDL-ratio van deze patint is
neuronen in de hersenen toe met de toename van het (6,5 : 1,2 =) 5,4 mmol/L. De patint heeft dus een licht
lichaamsgewicht. verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
6 Waarschijnlijk is de hoeveelheid voedsel die een 3 Pindakaas levert minder verzadigde vetten en meer
gorilla op een dag kan verzamelen en eten niet onverzadigde vetten dan Edammer kaas.
voldoende om n een groot lichaam n grote hersenen Pindakaas levert geen cholesterol en Edammer
te ondersteunen. Door de hoge energiekosten van de kaas wel.
lichaamsgrootte, blijft er minder energie over voor de 4 Bij deze mensen maakt de lever te veel cholesterol
hersenen waardoor deze veel minder neuronen aan.
bevatten dan je zou verwachten. 5 Wanneer voedingsmiddelen onverzadigde vetten
7 Het gemiddelde aantal neuronen in de hersenen bevatten of wanneer er stoffen zijn toegevoegd aan
is veel groter dan je op basis van het lichaams- voedingsmiddelen die cholesterolverlagend werken
gewicht bij een primaat zou verwachten. (bijvoorbeeld plantensterolen).
Het aantal uren dat nodig is om voedsel te
verzamelen en te eten om zo voldoende energie
te verkrijgen om het lichaam en de hersenen te
ondersteunen, is in de praktijk niet haalbaar.

5
Uitgeverij Malmberg BASISSTOF thema 1 Voeding

Er komt meer grond beschikbaar voor het verbou-


opdracht 4
wen van voedselgewassen voor mensen waardoor
1 Water kan een functie vervullen als bouwstof, als meer mensen (zon 3 miljard) eten hebben.
oplosmiddel voor allerlei stoffen, als transportmiddel
en als middel om de lichaamstemperatuur te regelen.
opdracht 6
2 Woestijnratten komen aan voldoende water door het
opnemen van vast voedsel (dat vrijwel altijd water Practicum: Voedingsstoffen aantonen
bevat) en door dissimilatie (waarbij water vrijkomt).
3 De urine van woestijnratten is sterk geconcentreerd, Voedingsstof Indicator Kleur(verandering)
om zo het waterverlies te beperken.
4 Door de lagere osmotische waarde van het bloed en Eiwitten biureet-reagens van lichtblauw naar
blauwpaars
van andere vloeistoffen buiten de cel zullen de
lichaamscellen meer water opnemen. Hierdoor kunnen Glucose fehling-reagens van lichtblauw naar
ze beschadigen of barsten. oranje
5 In de wintermaanden valt er veel minder zonlicht op Zetmeel joodoplossing van lichtbruin naar
de huid dan in de zomermaanden. Daardoor wordt er blauwzwart
s winters minder vitamine D in de huid gevormd. Vitamine C DCPIP- van donkerblauw naar
Vitamine D is belangrijk voor een goede opbouw van oplossing kleurloos
beenderen. Daarom geven veel ouders hun opgroei- Vetten sudan-III- alleen in het vet:
ende kinderen in de wintermaanden extra vitamine D. oplossing oranje
6 Doordat enzymen bij de stofwisselingsprocessen niet
worden verbruikt, kan n enzymmolecuul steeds
opdracht 7
opnieuw substraatmoleculen laten reageren. Daardoor
zijn er van enzymen slechts zeer kleine hoeveelheden Practicum: Voedingsstoffen in voedingsmiddelen
nodig. Van spoorelementen die bestanddelen vormen aantonen
van enzymen zijn dan ook zeer kleine hoeveelheden Ter beoordeling aan je docent.
nodig in je voeding.

