You are on page 1of 42

DE COYA INDIANEN

VAN DE ATACAMA IN CHILI

Dean Amory
1

DE COYA INDIANEN
ATACAMA IN CHILI

VAN

DE

Inhoud
1 De Atacama Woestijn, dat is de maan op aarde (Isabel Allende)
2 De Atacama: Smeltkroes van beschavingen
3 De Coya's, bewoners van de streek waar Chili, Peru, Bolivia en
Argentini elkaar raken
4 Techniek
5 De Mens is Wandelende Aarde (Coya gezegde)
6 Mythes en Legendes
o

6.1 De Duendes, Elfen of Kabouters:

6.2 De Yastay

6.3 De Aauca

6.4 De Tamaya

6.5 Inca Colla : De Echtgenote van de Inca

6.6 Het goud van de Inca's

6.7 Het goud van de Inca's

6.8 Het goud van de Inca's

6.9 Het Scheppingsverhaal van de Coya's

6.10 Lola - La Llorona

6.11 De heksen van Salamanca

6.12 De Alicanto

6.13 Quirquincho, het gordeldier

6.14 De weduwe

7 Bron van Inspiratie


8 Bronnen

De Atacama Woestijn, dat is de maan op aarde


(Isabel Allende).
Nergens op aarde is het droger dan hier. Namen als "De Maanvallei" en
"De Vallei van de Dood" roepen een beeld op van de desolaatheid en
ruwheid van het landschap. In delen van de woestijn werd sinds het
begin van de registraties geen druppel neerslag geregistreerd. Als je de
dorre hoogvlakte die zich vanaf de grens met Peru zon 1.000 kilometer
diep tussen het Andesgebergte en de Indische Oceaan slingert
overvliegt, lijkt het ongelooflijk dat de Spanjaarden er in slaagden deze
verschrikking te overbruggen, en er van de tweeduizend geketende
indianen die de tocht te voet meemaakten voldoende mensen in leven
bleven om hen toe te laten de vruchtbare valleien van Chili te veroveren
en in cultuur te brengen.

En dan hebben we het nog niet gehad over de vele vulkanen die met
hun hoogten tot 6.000 m wedijveren met de hoogste toppen van het
Andesgebergte, de geisers - waaronder El Tatio, gesitueerd op 4.200 m
3

hoogte en meteen de hoogste warmwaterbron ter wereld, en de


eindeloze salares, zandvlaktes en zandmeren waar geen of nauwelijks
leven voorkomt, of over de regelmatig voorkomende aardbevingen en de
spooksteden waar de zengende zon de herinneringen wegbrandt aan de
helden uit de periode van de grootschalige salpeter ontginning en de
wind huilt tussen lang vergeten graven.

Je wil niet verloren rijden hier, in de genadeloze leegte van een gebied
waar zelfs geen cactus, geen schorpioen of hagedis overleven; waar de
temperatuur overdag oploopt tot 30C, om s nachts tijdens altijd heldere
nachten, onder het wakend oog van oneindige sterrenconstellaties te
dalen tot tegen het vriespunt - In het Noordelijk, hoger gelegen deel van
de Atacama zelfs tot 10C - ; en waar bij gebrek aan vocht alles
langzaam maar zeker verandert in versteende, gemummificeerde
relieken.
4

De Atacama: smeltkroes van beschavingen


Het

lijkt

onvoorstelbaar,

maar

in

deze

woestenij

leven

sinds

mensenheugenis mensen. Reeds vanaf 1500 voor Christus getuigen


reusachtige

geogliefen

van

hun

aanwezigheid.

De

oeroude

zandschilderingen stellen mensen voor, vreemde gehelmde wezens,


hemelse gebeurtenissen en geometrische figuren waarvan de betekenis
met de loop der tijden verloren is gegaan.

Momenteel leven hier meer dan een miljoen mensen. Opeengepakt in de


kuststeden waar de nabijheid van de oceaan zorgt voor een
eeuwigdurende lente. De Chileense havensteden vormen voor Bolivia de
toegang tot de Grote Oceaan. Hier worden ook het materieel en voeding
aangeleverd voor de steden en dorpjes in het binnenland en voor de vele
koper- en andere mijnen die Chilis welvaart ontrukken aan de harde
bodem. Landinwaarts liggen lieftallige oasis-steden, gekoesterd tussen
glooiende heuvels. Steden zoals Copiapo, waar het leven goed is en
5

waarvan de vruchtbare armen, gevoed door ingenieuze druppel-irrigatie


technieken zich ieder jaar opnieuw vullen met overheerlijke druiven,
olijven, tomaten en komkommers.

Alle Chilenen zijn dragers van de genen van de beschavingen die in de


regio samenvloeiden. Vooral de Mapuche en Europese invloeden zijn
sterk aanwezig in Chili. Tussen het miljoen mensen die in de Atacama
wonen, leven tot op heden evenwel ook nog zon 80.000 mensen die
zichzelf identificeren als lid van een van de precolombiaanse Chileense
bevolkingsgroepen:

50.000

Aimaras,

20.000

Atacameos,

6.000

Quechuas en 3.000 Coya's.


Coya's, ook gespeld als Colla's of Kolla's, was de naam van een van de
12 originele Aimara stammen die reeds van voor de Christelijke
tijdrekening op de Altiplano of Meseta del Collao leefden, na Tibet de
grootste hoogvlakte ter wereld, gelegen langs de boorden van het
Titicacameer leefden in wat nu Peru en Bolivia zijn. Het Titicacameer ligt
op 3812 meter boven de zeespiegel, is het grootste meer van Zuid6

Amerika en meteen ook het hoogste commercieel bevaarbare meer ter


wereld.
In

de

12e

eeuw

vervaardigden de Coya's
als eersten in de streek
bronzen

wapens

en

traden zij op de voorvoor


grond als belangrijkste
belangrij
erfgenamen van de snel
vervallende
cultuur.

Tiwanaku

Tiahuanacota,

het Coya-rijk
rijk breidde zich
vanuit zijn hoofdstad Hatan Colla uit over gebieden in Peru, Bolivia, het
noorden van Argentini en Chili en floreerde tot halverwege de 15e
eeuw. Toen werd de fakkel overgenomen door een andere lokale stam,
die evenwel geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke Coya stammen:
De Inca's.

