You are on page 1of 11

30

GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 6 juli 2013

31
ESTHER VAN DER MEER: Doe mij maar een goed glas wijn

zaterdag 6 juli 2013

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant: Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers soms letterlijk in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag aflevering 1: puberdrugs. Een verslag uit de praktijk, dat nadrukkelijk niet bedoeld is als uitnodiging tot navolging. Drugs kunnen per individu een sterk verschillende, onvoorspelbare uitwerking hebben.

ROELOF VAN DALEN: 15 seconden van de kaart. Leuk maar kort

Alcohol en tabak schadelijker dan de meeste drugs


Laten we dit voorop stellen: drugs gebruiken is risicovol. Ze zijn onvoorspelbaar en hoge doses en slechte kwaliteit zijn gevaarlijk. Maar. Alcohol is funest voor jeugdige hersenen. Van roken krijg je longkanker. Beiden zijn verslavend en geven een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Toch zijn beiden gewoon te koop in de winkel, terwijl de meeste drugs verboden zijn. Kun je niet beter af en toe een pilletje slikken en het wijntje bij het eten laten staan? "Dat ligt er heel erg aan wat voor middel het is, hoe vaak je het doet en hoeveel je ervan neemt", zegt Ton Nabben, onderzoeker bij het Bonger Instituut voor Criminologie op het gebied van trends in drugs, alcohol en tabak. Maar het zou hem niets verbazen als jongeren in de toekomst vaker voor een pilletje als xtc kiezen dan voor alcohol. "Het is niet verslavend, goedkoper en je hebt er een leuke avond mee." In 2009 publiceerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu een risico-evaluatie naar de schadelijkheid van tabak, alcohol en 17 soorten drugs. Een team van experts keek naar giftigheid, kans op verslaving en sociale schade. De belangrijkste conclusies: herone en crack zijn de schadelijkste drugs. Zeer verslavend, met grote gevolgen voor gezondheid en samenleving. Niet aan beginnen dus. Vlak daarna volgen alcohol en tabak, legaal verkrijgbare middelen die slechter uit de test komen dan veel illegale drugs. Cannabis en xtc scoren in de middenmoot. Paddos, LSD en kwat staan laag op de schadelijkheidsladder: niet verslavend en weinig nare gevolgen voor de samenleving. Nabben: "Ik zeg niet dat al deze middelen verboden moeten worden, noch dat je alle drugs moet toestaan, maar het is een interessante vraag waarom je het n gewoon in de winkel kunt kopen en het ander op een zwarte lijst staat. Die discussie is door de politiek nog niet opgepakt."

MAAIKE WIND: Geniaal spul dat lachgas BAS VAN SLUIS: Wow, het is alsof mn kop wordt ingedrukt

Trippen met de slagroomspuit


O
ver de kassaband van de Sligro rollen een professionele slagroomspuit en een doos met daarin vijftig slagroompatronen. De linker wenkbrauw van het kassameisje vliegt omhoog. De rechter volgt als daarna ook nog een pakje ballonnen langskomt. Maar ze zegt niets. We rekenen af en staan buiten. Eerste deel van de missie geslaagd: alles wat we nodig hebben voor een avondje experimenteren met lachgas is binnen. Nu nog salvia scoren, een plantje met hallucinerende werking. De smartshop in de Steentilstraat in Groningen heeft een balie die zo hoog is dat je de jongens die de winkel bemannen pas ziet zitten als je op je tenen gaat staan. Voor wie nog nooit een smartshop binnen is gegaan: het is minder spannend dan het lijkt. Geen penetrante wietlucht zoals die rond de gemiddelde coffeeshop hangt, ook niet de geur van paddenstoelen in het bos. Eigenlijk ruikt het naar niets bijzonders. En de drugs staan keurig uitgestald in vitrinekasten langs de wand. Of ze ook salvia hebben? Zeker weten. "Welke sterkte mag het zijn? 5x, 10x, 20x?", vraagt de jongen beleefd. "Doe maar voor beginners." Dat blijkt de 5x te zijn, netjes verpakt in een zwart kartonnen doosje met de tekst Waterpipe herbs, premium quality. Maar een waterpijp is niet per se nodig, doceert onze verkoper. "Je kunt het ook gewoon kauwen, of roken, net als een jointje." Twee doosjes voor in totaal 30 euro nemen we mee. En we krijgen keurig een bonnetje. Dat we lachgas willen proberen komt door de Antenne 2013, het recent verschenen jaarlijkse trendonderzoek naar drugs en drugsgebruik in Nederland. Volgens dat onderzoek heeft het gebruik van lachgas met een slagroomspuit, cilinders en ballonnen een hoge vlucht genomen. En dat terwijl er nog zo in grote letters op de verpakking van onze patronendoos staat

