You are on page 1of 5

Bedrijfseconomie week 1 Vormen van eigen vermogen.

De balans nader beschouwd:

Goodwill staat onder vaste activa.


Goodwill = toekomstige verdiensten, dus een bedrijf schrijft dit bedrag af naarmate de
jaren verstrekken.
Afschrijvingen zorgen voor fiscaal voordeel.
Ondernemingsvormen:
Persoonlijke ondernemingsvormen:
1. Inbreng priv vermogen
2. Deel van winst
BV of NV (rechtspersoon):
1. Aandelenvermogen
2. Reserves
Aandelen BV staan op naam en zijn niet vrij overdraagbaar
Alle reserves behoren tot het eigen vermogen.
Waarom aandelen?
Voor een NV een financieringsfunctie => aantrekken van eigen vermogen
Meestal ziet aandeelhouder zichzelf als belegger in plaats van eigenaar. Aandeelhouder
heeft recht op winstuitkering (= dividenduitkering)

Soorten aandelen.
1. Gewone aandelen (zeggenschap en dividend)
2. Preferente aandelen
(bijzondere rechten)
vr alle overige aandelen recht op een
vast dividend
bij ontbinding van het bedrijf vr de
andere terugbetaald
3. Prioriteitsaandelen
(meer zeggenschap) =>type preferent aandeel
de houders van deze aandelen kunnen
bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid
benoemen
De waarde van het aandeel.
Nominale waarde
waarde zoals die op het aandeel staat staat op balans als aandelenkapitaal
Intrinsieke waarde
Waarde van het eigen vermogen van een onderneming / het aantal geplaatste aandelen
Rentabiliteitswaarde
Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen
Beurswaarde
Wordt bepaald door vraag en aanbod
Emissie:
Waarom ?? aantrekken van extra (eigen) vermogen.
Hoe : uitgeven van aandelen.
Bij emissie ontstaat agio reserve.(Bij uitgave boven de nominale waarde)

Bedrijfseconomie week 2 Reserves


Reserves
Open reserve = gewoon zichtbaar op de balans.
Stille reserve = Bijvoorbeeld wanneer een gebouw 250 waard is maar dat hij voor 100
op de balans staat. (Dus je gaat niet herwaarderen).
Geheime reserve = Wanneer een post volledig is afgeschreven, word dit een geheime
reserve.

Winstverdeling
Winst voor VPB (vennootschapsbelasting)
- VPB
_______________________
Winst na vpb
- Dividend (primair dividend)
_______________________
Overwinst
* Dividend (secundair dividend)
* Tantimes
* Reserve
Primair dividend = Eerste dividend ronde.
Secundair dividend = Toch er veel winst dus volgt er nog meer dividend.
Tantimes = Bonus voor je werkgevers.
Reserve = Winstreserve.
Dividenduitkering
Vormen van dividend
- Cash dividend
- Stock dividend
Primair(1e ronde) / Secundair(2e ronde)
Interim dividend = dividend dat je vr het besluit van de vergadering uitkeert, dit
creert een stuk vertrouwen bij de aanhouders.
Slot dividend = een nabetaling, ook een percentage dus een laatste extra.
Dividend (5% besloten tijdens vergadering)
- Interim dividend (3% besloten voor de vergadering)
____________________
Slotdividend (2% krijgt de aandeelhouder nog)
Dividend =

15% belasting
85% aandeelhouders

Dividenduitkering = 0,04% x 8.000.000= 320.000


Dividendbelasting = 320.000 x 0,15 = 48.000
Vennootschapsbelasting = 1.000.000 x 0,25 = 250.000
750.000 (320.000-48.000) = 478.000

Bedrijfseconomie week 3 Vreemd vermogen


Kapitaalmarkt = Lange termijn > 2 jaar.
Geldmarkt = Korte termijn < 2 jaar.
Bij lang vreemd vermogen is er minder risico dan bij kort vreemd vermogen.

Achtergestelde lening = Een lening die bij faillissement als allerlaatste betaald word.
Deze lening word vaak tot het EV gerekend. Een ''Tante Agaat'' rekening, een soort
suikertante die een lening geeft aan haar bijvoorbeeld kleinkinderen, wanneer het fout
loopt met de rekening dan mag je het bedrag van de rekening van je belasting aftrekken.
EV 1/3 en VV 2/3, want bij executie uitverkoop bij een faillissement kan de bank 70%
van de waarde van de activa krijgen. En dus zijn de VV verschaffers dan altijd veilig. Zij
ontvangen eerst hun schulden.
Voorzieningen = Je boekt een bepaald bedrag van je winst om een toekomstige uitgave
te financieren. Een voorziening is lang vreemd vermogen.
Leverancierskrediet = Het percentage korting dat je zou kunnen krijgen op je aankoop
als je eerder betaald.
Afnemerskrediet =

Week 4
Solvabiliteit = EV / TV
Bv. 320 EV / 915 TV = 0,35
Vlottende activa worden gefinancierd met vlottende passiva.
Vaste activa worden gefinancierd met vaste passiva.
Current ratio 185/315 = 0,59
Quick ratio 155/315 = 0,49
Zie ook SHEETS!

Week 5
ZIE SHEETS!
Week 6
ZIE SHEETS!
Week 7

You might also like