De
e Inca heerser Wiracocha maakte handig gebruik van onderlinge
twisten tussen de verschillende Aimara stammen om hen allemaal
allemaa te
onderdrukken. Nadat een laatste grote Coya rebellie door de Inca Tupac
Yupangui verpletterd werd, lijfde deze het gebied definitief in. De Inca
taal, het Quechua, verving al snel de oorspronkelijke Pukina taal. Een
van de middelen om hun taal snel door
door te drukken, bestond er in dat de
Inca's ganse gemeenschappen verplaatsten: de belangrijkste dorpen
7

werden bevolkt met mensen die het Quechua reeds spraken, terwijl de
oorspronkelijke bevolking weggevoerd werd naar een streek waarin
eveneens het Quechua de
d enige taal vormde.
Op zijn hoogtepunt reikte het Inca rijk van Ecuador tot de noordelijke
gebieden van Chili en Argentini. Het was daarmee het meest
uitgestrekte rijk van het Westelijk Halfrond. Zeventig jaar nadat zij het
Coyarijk hadden ingelijfd bij het hunne, maakten de Spanjaarden
evenwel een eind aan het Incarijk. Het is niet gemakkelijk mensen te
vinden voor expeditietochten door de Atacama en de bevolking van de
woestijnoases. De lucht op de hoogvlakten is zo ijl is dat men nog altijd
zegt dat alleen de Coya's, geiten en vicuas er kunnen leven en
weinigen zijn sterk genoeg om lange tochten door de gure Andes en de
barre Atacama te overleven. Zowel de Inca's als de Spanjaarden
schakelden daarvoor Coya's in. Zij voerden duizenden
duizenden Coya's mee op
hun tochten naar het zuiden. Op deze wijze ontstonden Coya
gemeenschappen in het noorden van wat nu Chili en Argentini heten,
waar zij zich vermengden met de overige bewoners van de streek:
Atacameos, Aimaras en Diaguitas.

De Coya's,, bewoners van de streek waar Chili,


Peru, Bolivia en Argentini elkaar raken
De naam Coya werd mettertijd in Argentini gebruikt voor alle
oorspronkelijke bewoners van het Incarijk, ongeacht hun oorsprong en
eender of zij vanuit het zuiden van Peru of Bolivia naar de hoogvlakten
geemigreerd waren, of er sinds generaties woonden.
In Chili maakten
ten de bewoners van de hoogvlakten wel onderscheid in
functie van hun levenswijze en de gemeenschap waartoe ze behoorden.
Hier sprak men vooral over Atacameos, de oorspronkelijke bewoners
van de Atacama,, en Aimara's, afstammelingen van de Inca's en Coya's.
Slechts een heel beperkt aantal mensen identificeerde zichzelf als
Coya's. Deze groep werd op het einde van de 19e eeuw, ten tijde van de
Salpeter Oorlog of Oorlog van de Grote Oceaan aangevuld met nieuwe
groepen

Coya's

gevolg

die

van

als
de

onderdrukking

van

cultuur

in

Argentini

besloten

dat

land

verlaten.

De

waren

hun
te

meesten

afomstig

van

Tinogasta en Fiambala in
Argentini,

waar

tot

op

vandaag

zon

40.000

Coya's wonen. Vrijwel alle


Coya's die thans in de
Atacama valleien wonen,
zijn

afstammelingen

van

deze groepen.
Aanvankelijk

waren

de

Coya's herders met een


nomadenbestaan, die met hun kudden in de zomer op de hoogst
9

gelegen weivelden verbleven en tijdens de winter afzakten naar de lager


gelegen gebieden. Slechts sporadisch doken zij op in de steden en
dorpen om er hun producten, vooral kaas, brandhout en houtskool te
verkopen. Ook bewogen ze zich nog geruime tijd vrij over de
landgrenzen heen, vaak langs paden en doorgangen die enkel aan hun
bekend waren. Mede als gevolg hiervan bleef hun bestaan lange tijd
onopgemerkt in de Chileense statistieken. Zo lang de dun bevolkte
Atacama enkel om zijn dorheid en desolaatheid gekend was, werden de
Coya's ongemoeid gelaten. Maar langzaam aan werd de Atacama de
schatkist van Chili: Men ontdekte of herontdekte er zout, salpeter,
magnesium chloride, kalium, zwavel, lood, zilver, goud, ijzer, koper,
lithium, boor,....
Naarmate de streek meer gendustrialiseerd werd, werden de Coya's
steeds

meer

teruggedrongen:

Aan

de

grenzen

kwamen

echte

grensposten, wat hun nomadenbestaan belemmerde. Het weinige water


in de streek was nodig voor de mijnen en de uitbreiding van de steden,
waardoor vele Coya gronden uitdroogden. Van de betere gronden
werden ze verdreven, want zij konden geen eigendomsrechten laten
gelden.

10

Op

andere

plaatsen

vergiftigden
vergiftigden

de

uitlaatgassen

van

de

metaalbedrijven de lucht en hun afvalstoffen de waterstromen. Het werd


de Coya's verboden brandhout te sprokkelen en houtskool te maken en
hun kudden te laten grazen op de vruchtbare gronden, omdat zij als
oorzaak gezien werden voor de vernietiging van de gewassen en de
uitbreiding van de woestijn.
Hoe meer de rijkdom in het gebied toenam, hoe meer de oorspronkelijke
bewoners van de Atacama verarmden. Bij zijn bezoek aan de streek
beschreef Darwin hun levensomstandigheden als "het slechtste van het
slechtste". In het begin van de 20e eeuw werden de Coya's gedecimeerd
door een cholera epidemie. De huidige Coya's zijn afstammelingen van
de sterkste
rkste leden van hun stam. Zij worden zelden ziek en bereiken vaak
een zeer hoge leeftijd. Naast het Spaans spreken sommige Coya's nog
altijd het Quechua, de taal van
de Inca's en het aanverwante
Aimara.
Een deel van de Coya's deed in
beperkte mate aan landbouw,
land
artisanale metaalbewerking en
zelfstandige

mijnbouw.

levensgewoonten

Hun

werden

bemoeilijkt door het ontstaan


van

grote

mijnen

en

wijngaarden, die het schaarse


water dat in de streek aanwezig
was draineerden of vergiftigden,
met uitdroging en teloorgang
teloorg
van traditionele Coya-gronden
Coya
tot gevolg. Bovendien verdreef
de striktere toepassing van eigendomsrechten hen van gronden die zij
eerder bewoonden en in cultuur brachten. Momenteel voorzien de
11

meeste Coya's in hun levensonderhoud door het kweken van Lamas,


La
schapen en geiten, de productie van groenten en kaas, het produceren
van

textiel,

de

zelfstandige

mijnontginning,

tewerkstelling

als

gesalarieerde in de locale mijnen en wijngaarden, of ze werden


transporteurs

of

handelaars

in

hout,

uitrustingsgoeder
uitrustingsgoederen

of

voedingsstoffen. Sommigen bleven daarnaast actief in de jacht.

