You are on page 1of 17

161

PUZZELSTUKKEN LEGGEN

Fraude verjaart niet in de VS

n mei 2007 word ik totaal onverwacht opgebeld door notaris


Yves Tytgat. Hij wil me spreken over onze investeringen in
Texas en brengt mij in contact met Bernard Dardenne. Het eerste
wat ik wil weten is waarom ik na dat artikel uit juli 1991 niets
meer heb gehoord over de procedures in de VS. Het zag er noch
tans veelbelovend uit voor de voormalige klanten van Gillier.
Dardenne zucht diep. Hij heeft inderdaad een procedure
gewonnen in Texas. Maar toen ze de hand wilden leggen op de
gronden, bleken die al doorverkocht. Hij zocht ook in Vancou
ver naar meer informatie over Europrime, maar vond er niets
wat hem verder kon helpen. Vancouver is de beste schuilplaats
ter wereld, zegt hij.
Wat hij ontdekt had, was in elk geval dat Europrime als
enige bedoeling had om tijdelijk eigenaar te zijn. Het was niet
meer dan een tussenschot. Maar waar de eigendomstitels
uiteindelijk naartoe gingen, viel moeilijk te achterhalen. Door
de percelen te verdelen in kleinere stukjes, werd het ontzettend
ingewikkeld en vooral bijzonder duur gemaakt om via een title search te achterhalen wie de opeenvolgende eigenaars zijn
geweest van die percelen, legt hij uit. Verder onderzoek
vergde dus bijkomende bijdragen van de gedupeerden die zich
hadden aangesloten bij IOTA. Maar heel wat beleggers gaven
er de brui aan. Ze hadden de hoop opgegeven. Want zelfs al

162

HET OPTIMALE COMPLOT

achterhaalde men de huidige eigenaar, men kwam allicht toch


uit op een of andere schimmige offshore waarvan men de ech
te aandeelhouders niet kon traceren. Het was een mission impossible.
Maar er was een magere troost, zei Dardenne nog: Hier is
duidelijk sprake van fraude. En in tegenstelling tot bij ons ver
jaart fraude niet in de Verenigde Staten. Maar je moet die frau
de natuurlijk wel nog kunnen bewijzen. Dat is niet eenvoudig
en kost bovendien handenvol geld aan research.
Dardenne en Tytgat vertellen me nog dat ze in 1991, toen ze in
de VS de procedure voerden met IOTA, niet eens afwisten van
het bestaan van TBCs van Dalfo. Nergens hadden ze daar een
spoor van gevonden. Door de dossiers van BGDI en Dalfo te
bundelen en de koppen bij elkaar te steken, komen we mis
schien verder. Want, zo herhaalt Dardenne, fraude verjaart
niet in de VS.

Puzzelstukken leggen
Ik breek me het hoofd over wat er in de VS mogelijk is gebeurd.
Zijn niet alleen de TBCs van BGDI omgeruild voor Europrime,
maar ook de TBCs van Dalfo? Onmogelijk, want dan zou ik
zeker van enkele van onze voormalige klanten hebben verno
men dat ze het aanbod hadden gekregen om te ruilen. Hun
TBCs zijn op een of andere manier in rook opgegaan. Of ze
bestaan nog, maar zijn waardeloos.
Ik zoek en krijg hulp uit diverse hoeken. Stukje bij beetje
lijkt de puzzel in elkaar te vallen. Laten we gewoon logisch
redeneren, uitgaande van de structuur zoals die was opgezet
en van wat er veranderde toen Europrime eigenaar werd van
de projecten en de klanten van Gillier hun TBCs omruilden
voor aandelen van Europrime.
Eerder in dit boek staat een schema van hoe de investerin
gen in de VS zijn opgezet. Samengevat: de belegger krijgt een

