Professional Documents
Culture Documents
Inleiding
Goede avond, Ik zal me eerst even kort voorstellen
Goed, om welke wk gaat het dan? Het antwoord daarvan lezen we een paar verzen eerder,
namelijk in vers 24.
Dan 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te
sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige
gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid
der heiligheden te zalven.
Het gaat dus om een helft van een week, van n van de 70 weken. En voor wie zijn die weken
bestemd? Niet de Chinezen en niet China! Maar om uw volk en uw heilige stad, namelijk het Joodse
volk en Jeruzalem.
Dus wat antwoordt u uw broeder of zuster als zij u vragen: komt de grote verdrukking ook over de
Chinezen in China? Nee, het is bestemd voor uw volk, het volk van Danil en uw heilige stad,
Jeruzalem.
Maar
Hoe zit het met?
Rev 3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure
der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Rev 13:3 en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.
Rev 13:7en hetzelve werd macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk.
Rev 13:8 En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden,
Rev 13:16 En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en
dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden;
Onder het kopje: de gehele wereld, mogen we China uiteraard wel rekenen. Kijk, dat is wat ik
bedoel met goed bestuderen.
Met deze korte inleiding over of de grote verdrukking nu wel of niet over China komt, hoop ik uw
alertheid te hebben. Wat we kunnen vaststellen is dat de Bijbel wel degelijk spreekt over Gods toorn
die over de hele wereld komt, dat Johannes noemt de ure der verzoeking over de gehele wereld.
Dit is hetzelfde als de grote verdrukking. Maar het zal blijken, als we Danil 9 en Matt.24 lezen dat
daar alln wordt gesproken over de Joden, danwel de Joodse staat Isral.
Danil 9 : 70 weken.
De Here Jezus zei al: Die het leest, die merke daarop. Daarom gaan we eerst terug naar Dan.9.
Dan 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te
sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige
gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid
der heiligheden te zalven.
Dan 9:25 Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om
Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de
straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
Ik hoop dat u bekend bent met deze profetie. Kort gezegd: er zijn nu 7 en 62 weken de revue
gepasseerd. Deze telling eindigde exact, op de dag precies, bij de intocht in Jeruzalem.
Luke 19:41 En als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar,
Luke 19:42 Zeggende: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede
dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.
Luke 19:43 Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving rondom u zullen
opwerpen, en zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen;
Luke 19:44 En zullen u tot den grond nederwerpen, en uw kinderen in u; en zij zullen in u den enen
steen op den anderen steen niet laten; daarom dat gij den tijd uwer bezoeking niet bekend hebt.
Er blijft dus n week over, namelijk de 70ste week van Danil. En daar gaan de laatste twee verzen
over.
Dan 9:26 En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar (Hij zal niet hebben
(het Koninkrijk)) het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de
stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde
toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.
Dan 9:27 En hij zal de velen een (het) verbond versterken n week; en in de helft der week zal hij het
slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn,
ook tot de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over den verwoeste.
Dit gaat niet om de hele wereld. Deze 70 weken en dus ook de 70ste week, gaan alln, volgens de
Bijbel, over wat in vers 24 wordt genoemd uw volk en uw heilige stad.
Isa 24:6 Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden;
daarom zullen de inwoners des lands verbrand worden, en er zullen weinig mensen
overblijven. Isa 24:23 En de maan zal schaamrood worden, en de zon zal beschaamd worden,
als de Heere der heirscharen regeren zal op den berg Sion en te Jeruzalem, en voor zijn
oudsten zal heerlijkheid zijn.
Jer 4:7 De leeuw is opgekomen uit zijn haag, en de verderver der heidenen is opgetrokken, hij
is uitgegaan uit zijn plaats, om uw land te stellen in verwoesting; uw steden zullen verstoord
worden, dat er niemand in wone. Jer 4:8 Hierom, gordt zakken aan, bedrijft misbaar en huilt;
want de hittigheid van des Heeren toorn is niet van ons afgekeerd.