Techniek
De bewoners van de Altiplano kenden het wiel niet. Ze hadden geen
wagens, ploegen, scharen, zagen of schaven. Zij hadden dus ook geen
meubels.
Voor het weven van stoffen,
maakten zij een zijde van
een touw vast aan een boom
en de andere zijde om het
middel van de wever. Elk
stuk werd precies op de
gewenste lengte geweven.
Op deze primitieve manier
vervaardigden

zij

zeer

ingewikkelde patronen van


zeer fijne draad, met soms wel
wel 150 draden op een centimeter.
Als metalen kenden zij goud, zilver, koper en brons dat zij smolten in
ovens die gelegen waren op bergtoppen en andere plaatsen met veel
wind. Stenen bewerkten zij met bronzen beitels en met stenen beitels
met een hardheid dan de steen die ze bewerkten.
De landbouwgronden werden omgegraven met een handploeg en
bemest met meststoffen van plantaardige, dierlijke en menselijke
oorsprong.
12

De Mens is Wandelende Aarde (Coya gezegde)


De Coya's namen van de Inca's de verering van de Zonnegod Inti en
Maangodin Quilla over. De belangrijkste verering ging echter naar
Moeder Aarde, de Pachamama, die alle leven voortbrengt en weet
wanneer, hoe en waarom de dingen gebeuren. Hun dankbaarheid en
Liefde voor de levengevende aarde drukken zij tot op vandaag uit in de
Chaya, de gewoonte om de aarde te voeden door haar het eerste deel
terug te geven van wat zij voortbrengt en de Corpachada, het begraven
van voedsel en drank. In dank
voor een veilige reis, laten ze
op

vastgestelde

plaatsen

tevens een steen en een


geschenkje

na

voor

de

Pachamama, een gebruik dat


in de loop van de jaren en
eeuwen aanleiding gaf tot het
ontstaan
bergjes

van

apachetas:

opeengestapelde

stenen, die zorgvuldig in eer


gehouden worden.
Zij geloofden in een leven na de dood mits het lichaam bij overlijden
compleet en intact was, en vereerde ook de voorvaderen. Bij het
overlijden werden de doden gebalsemd in een tombe in de vorm van een
bijenkorf gelegd. Er werden vaten voedsel en chicha bij gezet, zodat ze
eten had in het hiernamaals. De begrafenisceremonie, waarbij de
vrouwen hun haar afknipten, duurde acht dagen.
Daarnaast

heerste

het

geloof

in

allerlei

geesten:

huisgeesten,

bosgeesten, riviergeesten, berggeesten en geesten in gevreesde grote


dieren, zoals de poema en de condor. Al die geesten werden
verondersteld zich te manifesteren in bijzondere plaatsen, genaamd
huaca's. Zo'n plaats kon van alles zijn, maar de bekendste huaca's zijn
13

apart gevormde rotsen of grote rotsblokken met speciale vorm, waar


offers gebracht werden en
ceremonien

gehouden

werden.
Het Incarijk was verdeeld
in tien religieuze districten
met aan het hoofd een
soort bisschoppen die op
hun beurt onder het gezag
van de hogepriester, de
Villac Umu ressorteerden,
welke meestal een broer
was van de opper Inca, de
Sapa Inca.
De communicatie met de
goden verliep door middel van dromen en speciale boodschappers.
Deze boodschappers waren hiertoe opgeleide kinderen, die naar hoge
bergtoppen gebracht werden, waar ze immers het dichtst bij de goden
waren. Daar werden ze bedwelmd en, nadat ze door de nachtelijke
vrieskou doodgevroren waren, begraven. Vanuit hun graf werden zij
geacht de goden te smeken het volk te beschermen ziekten en
aardbevingen.
Tijdens de vele feesten, volgens sommigen zelfs meer dan 100 per jaar,
vaak gekoppeld aan de lokale marktdagen, werden na de officile
religieuze ceremonie ware volksfeesten gehouden waarbij gedanst en
gedronken werd tot bij het invallen van de nacht. Dronkenschap was op
andere momenten verboden, maar tijdens de feesten algemeen.
Doorheen de eeuwen behielden de Coya's een aantal van hun aloude
gebruiken en tradities: ze verenigen zich in aylls, groepen verwante
families die op alle vlakken samenwerken; Tinkanakay, verenigingen van
14

kunstenaars,
enaars, zangers of vrienden en Minka's, een oude vorm van
coperatie.
Voor de Coya's begint het nieuwe jaar rond 23 juni, met de winter
zonnewende. Daarnaast vieren ze ook carnaval, welke traditioneel
afgesloten wordt door de Caharpaya, een afscheidsfeest waarop de
Pujllay, de duivel, onder vorm van een carnavalpop begraven wordt.
Voorafgaand aan het huwelijk, ontvoeren de Coya jongeren symbolisch
hun geliefde en kennen ze een proefperiode, de serviacuy, tijdens
dewelke ze bepalen of ze definitief verder samen door het leven willen
gaan.

De Coya priesters, de Meica (vrouwen) en Yatiri (mannen), worden in


een droom tot hun taak geroepen. Zij ontwikkelen kennis van
geneeskrachtige kruiden en leiden de religieuze ceremonies, die vaak
doorgaan op de hoogste vlakten
vlakten in de bergen, beantwoorden
15

levensvragen en zijn in regel ook curanderos, genezers. Hierbij maken


ze gebruik van modderbaden ter bestrijding van reumatiek, van kruiden zoals chachacomathee (tegen de Puna of hoogteziekte), llareta
(behandeling van kanker en leukemie), bailahun (tegen maagklachten),
het zwarte park (wondheling) en salie (hoesten en verkoudheid). Zij
geven ook massages en verwijderen wratten en cysten. Op psychosociaal vlak zijn het boze oog, de angst, de hik, de techniek van het
afborstelen, de sahumado - het beroken - en het hysterisch lachen van
belang.
Coca bladeren maken een wezenlijk deel uit van de Coya cultuur: de
coca plant is een heilige plant, die leven geeft aan de mens omdat ze
kalmerend werkt, de vermoeidheid tegengaat bij zwaar werk en lange
wandelingen, de pijn verzacht en honger en dorst lest.
Alcohol beschouwen de Coya's als een element van de gezondheid
omdat alcohol wonden ontsmet en geneest van de hoogteziekte.
Typische dranken zijn de wijn, bron van plezier en goddelijke vrucht van
de arbeid, de "yerbiao" gemaakt met locale kruiden als citroen verbena,
citroenmelisse, pepermunt, groene munt, Yerba Buena, Muna, enz..., de
Mate tisanes en de Chicha, gemaakt op basis van mas of pinda.
Naast de vele gerechten bereid op basis van gekookte mas: pittige
tijtinchas, tamales, masmeel soep, chilcan en ulpada, eten de Coya's
gekookte aardappelen, sopaipillas (gebakken deegproducten), taarten,
pindasoep, quinoa stamppot, tarwe stoofpot, kazen, churrascos (gegrild
rundvlees), gebraden of gekookt vlees van schapen, runderen of
gevogelte en locro, een kruidige mix van buikvlees en been. De Coya's
kennen vier kleuren die hen identificeren: geel, zwart, wit en rood. Geel
stelt Tata Inti Raymi, de zonnegod voor. Zwart is het symbool van de
medicijnen, de cultuur, de ceremonies en rituelen. Wit symboliseert de
puurheid, de bergen en de sneeuw. Rood tenslotte, staat voor bloed,
kracht, de mens.
16

Mythes en Legendes
Heden ten dage zijn vrijwel alle Coya's Katholiek. Met het hernieuwde
zelfbewustzijn dat in Chili vooral sinds de val van de dictatuur opbloeit,
groeit

evenwel

ook

de

aandacht

voor

de

instandhouding

en

herintroductie van de denkwijze en gebruiken van de precolumbiaanse


periode. Net als hun geloof,
geloof, delen de Coya's hun mythes en legendes
met de Inca's en de oorspronkelijke bewoners van de Atacama. De
uitgang -ay
ay bijvoorbeeld, is typisch voor de Kakan taal van de Diaguita,
waaruit kan afgeleid worden dat de legende
l gende van de Yastay zijn
oorsprong vindtt bij de Diaguita.