Puzzelstukken leggen

163

TBC die hem het recht geeft op een winstdeelname in een


financieel vehikel in de Nederlandse Antillen, een NAFC. De
gelden worden gedeponeerd bij de ABN Bank die dan voor
het bedrag van de depositos een back-to-back-lening toekent
aan de Amerikaanse vastgoedmaatschappij, een RPHC. Op die
manier wil men voor de Amerikaanse fiscus verzwijgen dat
de investeringen afkomstig zijn van buitenlanders. De RHPC
is eigendom van Dallas Equities (66 procent) en Metrovest
van McAlister (33 procent). Dallas Equities is voor elk de helft
eigendom van BGDI en Dalfo.
Wanneer het project gerealiseerd wordt, gaat een flink deel
in de vorm van commissies naar Dallas Equities en Metrovest.
De bank wordt terugbetaald. De depositos komen weer vrij en
kunnen terugbetaald worden aan de houders van een TBC. De
winst die de RHPC heeft gemaakt, wordt via de NAFC verdeeld
onder de Belgische beleggers. Dat is hun rendement. Zo was
het allemaal opgezet, maar dan gebeurt de omruiling van de
TBCs van de klanten van BGDI voor aandelen van Europrime.
Wat gebeurt er dan, alweer puur logisch geredeneerd?
Maar laten we eerst op een rijtje zetten wat we inmiddels van
het vorige afweten. Laten we de vier mannen van Ascona als
volgt noemen: Jeroen Piqueur & co, of kortweg JP&co. Bob Gil
lier is dood en uit de brief die McAlister van BGDI moet over
maken aan Capital Bank, weten we dat JP&co de controle over
BGDI hebben overgenomen en blijkbaar ook eigenaar zijn van
BGDI. Dat laatste is vooral belangrijk op het niveau van Dallas
Equities waar BDGI de facto de touwtjes in handen heeft ge
nomen. Etienne en ik zijn immers uitgerangeerd en dus heeft
Dalfo geen stem meer in het kapittel. Eigenlijk hadden de
Belgische curatoren voor Dalfo moeten optreden bij Dallas
Equities. Daar zijn echter geen sporen van. En naar wat Mike
McAlister me later zal vertellen, heeft hij met zijn bedrijf Me
trovest binnen Dallas Equities ook al niets meer te vertellen.
Anders gezegd: JP&co blijken dus ook de controle te hebben

164

HET OPTIMALE COMPLOT

over Dallas Equities. Dat is erg belangrijk bij wat zal volgen en
dat veel weg heeft van een optimaal complot. Het laatste is
een hypothese, maar wel eentje die toch niet zo ongeloofwaar
dig is.

Hoe de Belgische beleggers hun centen kwijtspeelden


Kort na de dood van Gillier wordt Europrime tot leven gewekt
op de beurs van Vancouver. Europrime is eigenlijk een lege doos,
want bestaat voornamelijk uit toegestaan kapitaal, dus kapitaal
dat ooit zou moeten worden volgestort. Dallas Equities (lees
BGDI of JP&co) beslist om zijn belangen in de vastgoedvennoot
schappen (de Real Property Holding Companies) te verkopen
aan Europrime. Europrime betaalt met eigen aandelen. Dat zijn
aandelen van een toegestaan kapitaal en dus eigenlijk niets
anders dan papier.
Dallas Equities (JP&co) heeft nu aandelen van Europrime
(JP&co). Ascona (JP&co) stelt aan de houders van een TBC van
BGDI (JP&co) voor om te ruilen voor aandelen van Europrime
(JP&co). Veel keuze hebben die houders niet. Het is met het mes
op de keel. De beleggers worden nu indirect via Europrime
mede-eigenaar van de vastgoedprojecten. Als ze lang genoeg
wachten, zal het aandeel van Europrime op de beurs fors op
veren. Maar dan moeten de projecten eerst worden gereali
seerd. Het is dus een kwestie van geduld. Wat de beleggers niet
beseffen, is dat ze met de omruiling hun recht op een winst
deelname op het niveau van de Antilliaanse NAFC hebben
afgestaan. De link tussen BGDI en de NAFC is voor de beleggers
immers doorgeknipt. Hun TBCs zijn nu eigendom van Euro
prime, dat de TBCs heeft betaald met eigen aandelen.
Wat nu als de projecten worden gerealiseerd: als de RPHC per
celen verkoopt of villas? Er komt geld binnen. Na het afromen
van commissies op het niveau van Dallas Equities, moet de
back-to-back bij de ABN Bank worden terugbetaald. Het geld dat

Puzzelstukken leggen
Netherland Antilles
Finance Company
NAFC
BB
BB

c
TBC
c
TBC

BGDI

Bank
BtB

Europrime

DALFO

Dallas Equities
Metrovest
BB: Belgische belegger
TBC: Trust Beneficiary Contract
C: Cash

165

66%
33%

REAL Property
Holding Company
RPHC

A: Aandelen
BtB: Back-to-back
V: Vastgoed

De klanten van BGDI die hun TBC omruilen voor aandelen van Europrime geven hun belang in de NAFC op.
Daardoor verliezen ze hun recht op een winstdeelname. De klanten van Dalfo behouden het recht op een
winstdeelname, maar weten niet dat er met Europrime een tussenschakel is bijgekomen.