Jer 7:33 En de dode lichamen dezes volks zullen het gevogelte des hemels (Matt.24:28), en
het gedierte der aarde tot spijze zijn, en niemand zal ze afschrikken. Jer 7:34 En Ik zal uit de
steden van Juda (uw volk) en uit de straten van Jeruzalem (uw heilige stad) doen ophouden
de stem der vrolijkheid en de stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der
bruid; want het land zal tot een verwoesting worden.
Jer 2:15 De jonge leeuwen hebben over hem gebruld, zij hebben hun stem verheven; en zij
hebben zijn land gezet in verwoesting; zijn steden zijn verbrand, dat er niemand in woont.
Jer 12:11 Men heeft hem gesteld tot een woestheid, verwoest zijnde treurt hij tot Mij; het
ganse land is verwoest, omdat er niemand is, die het ter harte neemt.
Isa 6:11 Toen zeide ik: Hoe lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden verwoest worden,
zodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er geen mens zij, en dat het land met
verwoesting verstrooid worde.
Of het nu gaat om Joden, Palestijnen, Russen of het vee. Alles is dood! Alleen al de
opruimwerkzaamheden van de lijken die daar liggen, zullen volgens Ez.39, 7 maanden in beslag
nemen. Dus als we mogen raden wat de twee getuigen Gods, die direct na de Opname zullen
beginnen met hun taak in Jeruzalem, zullen zeggen, lijkt mij dat gewoon dezelfde woorden te zijn als
die van de Here Jezus: die in Judea zijn, vlieden op de bergen . In de eerste helft van de 70ste
week van Danil kan men nog vluchten, maar zodra de gruwel der verwoesting is opgericht, wordt
het secondenwerk! Je zou daarom ook niet pas moeten gaan vluchten op de dag van de gruwel, maar
zo ver mogelijk daarvoor.
6 En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen, en koningen zullen uit u
voortkomen.
7 En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u, en tussen uw zaad na u in hun geslachten,
tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God, en uw zaad na u.
8 En Ik zal u, en uw zaad na u, het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanan,
tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn.
9 Voorts zeide God tot Abraham: Gij nu zult Mijn verbond houden, gij, en uw zaad na u, in hun
geslachten.
Paulus geeft hier commentaar op.
Galaten 3 : 16
16 Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En
den zaden, als van velen; maar als van n: En uw zade; hetwelk is Christus.
Paulus past de belofte aan Abraham en zijn zaad in de eerste plaats op Christus toe. Vervolgens slaat
het op degenen die vn ofwel n Christus zijn. Zij worden tot Christus gerekend. Die "in Christus" zijn,
vormen dus het Lichaam van Christus, terwijl Christus Zelf het Hoofd is (feze 1 : 20-23).
Als een vrouw een jongetje gebaard had, zou zij 7 dagen onrein zijn (Leviticus 12). Op de achtste dag
zou het jongetje besneden worden. Daarna zou de vrouw nog 33 dagen onrein zijn. Dit gedeelte is in
ieder geval op de geboorte van de Here Jezus van toepassing.
Lukas 2 : 21-23
21 En als acht dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou, zo werd Zijn Naam
genaamd JEZUS, welke genaamd was van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was.
22 En als de dagen harer reiniging vervuld waren, naar de wet van Mozes, brachten zij Hem te
Jeruzalem, opdat zij Hem den Heere voorstelden;
23 (Gelijk geschreven is in de wet des Heeren: Al wat mannelijk is, dat de moeder opent, zal den Heere
heilig genaamd worden.)
Leviticus 12 : 1-4 kreeg een letterlijke vervulling bij de geboorte van de Here Jezus. "De dagen harer
reiniging" (vers 22) is een omschrijving van de gehele periode van veertig dagen. Ze gingen namelijk
naar de tempel. Gedurende de veertig dagen was zij onrein en mocht zij de tempel niet naderen.
Vanuit Leviticus 12 weten wij dat de veertig dagen direct begonnen na de bevalling. Daarna volgden
eerst 7 dagen en daarna nog eens 33 dagen.
Na de zevende dag (dus op de achtste dag) werd het jongetje besneden. Dit beeld moeten we goed
vasthouden bij het bestuderen van Openbaring 12.