De Duendes, Elfen of Kabouters:


De Coya's geloven in het bestaan van deze
natuurgeesten,

die

eenzaam

door

de

wereld dwalen. Zij vrezen hun ondeugende,


rusteloze

en

speelse

genie

met

zijn

constante voorliefde voor het martelen van


mannen, vrouwen en kinderen. De Duende
wordt soms naakt voorgesteld,
voorgesteld met enkel
een grote hoed als kledingsstuk, meestal
draagt hij echter een tuniek of poncho. Hij
is niet groter dan 50 cm, weent als een
baby,

heeft

kwaadaardige

oogjes

en

scherpen tanden.
Bovendien heeft hij ook een ijzeren hand
en een wollen hand. Als hij
hi iemand
ontmoet, vraagt hij met welke hand hij hen mag slaan. Wie zelf niet kiest,
wordt met de ijzeren hand geslagen. Kiest men voor de wollen hand, dan
slaat hij met de wollen hand, maar deze slagen zijn in werkelijkheid het
pijnlijkst. Meestal verschijnt
verschijnt hij tijdens rustpauzes of tijdens de nacht aan
kinderen, maar ook volwassenen slaat hij zonder medelijden.
17

De Yastay
De Yastay is de zoon van
de Pachamama. Hij kan
verschillende

vormen

aannemen, zelfs die van


de wind, zijn broer.
De

Yastay

kan

verschijnen in de vorm
van een coquena: een
wezen van kleine gestalte,
gekleed met een chujilo,
een muts met oorkleppen,
een poncho, sandalen en
een slangenketting, vaak
uitgerust met een scepter
en een fluit waarop hij
zachte melodien speelt. Zijn sandalen
sandalen laten hem toe zich met
onwaarschijnlijk gemak te bewegen in de bergen. Soms maakt hij daarbij
onwaarschijnlijk grote sprongen.
Deze een mysterieuze duende bewaakt, onzichtbaar voor iedereen
vanaf de toppen van de bergen de kuddent.
kuddent. Zijn aanwezigheid blijkt dan
enkel uit het geluid van zijn magisch fluitspel.
De Yastay kan ook de vorm aannemen van een oude man met lange
baard en ramshoorns, gezeten op een wit paard. Een Yastay die zijn
zij
mannengedaante heeft aangenomen kan men herkennen doordat de
sporen die hij nalaat, die van een guanaco zijn.

18

Meestal echter duikt hij op in de vorm van een grote, zwarte of vurige
alpaca of guanaco. Maar hij is geen gewone guanaco: hij is duidelijk
groter, kan zich verplaatsen met de snelheid van de wind en staat altijd
op de uitkijk. Bij het minste teken van gevaar, stelt hij zichzelf bloot
omdat hij weet dat hem niets kan overkomen: pijlen, kogels, niets kan
hem deren, want hij is niet echt materieel. Kijk je naar hem, dan kan hij
het ene ogenblik klein lijken, dan weer groter, wolliger of juist minder
wollig ... .
De Yastay is een wezen tussen droom en werkelijkheid dat bestaat
omdat het een belangrijke functie heeft: Hij is immers de hoeder, de
bewaker en beschermer van de kuddes guanaco's en van de dieren die
in het wild leven. De Yastay zorgt ervoor dat jonge dieren niet zonder
moeder achterblijven en dat de jacht respectvol gebeurt.
Wie teveel jaagt of moeders met jongen doodt, straft hij. In zijn strijd
tegen gewetenloze jagers, verbergt hij hun paarden en muilezels en
steelt hij hun bezittingen. Stuurt men honden op hem af, dan kan het
gebeuren dat die zo maar verdwijnen of dat ze totaal verdwaasd
terugkeren en nooit meer kunnen gebruikt worden voor de jacht. Zelf de
achtervolging van een Yastay inzetten is voor een jager evenmin zonder
risico: hem kan van alles overkomen. Hij kan gebeten worden door de
Yastay, zijn wapen kan in een steen veranderen of hij kan ongelukkig ten
val komen en daarbij zelfs het leven laten.
Verantwoordelijke jagers beloont hij met een goede jacht en soms ook
met zilver of goud, dat ze aantreffen bij hun terugkeer thuis.
Jagers smeken zijn hulp af met geschenken: ze verbergen een zak met
meel en coche (geroosterd graan), aguardiente (brandewijn) of chicha
(masbier) en coca bladeren op een steen op een geheime plaats in het
woud. Wanneer de offergave de volgende dag verspreid over de
geheime plaats wordt teruggevonden, weet de jager dat hij een goede
jacht zal hebben en dat de Yastay zich niet tegen hem zal keren. In
sommige gevallen verschijnt hij aan arme jagers in een droom en wijst
19

hen waar ze dienen te jagen, of waar ze voedsel en zelfs zilver of goud


kunnen vinden. Op voorwaarde evenwel dat hij zijn afspraak met de
Yastay geheim houdt,, want anders riskeert hij alles te verliezen, ziek te
worden of zelfs te sterven.

De Aauca

De Aauca is een bloem die typisch is voor de streek rond Copiap en


de Quilimar vallei. De naam zou ontleend zijn aan die van een indiaans
meisje die in Monte Patria woonde en zo mooi was, dat iedereen haar
wilden veroveren. Op een dag verschijnt een jonge man schattenjager in
haar dorp. De twee worden verliefd, trouwen en zijn zeer gelukkig
samen. Maar op een nacht verschijnt in een droom een duende aan de
d
jongeman, en vertelt hem waar hij een rijke ertslaag kan vinden. Daarop
vertrekt de jongeman, zonder iemand in te lichten. Aacua is
troosteloos als ze zijn verdwijning merkt. Hoopvol wacht ze op zijn
terugkeer, maar de weken en maanden verstrijken en de
de jongeman keert
niet meer terug. Na een tijd sterft Aauca van verdriet. Op de dag dat
ze begraven wordt, regent het. De volgende dag stellen de onthutste
20

dorpelingen vast dat het graf van het meisje bedekt is met mooie, rode
bloemen. Volgens de legende is het meisje veranderd in een bloem, als
teken van haar liefde voor de verdwenen jongeman. De bloem die op
haar graf groeit, kreeg dan ook haar naam.
Het verhaal van Aauca is een voorbeeld van vele gelijkaardige
verhalen, waarbij de naam van een dier, bloem
bloem of plant gekoppeld wordt
aan die van een legendarische Inca prinses of zelfs godin.
Dit soort legendes werd mettertijd ook commercieel aangegrepen. Zoals
het geval is met het verhaal van de Tamaya hierna, afkomstig uit de
meer zuidelijk gelegen Limari vallei:

De Tamaya
De

Atzalca

Indianen

woonden in een afgelegen


regio van Chili. Ze aanbeden
een heilige plant: Tamaya.
Tamaya
Eenmaal per jaar, op basis
van hun traditie, kwam de
godin van de hemel neer op
de aarde en veranderde de
boom in een mooie jonge
vrouw met gouden haren,
symbool van de unie tussen
de Hemel en de Aarde. De
Atzalca geloofden dat deze rencarnatie een manifestatie
manifestatie was van de
vernieuwing van de natuurlijke krachten.
Toen de Spaanse veroveraars de streek binnen vielen en de indianen tot
slaven maakten, stelden de Azalca's hun hoop in hun heilige plant,
Tamaya: als de godin van de hemel terug kwam zou ze de indringers
in
verdrijven. In het grootste geheim vierden ze de winterzonnewenden. Na
21

drie dagen van gebed, dans en offers, veranderde de plant inderdaad


opnieuw in de Godin van de Hemel. Maar plots doken de Spanjaarden
op. Zij namen de Godin gevangen en besloten haar naar Spanje te
sturen. Toen het schip in Spanje aankwam, bleek de godin evenwel
verdwenen. In haar kabine vond men alleen de heilige plant, recht op zijn
lange steel, maar zonder bladeren of bloemen.
Eeuwen later vond een Franse botanicus een kristallen urne met daarin
de gedroogde stam van de plant en een manuscript, waarin de Spaanse
commandant het verhaal van Tamaya had neergeschreven, samen met
zijn belofte de plant terug te brengen naar Amerika. Een belofte die hij,
als gevolg van zijn onverwacht overlijden, niet had kunnen houden.
De botanicus bracht toen zelf de plant terug naar Chili. Ontroerd plantten
de Azalca's de plant terug op de top van de oude ceremonile heuvel. Bij
de volgende viering van de zonnewende gebeurde het wonder opnieuw:
Toen de zonnestralen bij het aanbreken van de vierde dag van rituele
dansen en gebeden de ranke stam bereikten, veranderde deze opnieuw
in Tamaya. De Godin was net zo mooi en jong als zij altijd geweest was,
haar gelaat was helderder dan het klaarste water en haar gouden haren
schitterden zoals de zon zelf.
De verschijning duurde evenwel slechts kort. Maar toen de Godin
verdwenen was, merkten de Azalca's dat de plant opnieuw tot leven
gekomen was en de takken bedekt waren met prachtige bloemen. Uit
dankbaarheid gaven zij de botanicus een tak van de plant, welke hij met
zich meenam op zijn terugkeer naar Europa.
Dank zij de inspanningen van de botanicus, heeft de Tamaya, de heilige
boom van de Atzalca's, vandaag wortel geschoten in alle uithoeken van
de wereld en bewonderen miljoenen mensen zijn sierlijkheid en
mooiheid, onbewust veelal van het betoverende geheim dat verborgen
leeft tussen de bladeren en bloemen van de plant.

22

Inca Colla : De Echtgenote van de Inca


Opmerking: in het Quechua betekent "Colla" voornaam, edel, vrouw,
moeder of echtgenote.

Een paar kilometer ten oosten van Calama bevindt zich een klein stadje
genaamd Chiu-Chiu, dat reeds bestond toen de Inca's dit gebied
veroverden. Toen de Inca vorst Atahualpa Yupanqui het stadje bezocht,
werd hij verliefd op de mooie en lieve Nusta (prinses) Colque-Coillur. Hij
beloofde haar eeuwige trouw en al spoedig werd hun liefde bezegeld
met de geboorte van een zoon. Atahualpa bleef evenwel niet trouw aan
zijn geliefde. Verdrietig en vernederd werpt zij zich met haar zoon in de
bij het stadje gelegen lagune. Hoewel onverschrokken zwemmers,
onvermoeibaar het zoute water van de lagune doorzochten, werd nooit
een spoor van de prinses en haar zoon terug gevonden.
Als uitleg verklaarden de duikers dat het meer bodemloos is.
Ondertussen weten wij dat het meer 60 m diep is en gevoed wordt door
een ondergrondse aftakking van de Loa rivier. Het teveel aan water
stroomt - opnieuw ondergronds - door naar de nabije Rio Salado.

23

Het goud van de Inca's


De Inca's kenden geen geld. Voorwerpen van goud en zilver
vertegenwoordigden dan ook geen kapitaal, maar werden gezien als
geschenken aan de goden en de Incaheersers om het voortbestaan van
de wereld te garanderen.
Voor de Spanjaarden lag de zaak iets
i
anders. Nog altijd doen legendes de
ronde over El Dorado en de mythische
schatten van de Incas: gouden en
zilveren voorwerpen die de Incas
zouden hebben verborgen voor de
Spanjaarden.
De Spaanse veroveraars leerden al
snel dat er een geweldige hoeveelheid
hoevee
kostbaar metaal in de bodem te vinden
was.
Naast het delven van goud en zilver uit geologische afzettingen, konden
zij op een veel minder arbeidsintensieve manier aan edel metaal
geraken: de graven van de gewezen heersers en hun adel bleken
enorme schatten
hatten aan goud en zilver te bevatten. Vrij snel na de
verovering besloot de Spaanse kroon dan ook dat grafvelden vanaf dat
moment wettelijk gelijk gesteld moesten worden aan geologische
goudaders. Zodra de grafvelden als zodanig geregistreerd stonden en
eigendomsaktes
igendomsaktes uitgeschreven waren, werden de grafvelden op
systematische wijze gexploiteerd en belast. (Door het koningshuis van
Castilli werd 20 procent belasting geheven op mijnbouwproducten).
Deze aanpak leidde tot buitensporige grafplunderingen. Voor de
plundering van Huaca del Sol in Peru, werd zelfs de bedding van de
Moche rivier omgelegd om de Moche-tempel
Moche tempel sneller te kunnen
afgegraven kon worden. De gouden en zilveren offergaven uit de graven
24