is geleend, is eigenlijk geld van de beleggers dat weer vrijkomt


en dus voor de beleggers was. In het oorspronkelijke schema
zou dat geld naar hen vloeien via een tussenschot op de Ne
derlandse Antillen. Via een NAFC dus. Of dat ook zo is gebeurd,
valt onmogelijk te achterhalen. Een andere mogelijkheid is dat
het vrijgekomen geld naar Europrime is gevloeid. Dat lijkt
echter weinig waarschijnlijk aangezien Europrime een lege
doos zal blijven en failliet zal gaan.
Uit het businessplan en het prospectus van Europrime, en
uit de verklaringen van de vier partners van Ascona, weten we
dat er geen projecten werden verkocht. Aan de beleggers werd
gezegd dat ze nog enkele jaren geduld moesten oefenen tot de
vastgoedmarkt helemaal was hersteld en er een mooie meer
waarde lag te rapen. Wat nu volgt, is wat volgens de zakenman
Dardenne en notaris Tytgat is gebeurd.

166

HET OPTIMALE COMPLOT

De truc met de forclosure sale


Even terug naar het begin. Wanneer Europrime de projecten
overneemt van Dallas Equities, betaalt Europrime met eigen
aandelen. Dat zijn, zoals gezegd, aandelen van een toegestaan
kapitaal. Dat zou nogal doorzichtig zijn, en dus is er aan die
aandelen van Europrime een zogenaamde note gekoppeld, een
promesse om het kapitaal vol te storten. Dallas Equities kan
Europrime verplichten om die fameuze notes daadwerkelijk uit
te voeren. Maar wat als Europrime het geld niet heeft om het
kapitaal vol te storten? Dan is er een groot probleem, want
Europrime is insolvabel. Maar geen zorg. Daar valt een mouw
aan te passen: de forclosure sale.
Een forclosure sale kan vertaald worden als een executiever
koop of gedwongen verkoop. Het is een typisch Amerikaanse
procedure waarbij bijvoorbeeld een bank bij een eigenaar die
zijn hypotheek niet betaalt, aan de rechter een gedwongen
verkoop kan vragen. De eigenaar wordt uit het pand gezet en
de woning wordt geveild. Dezelfde procedure is mogelijk bij
bijvoorbeeld achterstallige belastingen of bij openstaande
notes. De veiling is iets merkwaardigs. Het is perfect mogelijk
dat ze gebeurt op de trappen van het gerechtsgebouw en dat
het goed aan de eerste de beste passant wordt verkocht. Die
toevallige passant kan zonder probleem een stroman zijn.
Het is dus een koud kunstje om vastgoed aan zichzelf te ver
kopen. En dus is het in dit verhaal helemaal niet denkbeeldig
dat Dallas Equities voor elk van de projecten een forclosure sale
vroeg en bekwam en dat de eigendommen van Europrime
belandden bij de een of andere offshorevennootschap waarvan
niemand ooit de echte eigenaars zal weten te achterhalen. Dat
is exact wat de mensen van IOTA hebben meegemaakt toen
ze in Texas dachten de hand te kunnen leggen op Loveless
Estate. IOTA belandde binnen de kortste keren in een interna
tionaal vertakt financieel moeras.

Puzzelstukken leggen

167

Laat ik eens een heel boosaardig scenario bedenken. Het is


uiteraard pure fictie.
Het noodlijdende Dallas Equities ruilt in het kader van
de redding van de projecten zijn eigendommen voor
aandelen van Europrime. Het gaat niet om de 50 procent
van het belang van BGDI in Dallas Equities, maar om de
volle 100 procent, dus ook om het belang van Dalfo. Wij
die in de gevangenis zitten, weten het niet. En allicht
weten ook de curatoren het niet. McAlister zegt dat hij
is bedrogen, maar details wil hij niet geven.
Omdat Europrime in gebreke blijft bij het volstorten van
het eigen kapitaal vraagt Dallas Equities een foreclosure
sale van de projecten. De projecten worden geveild. Aan
wie? Mysterie. Voor hoeveel? Nog eens mysterie. Wordt
de back-to-back aan de bank terugbetaald? Mysterie.
Gaat het geld naar het Antilliaanse tussenschot? Geen
idee. Wat is er met Dallas Equities gebeurd? Zoals gezegd,
zullen Belgische speurders het nooit mogen uitvissen.
Er zijn gelukkig nog zekerheden in het verhaal. De Belgische
klanten van BGDI zijn hun recht op een deelname in de winst
kwijt. Europrime is failliet, zodat ze ook hun genvesteerde
spaarcenten integraal kwijt zijn. De klanten van Dalfo zijn nog
steeds eigenaar van winstbewijzen, maar dan wel van projec
ten die niet langer eigendom zijn van Dallas Equities. Hun TBCs
zijn met andere woorden waardeloos. Het geld is verdwenen.
En niemand weet waar het naartoe is.
Is het dat wat curator Mertens in Texas ontdekte? Is het daar
om dat hij tijdens het strafproces in 1990 verklaarde dat de
klanten van Dalfo/Parisis een kruis konden maken over hun
beleggingen? Is hij met die informatie een jaar later naar het
gerecht gestapt toen die een onderzoek opende naar Ascona?

