DIAGNOSTISCHE TOETS thema 3 Voortplanting

Diagnostische toets
DOELSTELLING 1

1
2
3
4

DOELSTELLING 7

1
2
3
4
5
6
7

Het hebben van tepels en borstweefsel.

De nummers 2 en 4.
Secundaire geslachtskenmerken.
Nummer 5.

DOELSTELLING 2

3
4
5

Op de lichtere kleur van de bodem van de Sand Hills

vallen de lichtgekleurde muizen minder goed op. Zij
hebben een betere aanpassing aan hun omgeving
dan de donkergekleurde muizen, waardoor ze een
grotere kans hebben om te overleven en zich voort te
planten.
Nee, want op de donkere ondergrond paren
de donkere muizen met elkaar en op de lichte
ondergrond de lichte muizen.
Bij de eenden.
De mannetjes bij deze soorten zijn vaak veel groter
dan de vrouwtjes.
Dit gedrag wordt balts genoemd.

DOELSTELLING 8

1
2
3
4
5
6
7
8

1
2

A.
C.
D.
C.
D.

DOELSTELLING 4

1
2
3
4
5
6
7

C.
B.
D.
A.
B.
C.
A.

DOELSTELLING 5

1
2
3
4

C.
D.
A.
C.

Onder seksualiteit verstaan we gevoelens en

handelingen die een rol spelen bij lust en opwinding.
Lichaamsversieringen worden vaak gedragen om
meer aandacht te trekken van een eventuele partner.
Ook kan iemand met lichaamsversieringen zijn
seksuele identiteit benadrukken.
Mensen met een androgyn uiterlijk hebben gelaatstrekken die lijken op iemand van de andere sekse.
De misvatting is dat veel mensen denken dat als een
man er als een vrouw en als een vrouw er als een
man uitziet, zij homoseksueel zijn. Een androgyn
uiterlijk heeft niets te maken met seksuele voorkeur.
Mensen die zich androgyn voelen, hebben vaak
geen specifieke voorkeur voor het ene of het andere
geslacht.
Door de opname bevond de patinte zich in een
afhankelijke situatie, waardoor zij mogelijk niet
durfde te zeggen dat ze geen relatie wilde of niet in
staat was de situatie te overzien.

DOELSTELLING 10

1
2
3
4
5
6
7
8

DOELSTELLING 6

1
2
3
4
5
6

Onjuist.
Onjuist.
Juist.
Onjuist.
Juist.
Juist.
Onjuist.
Juist.

DOELSTELLING 9

DOELSTELLING 3

1
2
3
4
5

C.
B.
C.
A.
A.
B.
D.

D.
C.
B.
A.
B.
D.

Juist.
Onjuist.
Juist.
Juist.
Juist.
Juist.
Onjuist.
Onjuist.

DIAGNOSTISCHE TOETS thema 3 Voortplanting

DOELSTELLING 11

1
2

5
6

Ja, want in deze landen gebruikt de politiek maatregelen om het aantal geboorten te regelen.
Nee, want een land als Duitsland heeft gunstige
regelingen voor geboorten maar heeft toch een laag
vruchtbaarheidscijfer.
Het condoom wordt niet altijd op de juiste manier
gebruikt en niet alle condooms zijn van voldoende
kwaliteit.
Eicellen en zaadcellen blijven maar een korte periode
in leven, waardoor bevruchting maar gedurende
enkele dagen tijdens de menstruatiecyclus kan
plaatsvinden.
De lichaamstemperatuur meten.
De concentratie LH in de urine bepalen.
Bij vrouwen die de pil gebruiken, vindt geen ovulatie
plaats.

DOELSTELLING 12

1
2
3
4

C.
B.
A.
B.