ANNIQUE OOSTING: Hier iets van voelen? Het smaakt gewoon als vieze thee

Bekijk de video op www.dvhn.nl/ grensstreken


dat je de dampen niet moet inademen. Maar daar staat wat tegenover: het geeft een roes, een vervorming van de werkelijkheid in beeld en geluid en een gevoel van euforie, aldus de website van het Trimbosinstituut. De risicos lijken te overzien: misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid. Pas bij veelvuldig gebruik treden ergere effecten op: neurologische stoornissen en verlaagde vruchtbaarheid. Maar lichamelijk verslavend is het niet. En het is goedkoop: een doos met vijftig slagroompatronen kost12 euro bij de groothandel. Dat maakt lachgas populair onder jongeren. Over salvia, verwant aan keukenkruid salie, zijn hilarische en tegelijkertijd verontrustende filmpjes te vinden op YouTube. Zoals van de kerel die over zijn bank klautert, langs de muur omhoog kruipt en uit het raam lazert terwijl zijn vriendin met een dwaze blik in haar ogen toekijkt. Maar ook dit goedje is bij jongeren populair, kindsterretjes als Justin Bieber en Miley Cyrus gebruiken het. Omdat bij de gebruiksaanwijzing van salvia staat dat gebruik in de openbare ruimten sterk af te raden is, zoeken we de rust van onze stille drukhal op, voor de gelegenheid omgedoopt tot drugshal. Bovendien is die op de begane grond. Handig als je van salvia de neiging krijgt uit het raam te springen. We beginnen met lachgas. Het lichte werk, denken we dan nog. Het gehannes met de slagroomspuit werkt al op de lachspieren: de ballonnen zijn net te groot waardoor het lastig is om ze op te blazen. Maar Roelof van Dalen krijgt al snel de slag te pakken. Daar zitten we dan, in een kuil, ieder met zijn eigen ballon. Paars, groen, wit, metallic blauw. Klaar voor de trip. Ook inademen vergt wat oefening. De eerste keer merken we niks. Een diepe teug nemen, een beetje lucht terugblazen, weer een teug nemen en dat herhalen tot de ballon kleiner en kleiner wordt, blijkt de beste methode. Wanneer je moet stoppen? Dat gaat vanzelf. Na een stuk of tien keer in en uitademen wordt de omgeving vager. De geluiden van de gesprekken om je heen vervagen, maar het gebrom van de generator die zacht zoemt op de achtergrond zwelt aan. "Wat een herrie maakt die rollator", meldt Esther van der Meer na een dubbele dosis lachgas. Want praten, dat gaat lastig tijdens de trip. Je lichaam tintelt, je hoofd zweeft. "Het gevoel vlak voor je flauwvalt", weet Bas van Sluis. "Lekker", zegt Van Dalen met een gelukzalige grijns, en steekt zijn lege ballon in de lucht: "Nog eentje graag." Tijd voor het volgende experiment: salvia. Daar zien we tegenop. Tijdens een trip kunnen hallucinaties optreden, lichaamsuittreding, tijdreizen, het gevoel dat je op meerdere plekken tegelijk bent, zo vermeldt het pakje. En waar het effect van lachgas na een paar minuten wegtrekt, duurt een salviatrip minstens een kwartier. Daar gaat ie dan. Helft van het zakje in je mond nemen en zo lang mogelijk kauwen zonder door te slikken. De salvia ruikt naar een algenpakking in de sauna en smaakt alsof je op de inhoud van een theezakje kauwt. Dat houden we vijf minuten vol. Dan wachten we. Na een kwartier moeten we iets merken. Maar na een half uur heeft nog niemand kaboutertjes zien lopen of een giraffe in de hal gespot, laat staan dat iemand de neiging heeft uit een raam te stuiteren. Een tintelend gevoel op je lippen, een lichte suizeling. Thats it. Waarschijnlijk is onze beginnersdosis te licht. Gelukkig hebben we vijftig slagroompatronen (8 gram pure stikstofdioxide per cilinder) gekocht. Die gaan op. En dan merk je de werking van salvia. De trips zijn dieper, langer, heftiger. Verdwaasde blikken. Momenten dat je de grip op de werkelijkheid kwijt bent en de wereld om je heen vergeet. Om vijf minuten later helemaal niets meer te voelen. Maf. Op weg naar huis ziet Van Sluis hoe vier negers in een witte Mercedes hem over de vluchtstrook inhalen. Toch nog een hallucinatie? In ieder geval blijven de stukjes salvia nog een dag tussen zijn tanden zitten. Fotos: Pepijn van den Broeke

30
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 13 juli 2013

31
Auto vol laten lopen is achterhaald
Het is misschien wel de grootste fabel die er bestaat als je met de auto te water raakt. Tientallen jaren vertelden ouders hun kinderen dat ze hun auto eerst vol moeten laten lopen om dan gemakkelijk de deur open te maken. En nog steeds denken veel automobilisten dat je dat moet doen. Maar dat is achterhaald. Tegenwoordig geldt de regel: zo snel mogelijk de auto uit via het zijraam. Mocht het zijraam niet openen en helpt ook de veiligheidshamer niet, pas dan moeten bestuurders en passagiers wachten tot de auto volgelopen is. Pas als de druk binnen en buiten de auto gelijk is, kan de deur open. Vlak voordat de auto onder gaat, is het verstandig om nog een flinke teug adem te nemen. Uit studies van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt dat veel autos te water raken na een ongeval in een bocht (60%). Het weekend, duisternis en weersomstandigheden als gladheid, sneeuw en mist zijn risicofactoren. Het overgrote deel van deze Stappenplan auto te water: ongelukken is eenzijdig. De be1) Binnenverlichting aan stuurders die in het water of een 2) Maak de autogordels los greppel eindigen zijn vaak jonge 3) Open het zijraam mannen die onder invloed van al4) Verlaat de auto direct cohol zijn.

zaterdag 13 juli 2013

BAS VAN SLUIS: Dit moet niet in de winter gebeuren

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Deze keer letterlijk, want ze gaan met een auto te water. "Foute boel."

ESTHER VAN DER MEER: Toch maar die hamer uit mijn achterbak halen

Bekijk de video op www.dvhn.nl/ grensstreken

Veiligheidshamer
Neerlands hoop in bange dagen. Dat zijn veiligheidshamers als je met een auto te water raakt. Toch zijn ze in Nederland niet verplicht en plannen om dit te wijzigen zijn er niet. "Voormalig minister Eurlings riep automobilisten wel op een hamer aan te schaffen. Verplichten is een stap te ver. Met de autobranche zijn wel afspraken om nieuwe autos standaard met een veiligheidshamer uit te rusten", zegt Jules van de Ven van het ministerie van Infrastructuur. De ANWB is geen voorstander van verplichten. "Wie handhaaft dan? Dat wordt een wassen neus. We adviseren automobilisten wel om een hamer in de auto te leggen", zegt Markus van Tol. Dat is niet voor niets. Veiligheidshamers zijn handige dingen. Niet alleen om raampjes mee in te tikken, ook om de autogordel los te snijden. De zogeheten Escape Hammer is voor ongeveer tien euro te koop en heeft ook een zaklamp en geeft licht zodat hulpverleners de auto gemakkelijker kunnen vinden. Van Tol: "Verder heb ik een belangrijke tip voor automobilisten. Als je in het water raakt met je auto: raak niet in paniek."