168

HET OPTIMALE COMPLOT

Mysterie. Het onderzoek naar Ascona krijgt trouwens een


merkwaardige afloop.

Miljardenfraudeurs van Ascona dreigen


straf te ontlopen door verjaring
Wanneer de gerechtelijke politie in april 1991 met veel machts
vertoon is binnengevallen bij Ascona, zijn de kranten enkele
dagen en weken zoet met artikelen over wat een gigantische
fraude heet te zijn. Maar dan valt het stil. Er zijn bijvoorbeeld
geen aanhoudingen om over te berichten. Van de ex-partners
van Ascona valt niet veel te vernemen, behalve dan van Jeroen
Piqueur, die met een nieuw project bezig is: het latere Optima,
dat hij in oktober 1991 opricht. Velen zijn Ascona vergeten
wanneer Het Volk op 3 april 2001, of bijna dag op dag tien jaar
na de huiszoeking, uitpakt met groot nieuws. Tien jaar gerech
telijk onderzoek naar Ascona dreigt op een sisser af te lopen,
schrijft de krant. En Miljardenfraudeurs van Ascona dreigen
straf te ontlopen door verjaring. Ik kan amper geloven wat ik
lees.
De verantwoordelijken van een reusachtig financieel debacle,
waarbij enkele honderden gedupeerden samen miljarden ver
loren, ontsnappen binnenkort wellicht aan de arm van de wet.
Het Ascona-schandaal, dat in april 1991 als uitloper van de
geruchtmakende affaire-Parisis in Gent aan het licht kwam,
staat namelijk op het punt te verjaren. Tien jaar was kennelijk
een te krappe termijn om het onderzoek tijdig te kunnen afronden.
Naar de oorzaken van de vertraging kan men slechts gissen. Dat drie onderzoeksrechters zich telkens in het ingewikkelde dossier moesten inwerken, was uiteraard niet bevorderlijk voor een snelle gang van zaken. Toen het dossier verleden
jaar uiteindelijk klaar was om voor de raadkamer te brengen,
vonden de advocaten van de verdachten dat bepaalde punten

Puzzelstukken leggen

een bijkomend onderzoek vergden. Het is met dat onderzoek


dat onderzoeksrechter Peter Ghijs die overigens ook zaken
als Crdit Lyonnais en vetmester Verkest onderzoekt nu nog
altijd bezig is.
Vragen over wat nog moet worden onderzocht, over het
aantal verdachten, over de aard van de betichting en over
het vermoedelijk aantal benadeelden, worden bij het parket
intussen op stilzwijgen onthaald. Het parket schijnt zelfs niet
te weten, of doet alsof, dat ten minste n van de betrokkenen
onder de naam Optima nog altijd actief is als financile raadgever.
Ascona (Asset Consultants Associated) diende zich destijds
aan als d specialist in financile planning, die bovendien een
totaalservice bood. Doet u vandaag een beroep op ons, dan
beschikt u morgen over ervaren en onafhankelijke raadgevers,
verkondigden veelbelovend Jeroen P., Marc S., Franois M. en
Marc P. in luxueuze brochures. Een artikel in een gereputeerd
financieel magazine begin 90 gaf ze ruggensteun. Het viertal
werd er opgevoerd als ambitieuze yuppies die al voor 5 miljard
frank aan portefeuilles beheerden.
Nauwelijks een jaar later, op 9 april 91, viel het gerecht
binnen in hun kantoren in Sint-Denijs-Westrem en nam er al
le papieren in beslag. Voor zover die er nog aanwezig waren.
Want maanden voordien hadden werknemers hele bundels do
cumenten opgestookt. Dat was n dag nadat De FinancieelEconomische Tijd had uitgepakt met een dossier over Ascona.