3
7 Met het drinken van twee glazen melk per dag krijg
je 45% van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid
calcium binnen. Gezonde voeding
opdracht 5
opdracht 8
1 Doordat er meer mensen zijn en doordat mensen door
het stijgen van de welvaart meer vlees gaan eten, 1 Voor de opbouw van botten zijn onder andere kalk en
moet de landbouwproductie sterker groeien om vitamine D nodig. Je moet dan voedingsmiddelen
voldoende voedsel en voer te produceren. gebruiken uit vak 3 (vlees, vis, sojaproducten en
2
 Voor de productie van vlees worden gewassen melkproducten) en uit vak 4 (vetten).
gebruikt zoals mais, soja en graan die ook direct door 2 Zonnebloemolie bevat minder verzadigde vetzuren en
mensen kunnen worden gegeten. Er kunnen dan veel meer onverzadigde vetzuren dan vast frituurvet.
meer mensen van leven doordat er geen energie 3 Dat de energiebehoefte bij meisjes vanaf 16 jaar
verloren gaat. Bovendien blijft er zo ook meer gemiddeld niet meer toeneemt, hangt samen met het
landbouwgrond over voor de productie van landbouw- feit dat meisjes dan vaak zijn uitgegroeid. Jongens van
gewassen. 16 jaar zijn dan nog niet uitgegroeid.
3 De omzettingsfactor is voor insecten veel gunstiger 4 Drie voorbeelden van processen van het basale
dan voor vlees van zoogdieren. Hierdoor blijven er metabolisme zijn de hartslag, de ademhalings-
meer landbouwgewassen over die door mensen bewegingen en de peristaltische bewegingen van het
kunnen worden gegeten. Er is dus meer voedsel darmkanaal.
beschikbaar voor alle mensen. 5 Deze baby moet per dag minimaal
4 Op veel plaatsen worden bossen en oerwouden gekapt (4 1,8 = 7,2 g : 12 =) 0,6 L moedermelk drinken om in
om landbouwgrond te verkrijgen waarop veevoer kan ieder geval in de dagelijkse behoefte aan eiwitten te
worden verbouwd. Om met insecten evenveel eiwit te voorzien.
produceren, hoeft minder voer te worden verbouwd. 6 Bij de Schijf van Vijf zijn alle voedingsmiddelen
Daardoor hoeven er minder bossen en oerwouden te ingedeeld in vijf vakken. De actieve voedingsdrie-
worden gekapt. hoek heeft negen vakken: acht groepen voedings-
5 Voorbeelden van voordelen zijn: middelen en n vak voor lichaamsbeweging.
Het bespaart afvalverwerkingskosten. De voedingsstof die je volgens de actieve
Doordat er voor varkens al voldoende voer beschik- voedingsdriehoek het meest moet binnenkrijgen,
baar is (ons afval), zal het aantal velden dat wordt is water.
gebruikt voor het telen van veevoer niet meer Bij de actieve voedingsdriehoek staan fruit en
groeien. Hierdoor kunnen bossen en oerwouden groenten in verschillende vakken. Het vak met
worden gered. groenten is iets groter dan het vak met fruit.
6
Uitgeverij Malmberg BASISSTOF thema 1 Voeding

De actieve voedingsdriehoek heeft een restgroep 6 Micro-organismen hebben water nodig voor hun
(tussendoortjes). Producten die in deze groep ontwikkeling en dat ontbreekt in deze voedings-
thuishoren, moet je weinig gebruiken. middelen.
7 Ter beoordeling aan je docent. 7 Hierdoor wordt de osmotische waarde van het voedsel
veel hoger. Er wordt dan water onttrokken aan de
micro-organismen. Hierdoor kunnen deze zich dan
opdracht 9
niet meer vermenigvuldigen.
Ter beoordeling aan jezelf. 8 E200 en E210 worden gebruikt als conserveermiddel
en E952, E950 en E954 worden gebruikt als zoetstof.
9 De ziekteverschijnselen die worden veroorzaakt door
opdracht 10
deze micro-organismen zijn vaak mild. Daardoor
Practicum: Een gezond gewicht? krijgen ze minder aandacht dan salmonella en
Resultaten: Ter beoordeling aan jezelf. campylobacter, die minder ziektegevallen maar
Conclusie: Ter beoordeling aan jezelf. ernstigere klachten veroorzaken.
Discussie: De resultaten zijn betrouwbaar als je bent

5
uitgegroeid en een gemiddelde lichaamsbouw hebt.
De resultaten kunnen onbetrouwbaar zijn doordat je
nog niet bent uitgegroeid, doordat je groter of gespier- Het verteringsstelsel
der bent dan gemiddeld of doordat je lichaamsbouw
kleiner is dan gemiddeld. van de mens
opdracht 11
opdracht 13
1 Het kan zijn dat iemand met een gezond gewicht niet
voldoende van alle voedingsstoffen binnenkrijgt. 1 Bij rawfoodisme pureert men bijna alle voedingsmid-
Hierdoor kunnen ziekten ontstaan. delen in de blender voordat ze worden gegeten. Deze
2 Maarten heeft in verhouding meer spierweefsel dan mechanische bewerking verkort de tijd die nodig is om
vetweefsel. Daardoor weegt hij veel, maar heeft hij het voedsel te kauwen en het verkort de verteringstijd.
toch een gezond gewicht. (De BMI-index houdt geen 2 Op de plaatsen P in afbeelding 39 trekken de
rekening met de verhouding van vet-, spier- en kringspieren zich samen en op de plaatsen Q de
botweefsel.) lengtespieren.
3 Plantaardig voedsel bevat veel voedingsvezel.