ROELOF VAN DALEN: Veel minder eng dan ik dacht

Blub, blub, blub, blub


K
ijk uit! Blijf op de weg!", schreeuwt Roelof van Dalen. Een moment van onbedachtzaamheid, een harde klap op het koude water van het Oranjekanaal ter hoogte van De Kiel. Langzaam maar zeker verdwijnt de auto, met vier leden van Grensstreken aan boord, onder water. Even later kalmeert het kolkende water en is vanaf de kant niets meer te zien. Zo kan het gaan. Met de auto in het water rijden en dan in blinde paniek de verdrinkingsdood sterven. Ongevallen met autos te water zijn in het waterrijke Nederland geen uitzondering. Jaarlijks rijden zon achthonderd autos in een sloot, vaart, kanaal of rivier. Vaak zijn de bestuurders jong, man en onder invloed van alcohol. Per jaar vertellen ongeveer zestig automobilisten of hun passagiers het niet na. Mochten we ooit echt in het kanaal belanden, dan weten we vanaf nu wat ons te doen staat. In Bosbad de Paasbergen in Dwingeloo dompelen we ons onder. Met een speciaal aangepaste Fiat Uno geeft Duikschool Divearound ons een cursus auto te water. Van heinde en verre komen mensen hiervoor naar het Bosbad. Allemaal met een eigen reden. Zo is er het stel uit Rotterdam dat wil ervaren hoe het is om in een auto naar de bodem te zinken en er veilig uit te komen. In het Westen hebben ze zoiets niet, weet de Rotterdammer. Een andere cursist hoopt een jarenlange angst te overwinnen. Haar moeder verdronk toen ze met haar auto in het water reed. Sindsdien begint de dochter te trillen als een auto ook maar in de buurt van water komt. En wij zijn er. Of we even willen tekenen. Deze oefening is niet te verzekeren dus we schieten volledig op eigen risico het water in. "Zal ik mijn laatste wensen ook invullen", vraagt Annique Oosting. Druk smsend. Afscheidsberichtjes naar familie misschien? Als we onze namen keurig hebben ingevuld, volgt de uitleg van instructeur Jeroen Langenkamp. Vooral vrouwen zijn bang om langs een kanaal te rijden, weet hij. "Op deze manier kunnen we ze laten ervaren wat er gebeurt, op een veilige manier. Zo helpen we ze over hun angst heen te komen. Kerels vinden het gewoon stoer", zegt hij met een hoopvolle blik op Van Dalen en Bas van Sluis. Die maar even opmerken dat er geen ramen in de auto zitten. Zo spannend is het niet. "Tja, hoe reel wil je het maken", countert Langenkamp. "We kunnen de deuren ook op slot doen, maar dan durven die bange dames helemaal niet meer." "Scheelt wel een paar vrouwen op de weg", suggereert Van Sluis. Van Dalen lacht met hem mee. Wat ze op dodelijke blikken komt te staan van hun vrouwelijke collegas. En dan moeten ze het water nog in. In het echt is het alsof je tegen een betonnen muur klapt. Maar nu gaan we op de fluwelen manier te water. De Fiat zit vast aan een lier die de auto langzaam het water in laat rijden. Bij de eerste oefening moeten we in koppels van twee de auto zo snel mogelijk verlaten. Binnenverlichting aan, zodat hulpverleners je kunnen vinden, fictieve gordels af, het denkbeeldige raampje intikken met een veiligheidshamer, billen op de rand van de deur en naar buiten glijden maar. "Makkie", vindt Oosting. Ronde twee wordt al lastiger: blijven zitten tot de auto volledig onder water is. Die procedure treedt in werking als de ramen niet meer open willen, geen denkbeeldig scenario omdat elektronica in het water de neiging heeft om uit te vallen, en er geen hamertje in de buurt is. Het is de kunst om vlak voordat de auto helemaal is volgelopen een teug lucht in te ademen, rustig te wachten tot de deur open kan en naar buiten te zwemmen. Maar de kleine Fiat loopt sneller vol dan je denkt, waardoor je grote kans krijgt in plaats van lucht een grote slok water binnen te krijgen. "Foute boel", zegt Van Sluis, die het niet heeft op water. Maar Van Dalen kent geen angst. Zijn arm hangt relaxed uit het raampje en hij fluit een vrolijk deuntje. Zijn passagier Esther van der Meer zit er net zo relaxed bij. Of ze het dagelijks doen. Misschien komt het door-

ANNIQUE OOSTING: Draag nooit een witte broek als je te water gaat

Fotos: Siese Veenstra

dat Langenkamp ze net verteld heeft dat een Audi A6 zes minuten blijft drijven voor hij kopje onder gaat. "Dr staat die zes voor!", grapt Van Dalen. "Alle tijd om een krantje te lezen voordat je er uit moet." Onder water heeft hij spijt van zijn lollige opmerkingen. Terwijl Van der Meer al lang en breed boven water is, zoekt hij nog vruchteloos naar de deurgreep. "In mijn eigen auto zou ik dik in de problemen zijn gekomen. Ik heb er geen veiligheidshamer in liggen. Als je dan raam noch deur open krijgt, ben je de klos." Gelukkig zijn hier duikers die het portier van buiten openen. Dan is het de beurt aan Oosting en Van Sluis. Die laatste heeft weinig vertrouwen in de rijkunsten van zijn chauffeuse. "Dit gaat mij een nat pak opleveren." Gelijk krijgt-ie. Toch komen ze zonder al te veel kleerscheuren uit de wagen. Hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen: Van Sluis vergat zijn gordel af te doen. Dus zou ook hij eigenlijk zijn verzopen. Kun je maar beter niet te lang bij stilstaan, denkt hij nog.

Tot slot gaan ze gevieren. Van Sluis neemt het stuur over, Oosting kruipt ernaast. Van Dalen en Van der Meer zitten achterin. Zij moeten wachten totdat de twee voorin de auto hebben verlaten. Splash Als de auto het water raakt, stroomt het koude water (hoe akelig moet dat wel niet zijn in de winter) in razend tempo naar binnen, kruipt over onze knien naar boven. Onze kleren zuigen het water gulzig op en worden zwaar. Nog geen tien seconden of daar liggen we, op de bodem van het zwembad. Een laatste hap adem en dan niets meer. Alleen de wil om zo snel mogelijk de auto te verlaten. Oosting drukt met gemak de deur open en zwemt naar boven. Van Sluis blijft haken achter het stuur. Hij moet haast maken, want de twee achterbankzitters moeten ook naar buiten. Uiteindelijk lukt het hem zich te bevrijden en via de deur naar buiten te spartelen. In zijn kielzog volgen Van Dalen en Van der Meer. Lucht.

30
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 20 juli 2013

31 Waar geloven Jehovahs Getuigen eigenlijk in?


B
oven alles: Jehovah. Dat staat voor God. En nee, het zijn geen Jehovahs die langs de deuren gaan. Het woord Getuigen hoort er nog achter. Anders zou het God zelf zijn die de deuren plat zou lopen. Jehovahs Getuigen baseren zich op de bijbel. Ze lezen die zo letterlijk mogelijk en interpreteren waar het niet anders kan. Waar christenen geloven in de heilige drie-eenheid, de Vader (God), de Zoon (Jezus) en de Heilige Geest, gaan Jehovahs Getuigen ervan uit dat Jehovah almachtig is en boven de andere twee staat. Evangelisatie, het overtuigen van mensen dat het geloof van de Jehovahs Getuigen het ware geloof is, speelt een grote rol. Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natin, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb, zo staat het in hun bijbelvertaling. Getuigen menen dat de wereld zich in de eindtijd begeeft. Genoeg signalen die die gedachte kracht bijzetten, zeggen ze: oorlogen, aardbevingen, tsunamis, pornoficatie van de samenleving, enzovoort. Jehovahs Getuigen dragen die boodschap uit wanneer ze langs de deuren gaan. Volgelingen gaan ervan uit dat er na het vergaan van de wereld een nieuwe aarde geschapen wordt. Voor wie daar een plekje is weggelegd, weten ze niet: volgens de bijbel komt er een opstanding van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen. Wie dat zijn, bepaalt Jezus. Jehovahs Getuigen zijn pacifistisch. Ook voor die opvatting beroepen ze zich op de bijbel. Feesten bij een verjaardag is er niet bij. Sinds 1920 is er een verbod op de viering. Ook christelijke feesten als kerst, pasen en sinterklaas worden niet gevierd. De controle binnen de eigen groep is groot. Misstappen worden vergeven, maar structureel afwijken van de leer betekent uitsluiting. Een thema als homofilie ligt zeer gevoelig. Getuigen gaan ervan uit dat homoseksualiteit in eigen kring niet wordt gepraktiseerd, al ontkennen ze niet dat iemand gevoelens kan hebben voor iemand van hetzelfde geslacht.
Register voor bedankers De voet tussen de deur zetten gebeurt volgens Jehovahs Getuigen niet (meer): Als iemand u ergens niet ontvangt of niet naar uw woorden luistert, verlaat dan dat huis en schudt het stof van uw voeten, staat in het Evangelie van Matthes. Sterker: wie duidelijk aangeeft geen prijs te stellen op bezoek, krijgt een vinkje achter zijn naam en ziet nooit meer predikers aan de deur. Behalve na een verhuizing.