Parisis
Volgens de eerste berichten waren er een duizendtal benadeelden, hoofdzakelijk beleggers die hun veelal zwart? geld
hadden belegd in gronden in Texas. Alles samen zou het om
miljarden gaan, om een bedrag zelfs hoger dan in de ophef
makende Parisis-fraude, die korte tijd ervoor aan het licht
kwam.

169

170

HET OPTIMALE COMPLOT

Er waren zelfs onrechtstreeks verbanden met Parisis. Bestuurders van Ascona werkten in een vorig leven voor ene Bob
Gillier, een uit Gent afkomstige beleggingsspecialist in vastgoedprojecten in de V.S. die in 1987 aan kanker overleed. Die
kocht met geld van onder meer Parisis-clinten, die hij bergen
winst beloofde, goedkoop gronden in Texas waarop een hypotheek lag. Door een vastgoedcrisis in de VS kon hij de hypothe
ken niet meer aflossen, tenzij met geld dat hem ter beschikking
was gesteld om tegen hoge opbrengsten te beleggen. De kruik
ging zolang te water tot ze brak en veel investeerders vreesden
hun geld niet meer terug te zien.
Ascona overhaalde de meesten de certificaten die hen een
hoge winst voorspiegelden, om te ruilen in op de beurs van
Vancouver genoteerde Europrime-aandelen. Die vennootschap
was opgericht om het vastgoed van Bob Gillier te gelde te
maken. De aandelen waren de enige mogelijkheid om de beleggers hun spaargelden te redden, beweerden de financile
adviseurs.
De beurscommissie wreef hen aan dat ze beleggingsfondsen commercialiseerden die in Belgi niet mochten worden
verkocht. Later bleek ook dat twee bestuurders van Ascona
betrokken waren bij de oprichting van deze vennootschap. En
dat er ook veel geld tussen wal en schip belandde. Enorme
commissies, bijvoorbeeld, aan firmas die geholpen hadden bij
plaatsing van obligaties, die gevestigd waren in belasting
paradijzen en waarvan de oprichters geheim werden gehouden.
Zou het kunnen dat hier ook bestuurders van Ascona bij wa
ren betrokken?
Een proces kan hier klare wijn schenken. Als het zover
komt. Want de Ascona-advocaten zullen, gesteund door het
Europese Verdrag over de Rechten van de Mens, niet nalaten
te stellen dat het misdrijf veel te lang achter de rug ligt om er
nog een billijk vonnis te kunnen over vellen.

Puzzelstukken leggen

171

Ascona: geen vervolgingen


Op 19 april 2001 een nieuw artikel in Het Volk. Gents parket
kan fraudeverdenkingen niet hard maken/Ascona: geen vervol
gingen, luiden de titels. Het is afgelopen met het gerechtelijke
onderzoek:
Het vermeende fraudeschandaal rond het financile bedrijf
Ascona lijkt als een souffl in elkaar te zakken. Het Gentse
parket stelt voor om alle betrokkenen buiten vervolging te
stellen voor alle misdrijven van gemeen recht. Daaruit valt af
te leiden dat ze de verdenkingen van valsheid in geschrifte en
misbruik van vertrouwen, waarmee een miljardenbedrag was
gemoeid, niet hard konden maken. Bovendien is de verjaringstermijn van tien jaar binnenkort verstreken.
Merkwaardig is dat de woordvoerster van het Gentse parket
onlangs geen informatie kwijt wou over de aard van de betichtingen of het aantal benadeelden. Alsof het gerecht liever niet
bekendmaakt dat tien jaar onderzoek en een dossier van 22.000
bladzijden slechts tot een mager resultaat hebben geleid.
Dit is uiteraard absurd als men het voorgaande weet.
De verdenkingen tegen de vier Ascona-bestuurders beperken
zich volgens advocaten Hans Rieder en Jan De Paepe nu nog
louter tot een aantal banktechnische inbreuken. Die worden
overigens nog altijd betwist. Hierover hebben de advocaten
bijkomend onderzoek gevraagd. Ze zijn namelijk overtuigd
dat ook deze inbreuken niet weerhouden kunnen worden.
Hoezo, Rieder en De Paepe? Advocaten van Ascona? Hans Rie
der was in 1987 enkele maanden mijn advocaat. In 1990 zag ik
hem terug in de rechtbank als advocaat van een van de gedu
peerden van Parisis. En nu blijkt hij advocaat te zijn van de
Asconabestuurders. Vreemd is dat. En wat te denken van Jan