4
Voedingsvezel bevordert een goede darmperistaltiek.
4  Het totale oppervlak van het voedsel wordt
Voedsel conserveren vergroot, zodat enzymen er beter op kunnen
inwerken.
Het voedsel wordt gemengd met speeksel, zodat
je het beter kunt inslikken.
opdracht 12
5 Gekookt voedsel is gemakkelijker te kauwen,
1 Door voedsel te verhitten, worden micro-organismen waardoor de kaken en kiezen bij Homo habilis minder
gedood waardoor de kans op voedselvergiftiging en ontwikkeld zijn.
voedselinfectie veel kleiner is. 6 Tijdens drinken of eten zijn huig en strotklepje
2 In een ongeopend pak gesteriliseerde melk zijn geen gesloten. Als je dan in de lach schiet, worden huig en
micro-organismen aanwezig. Als het pak is geopend, strotklepje door een luchtstoot opengeduwd. Als er
kunnen micro-organismen uit de lucht in de melk daardoor drank of voedsel in de luchtpijp terechtkomt,
terechtkomen. Door de melk in de koelkast te verslik je je.
bewaren, wordt de toename van het aantal micro- 7 Als je op je hoofd staat, kan er voedsel van je mond in
organismen wel geremd maar niet gestopt, waardoor je maag komen doordat de peristaltische bewegingen
de melk na een aantal dagen gaat bederven. het voedsel omhoog duwen.
3 Yoghurt is langer houdbaar doordat enzymen van 8 De peristaltische beweging in de slokdarm kan ook
micro-organismen minder actief zijn bij een lage van de maag in de richting van de keelholte gaan. Dit
zuurgraad. Het aantal micro-organismen neemt dan is bijvoorbeeld het geval bij braken.
maar langzaam toe. 9 Een snellere en krachtigere darmperistaltiek kun je
4 Yoghurt bevat minder energie doordat melkzuur- merken aan buikkrampen en aan diarree.
bacterin energierijke stoffen (vetten, koolhydraten) 10 Hierdoor verlaten de giftige stoffen snel het lichaam
uit de melk hebben verbruikt. en wordt de opname van deze stoffen in het bloed
5 De samenstelling van de gassen is anders. De verpak- tegengegaan.
king bevat bijvoorbeeld veel meer koolstofdioxide of
veel meer stikstof. Onder deze omstandigheden
kunnen micro-organismen niet of minder goed leven.

7
Uitgeverij Malmberg BASISSTOF thema 1 Voeding

6 De chemische
vertering
6 Als je voldoende lactase kunt aanmaken, stijgt de
bloedsuikerspiegel na inname van lactose doordat
lactose wordt omgezet in galactose en glucose.
Als je geen lactase kunt aanmaken, stijgt de bloed-
suikerspiegel niet.
7 Calcium.
opdracht 14
opdracht 16
1 Ja, want tijdens het transport van voedsel door de
slokdarm blijft de amylase uit speeksel werkzaam. Practicum: De werking van speeksel
2 Pepsine breekt eiwitten af en dus ook de amylase. De resultaten en de conclusie zijn ter beoordeling
3 1 = produceren gastrine aan je docent.
2 = gastrine