zaterdag 20 juli 2013

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag gaan ze als Jehovahs Getuigen langs de deuren.

ESTHER VAN DER MEER: En ik hoopte nog zo dat ik Danil in de leeuwenkuil mocht voorlezen

Nergens een voet tussen de deur


F
okje Peper-Posmaweg, Finsterwolde, zondagnamiddag. Vrijstaande huizen, keurig aangeharkte tuinen, vitrage voor de ramen. Een van de gordijntjes beweegt zachtjes, kort is een hand te zien, dan hangt alles weer even stil als tevoren. Als Maaike Wind en Bas van Sluis aanbellen, doet niemand open. Nog eens. Niks. Op naar het volgende huis. De zenuwen gieren de twee door het lijf. Wind heeft zich niet voorbereid, maar zegt wel heel vroom te kunnen kijken. Van Sluis hoopt eigenlijk dat de deur dicht blijft. Het lijkt een eeuwigheid te duren, maar dan gaat de voordeur toch aarzelend open. Een argwanende blik neemt het duo op de stoep op. Van Sluis haalt diep adem. "Wij zijn Jehovahs Getuigen. Mogen we u iets over ons geloof vertellen?" Dat mag niet. "Nee hoor, geen behoefte aan," klinkt het. En de deur sluit zich even langzaam als hij open ging. Jehovahs Getuigen. Iedereen heeft ze weleens aan de deur gehad. Weinigen laten ze binnen. Hoe dat is, de huizen langstrekken en bijna steevast nul op het rekest krijgen, dat willen we weten. En hoe dat gaat, die afwijzing: slaande deuren, hooivorken, of juist vriendelijk afgewimpeld worden. En stiekem hopen we op een ander scenario: dat we zo overtuigend zijn, dat we een uitnodiging krijgen om binnen te komen. Op dat laatste hoeven we niet te rekenen. Dat heeft Roel Waalkens, ouderling van de Jehovahgemeente te Winschoten en oud-hoofdredacteur van de Winschoter Courant, ons eerder in de week al laten weten tijdens een gesprek bij hem thuis. "In de westerse wereld is een bekering een uitzondering." In het razendsnel van zijn geloof vallende Nederland helemaal. Binnen de christelijke bewegingen vormen ze sowieso een kleine groep. Wereldwijd evangeliseren zon acht miljoen Jehovahs Getuigen, een fractie vergeleken met bijvoorbeeld de ruim 1,1 miljard katholieken. Ons land telt 30.000 volgelingen, een kleine maar hechte gemeenschap. Warm, zeggen de Jehovahs Getuigen zelf. Verstikkend, zeggen sommige uittreders, moeilijk om van los te komen. Voor Jehovahs Getuigen zijn de huisbezoeken een ingesleten routine, het woord van God brengen een wezenlijk onderdeel van hun geloof. Zo staat het immers in de Bijbel, die ze zo strikt mogelijk proberen na te volgen. Van tevoren is ons aangeraden om het gesprek te beginnen door ons te introduceren als Getuigen. Of nog beter: een thema aan te snijden. Vindt u ook niet dat de wereld tegenwoordig wordt overspoeld door porno? Hoe denkt u dat het komt dat er zoveel oorlog is in de wereld? Maar op diepgravende gesprekken zit Oost-Groningen vandaag niet te wachten. Na nog een handvol vruchteloze pogingen van Wind en Van Sluis beproeven Esther van der Meer en Roelof van Dalen hun geluk een paar straten verderop. De J. Palsweg, hier rijtjeshuizen van rode baksteen met gele deuren, maar de reacties zijn niet anders. Als de deur al open gaat, haken eraf, de sleutel omgedraaid in het slot klinkt het: "Ik ben al gereformeerd", "Geen behoefte aan." Soms hoeven we niet eens iets te zeggen. De Wachttoren-boekjes en bijbel in onze handen, het colbertje, de lange rok zeggen genoeg. "Jehovahs zeker, nou dan hoef je niet bij mij te komen." Bij het laatste huis van de straat denken we even dat we beet hebben. In het raam staat een man te wuiven. Van der Meer zwaait vriendelijk terug met haar bijbel en loopt de stoep op. Tot ze doorheeft dat ze weggewuifd wordt. Het komt Roelie Waalkens,

BAS VAN SLUIS: Ik ben een heel slechte Jehovas Getuige

Fotos: Pepijn van den Broeke

vrouw van oud-hoofdredacteur Roel, bekend voor. "Het doet wel eens pijn als mensen wegwerpgebaren maken." En dat terwijl de Jehovahs Getuigen het zo goed bedoelen. Ze komen niet alleen langs om over God te vertellen, ze willen ook waarschuwen voor het naderende einde der tijden. Roelie Waalkens: "We hebben eigenlijk een belangrijke boodschap." Dus proberen we nog een deur. Ook die gaat dicht. Op naar de volgende. Van der Meer belt aan. Elke keer na het indrukken van de knop, loopt de spanning op. Wie doet er open? Van Dalen vreest telkens weer een wijsneus te treffen die een theologische discussie aangaat en hem te slim af is. Maar het gebeurt niet. Een man doet open. "Geen interesse. Ik zit te eten", zegt hij gergerd. "Maar meneer, gelooft u wel?" proberen we nog. "Ik zeg toch: geen interesse." Bam. De deur mag dicht gaan, ruzie krijgen we niet. Mensen zeggen beleefd dat ze niet genteresseerd zijn. "Mensen zijn wel netter tegenwoordig", weet ook Roelie Waalkens. De keer dat het anders ging, staat haar nog helder voor de geest: "Ik kreeg een klap met de bezem. Gelukkig gebeurt zoiets niet meer." Voor ons blijkt een gesprek voeren dat langer duurt dan een paar seconden bijna godsonmogelijk. Dat je dat volhoudt, week na week, keer op keer, je moet er wel een rotsvast geloof voor hebben. Ons grootste succes behalen we bij een vrouw die met een vriendelijke glimlach en op zachte toon zegt: "Sorry, ik heb geen interesse." Maar ze gooit de deur niet dicht. Sterker nog, hij blijft open. Ooit was ze gelovig, vertelt ze. We grijpen onze kans. "Een foldertje dan?" Ze knikt en neemt de Wachttoren aan. "Dat mag altijd."