Wanneer de mannelijke zoon geboren is, wordt hij weggerukt tot God en Zijn troon. Dit wijst
op de opname van de Gemeente, namelijk de wegrukking van het Lichaam van Christus.
Wanneer de eerste zeven dagen uit Leviticus 12 profetisch kunnen worden toegepast op de
eerste zeven jaar van de ure der verzoeking die over de gehele wereld zou komen, ligt de
conclusie voor de hand dat ook de 33 dagen een profetische toepassing hebben in deze
periode, Deze periode kennen we ook als de zesde bedeling, namelijk de bedeling van de
volheid der tijden.
o Op grond van Leviticus 12 en Openbaring 12 kunnen wij concluderen dat de
zeventigste week van Danil 9 direct aanvangt bij de opname (wegrukking) van de
Gemeente, het Lichaam van Christus.
o De zeven jaar van de zeventigste week komen profetisch dus overeen met de eerste
zeven dagen van onreinheid van de vrouw, nadat zij een zoontje heeft gebaard.
In Leviticus 12 staat dat de vrouw na de geboorte van een jongetje zeven dagen onrein is. De vrouw
die uitgebeeld wordt in Openbaring 12, is een omschrijving van Isral (vergelijk zon, maan en sterren
in de droom van Jozef).
De zeven dagen staan model voor de zeven jaar van de zeventigste week, die na de
wegrukking van de mannelijke zoon volgen (Openbaring 12).
Gedurende de zeven jaar van de zeventigste week is het volk Isral onrein.
De zeven jaar beginnen meteen n de wegrukking van de Gemeente, want de zeven dagen
van onreinheid van de vrouw begonnen meteen n de geboorte van het jongetje.
Tijdens de periode dat de vrouw onrein was, diende zij zich afgezonderd te houden.
Op de achtste dag zou de voorhuid van de jongen besneden worden. De voorhuid is dt deel van de
penis dat over de eikel valt. Vr de besnijdenis is de eikel verborgen. De voorhuid wordt
weggesneden, waardoor de eikel zichtbaar wordt. Wat verborgen was, wordt openbaar. Besnijdenis
is in de Bijbel de uitbeelding van dood en opstanding. Eigenlijk gaat het om een besnijdenis die
zonder mensenhanden plaatsvindt.
Kolossenzen 2 : 9-12
9 Want in Christus (Hem) woont al de volheid der Godheid lichamelijk;
10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;
11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking
van het lichaam (= der zonden) des vleses, door de besnijdenis van Christus;
12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof
der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
We lezen hier wat de besnijdenis uitbeeldt: met Christus begraven en opgewekt zijn; op grond van
geloof. De besnijdenis van het jongetje op de achtste dag is dus hier een beeld van de besnijdenis (=
de wedergeboorte) van Isral. Jezus Christus is voor Isral verborgen "tot de achtste dag". Dit is in
overeenstemming met de profetien.
Straks zal Isral in de grote verdrukking komen. Velen zullen omkomen, maar een overblijfsel zal tot
geloof komen en de Naam des HEEREN aanroepen (Jol 2 : 32). Dn zal de Heer Zich niet langer
verbergen, maar Zich aan Isral bekendmaken. Dit gebeurt aan het einde van de zeven jaren, waarna
automatisch de achtste dag aanvangt. Dan zijn de 33 jaren van onreinheid begonnen. De periode dat
de Ware Koning David, namelijk D Zoon van David, Zijn Koninkrijk gaat openbaren.
David regeerde veertig jaar. Deze periode wordt onderverdeeld in 7 + 33 jaar, net als Leviticus 12! 7
jaar regeerde David in Hebron en 33 jaar in Jeruzalem. Aanvankelijk was David koning te Hebron. Na
zeven jaar vroegen de mannen van Juda aan David of hij ook over hen koning wou zijn.
2 Samul 5 : 1-5
1 Toen kwamen alle stammen van Isral tot David te Hebron; en zij spraken, zeggende: Zie, wij, uw
gebeente en uw vlees zijn wij.
2 Daartoe ook te voren, toen Saul koning over ons was, waart gij Isral uitvoerende
en inbrengende; ook heeft de HEERE tot u gezegd: Gij zult Mijn volk Isral weiden, en gij zult tot een
voorganger zijn over Isral.