172

HET OPTIMALE COMPLOT

De Paepe? Hij was advocaat op het kantoor van Mertens, een


van de curatoren van Parisis. Ascona was nauw betrokken bij
de herstructurering van het Amerikaanse vastgoed waarin ook
wij belangen hadden. De hele zaak werd opgezet door de men
sen van Ascona, en nu is hij een van hun advocaten? Hoe kan
dat eigenlijk allemaal? En het is nog niet afgelopen.
De verdenkingen van oplichting, waarover er nochtans een
vijftal klachten waren, liet het gerecht vallen omdat er geen
aanwijzingen tot misdrijf waren. Het omruilen van de juridisch
waardeloze certificaten van de kopers van Texaanse gronden
voor Europrime-aandelen diende om de gedupeerden controle over hun belegging te geven, stelde Ascona altijd. Dat de
aandelen, die noteerden op de beurs van het Canadese Vancouver, in geen tijd kelderden, lijkt het gerecht te beschouwen
als een risico dat de beleggers bewust liepen, en waarover
Ascona vooraf had genformeerd.
Dat is ronduit belachelijk. De beleggers liepen helemaal geen
bewust risico. Ze ruilden de TBCs om in aandelen omdat ze
eigenlijk geen andere keuze hadden.
In verband met de betrokkenheid van een van de bestuurders
bij Optima wordt erop gewezen dat deze laatste firma zich
niet inlaat met beleggingsadvies en dus ook niet mag worden
gekoppeld aan de Ascona-perikelen.
Hoezo, geen verband? Ascona was gespecialiseerd in financile
planning. Optima doet exact hetzelfde.
Volgens de advocaten is het lange aanslepen van het onderzoek in de eerste plaats toe te schrijven aan het ingewikkelde
en omvangrijke dossier. Honderden klanten werden ondervraagd. Ook kroop veel tijd in onderzoeken in het buitenland.
Het lange aanslepen van het onderzoek heeft dus niets te
maken met vertragingsmanoeuvres, zeggen ze.

Puzzelstukken leggen

173

Dat is interessant. Rieder en De Paepe zeggen zelf dat er veel


tijd kroop in onderzoeken in het buitenland. In het onderzoek
naar de fraude van Parisis was er geen onderzoek in het bui
tenland. En bij Ascona dus wel? Als dat echt zo is, dan weten
de advocaten Hans Rieder en Jan De Paepe exact wat er allemaal
in het gerechtelijke dossier van Ascona is terug te vinden. Bij
deductie weten ook de bestuurders van Ascona dat. En dus
weet ook Jeroen Piqueur wat er aan het licht is gekomen.
In 2001 is advocaat Jan De Paepe nog steeds verbonden aan
het kantoor van meester Mertens, een van de curatoren van
Dalfo. Dalfo is de partner van BGDI geweest. BGDI viel na de
dood van Gillier onder controle van de mensen achter Ascona.
En nu is De Paepe een van de advocaten van Ascona. In 2004
verneem ik tot mijn stomme verbazing dat Jan De Paepe de
advocatuur heeft verlaten om een topfunctie op te nemen bij
Optima. Een mens zou nog gaan denken dat het mandaat van
De Paepe bij Optima een beloning is voor het geleverde werk
als advocaat van Ascona en, wie weet, als gewezen curator die
zeker meer moet weten over Dalfo. Maar ik zie allicht spoken,
niet?

Een merkwaardige constante


Dat het onderzoek naar Ascona lang genoeg duurde om de hele
zaak te laten verjaren, kon niet anders dan insinuaties ontlok
ken. Had een figuur als Piqueur behalve een beschermengel
ook mensen binnen het gerecht die hem beschermden? Pure
speculaties natuurlijk, maar dat Jeroen Piqueur over de tongen
gaat, is wel een feit. Velen vragen zich bijvoorbeeld af waar hij
de centen haalde om zich een somptueus jacht aan de Azu
renkust te veroorloven. Zo glorieus was zijn zakenverleden
immers niet. En hoe deed hij het om Optima om te vormen tot
Optima Bank? De man die in april 1991 door de modder werd
gesleurd als een notoir oplichter was bankier geworden en was
er nota bene zelfs in geslaagd om de voormalige socialistische