ROELOF VAN DALEN: Zeg nee geen interesse, zeg nee, zeg nee, alstublieft

Bekijk de video op www.dvhn.nl/ grensstreken

MAAIKE WIND: Ik vind dit dus serieus best eng. Gelukkig kan ik wel heel vroom kijken

30
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 27 juli 2013

31
Topmodel: Af en toe zondigen is niet erg

zaterdag 27 juli 2013

Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Deze keer: leven als een topmodel. "De broek zakt me van de kont. Yihaa!"

Leven op drie happen


1 2 3

et 21-jarige Leekster topmodel Ymre Stiekema kent het klappen van de zweep. Het leven als topmodel, zegt ze, bestaat uit het hebben van een ijzeren discipline. "Ik sport eigenlijk elke dag. Mijn vriend is mijn personal trainer." Stiekema is een veelgevraagd model voor grote merken als Prada, Louis Vuitton en Moschino. Een catwalk in Milaan of New York is haar niet vreemd. Om in vorm te blijven loopt ze hard en is ze veel in de sportschool te vinden. Om te boksen. "Soms moet ik me ertoe zetten hoor. Maar als ik een dag niet naar de sportschool ben geweest, hik ik er de volgende dag extra tegen aan." Stiekema gebruikt geen gedoseerd caloriendieet, zegt haar vriend en trainer Wouter Komdeur. Eens in de vijf dagen gebruikt ze een koolhydratenmaaltijd. "Normaal eet ze veel verse groenten, vis en vlees. En om de vijf dagen zit daar een zoete aardappel, volkorenpasta of rijst bij." Een ideaal streefgewicht? Ook dat heeft ze niet, maar momenteel bungelt ze rond de zestig kilo. Ze is onlangs bevallen van haar dochtertje Lyme. "Ik deed het een tijdje rustig aan, maar ben het werk weer aan het oppakken. Ik heb nu opdrachten in Amsterdam, Duitsland en Zwitserland bijvoorbeeld." Stiekema zal zo rond de tweeduizend calorien per dag zitten, schat Komdeur in. "Ze sport en verbrand veel." Als het topmodel weinig opdrachten heeft, sport ze dagelijks zon anderhalf uur. "Groepslessen. Body combat, body pump, body balance en steps. Dat vier dagen. De andere drie dagen rent ze zes kilometer per dag." Help. Dat wordt wat. Maar Stiekema stelt gerust: "Als ik zin heb in iets lekkers, dan pak ik dat gewoon. Eigenlijk altijd pure chocolade. Dat moet je natuurlijk niet te vaak doen, maar af en toe zondigen Dat is niet erg." Een pak van ons hart.

ESTHER VAN DER MEER: Eten is mijn hobby, er woont een veel dikkere Esther in mij. Gewicht: van 62.3 naar 59.2 kilo.

MAAIKE WIND: Ik heb vakantie. Ik wil een wijntje. Gewicht: van 66.6 naar 65 kilo.

BAS VAN SLUIS:


Bekijk de video op www.dvhn.nl/ grensstreken

ROELOF VAN DALEN: Ik vrees dat ik gebraden kippen zie vliegen. Gewicht: van 76.3 naar 73 kilo.

Wie de httenkse heeft uitgevonden, mag van mij standrechtelijk worden gexecuteerd. Gewicht: van 91.6 naar 87.7 kilo.

1: Wame maaltijd: gegrilde kabeljauw, bospeen met peterselie, rauwe witlof, 5 walnoten 2: Ontbijt: Gebakken spiegeleieren met tomaat 3: Lunch: Gepureerde soep van broccoli en bloemkool 4: Warme maaltijd: Gevulde courgette met mager rundergehakt 5: Warme maaltijd: Frittatta van courgette, munt, feta en eieren.

Dag 1 "Jullie wilden extreem dus jullie krijgen extreem. Veel succes." Ditiste Janet Noomen uit Emmen mailt ons het topmodellendieet waarop we zeven dagen gaan leven. Biologisch, vers en onbewerkt eten: veel groente, eieren, yoghurt en kwark, geen koolhydraten, geen snoep, geen snacks, geen frisdrank, geen alcohol. En vooral: weinig. Drie maaltijden per dag, verder niks. Maximaal 1200 calorien, zon beetje de helft van wat je als normaal mens binnen moet krijgen. Daar bovenop iedere dag een uur sporten. Wie een strak lijf wil, moet er wat voor over hebben. Dit onzalige plan komt van Annique Oosting. De enige van ons met de lengte en het figuur om ooit in aanmerking te komen voor een leven als model. Maar Oosting showt juist deze week haar lange benen op de Zuid-Franse stranden. Strak gepland. Want deze eerste dag valt niet mee. Na een groenteprutje van spinazie als ontbijt, vijf blokjes feta in de lunchsalade en een kabeljauw met rauwe bospeen en witlof als avondmaal rollen we met knorrende magen in bed. Vooral Bas van Sluis heeft het zwaar. Hij

heeft last van de ontwenningsverschijnselen die samengaan met de overgang naar koolhydraatarm eten: knallende koppijn. Hij jammert zo dat zijn vriendin dreigt hem naar de bank te verbannen. Nog zes dagen te gaan. Dag 2 Op een glas magere yoghurt met 25 gram aardbeien (dat zijn er 5, kleintjes) en nog 50 gram rood fruit moet Esther van der Meer in de brandende zon telegrammen van lezers aan vrienden en familie uitdelen bij de Nijmeegse wandelvierdaagse. Dat gaat. Tot ze bij de lunch een noot van de 15 gram toegestane mix laat vallen. Voor ze er erg in heeft, duikt ze in het gras achter de amandel aan. Eten, je gaat het wel waarderen. Roelof van Dalen trapt s avonds twintig kilometer weg op zijn racefiets. Die heeft nog geen centje pijn, al krijgt hij de watertandende geuren van het vlees op een barbecue die hij passeert op zijn fiets dagenlang niet uit het hoofd. Van Sluis heeft nog altijd koppijn. En Maaike Wind heeft HONGER. Met hoofdletters.