werden bijna allemaal meteen omgesmolten en gingen zo voor


vo altijd
verloren.
Het religieuze centrum van het Incarijk werd
gevormd door de Qoricancha, de Zonnetempel.
Dit complex bestond uit een aantal tempels,
waarin niet alleen de zon maar ook de maan en
de hemellichamen als Venus, Orion en de
Pleiaden, en de belangrijkste
elangrijkste weerfenomenen als
de regenboog en onweer vereerd werden. De
tempelmuren waren bekleed met platen van
goud en zilver. In de tuin stonden levensechte
gouden en zilveren beelden van mensen, masplanten, kuddes lama's
met herders, reptielen, insecten,
insec
etc. Er stonden onder meer een massief
gouden beeld van een jongen en een ronde gouden plaat die voor de
Inca's de meest vereerde voorstellingen van de Zonnegod vormden.
Ook bevonden zich in dit complex de belangrijkste cultusbeelden van de
onderworpen volkeren.
n. Hoewel ze in feite gijzelaars waren, werden ze
eerbiedig behandeld en rijkelijk voorzien van offerandes, tenzij hun volk
zich in de ogen van de Inca's misdroeg. Dan viel hen minachting en
mishandeling ten deel, hetgeen hun volk spoedig zou dwingen tot
medewerking.
Het is geen wonder dat er al vlug na de aankomst van de Spanjaarden
heel veel verhalen de ronde deden over de ligging van goudgoud en zilver
aders, verborgen schatten,
schatten, zelfs "gouden steden", later nog aangevuld
met schepen geladen met goud en zilver voor Europa die door piraterij of
in stormen
men verloren gingen.
De meeste van die verhalen zijn klinkklare onzin natuurlijk. Maar niet
allemaal: De historicus Floreal Recabarren ontdekte begin vorige eeuw
een goudmijn in Taltal.. De nieuwe site werd "El Guanaco " genoemd.
Bijzonder was dat de locatie samenviel met een gebied waar de oude
25

verhalen vertelden over de aanwezigheid van "een berg van goud en


zilver."
Eerder al, in 1870, had de goudzoeker Ramon Mendez een zilver ader
ontdekt nabij wat nu de gemeente Sierra Gorda is. De mijn, Caracoles
genaamd, was een tijdlang de belangrijkste van Amerika en werd
gevonden naar aanleiding van een verhaal over de Indiaan Gavarito die
ter plekke een "bron van rijkdom" zou gevonden hebben.
Hierna een paar voorbeelden van legendes in verband met goud:

De Zwarte Hond
In de omgeving van Oro de Inca, wordt de geschiedenis van de zwarte
hond verteld. Van een afstand, ziet het er een gewone hond uit, maar de
weinigen die hem van dichtbij gezien hebben, vertellen dat hij grote,
vurig rode ogen heeft en dat er rond zijn nek een ketting van zuiver goud
hangt.

De zwarte hond is de hoeder van de rijkste ader van goud van de ganse
wereld. Als de hond ergens graaft, moet men daar een mes in de grond
steken, om te voorkomen dat de goud ader zich verplaatst, en er de
volgende dag komen graven. Het lijkt eenvoudig, maar toch werd de
26

ader nog niet gevonden omdat geen mens kan weerstaan aan de terreur
die het van dichtbij zien van deze hond inspireert.
Er wordt dan ook gezegd dat de hond toebehoort aan de duivel en enkel
hem gehoorzaamt. De duivel roept de hond
hond door middel van een scherp
gefluit, dat in de wijde opgeving hoorbaar is en iedereen vult met angst
en paniek.

De Schat van de Inca's


Toen de Spanjaarden
in 1533 dreigden de
Inca vorst Atahualpa te
vermoorden,

dachten

de Inca's dat ze door


het betalen van een
losgeld in goud het
leven van hun vorst
zouden
redden.

kunnen
Van

overal

vertrokken karavanen geladen met gouden beelden en sieraden richting


Cuzco. Ook vanuit Chili vertrok een karavaan. Onderweg vernamen de
Inca's evenwel dat hun vorst ondertussen
ondertussen al vermoord werd.
Niet wetend wat te doen met de schat en beducht dat die in handen van
de Spanjaarden zou vallen, besloten zij hem te begraven. Zij dumpten
hem in het Quimal meer dat zich op de top van de Quimal berg bevond
(Niet te verwarren met het gelijknamige
gelijknamige meer in de Zoutvlakte van de
Atacama ).
Sindsdien zoeken mensen de Quimal heuvel af op zoek naar sporen van
het legendarische meer. Er wordt gezegd dat sommigen inderdaad
gouden voorwerpen gevonden hebben, die evenwel niets dan ongeluk
brachten over hun vinders.
27

Het Scheppingsverhaal van de Coya's


Lang geleden bestonden de mensen en dieren nog niet. Enkel droefheid,
duisternis en stilte regeerden over de wereld.
De oppergod Wiracocha besloot daar iets
aan te doen en creerde twee zonnen: Inti
y Pajsi. Beide waren mooi en sterk, maar
Pajsi schitterde iets meer dan zijn broer.
Jaloers wierp Inti een massa as naar Pajsi,
waardoor deze sindsdien veel minder licht
geeft en enkel 's nachts te zien is.
Wiracocha concentreerde zich inmiddels op
de schepping
epping van de mens, die hij vormde
uit de granietsteen van de Comanche. Elke
nacht maakte hij er vele honderden en toen
er voldoende waren, plaatste hij hen op de
aarde en blies hen leven in.
Aanvankelijk waren de mensen goed, ze werkten enthousiast en
gehoorzaamden
oorzaamden de wetten van Wiracocha. Op een dag echter namen de
slechte goden Supay, Makhala en Anchanchu bezit van het hart van de
mensen en vulden het met jaloezie en ijdelheid. Al vlug begonnen die
onder mekaar te vechten. De sterkeren onderwierpen de zwakkeren
zw
en
deze richtten zich in wanhoop tot Wiracocha.
Wiracocha werd zeer boos toen hij vaststelde wat er op de wereld
gebeurde. Hij beval de god van de wind, Wayra-tata,
Wayra tata, alle leven op aarde
te vernietigen. De mensen vluchtten alle kanten uit en velen verscholen
ve
zich in grotten voor de verschrikkelijke kracht van Wayra-tata.
Wayra
Toen
Wayra-tata
tata dit rapporteerde aan Wiracocha, gelaste deze Kjunu, de god
van de sneeuw, om het hart van de mensen te bevriezen en hen te
bedekken met sneeuw. Op deze manier ontstond het Andesgebergte.
28

Lola
Lang geleden woonde in de provincie Antofagasta een mooi meisje,
Lola. Haar vader zorgde voor haar en waakte erover dat zij niet in
contact kon komen met de jonge mannen die op haar verliefd werden.
Haar schoonheid bleef een bron van illusies en ontgoocheling bij de
mannen en van jaloersheid bij de vrouwen.
Op een dag werd het meisje toch verliefd op een man. Deze was
evenwel reeds gehuwd. Zijn vrouw sloop op een nacht blootsvoets de
kamer binnen waar haar man sliep en vermoordde hem met een dolk,
waarna ze zich huilend in de bergen verschool.

Na een tijd dook ze terug op in het dorp. Ze was evenwel gek geworden
en lachte de hele tijd, tot ze uiteindelijk stierf. Onwetend van het
overlijden zwerft de wraakzuchtige geest van Lola echter nog altijd door
de bergen en valleien op zoek naar de moordenaar van haar geliefde.