3 Alzo kwamen alle oudsten van Isral tot den koning te Hebron; en de koning David maakte een
verbond met hen te Hebron, voor het aangezicht des HEEREN; en zij zalfden David tot koning over
Isral.
4 Dertig jaar was David oud, als hij koning werd; veertig jaren heeft hij geregeerd.
5 Te Hebron regeerde hij over Juda zeven jaren en zes maanden; en te Jeruzalem
regeerde hij drie en dertig jaren over gans Isral en Juda.
Hier lezen we dat lle stammen tot David kwamen.
2 Samul 2 : 4, 11
4 Daarna kwamen de mannen van Juda, en zalfden aldaar David tot een koning over het huis van
Juda. Toen boodschapten zij David, zeggende: Het zijn de mannen van Jabes in Gilead, die Saul
begraven hebben.
11 Het getal nu der dagen, die David koning geweest is te Hebron, over het huis van Juda, is zeven
jaren en zes maanden.
Er wordt gezegd dat David veertig jaar regeerde. In 1 Koningen 2 : 11 staat 7 jaar en 33 jaar. Hier
staat dat hij 7 1/2 jaar te Hebron en 33 jaar te Jeruzalem regeerde. Er wordt dus een half jaar extra
genoemd. Dit duidt op een overbruggingsperiode. Er staat namelijk niet 7 1/2 jaar en 32 1/2 jaar. In
beide gevallen wordt 33 jaar genoemd. Het gaat totaal steeds om een periode van veertig jaren. Het
verschil tussen 7 en 7 1/2 jaar wijst op een overgang. In dat halfjaar is David van Hebron naar
Jeruzalem gegaan. Omdat Jeruzalem eerst nog veroverd moest worden, ging daar zoveel tijd
overheen (2 Samul 5 : 6-12). Het halve jaar wordt wel bij de 33 jaar gerekend. Deze "halve" vinden
wij in Openbaring 8 : 1 terug als een half uur stilte:
1 En toen Het het zevende zegel geopend had, werd er een stilzwijgen in den hemel, omtrent van een
half uur.
Nadat de Heer op de Olijfberg is verschenen en de gelovigen uit Jeruzalem zijn gevlucht,
komt het zevende zegel. Dit gaat gepaard met een halfuur stilzwijgen. Tussen het zesde en
het zevende zegel staat Openbaring 7, met de verzegeling van de 144.000 Isralieten.
Openbaring 7 : 1-3
1 En na dezen zag ik vier engelen staan op de vier hoeken der aarde, houdende de vier winden der
aarde, opdat geen wind zou waaien op de aarde, noch op de zee, noch tegen enigen boom.
2 En ik zag een anderen engel opkomen van den opgang der zon, hebbende het zegel des levenden
Gods; en hij riep met een grote stem tot de vier engelen, welke macht gegeven was de aarde en de
zee te beschadigen,
3 Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten
onzes Gods zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden.
Er wordt gezegd dat er niets gebeurt totdat deze dienstknechten verzegeld zijn. Het ligt voor de hand
te veronderstellen dat dit gedurende het halfuur van stilzwijgen gebeurt. Het halve uur staat model
voor een halfjaar. Het is het eerste halve jaar van de 33 jaar, zoals we bij David ook een halfjaar
vonden. Het is een periode van overbrugging. Gedurende dat halfjaar zullen er geen oordelen van
God over de wereld komen. Dit stilzwijgen is er om de 144.000 te verzegelen en eropuit te zenden.
3. Christus zal dan gaan beginnen aan het openbaren van Zijn Koninkrijk, maar ondertussen is
het antichristelijke wereldrijk geopenbaard, dat in Openbaring wordt verzameld onder de
naam: Babylon, namelijk Babel. Dan volgt dus de periode van 33 jaren van een
verschrikkelijke strijd. Een strijd die in onze dagen onzienlijk is, maar dan zichtbaar is,
namelijk:
Eph 6:12 Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de
machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke
boosheden in de lucht.
Die strijd van vandaag de dag, eindigt definitief bij de Opname van de Gemeente.