Dag 3 Noomen heeft ons gewaarschuwd: Wie langere tijd eet zoals wij, loopt de kans op het ontwikkelen van eetstoornissen als anorexia nervosa. Maar een week kan geen kwaad. Lunch: 1 schaaltje httenkse en 1 sinaasappel. Voorlopig dieptepunt van deze week. Van Sluis trekt het zo slecht en is zo chagrijnig dat zijn chef hem naar huis stuurt. Geen land te bezeilen met die knul. Op onze gezamenlijke WhatsApp verschijnen fotos. Van snoepautomaten. Wiener kipschnitzels. Ons enige gespreksonderwerp is eten. Eerst fantaseren we over patat met. Boter. Biertjes. Maar allengs worden onze wensen bescheidener. Wind zou een moord doen voor een boterham met kaas. Dag 4 Onze gepureerde soep, de lunch deze middag, ziet er uit als chemische erwtensoep. Het is weekend, voor veel leden van het Grensstrekenteam een moment van kroegbezoek. Wind verwacht dat Van Sluis zal zondigen. Hij kan vast het biertje niet laten staan op het feestje dat vanavond in zijn agenda staat. En als

haar collega over de schreef gaat, mag zij ook. Hoopt ze. Maar het dieet begint te wennen. Van Sluis hoofdpijn is vervangen door niet meer dan een licht gevoel. Best aangenaam eigenlijk. En alcohol? We denken er niet aan met die aanhoudend knorrende maag. Behalve Wind: "Rum met cola light mag toch best?" Nee. En toch zondigt Van Sluis op het feestje. Na glaasje water nummer 8 en de zoveelste afgeslagen bitterbal, pakt hij "het ging automatisch, echt" een zoutstengeltje. Voordat hij zich bewust is van zijn misstap, is het ding, hapslik, weg. Het schuldgevoel knaagt aan hem. Dag 5 "De broek zakt me van de kont! Yihaa", stuurt Van Sluis via WhatsApp. Iedereen begint het te merken. Buikjes voelen platter, gezichten worden dunner. Maar we voelen ons ook slapper. Een enkeling ziet af en toe sterretjes na inspanning. Vandaag dineren we samen. Van der Meer bereidt courgette gevuld met gehakt. Mager, uiteraard.

Als we de mondhoeken al afvegen, komt ze met een verrassing. "Ik heb jullie maar de helft gegeven. Jullie krijgen nog een portie." Twinkeling verschijnt in ieders ogen. Heldin. Dag 6 Ontbijt, lunch, avondeten. Het vaste patroon begint er steeds meer in te komen. Waar Van Sluis in het begin moeite had cold turkey af te kicken van zijn enorme maaltijden, is hij nu gewend. Elke ochtend duikt hij het zwembad in om een kilometer baantjes trekken. Een beter, frisser gevoel dan voorheen. Het is bijna verslavend, biecht hij op. Hoe anders vergaat het Van Dalen. Waar hij vol optimisme en enthousiasme aan dit avontuur begon, zit hij er juist de laatste dagen doorheen. "Alsof ik leeggelopen ben", omschrijft hij. Het karige ontbijtje van twee crackers met een beetje kaas en een kiwi helpt niet echt mee. Op deze een-na-laatste dag is Van Dalen opvallend kortaf en concentreren bij het tikken van stukjes gaat lastig. De rest steunt: we zijn er bijna.

Hij houdt vol. Het geeft een kick, dit dieet. Niet alleen het gevoel of je constant high bent, ook de controle over wat je eet, het feit dat we het volhouden. Bijna verslavend. Alleen de slechte adem waar de heren de laatste dagen last van hebben, is minder. Zelfs flink poetsen doet er weinig tegen. Dag 7 Ons laatste dieetontbijt: een beetje Turkse yoghurt met blauwe bessen. Mager, en toch is het heerlijk. Onze smaakpapillen staan op scherp en onze magen lijken gekrompen. Morgen mogen we weer normaal eten. Maar hadden we eerst het plan een bacchanaal te organiseren, schransen als een dolle is nu het laatste waar we zin in hebben. Sterker nog: iedereen houdt wel iets over aan dit dieet. Biologische groenten zijn echt veel lekkerder, weet Van der Meer nu. Bewegen heeft daadwerkelijk effect, merkt Van Sluis. Vaker vis eten dan eerder, neemt Van Dalen zich voor. En een avondje geen alcohol - kan Wind beamen - overleef je ook best.

30

zaterdag 3 augustus 2013

31
Bob halveert aantal alcoholrijders
Bob jij of Bob ik? De bekende campagne uit 2002 heeft veel invloed op het alcoholgebruik van Nederlandse bestuurders. Het aantal overtreders is sinds de start van Bob bijna gehalveerd van 4,1 naar 2,4 procent. Dat blijkt uit onderzoek van het ministerie van Infrastructuur & Milieu uit 2012. Drenthe en Groningen scoren het laagste van Nederland. In Drenthe had 0,9 procent van de bestuurders te veel gedronken bij controles, in Groningen 0,7 procent. Bestuurders die worden gepakt voor rijden onder invloed hebben dit meestal al vaker gedaan. Dat ze niet eerder gesnapt zijn, heeft te maken met de lage pakkans, aldus de onderzoekers. Het aantal mensen dat met alcohol op achter het stuur kruipt, kan dus veel hoger zijn dan bovenstaande cijfers suggereren. Wanneer Nederlands beschonken achter het stuur kruipen, is dat in de meeste gevallen na een bezoekje aan een horecagelegenheid. De meeste overtreders zijn mannen tussen de 35 tot 49 jaar, gevolgd door vrouwen uit dezelfde leeftijdsgroep. Dat is een groot verschil met andere landen, stelt een onderzoek van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SVOW). In het buitenland gaan vaker beginnende bestuurders beschonken achter het stuur zitten. De SVOW heeft ook een schatting gemaakt van het aantal ziekenhuisopnames en verkeersdoden bij alcoholgebruik. Het aantal gewonde autobestuurders is tussen 1999 en 2010 afgenomen van 31,2 naar 20,3 procent. Ernstig gewonde autobestuurders hebben vaak fors gedronken. Ook maakt de SWOV een grove schatting als het gaat om verkeersdoden. Bij 20 procent van de verkeersdoden is er alcohol in het spel. Absolute getallen staan niet in het onderzoek vermeld. De effecten van dronken rijden, beschrijft het Trimbos-instituut. Beschonken bestuurders reageren trager, hebben minder controle over hun arm- en beenspieren en kunnen zich minder goed concentreren. Ook focussen ze vooral op wat ze recht voor zich zien, wat er links en rechts van ze gebeurt, krijgen ze niet goed meer mee. Tot slot maakt alcohol overmoedig, bestuurders denken al snel dat ze nog prima kunnen rijden.

zaterdag 3 augustus 2013

GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

Beijk de video op www.dvhn.nl/grensstreken

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag stappen ze bezopen achter het stuur: "Ik ben nu al teut."