29

La Llorona
Lola is niet de enige spookachtige vrouw die huilend rondzwerft: wezens
die huilen in rivieren om verschillende redenen zijn een vaak terugkerend
kenmerk in de mythologie van Zuid-Amerikaanse precolumbiaanse
culturen. Hoewel de oorsprong van deze legendes precolumbiaans is,
verwijzen de meeste verhalen zoals die nu vertelt
vertelt worden naar de
periode van de Spaanse overheersing.
Terwijl in de legende van Lola diens aanbidder vermoord werd, zijn er
verhalen waarin het meisje zelf vermoord werd of waarin zij zelf een
moord pleegde: hetzij op haar kind(eren), hetzij
hetzij dat zij haar man of
vriend vermoordde.
Zo kent men in Chili de legende van de Puculln,, die eeuwig huilt omdat
haar kind haar op vroege leeftijd
ontnomen is. De Puculln is een
spookachtige aanwezigheid in het
wit gekleed.

Alleen
lleen mensen die

dicht bij de dood zijn en dieren


kunnen

haar

zien
zien.

Honden

beginnen klaaglijk
te

huilen

wanneer

ze

h
haar

aanwezigheid waarnemen.
De Puculln is een gids voor de
doden, die hen de weg toont langs
l
waar ze van hun aardse huis naar
het

hiernamaals

kunnen

oversteken. Er wordt gezegd dat


zij voor alle nabestaanden weent, zodat zij deze sneller getroost worden
van het verlies.

Ook
ok belet de Puculln dat de geest van de dode

terugkeert om de nabestaanden te kwellen. Sommigen beweren

30

bovendien dat zij in een verschrikkelijke gedaante verschijnt aan


familieleden die krokodillentranen wenen.
wenen
Met haar overvloedige tranen markeert de Puculln de
e exacte plek op
het kerkhof, waar het graf moeten worden gegraven om de kist te
deponeren. Bij de begrafenis dient de kist volledig met grond bedekt te
worden, zo niet zal binnen het jaar zal een familielid van de overledene
sterven.
Als straf voor de verwaarlozing die leidde tot het verlies van een kind,
rooft de Puculln ten slotte ook de resterende kinderen weg bij nalatige
moeders, omdat zij deze verward
d met het kind dat ze zelf verloren heeft.
Dat de oude legendes niet
niet sterven, blijkt onder meer door de moderne
versies die sommige legendes krijgen. In de regio
regio van de Atacama doet
het verhaal de ronde van een mooie liftster.
Een camioneur merkte op een nacht een bevallige liftster op de weg van
Chaaral naar Antofagasta. Omdat de weg lang en eentonig is, pikte hij
haar op.
Bleek dat ook zij naar Antofagasta
onderweg was. Omdat zij het samen
zo goed konden vinden, nam hij haar
bij aankomst in Antofagasta uit eten en
daarna gingen ze samen ook dansen.
Uiteindelijk belandden ze samen in
bed.
De volgende dag moest de chauffeur
weer verder. Hij was evenwel zo onder
de indruk van het meisje, dat hij al
overwoog te scheiden van zijn vrouw
en toen zij hem vroeg haar bij zijn
terugkeer

opnieuw

op

te

zoeken,

aarzelde hij geen ogenblik.


31

Een paar dagen meldt hij zich met een grote ruiker bloemen aan haar
woning. Groot
oot is zijn verbazing wanneer de deur geopend wordt door
een oude vrouw, die hem de huid begint vol te schelden.
"De slet heeft het weer gedaan!" schreeuwde de vrouw. Uit het huis
haadett ze een oude foto en toonse
toon
die aan de vrachtwagenchauffeur
met de vraag
ag of het afgebeelde meisje inderdaad het meisje was dat hij
eerder ontmoette.
Als hij dat bevestigde,, antwoordde
antwoord ze: "Die slet is al dertig jaar dood en
nog kan ze de mannen niet gerust laten!"
De man deed bijna in zijn broek van schrik en haastte zich naar huis om
bij zijn vrouw troost te zoeken.

De heksen van Salamanca


De

geesten

van

overleden

tovenaars en heksen leven in


een

grot

in

Salamanca,

waarvan

de

verschillende

ingangen

bewaakt

worden

door monsterachtige slangen.


Hier

leiden

tovenaars

zij

en

nieuwe

heksen

op,

organiseren ze zwarte missen


en aanbidden zij de duivel.
Regelmatig

organiseren

zij

feesten in de grot, waarop ze


de meesters in de toverkunst
uitnodigen.

De

bestekken

die

bekers
bij

en
deze

gelegenheid gebruikt worden


zijn van zilver of goud, maar
32

deze veranderen in waardeloze prullen wanneer men ze meeneemt bij


het verlaten van de grot. Een leerling tovenaar die een gouden lepel naar
buiten smokkelde, kwam op weg naar huis een meisje tegen.
tegen. Zodra zij
hem aankeek, verloor hij het bewustzijn. Toen hij opnieuw ontwaakte,
bevond hij zich op het dorpsplein. Onmiddellijk tastte hij in zijn zak. De
lepel

was

echter

verdwenen

en

vervangen

door

een

stukje

kinderspeelgoed. Bij de kraaien van de haan


haan of als gevolg van een
godsdienstige aanroeping of een kruisteken vluchten de tovenaars en
heksen terug naar hun woonplaats, waar ze langs de schouw of een
sleutelgat binnen dringen.

De Alicanto
De

alicanto

is

een

grote,

metaalkleurige vogel, wiens vleugels


vle
's nachts fluoresceren. Hij heeft een
sterke gekromde bek, waarmee hij
door rotsen en metalen heen kan
bijten en enorme klauwen. Hij slaapt
boven op de rotsen, met zijn vleugels
open gespreid. De Alicanto voedt zich
met goud en zilver en legt vervolgens
vervolgens gouden of zilveren eieren. Volgens
sommigen laat hij een spoor van goudgoud of zilverstukken achter. Wanneer
hij uit zijn slaap gewekt wordt door iemand die de eieren of geldstukken
probeert te roven, slaat hij zijn vleugels op, wat een regen van gouden of
o
zilveren pluimen veroorzaakt, die zo schitterend is dat zijn belagers er
voor altijd door verblind blijven. Het is de droom van velen om een
Alicanto te zien, want waar een Alicanto is, zijn ook goudgoud of zilverlagen
in de buurt. Door zijn gewicht kan hij immers niet ver vliegen. Wie de
vogel volgt, moet evenwel opletten, want als de vogel dat merkt, misleidt
hij de argeloze avonturier. Deze dreigt dan de weg te verliezen en
zonder water of eten te komen zitten.
33

Quirquincho, het gordeldier


Puc was een vaardige
ardige wever die in
Puna Jujea woonde ten tijde van
de

Inca's.