174

HET OPTIMALE COMPLOT

toppoliticus en ex-minister Luc Van den Bossche aan te trekken


als voorzitter van Optima Bank. From zero to hero. Dat kan tellen.
Een mens kan enkel bewondering hebben voor iemand als
Piqueur. Maar zijn track record doet wel vragen rijzen. In mijn
zoektocht naar de waarheid achter onze misgelopen investe
ringen in de VS en de eventuele rol daarbij van Piqueur en zijn
drie kompanen van FPA/Ascona/BMGI/etc, lijstte ik zijn verle
den op. De tijdslijn doet weleens de wenkbrauwen fronsen. Er
is n constante. In alle mislukte avonturen van Piqueur
schieten de procedures nooit echt op. Het onderzoek naar
Ascona was dus geen uitzondering.
Maart 1987: Bob Gillier overlijdt.
Mei 1987: oprichting van Ascona, met als afgevaardigd bestuur
der Franois Mombaerts, die later (en tot juni 2000) voorzitter
wordt van de Optima Group. Medeoprichter is Jeroen Piqueur,
de latere topman van Optima. Piqueur is in mei 1987 al drie
jaar afgevaardigd bestuurder van Time Sharing Holidays, kort
weg Tisaho. Timesharing is in die jaren populair bij vakantie
gangers in onder meer Spanje. De formule is zeer omstreden
en Tisaho wordt eind november 1992 vervroegd ontbonden. De
vereffenaar is Frank Vincent, die later voorzitter van Optima
Global Invest en Optima Consult wordt, en bestuurder bij Op
tima Bank en Optima Group. Tisaho wordt in februari 1994 op
bekentenis failliet verklaard. Het faillissement is op het mo
ment van het afsluiten van dit boek (juli 2016) na twintig jaar
nog altijd niet afgesloten. De curator is Johan Ghekiere van de
Gentse balie.
Januari 1988: Rival Minerals wordt Europrime.
Maart 1989: Auditors report to the shareholders van Euro
prime, opgesteld door Coopers & Lybrand. (Blijkbaar een vals
rapport, trouwens.)

Puzzelstukken leggen

175

Juni 1989: oprichting van Aspen Holding, letterwoord voor As


set Planning and Engineering Holding, door dezelfde aandeel
houders als Ascona. Aspen Holding wordt voor 99 procent ei
genaar van Ascona. De omruiloperaties in de VS zijn volop aan
de gang. En kijk, in oktober 1989 ziet men bij Aspen Holding
plots een kapitaalverhoging van 30.986 euro tot 3.649.109
euro. Een smak geld. Is dat geld afkomstig uit Texas? Aspen
Holding wordt in mei 1992 vervroegd ontbonden, door veref
fenaar Roland Dekegel. Aspen wordt na dertien jaar vereffening
op 14 mei 2013 op bekentenis failliet verklaard.
Juli 1989: Business Plan 1989/1990 van Europrime.
September 1990: De Financieel-Economische Tijd haalt vernieti
gend uit naar Europrime en Ascona.
April 1991: het gerecht verricht een huiszoeking bij Ascona.
Oktober 1991: oprichting van FMG Aktiebureau door Jeroen
Piqueur. FMG Aktiebureau wordt later omgedoopt tot Op
tima. Oprichting in Luxemburg van Lombard International
Assurance, de vaste leverancier van levensverzekeringspro
ducten die Optima zijn klanten zal aanbevelen. Officieel is er
geen verband tussen Optima en Lombard. Maar het feit dat ze
in dezelfde maand worden opgericht, doet natuurlijk wel vra
gen rijzen.
Februari 1992: Ascona wordt vervroegd ontbonden. Ascona
heeft een afschuwelijk jaar achter de rug. 1991 wordt immers
afgesloten met een verlies van een half miljoen euro en een
negatief eigen vermogen van net geen half miljoen. De veref
fenaar is Joseph Van Wemmel, zowaar de latere commissaris
bij Optima.

176

HET OPTIMALE COMPLOT

December 1992: Ascona wordt op bekentenis failliet verklaard.