Rev 12:7 En er werd krijg in den hemel: Michal en zijn engelen krijgden tegen den draak, en de draak
krijgde ook en zijn engelen.
Rev 12:8 En zij hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in den hemel.
Rev 12:9 En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en
satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met
hem geworpen.
Maar die strijd zal voor de wereld doorgaan tot aan de 1000 jaren en definitief pas geindigd zijn n
de Jongste Dag.
Voor de rest van de wereld blijven nog over de 7 schalen en 7 bazuinen uit Openbaring. Laat ik u
eerlijk zeggen, dat ik niet zeker weet of de bazuinen en fiolen elkaar nu opvolgen of dat ze toch
gelijktijdig vervuld zullen worden. Wel kan ik u zeggen dat elk nummer van de plaag in beiden terug is
te lezen. Of de plaag nu de bazuin of schaal is, zij spreken over hetzelfde. Het enige verschil wat ik
lees, is dat de bazuinen spreken over een derde deel, terwijl de schalen of fiolen spreken over
alle.
Bazuinen
Rev 8:7 En de eerste engel heeft
gebazuind, en er is geworden
hagel en vuur, gemengd met
bloed, en zij zijn op de aarde
geworpen; en het derde deel der
bomen is verbrand, en al het
groene gras is verbrand.
Rev 8:8 En de tweede engel heeft
gebazuind, en er werd iets als een
grote berg, van vuur brandende, in
de zee geworpen; en het derde
deel der zee is bloed geworden.
Rev 8:10 En de derde engel heeft
gebazuind, en er is een grote ster,
brandende als een fakkel, gevallen
uit den hemel, en is gevallen op
het derde deel der rivieren, en op
de fonteinen der wateren.
Rev 8:12 En de vierde engel heeft
gebazuind, en het derde deel der
zon werd geslagen, en het derde
deel der maan, en het derde deel
der sterren; opdat het derde deel
derzelve zou verduisterd worden,
Fiolen / schalen
Rev 16:2 En de eerste ging henen,
en goot zijn fiool uit op de aarde;
en er werd een kwaad en boos
gezweer aan de mensen, die het
merkteken van het beest hadden,
en die zijn beeld aanbaden.
Oordeel over:
De Aarde
De zee (zoutwater)
Rivieren en
fontijnen der
wateren
(Zoetwater)
De zon, de hemel
en hemellichamen.
Eufraat:
Derde deel
mensheid doden.
Verzameling
Armageddon
Dat is kort gezegd de inhoud van de grote verdrukking voor de rest van de wereld. Gerekend vanaf
het einde van de 70ste week, bij de verduistering van zon, maan en sterren, namelijk de aanvang van
de Dag des HEEREN.
De grote verdrukking.
De ure der verzoeking.
Volheid der tijden.
33 jaren
Over de volkeren
Over het a.c. rijk.
Het Kader.
Voor wie?
Matt. 24:15-30 Dit is de grote verdrukking voor hen die in Judea zijn en de bergen moeten in
vluchten. Of zoals Dan.9: 24 zegt: voor uw volk en uw heilige stad.
Tijdsduur?
Start: Dan.9:27, Matt.24:15 De gruwel der verwoesting Afgodsbeeld in de heilige plaats.
Midden van de 70ste week van Danil. 1260 dagen zijn gepasseerd, nog 1260 dagen te gaan.
Einde: Hemelbeving Matt.24:29, de Wederkomst van Jezus Christus Matt.24:30.
Matt 24:21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der
wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
Matt 24:22 En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der
uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.
Maar als na de Wederkomst de grote verdrukking is gestopt voor Isral, hoe zit het dan met
uitspraken als:
Rev 3:10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure
der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.
Rev 13:3 en de gehele aarde verwonderde zich achter het beest.
Rev 13:7en hetzelve werd macht gegeven over alle geslacht, en taal, en volk.
Rev 13:8 En allen, die op de aarde wonen, zullen hetzelve aanbidden,
Rev 13:16 En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en
dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden;
Jer 12:17 Maar indien zij niet zullen horen, zo zal Ik diezelve natie ten enenmale uitrukken
en verdoen, spreekt de HEERE.