ANNIQUE OOSTING: Ik kan niet meer rijden na vijf wijn

MAAIKE WIND: Harder, harder, harder

Goddank is het kind een pylon


D
enk om het kind, denk om het kind. De woorden schieten door het hoofd van Annique Oosting. En toch gaat het gaspedaal van de rode Suzuki Swift nog een beetje verder naar de bodem. De wijn klotst in het bekertje van Maaike Wind die er lachend naast zit. "Je kunt best nog iets harder." En daarna: "Harder, harder." Bochtje om, kuiltje door. Gegrinnik, want de auto kraakt en piept. En dan opeens een kind op de weg. O ja, dat was ook zo. Gierende banden, een zwaai aan het stuur. Het kind blijft staan. Maar Esther van der Meer verliest bijna haar benen. Op slechts een paar centimeter van haar voeten komt de auto tot stilstand. "Briljant", zegt Oosting. "Supertof", vindt Wind. En ook de rest van de groep moet lachen. "Het kind leeft in elk geval nog." En nee, er stond niet echt een kind op de weg. Het was een oranje pylon. Zo helder van geest zijn we dan nog wel. We zijn op het sloopterrein van autodemontagebedrijf E. Hovingh in Hoogkerk. Voor 100 euro hebben we een afgekeurde Suzuki gekocht klaar voor de sloop zeg maar en kunnen nu op een onverhard parcours onze rijkunsten testen met een slok op. Normaal gesproken zijn we braveriken. En glaasje voor het rijden, heel soms twee, verder komen we niet. "Ik drink nooit als ik moet rijden", zegt Wind. Ze is niet de enige. Sinds de BOB-campagne in 2002 drinken we veel minder als we nog moeten rijden. Uit onderzoek van het ministerie van Infrastructuur & Milieu blijkt dat het aantal overtreders bijna is gehalveerd. Toch vielen er in 2008 naar schatting ongeveer 2500 doden en ziekenhuisgewonden door alcohol in het verkeer. Wat bezielt die mensen? Eerst kijken we hoe we rijden zonder alcohol. Vooral Roelof van Dalen maakt indruk. Met hoge snelheid scheurt hij over het parcours, laat de auto slippen op de handrem en heeft de Suzuki volledig onder controle. "Vooral in de bochten. Ik rem dan altijd iets af, maar Roelof weet precies wat hij moet doen", vertelt Maaike. Van Dalen: "Ik win ook altijd met karten." Dan is het tijd om te drinken. De collectie alcohol wordt uitgestald op een blauwe auto die betere tijden heeft gekend. Een kratje bier, daarnaast nog wat flesjes Duvel, een fles Jack Daniels en drie flessen witte wijn. Genoeg voor een middag flink doorhalen. De eerste flesjes bier worden achterover geslagen. Wijn gaat in plastic bekertjes. Op de onverharde weg staan drie obstakels klaar. Een pylon en twee autostoelen, uit andere roestbakken gehaald. Achteruit inparkeren doen we tussen twee autos. Bas van Sluis stapt na twee biertjes achter het stuur en rijdt moeiteloos een rondje. "Ik merk geen verschil", roept hij monter. Maar Van der Meer vindt zichzelf overmoedig na anderhalf glas wijn op dit vroege uur. "Nuchter rij ik minder hard, bovendien vergat ik te schakelen. Normaal gesproken stap ik niet meer achter het stuur, ik ben nu al teut." Meer wijn en bier. Tijd om te blazen in de alcoholtesten die we hebben meegenomen. De korrels in het buisje verkleuren als je in een zak blaast. Bij geel ben je nuchter, hoe groener, hoe zuiverder de dronkenschap. Bij iedereen slaat de test op slag donkergroen uit. En wat nuchter geen probleem was, wordt nu lastiger. Ok, de drie obstakels blijven de eerste rondjes fier overeind, maar daarna komen de problemen. Van Dalen rijdt overmoedig bijna het kanaal in en als Wind iets te hard rondscheurt vraagt de eigenaar van de sloperij of het ietsjes langzamer kan. "Dat hek is pas gerepareerd." Als Oosting terugkomt van een rondje, hangen er fikse rookwolken in de lucht. Hoe die zijn ontstaan weet niemand. Laat staan de chauffeuse. "Ik mag ook eigenlijk niet meer rijden na vier wijn", zegt Oosting laconiek. De nuchtere fotograaf komt met het antwoord. "Als je rijdt moet je voet van de koppeling." O ja. Dan sneuvelen de eerste kinderen. Fiks ook. De oranje pylon verdwijnt onder de auto van een la-

chende Van Sluis en wordt nog eens meters meegesleurd. Van Dalen speelt een scene na uit The Fast and the Furious waarin de hoofdrolspeler keihard achteruit scheurt zonder te kijken en zonder iets te raken. Maar Van Dalen ramt een trits geparkeerde autos. En dat al na een biertje of vier, vijf. Zoveel is dat nou ook weer niet. Toch? Want hoe meer we drinken, hoe beter we onszelf vinden rijden. De alcohol maakt overmoedig. Van der Meer die nuchter nog zo voorzichtig reed, geeft nu vol gas. En kan in de bocht maar net het stuur onder controle houden. Wind, die oprecht beloofde snelheid te zullen minderen, gaat er nog even overheen. En Oosting? Die roept enthousiast Nog een keertje! wanneer Van Dalen uit de bocht vliegt, met een knal de berm inrijdt, vervolgens achteruitrijdend een berg stenen raakt, de achterbumper verliest en gierend van het lachen zegt Geen punt bij Karwei. Maar dan is de maat vol bij Van der Meer. Ze trekt de sleutel uit het stopcontact. "Het is mooi geweest." We hebben op een woensdagmiddag bijna de fotograaf aangereden, meerdere botsingen gehad en minstens twee kinderen doodgereden. Lachend. Elkaar aanmoedigend. Grapjes makend. Dat het levensgevaarlijk was wat we hebben gedaan, realiseren we ons de volgende ochtend pas. Als we weer nuchter zijn.