Hij

vervaardigde

prachtige kledingsstukken: cumbia's


voor de rijken, abascas voor de
gewone

mensen

en

yacolla's,

mantels die opvielen door hun kwaliteit en mooie kleuren. De Inca's


betaalden hem
em met goud, zilver en edelstenen voor zijn prachtige
gewaden en Puc droomde van het moment dat hij rijk genoeg zou zijn
om het werken te laten en zich bezig te houden met zijn geliefkoosde
tijdverdrijven: mooie
oie dingen kopen, zich vermaken, wandelen en jagen.
ja
Al vlug begon hij zijn werk te verwaarlozen. Hij besteedde steeds meer
tijd aan de jacht en wat er restte van tijd bracht hij drinkend en feestend
door. Mettertijd verloor hij al zijn klanten, want de bestellingen bleven
onuitgevoerd liggen.
Bij het naderen
aderen van de winter bedacht hij dat hij voor zichzelf een warme
jas moest maken. Het was evenwel al zo lang geleden dat hij nog iets
geweven had, dat het resultaat op niets trok: de kwaliteit van de mantel
liet veel te wensen over: de wol was slecht gesponnen,
gesponnen, het weefsel grof
en met gaten en overal waren knopen zichtbaar. "Morgen probeer ik wel
opnieuw" dacht hij toen hij zich die avond verkleumd in de poncho rolde.
Toen hij de volgende dag ontwaakte, was de yacolla evenwel verhard tot
een stevig pantser dat hem helemaal omvatte en waaruit in plaats van
armen en benen vier korte poten met fijne tenen staken: hij was
veranderd in een quirquincho, een gordeldier en tot op heden ten dage
kan men hem in die vorm aantreffen in de streek van La Puna, waar hij
woonde.

34

35

De weduwe
Er bestaan vele verschillende verhalen over weduwen. Soms betreft het
mooie, jonge weduwen. In andere gevallen zijn ze lelijk en gebogen door
de ouderdom. Maar altijd zijn ze gehuld in zwarte klederen en vaak
wenen ze bloed.
Een zo'n verhaal gaat over
een grote, slanke vrouw die
de naam heeft mooi te zijn,
hoewel niemand ooit haar
gezicht heeft gezien.
Haar verschijning doet de
mannen aan wie ze zich
vertoont,

beven

ontzetting.

Dat

van
gebeurt

meestal na middernacht en
op

eenzame

plaat
plaatsen,

verlaten wegen of bruggen.


Bij dageraad verdwijnt ze
altijd.
Sommigen zeggen dat ze
verschijnt

wanneer

een

vrouw vermoord werd door haar overspelige man of door de tweede


vrouw in de wrede driehoeksrelatie.
driehoeksrelatie
Anderen houden vol dat ze verschijnt wanneer
wanneer een jongeman zijn belofte
om niet te hertrouwen na het overlijden van zijn echtgenote niet
nagekomen is.
Welk ook de reden van haar macabere verschijning moge zijn, de
bedoeling is altijd iemand te kwellen die overspelig is of zijn vrouw na
haar dood niett is trouw gebleven.

36

Zij blijft haar slachtoffer achtervolgen tot deze ziek wordt, in de steek
gelaten

wordt

matresse
echtgenote
sterft

van

door

of
en

zijn

nieuwe
uiteindelijk

uitputting

en

ontzetting.
Hierbij heeft ze het niet enkel
op

haar

eigen

(ex
(ex-

)echtgenoot
htgenoot gemunt, maar op
iedereen die het niet al te
nauw

neemt

huwelijkstrouw,

met

de
vooral

wanneer deze in de vroege


uurtjes

omringd door

een

geur van alcohol terugkeren


naar huis.
Een ander verhaal vertelt over een mooie jonge weduwe met een
verleidelijke
jke glimlach, die de mannen op afgelegen plekken aanspreekt
met de vraag haar te helpen een verborgen schat te vinden en hen zo
met niet mis te verstane bedoelingen meelokt in de heuvels.
Wanneer een man haar volgt, omhelst zij hem op een afgelegen stuk
weg
g in een zachte en warme omarming en vraagt hem of hij weet waar
de schat zich bevindt. Ondertussen wordt haar omhelzing geleidelijk aan
harder en kouder en verandert zij langzaam in een verschrikkelijk
monster dat de man wurgt en vierendeelt.
Niemand heeftt haar ooit de schat kunnen aanwijzen, wat de vervloeking
zou breken. Als gevolg daarvan blijft ze met een verleidelijke oogopslag
die nooit zijn effect mist ronddwalen op zoek naar nieuwe slachtoffers.

37

Bron van Inspiratie

Aalstenaar Peter Adriaens woonde en werkte meerdere jaren in Chili,


waar hij in 1989 huwde met Monica Castillo, telg uit een Coya geslacht.
Zijn ervaringen in Chili verwerkte hij in een spannend boek: "Het Einde
Komt" dat verkrijgbaar is bij alle goede webshops (Bol.com, Eci,
Amazon, Standaardboekhandel, Hollandspul, Cosmox, Boekenwereld,
Schrijverspunt, ...)
In het Spaans verscheen eerder een compilatiewerk van de hand van
broer Eddy Adriaens (pseudoniem: Dean Amory) en getiteld: "Las
Principales Leyendas, Mitos, Historias y Cuentos de Chile". Verkrijgbaar
bij onder meer Lulu.com en Amazon

38

Bronnen:
http://html.rincondelvago.com/los
http://html.rincondelvago.com/los-collas.html
http://www.cultura.gob.cl/wp
http://www.cultura.gob.cl/wpcontent/uploads/2013/02/Gu%C3
%ADa-Colla-para--web.pdf
http://pueblosoriginarios.com/sur/
andina/diaguita/yastay.html
https://plus.google.com/1100741
42230653330037/about
http://www.mariodefina.com/desi
//www.mariodefina.com/desi
ertonostalgico/#uno http://www.a
ctiweb.es/gorgoro/mitologiaincaC
oya.html
http://aymara.org/l
http://aymara.org/listarchives/arc
hivo2004/msg00278.html
http://www.portaldesalta.gov.ar/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Inca%27s
http://www.cosmox.be/boeken/het
http://www.cosmox.be/boeken/het-einde-komt-peter-adriaens
adriaens9789462661035
http://www.slideshare.net/jaimelavie/het
http://www.slideshare.net/jaimelavie/het-einde-komt-peter-adriaenswebshopshttp://www.bol.com/nl/p/het
http://www.bol.com/nl/p/het-einde-komt/9200000042415405/
komt/9200000042415405/
http://www.lulu.com/shop/dean
http://www.lulu.com/shop/dean-amory/las-principales-leyendas
leyendas-mitoshistorias-y-cuentos-de-chile/paperback/product
chile/paperback/product-21009314.html
21009314.html
http://www.amazon.com/Principales
http://www.amazon.com/Principales-Leyendas-Historias-Cuentos
CuentosSpanish/dp/

39

40

41

42

You might also like