7
3 = produceren maagsap
4 = zoutzuur
4 Er is sprake van negatieve terugkoppeling, want de Resorptie
productie van gastrine neemt af zodra de pH van de
maaginhoud door de afgifte van zoutzuur lager wordt
dan 3.
opdracht 17
5 De juiste volgorde is: 6 4 1 5 3 2.
6 De enzymen worden in een inactieve vorm (het 1 Het oppervlak van de dunne darm van een coeliakie-
pro-enzym trypsinogeen) gesynthetiseerd. patint heeft geen darmvlokken. Daardoor is het
De pro-enzymen worden omgeven door een oppervlak kleiner. De patint kan ziek worden doordat
membraan/verpakt in secretiegranula. hij minder voedingsstoffen kan opnemen uit de
7 De maagportier opent zich als de voedselbrij in de voedselbrij.
twaalfvingerige darm licht basisch is geworden. De 2 De lymfevaten van de darmvlokken verenigen zich tot
maagportier sluit zich als de voedselbrij in de twaalf- grotere lymfevaten die uiteindelijk uitkomen in een
vingerige darm zuur is geworden. groot lymfevat: de borstbuis. Deze mondt uit in de
8  Secretine: stimuleert de lever tot de productie van sleutelbeenader. Zo worden de geresorbeerde
gal en de alvleesklier tot de secretie van natrium- monoglyceriden en vetzuren opgenomen in het bloed.
waterstofcarbonaat (NaHCO3). 3 Door het grote oppervlak van de wand van de dunne
Cholecystokinine: stimuleert de galblaas tot de darm (door de lengte, darmplooien, darmvlokken en
afgifte van gal en de alvleesklier tot de secretie microvilli) is de opname van alcohol in de dunne darm
van enzymen. het grootst.
9 Natriumwaterstofcarbonaat (NaHCO3) neutraliseert 4
De buikkrampen worden veroorzaakt door een snellere
HCl, waardoor de pH in de twaalfvingerige darm stijgt. en krachtigere darmperistaltiek dan normaal.
10 Door de vertering van vetten komen er steeds meer 5 Ja. Bij toename van de Na+-ionenconcentratie wordt de
vetzuren vrij en door de vertering van eiwitten opname van glucose door de weefsels van het darm-
ontstaan er steeds meer aminozuren. Zuren hebben kanaal hoger. Een ORS-oplossing bevat onder andere
een pH lager dan 7, waardoor de pH van de inhoud van NaCl dat geoniseerd is in Na+-ionen en Cl-ionen.
de dunne darm lager wordt dan 8. Hierdoor wordt de concentratie Na+-ionen in het
darmkanaal hoger. De binding aan de bindingsplaat-
sen van de membraaneiwitten verloopt dan sneller.
opdracht 15
Hierdoor worden Na+-ionen en glucose sneller door
1
Bij bevolkingsgroepen die hun hele leven lactase het celmembraan de cel in getransporteerd.
aanmaken, kan er een mutatie hebben plaatsgevon- 6 De uitspraak is juist. Glucose verhoogt de osmotische
den waardoor de dunne darm ook na de eerste levens- waarde in het darmkanaal, waardoor er water vrij kan
jaren lactase blijft produceren. komen uit het darmslijmvlies. Het waterverlies van het
2 Bij het grootste deel van de wereldbevolking lichaam neemt dan toe.
produceert de dunne darm na het derde levensjaar 7 De uitspraak is niet juist. Nadat alanine in weefsel-
steeds minder lactase. vocht is opgenomen, verhoogt het de osmotische
3 Doordat bacterin in zure melkproducten lactase waarde van het weefselvocht.
produceren, is een deel van de lactose in de melk- 8
De uitspraak is juist. De opname van Na+-ionen is
product al verteerd. afhankelijk van het beperkte aantal transporteiwitten
4 Wanneer lactose niet wordt verteerd, wordt er (door voor glucose. Door gebruik te maken van transport-
osmose) veel water opgenomen in de dunne darm. eiwitten voor zowel glucose als voor aminozuren,
(Hierdoor ontstaat diarree.) kunnen per tijdseenheid meer Na+-ionen worden
5
Bacterin van de darmflora breken lactose in de opgenomen.
dikke darm af.

8
Uitgeverij Malmberg BASISSTOF thema 1 Voeding

opdracht 18
1 De kleverige stof bevat ook enzymen (om insecten te
verteren).
2 Een snavel is lichter dan kaken met tanden. Om te
vliegen is het een voordeel om zo licht mogelijk te zijn
gebouwd.
3 Met behulp van ingeslikte steentjes wordt het voedsel
in de spiermaag mechanisch fijngemaakt.
4 De maagcellen van de zeester scheiden verteringssap
met enzymen uit die de mossel verteren. Nadat de
zeester de vloeibare inhoud heeft opgenomen, trekt
hij zijn maag terug.
5 Spinnen verteren hun prooi grotendeels buiten het
eigen lichaam.
6 Het voedsel passeert zo twee keer het darmkanaal
en kan daardoor verder worden verteerd.
Darmbacterin verrijken het voedsel bij de eerste
passage met allerlei voedingsstoffen die het konijn
bij de tweede passage opneemt.
7 Het paard kan de voedingsstoffen die vrijkomen bij de
vertering van de micro-organismen daardoor niet
benutten.
8 De darmen van de panda zijn niet gebouwd om
plantaardige cellen af te breken. Het verteringsproces
is hierdoor niet efficint. Een panda moet heel veel
plantaardig voedsel eten om aan voldoende energie te
komen. Een tekort aan voedsel is daardoor al snel
fataal.

