Assembleren

1. Inleiding
De systeemkast moet worden gedemonteerd en vervolgens weer worden geassembleerd.
Dit gebeurt per twee projectpartners. Degene die demonteert, schrijft het verslag over het
assembleren. Het projectlid dat moet assembleren, schrijft een procesverslag over het
demonteren.Vooraf wordt gecontroleerd of de computer naar behoren functioneert. Na het
assembleren wordt de computer nogmaals opgestart om te controleren of alles op de juiste
manier in de systeemkast is teruggeplaatst.
Benodigdheden
Schroevendraaiers (sterschroevendraaier + eventueel platte schroevendraaier);
Antistatische zakken om de disks veilig in op te bergen;
Handleiding van het moederbord
Antistatische mat en antistatische polsband
Papier om schroeven uit de systeemkast te ordenen en te beoordelen op schroefdraad
Onderdelen van de pc
Moederbord met adapterkaarten;
Voeding/ Power Supply Unit (hoeft niet gedemonteerd en geassembleerd te worden);
Datakabels voor de Optical Disk Drive (DVD/ CD), Hard Disk (HDD) en bij een
ouderwets model- Floppy Disk Drive (FDD);
Systeemkast
Tip! Gebruik nog vr het demonteren, een camera om vast te leggen op welke plaats de
onderdelen gemonteerd dienen te worden. De ervaring leert dat vooral kleine onderdelen en
aansluitingen verwarrend kunnen zijn bij het assembleren: men kan vergeten welke kabel
precies bij welke aansluiting hoorde. Gebruik een camera met flitser en zoomingfunctie, om
ook onderdelen op minder goed zichtbare plaatsen te fotograferen.
Natuurlijk dient ook de handleiding van het moederbord, geraadpleegd te worden om
informatie over aansluitingen en kabels op te zoeken. Dit is de meest betrouwbare bron van
informatie.
2. Stappen
1. Plaats het afschermklepje (I/O shield) in de achterwand van de behuizing;
2. Houd de inkepingen van de SDRAM- en DDR-modules gelijk aan die van de RAMsleuven op het moederbord;
3. Installeer vervolgens deze modules in het moederbord. Bevestig de modules door de
witte clips om de modules te sluiten;
4. Beoordeel de schroeven van de verschillende onderdelen op schroefdraad. Als het
goed is, zijn alle schroeven tijdens het demonteren, gesorteerd;
5. Schroef het moederbord vast op de afstandhouders. Het moederbord wordt bevestigd
door schroeven met een fijne schroefdraad;
6. Plaats de NIC in de daarvoor bestemde sleuf (Pci) op het moederbord. De NIC wordt
bevestigd door n schroef, met fijne schroefdraad;
7. Bouw de Hard Disk Drive in. De HDD heeft schroeven met een grove schroefdraad;
8. Bouw vervolgens de Floppy Disk Drive in, evenals de Optical Disk Drive. Beide
drives hebben schroeven met een fijne draad;

9. Verbind de PSU via de ATX voedingskabel met het moederbord;

10. De HDD en CD/DVD drive worden met de SATA voedingskabels aangesloten (SATA
power = 15 pins, bedrading = rood/ zwart/ geel);
11. Verbind de harddisk via de IDE-datakabel (40 pins lint) met het moederbord. Let erop
dat de blauwe streep op de kabel pin 1 van de connector op de HDD indiceert (de
blauwe streep dient links gehouden te worden bij het aansluiten);
12. Verbind de CD/DVD (optical drive) via de PATA-datakabel met het moederbord;
13. De FDD wordt via de FDD-datakabel met het moederbord verbonden;
14. De power switch op het front panel, moet nog worden verbonden met moederbord. De
system panel connector bevindt zich rechtsonder op het moederbord. De connector is
een 9-pins connector. Rondom de connector staat: Pled +/ - PWRBTN GND. De
groene draad moet in ons voorbeeld met de + verbonden worden, wit en zwart met -.
Verwar beide polen niet met elkaar, want dan gaat de computer mogelijk kapot;
15. Verbind de reset van het front panel, met het moederbord. Rond de juiste connector
staat HDLED GND -, Reset en HDLED +. Ook hier moeten de polen absoluut niet
met elkaar verward worden. Gebruik voor alle zekerheid de handleiding, om te weten
hoe de draden correct verbonden kunnen worden;
16. Plaats het deksel/ side panel op de systeemkast;
17. Sluit de monitor aan op de videopoort aan de achterzijde van de kast;
18. Verbind het toetsenbord en de muis met de PS/2-poorten;
19. Sluit ten slotte de kabel voor de netvoeding aan;
20. Omdat er nog geen besturingssysteem aanwezig is, test de BIOS alle bestanddelen bij
het opstarten van de computer.
Eindresultaat
Als het proces goed is verlopen, dan kan de computer zonder problemen opstarten. Mocht er
een onderdeel verkeerd gemonteerd zijn, dan zal het BIOS bij het opstarten een aantal
signalen (`beeps) afgeven. Zoek in dat geval de handleiding van het BIOS op (op internet).
Het aantal korte en/ of lange signalen indiceert de (installatie)fout.
3. Advies
- Zorg voor kennis van onderdelen. Dit vergemakkelijkt het herkennen van kabels/
aansluitingen en hardware die geassembleerd dienen te worden;
- Zoek informatie op over ESD (Electrostatical Discharge). Weet welke onderdelen
hiervoor gevoelig zijn en berg deze onderdelen op in antistatische zakken. Draag
tijdens het assembleren een antistatische polsband.