You are on page 1of 2

Wijsgeren en Graantjespikkers

“Sommige van de Epicureïsche en Stoïcijnse wijsgeren redetwisten met hem”


Handelingen 17: 18

Enige tijd geleden werd er een boek gepubliceerd met als klinkende titel: “God als
misvatting” van de Engelse schrijver Richard Dawkins. De oorspronkelijke Engelse titel gaat
zelfs nog verder. Daar heet het “The God delusion” oftewel de “misleiding over God”. In zijn
boek schrijft hij letterlijk dat hij hoopt dat alle gelovige lezers die het openen atheïsten zullen
zijn als ze het weer neerleggen. Ik heb dat boek gelezen en ik moet Dawkins helaas
teleurstellen want God is in mijn leven, ook na het lezen van zijn boek, nog altijd een alles
doordringende en levende Realiteit. Het is onmogelijk op deze plaats inhoudelijk diep in te
gaan op wat hij allemaal schrijft, maar mij gaat het hier om de pretentie die velen in onze
huidige samenleving hebben. Het denkraam waarlangs mensen in onze dagen nogal eens
omgaan met God, laat voor Hem nagenoeg geen ruimte.
Het is niet iedereen gegeven om de confrontatie met de filosofen en de intellectuele elite van
de wereld aan te gaan. Kennis op dit gebied is wel vereist. En dan niet om met deze wijsgeren
van de wereld te gaan staan filosoferen, maar wel om hen te confronteren met hun eigen
filosofische uitspraken. Velen zijn zo overmoedig geweest om zich op dit netelige terrein te
begeven en zijn vroeg of laat in de verzoeking van één of andere filosofische redenering
terecht gekomen en meenden dan daarin hun eigen waarheid te hebben gevonden. Maar wat is
filosofie? Filosofie bedrijven of wijsbegeerte beoefenen is niets anders elke claim op
waarheid op losse schroeven te zetten. Elke uitspraak of bewering wordt onder kritiek gesteld.
Ook de uitspraken van God, zoals in de Bijbel opgetekend. Een bekende Nederlandse filosoof
zei eens: “Filosofie laat zien dat de waarheid niet bestaat. Er is geen absolute waarheid”.

Nu is het vandaag weinig anders dan in de dagen van Paulus. Op het plein van de wereld
raakt hij volgens Handelingen 17: 18 binnen de kortste keren in heftig debat met filosofen uit
twee scholen van die dagen: de Epicureeën en de Stoïcijnen. Die Epicureeën beschouwden de
mens als de maat van alle dingen en geloofden niet dat goden enige invloed op het aardse
gebeuren uitoefenden. Dawkins zou zich waarschijnlijk zeer bij hen thuis voelen. Stoïcijnen
geloofden juist weer wel in goden en waren er van overtuigd dat het hele universum werd
geregeerd door een goddelijke natuurwet, die zij de Voorzienigheid noemden. Maar die was
dan wel weer totaal onbenaderbaar voor de mens. Je had maar mee te deinen op de grillige
golven van die Voorzienigheid.
Met hen raakt Paulus dus in debat. Uit de Griekse woorden in dit hoofdstuk in het boek
Handelingen blijkt wel, dat het er heftig aan toeging en dat zijn woorden een hoop hoon en
spot opleverden. “Wat wil die graantjespikker”, zeggen ze? En treffend staat er ook dat de
Atheners voor niets anders tijd maakten dan om wat nieuws te zeggen en te horen.
Filosofen doen niets anders dan redetwisten. Sofisten, weer een andere filosofische stroming,
gaven zelfs les in het krijgen van gelijk: “Als je geen gelijk hebt, dan moet je het krijgen door
mooipraterij”. Dan gaat het natuurlijk helemaal niet meer om waarheid die voor iedereen kan
gelden, maar alleen om het krijgen van eigen gelijk.
De mens is met zijn wijsheid wel op zoek naar God. Alle eeuwen door en overal op aarde
heeft de mens zich bezig gehouden met de vraag: Wie is God? Waar kan ik Hem vinden? Er
is geen volk en geen filosofie in de wereld, die zich niet met die vraag heeft bezig gehouden.
Zelfs in dat boek van Dawkins gaat het voortdurend over God, al zal hij dat zelf zo niet waar
willen hebben. Al dat zoeken van de mens met behulp van zijn eigen wijsheid heeft echter
nooit geleid tot het kennen van God. Wie dat inziet zal wellicht tot het besef kunnen komen
dat dat komt omdat de mens door Gods wijsheid wordt omgeven. De mens is de schepping
van God en die schepping zal nooit de Bron van zijn eigen ontstaansgeheim kunnen
doorgronden.
En toch loopt de mens aan Hem voorbij en grijpt hij al zoekend er voortdurend naast.
Dat komt omdat hij zich alleen maar laat leiden door zijn eigen wijsheid. Maar die wijsheid is
een instrument dat er totaal niet geschikt voor is om God te vinden. Alleen diegene die zijn
eigen wijsheid leert stilzetten en durft wachten op het komen van Gods aanwezigheid zal
ervaren hoe nabij God is bij ieder van zijn schepsels.
Dat zal wel betekenen dat hoon en spot je deel zullen zijn maar dat is een prijs die ik in ieder
graag bereid ben te betalen. Als het gaat over God kun je nu eenmaal beter een
graantjespikker dan een wijsgeer zijn.
E. Bijl

You might also like