9
Uitgeverij Malmberg DIAGNOSTISCHE TOETS thema 1 Voeding

Diagnostische toets 4 Alvleessap.


5 Voor de voedselbrij: van P naar Q.
6 Achter de voedselbrij: van S naar R.
7 De huig.
DOELSTELLING 1 8 De maagportier is dicht.
1 Ja. 9 In deel 11. De vertering is in de dunne darm
2 Water. grotendeels voltooid, zodat water en voedings-
3 Water. De tabel geeft de voedingswaarde van witlof stoffen kunnen worden opgenomen in het bloed.
per 100 g. De overige voedingsstoffen wegen bij De lintworm kan in de dunne darm deze stoffen
elkaar zon 4 g. 100 g witlof bevat dus ongeveer 96 g opnemen.
water. 10 In de dikke darm.
4 
Ja. Voedingsvezels zijn voornamelijk koolhydraten 11 In de delen 11 en 12.
(bijvoorbeeld cellulose) afkomstig uit de celwanden 12 Van deel 11 (dunne darm).
van plantaardige voedingsmiddelen. 13 Nee. Van de patinten die werden behandeld met
5 
De eiwitten in koemelk bevatten meer essentile antibiotica zijn na een jaar nog ongeveer
aminozuren voor de mens dan de eiwitten in soja- 40 personen genezen. (In eerste instantie zijn
bonen. 0,9 52 = 46,8 personen genezen. Daarvan zijn na
6 
Ja. Vetten zijn belangrijke bouwstoffen in het lichaam een jaar nog 0,85 46,8 = 39,78 personen genezen.)
(onder andere van celmembranen). Van de patinten die werden behandeld met
7 
Door diarree treedt uitdroging op. Dit leidt tot zuurremmers zijn na een jaar nog ongeveer
transportproblemen, waardoor een tekort aan 5 personen genezen. (In eerste instantie zijn
voedingsstoffen en zuurstoftekort kan optreden in de 0,75 52 = 39 personen genezen. Daarvan zijn na
hersenen. een jaar nog 0,13 39 = 5,07 personen genezen.)
8 
Aminozuur g. (Er is meer van dit aminozuur nodig
voor de eiwitsynthese.)
9 
Ouderen boven de 70 jaar gaan meestal weinig naar DOELSTELLING 5
buiten en maken daardoor te weinig vitamine D aan 1 
B. (Pepsine is alleen werkzaam bij een lage pH; in de
in de huid. twaalfvingerige darm wordt de pH van de voedselbrij
licht basisch.)
2 C. (R = maltose; enzym P = amylase; enzym Q =
DOELSTELLING 2 maltase.)
1 
Nederlandse jongeren krijgen meer energie (kJ) 3 D. (Een bruine boterham bevat onder andere zetmeel
binnen via hun voeding. Ze verbruiken minder en eiwitten. Bij het passeren van het maagportier zal
energie doordat zij minder zijn gaan bewegen. nog niet al het zetmeel zijn verteerd tot maltose.)
2 100 g pizza levert 852 kJ. 4 D.
350 g pizza levert 3,5 852 kJ = 2982 kJ. 5 C. (Onder invloed van amylase uit speeksel wordt
3 Dat duurt ongeveer 2982 : (4 kJ 60 minuten) = zetmeel verteerd. Zetmeel geeft met joodoplossing
12,425 = 12,4 uur. een blauwzwarte kleuring. Alleen in het buitenste
4 Je moet 2982 : (50 kJ 60 minuten) = 0,994 = gedeelte is het zetmeel niet verteerd; dit gedeelte
ongeveer 1 uur wielrennen. wordt blauwzwart.)
5 De pizza levert 3,5 550 = 1925 mg natrium. 6 D.
6 Daarvoor is 1,925 g : 0,4 g = 4,8 g keukenzout aan de 7 A.
pizza toegevoegd.
7 Hij krijgt dan 100 : 1,5 g 1,925 g = 128,3% van de
dagelijkse aanbevolen hoeveelheid natrium binnen. DOELSTELLING 6
(Dat is 28,3% te veel.) 1 
Om het transport van glucose mogelijk te maken,
8 Een pizza van 350 g levert 3,5 3,0 = 10,5 g is een Na+-gradint nodig met in de cel een lage
verzadigd vet. Daarmee is de maximale aanbevolen concentratie Na+. De Na+ die tegelijk met glucose de
hoeveelheid verzadigd vet zowel bij mannen als bij cel in gaat, moet weer naar buiten. Dat gebeurt door
vrouwen niet overschreden. de natrium-kaliumpomp. Voor dit transport is energie
nodig in de vorm van ATP.
DOELSTELLING 3 2 Actief transport.
1 C. 4 D. 3 Passief transport.
2 A. 5 B. 4 Alleen als gevolg van proces 2.
3 B. 6 A. 5 1 = zetmeel
2 = lactose, sacharose
3 = maltose
DOELSTELLING 4 4 = fructose, galactose, glucose
1 
Kauwen. 5 = lipiden
2 
Plantencellen bezitten een celwand die moeilijk te 6 = glycerol, vetzuur met korte keten
verteren is voor mensen. 7 = monoglyceride, vetzuur met lange keten
3 Met nummer 3. 8 = triglyceride
10
Uitgeverij Malmberg EINDOPDRACHT thema 1 Voeding