De curator is Marcel Gyd. Inderdaad, een van de drie curato
ren bij Parisis. Gyd zal amper 10.000 euro actief kunnen ver
zilveren, een habbekrats in vergelijking met het bevoorrechte
passief van net geen 350.000 euro. De RSZ zal van zijn vordering
van 106.180 euro amper 1803 euro terugzien. Het ereloon van
een curator bedraagt een bepaald percentage van het gereali
seerde actief, vermeerderd met zijn kantoorkosten, en zal voor
meester Gyd dan ook niet meer dan 1736 euro bedragen. Kon
hij echt niets meer van het actief realiseren, of heeft hij er
nauwelijks moeite voor gedaan? Geen idee. Het faillissements
dossier van Ascona wordt dertien jaar na de faillietverklaring
definitief afgesloten in januari 2005. Dertien jaar om 10.000
euro actief te realiseren? Knap gewerkt!
Voorjaar 2001: alles wijst erop dat het gerechtelijke onderzoek
naar Ascona afstevent op een verjaring. Zo zal ook geschieden.
Voor Jeroen Piqueur en zijn voormalige partners van Ascona
is de buitenvervolgingstelling goed nieuws. Maar de pret zal
van korte duur zijn. Zoals De Financieel-Economische Tijd zich in
1990 vastbijt in Ascona en de ondergang van dit bedrijf in gang
zet, verschijnt in 2011 in De Tijd een dossier over Optima. En
ook nu zou dat het begin van het einde kunnen betekenen voor
Piqueur. In februari 2012 valt gewestelijke directeur Karel An
thonissen van de Bijzondere Belastingsinspectie in Gent naar
aanleiding van dat dossier samen met tien BBI-ambtenaren
binnen in de kantoren van Optima. Ze doen er, zoals dat heet,
een visitatie. Dat is hetzelfde als een huiszoeking, met dat
verschil dat BBI-ambtenaren in tegenstelling tot politiemensen
helemaal geen huiszoekingsbevel nodig hebben van een on
derzoeksrechter. Als de BBI oordeelt dat een bezoekje aan een
belastingplichtige nodig is, doet ze dat. De BBI mag op basis
van geruchten, of van een artikel in de krant, gewoonweg er
gens binnenvallen. En dat doet men nu bij Optima. De Gentse
ploeg doet zijn werk goed: er wordt voor maar liefst 3,5 tera

Puzzelstukken leggen

177

bytes aan gegevens gekopieerd van de computers van Optima.


De fiscus kan met zijn gigantische hoeveelheid in beslag ge
nomen informatie met de brede hark door het Optimaverhaal
gaan om de structuur in en rond Optima in beeld te brengen.
Idem voor de commissies voor de zelfstandige agenten. En last
but not least de dossiers van de klanten.
Voor Optima is de visitatie een ramp. Tal van klanten zijn
uiteraard in paniek. Optima zal van de rechter uiteindelijk beko
men dat de visitatie door de BBI onrechtmatig wordt bevonden
en dat de fiscus alle gekopieerde gegevens moet teruggeven.
Oef. Piqueur & co zijn door het oog van de naald gekropen.
Nu ik het heb over de fiscus, toch een woord over de naween
van de zaak-Parisis. Hoewel de onderzoeksrechter onze klanten
op zijn plechtigecommunicantenzieltje had beloofd dat er geen
informatie overgemaakt zou worden aan de fiscus, kregen
diegenen die meer dan 125.000 euro via ons kantoor hadden
belegd de BBI over de vloer. De BBI zou uiteindelijk zowat 2,5
miljoen euro incasseren. Ongeveer honderdvijftig mensen
kregen een aanslag. Sommigen betaalden enkel belasting op
de intresten die ze niet hadden aangegeven. Anderen, bij wie
bewezen kon worden dat ze zwart geld hadden belegd, betaal
den tot 40 procent op de belegde bedragen. Het schrijnende
was dat velen belastingen betaalden op geld dat ze helemaal
kwijt waren. Tot 2008 werden dan ook fiscale procedures ge
voerd tegen de BBI. Dat jaar haalde een klant van Parisis/Dalfo
zijn gelijk voor het Hof van Cassatie. Dat oordeelde dat de
taxatie door de BBI gebaseerd was op een zeer onvolledige
boekhouding bij Parisis. De man ontsnapte aan de fiscale hef
fing. Alle anderen hadden wel braafjes betaald. In het geval
van Ascona was de BBI in Gent veel rustiger. Dat dossier werd
minder grondig afgehandeld. Een tiental klanten van Ascona
werd getaxeerd voor een totaal belastbare grondslag van 1,25
miljoen euro. Ze betaalden samen zowat 375.000 euro belas
tingen. Of hoe Ascona zowel gerechtelijk, fiscaal als door de
curator met de mantel der liefde werd toegedekt.

You might also like