Eindopdracht
opdracht 1

Zelfregulatie Zelforganisatie Interactie Reproductie Evolutie

Molecuul 2 10
Cel 4 1 3
Orgaan 6, 8
Organisme 5 9 11 7
Populatie 12
Ecosysteem
Biosfeer

opdracht 2
1 B.
2 De nummers 1 en 3 (speeksel en alvleessap bevatten
amylase).
3 Een grote hoeveelheid van de amylase is in de maag
afgebroken/verteerd (door pepsine). In de dunne darm
is een deel van het opgenomen zetmeel (blijkbaar) nog
niet verteerd.
4 Glucose.

opdracht 3
1 Uit het antwoord moet het volgende blijken:
Vetrijk voedsel leidt tot verlaging van het GnT-4a-
gehalte, waardoor er minder Glut2-transporteiwit
in het celmembraan van de -cellen in de eilandjes
van Langerhans worden verankerd.
Hierdoor wordt minder glucose de cel in getrans-
porteerd, waardoor er minder ATP wordt gevormd.
Het gevolg is dan dat de K+-poorten niet sluiten.
Hierdoor (vindt er geen verandering van de
membraanpotentiaal plaats en) wordt er minder
Ca2+ opgenomen.
Ca2+ is nodig is voor de afgifte/secretie van
insuline.
2 A.
3 C. (21 van de 51 aminozuren zijn essentile amino-
zuren (zie Binas 67H1 en 67K4). 100 : 51 21 = 41,2%.)

11
Uitgeverij Malmberg Verrijkkingsstof thema 1 Voeding

Verrijkingsstof

1  e werking van de
D
verteringsenzymen

opdracht 1
1 Van condensatie(reacties).
2 De massa van het zetmeelmolecuul is kleiner dan de
totale massa van de gevormde glucosemoleculen. Bij
de splitsingsreacties zijn watermoleculen betrokken.
De massa hiervan maakt deel uit van de massa van
de glucosemoleculen.
3 In een lysosoom.
4 De bindingen tussen een koolstofatoom en een
stikstofatoom worden verbroken.
5 De fragmenten met R1 en R2 kunnen een radioactief
zuurstofatoom bevatten. Bij elke hydrolytische
splitsing van een peptidebinding bindt het OH-ion
zich aan het C-atoom. Aan het stikstofatoom van het
fragment met R3 bindt zich alleen een H+-ion.
6 De bindingen tussen een koolstofatoom en een
zuurstofatoom worden verbroken.
7 Zowel in het vrijgekomen glycerol als in de vrijgeko-
men vetzuren kunnen radioactieve waterstofatomen
worden aangetroffen. Bij elke hydrolytische splitsing
van een vet bindt het OH-ion zich aan het vetzuur.
Het H+-ion bindt zich aan glycerol.
8 Alleen op plaats 2, want een carboxypeptidase kan
alleen peptideverbindingen verbreken aan de
carboxylkant van het eiwit. (Op plaats 1 bevindt zich
geen peptidebinding.)

12

You might also like