BAS VAN SLUIS: Doe nog maar een whiskey, ik merk niks ESTHER VAN DER MEER:

ROELOF VAN DALEN: Je hoeft geen taxi te bellen, ik rij zelf wel naar huis

Maar goed dat mijn moeder hier niets van weet

30

zaterdag 10 augustus 2013

31
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 10 augustus 2013

Politie: misbruik via internet groot probleem


Groningen De zedenpolitie in Groningen krijgt dagelijks meldingen van misbruik van minderjarigen gepleegd met behulp van internet. Jos Dekker, chef van de zedenpolitie in Groningen, noemt het een groot maatschappelijk probleem. "De afgelopen vijf jaar heeft misbruik via internet een hoge vlucht genomen", zegt Dekker. "Bij ongeveer de helft van de gevallen speelt internet een rol." Grooming heet het, als een volwassene via internet of telefoon contact zoekt met minderjarigen om hen te verleiden tot seksuele handelingen. "De daders weten vaak precies wie ze moeten hebben", zegt Dekker. "Ze zoeken meisjes die kwetsbaar zijn. Vervolgens gaan ze steeds een klein stapje verder. Als ze merken dat een meisje schrikt, dan beginnen ze even over iets neutraals om daarna langzaam verder te gaan." Dekker en zijn medewerkers, in Groningen 22 fte, zitten er bovenop. Als er een melding binnenkomt, onderzoeken ze het internetgedrag van de verdachte. "Ook als er nog geen strafbaar feit is gepleegd, kunnen we al iets doen. Soms gaan we dan toch al even langs bij iemand. Gewoon, om te vertellen dat we een melding hebben gehad. Dan weet zo iemand dat we hem in de gaten houden." Wat moeten ouders nu doen, als hun kind zoiets overkomt? "In ieder geval niet boos worden", vertelt Dekker. "Dat gebeurt af en toe, maar dat is zinloos. Zon kind is voor de gek gehouden, dat trapt er langzaam in. Dat kun je een kind niet kwalijk nemen." Dekker raadt ouders in elk geval aan om het internetgedrag van hun kinderen goed in de gaten te houden. "Zit je kind de hele avond alleen op zijn of haar kamer te internetten? Klikt iemand snel een scherm weg als je binnenkomt? Praat erover. Maak het bespreekbaar. Dat helpt enorm."

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag doen ze zich op internet voor als tieners.

MAAIKE: Damn, wat een lelijke kerels zijn het ook

ANNIQUE: Half acht s avonds is een goed tijdstip voor pedos

H meisje van 14, ben je geil?


"I
k vind je leuk", zegt een ietwat gezette dertiger uit Boxmeer tegen de 12-jarige Lisa uit Utrecht. "Heb je morgen al iets te doen? Ga je mee naar Scheveningen? Dan gaan we naar het strand. Ik rij wel langs Utrecht en dan haal ik je op. Wacht, ik geef je mn nummer, bel me maar even dan spreken we iets af." De 12-jarige Lisa en de man uit Brabant kennen elkaar op dat moment exact twaalf minuten. Via www.chatmetvreemden.nl, een website waar je anoniem kunt chatten. In die twaalf minuten heeft hij met Lisa gekletst over haar hobbys (volleybal en winkelen) en haar vakantie (leuk wel), gevraagd hoe ze eruit ziet (nou, gewoon, bruin haar en blauwe ogen) en gevraagd of ze het erg vindt dat hij wel wat ouder is dan zij (neuh). De politie gaat seksueel misbruik via internet aanpakken, meldde commissaris Walter van Kleef, projectleider zeden van de nationale politie, onlangs. Zowel ouders als kinderen zijn zich te weinig bewust van de risicos, aldus de politie. Kinderen en tieners worden daardoor slachtoffer van bijvoorbeeld grooming, waarbij een volwassene via internet of telefoon probeert minderjarigen te verleiden tot seksuele handelingen. Het team van Grensstreken besluit zelf te proberen hoe het er aan toegaat, daar in die chatrooms op internet. Lisa is in werkelijkheid dan ook geen 12jarig meisje uit Utrecht maar de 31-jarige verslaggever Maaike Wind, die op de redactie van Dagblad van het Noorden in Groningen achter een computer zit. Naast haar doen Roelof van Dalen, Annique Oosting, Bas van Sluis en Esther van der Meer zich ook voor als jonge meisjes van, zeg, tussen de 12 en 16 jaar oud. "Shit, hij wil dat ik hem bel", roept Wind. "Dan schiet ik in de lach hoor, dat heeft hij direct door. Annique, doe jij het even." Oosting, toch al een meester in het voor de gek houden van wie dan ook, hapt toe. "Kom maar op met dat nummer." En ja hoor, niet veel later heeft Oosting de man uit Boxmeer te pakken. Ze spreekt rustig en bedeesd. "Hoi", klinkt het verlegen. "Ja hoor, dat wil ik wel. Kom je dan morgenochtend langs? Ik woon in de Queridostraat. Ok, tot dan." Muisstil luisteren Van Sluis, Van Dalen, Van der Meer en Wind mee. Vooruit, dat er op het internet allerlei smeerlappen te vinden zijn, is natuurlijk geen nieuws. Maar dat het zo snel gaat, verrast ons allemaal. De man uit Brabant is bepaald niet de enige die van alles wil. In een uurtje of twee hebben we met zijn vijven tientallen chatgesprekken gevoerd. Het overgrote deel van de chatters is man, en het merendeel van hen is uit op seksueel getinte gesprekken, liefst met de webcam aan. "Heb je ook Skype? En zit je op WhatsApp? Mag ik je nummer? Wat heb je aan? Ben je ook een beetje geil?" "Iew!" Oosting kijkt met grote ogen naar haar beeldscherm. Ze is ontzet. In beeld zit een man van een jaar of veertig in een zwart T-shirt met een enorme buik waar je bijna niet omheen kunt kijken. Doe je dat toch, dan zie je onder in beeld nog net hoe hij zichzelf aftrekt. Van der Meer: "Hoe oud denkt hij

Hulp en meer informatie Op internet is veel informatie te vinden over grooming en andere vormen van seksueel misbruik bij minderjarigen. Kijk bijvoorbeeld op www.meldknop.nl, www.vraaghetdepolitie.nl, www.mijnkindonline.nl of www.mediaopvoeding.nl. Ouders of jongeren met vragen of informatie kunnen ook altijd contact met de zedenpolitie opnemen, benadrukt woordvoerder Marleen Hanenberg van de politie. "We willen graag zo veel mogelijk informatie ontvangen." De zedenpolitie is bereikbaar via het algemene telefoonnummer van de politie (09008844).

BAS: Ik ben serieus waar van slag, wat een viespeuken


ne haar kleren misschien wil uittrekken. En dan de webcam aan. Dan doet hij dat ook. "Ik heb geen webcam", tikt Van Sluis snel. Mark heeft wel een webcam, want we krijgen een zwart shirt te zien. Hij wrijft wat over zijn buik. "Doe anders jouw skypenaam, dan voeg ik je toe", is het rappe antwoord van de 39-jarige Mark. "Is het niet een beetje groot leeftijdsverschil?", probeert Van Sluis nog. "Ben je geil?", krijgt hij als antwoord. Dan klikt hij Mark weg. Die moet ik niet tegenkomen, denkt hij nog. Viespeuk. Dan heeft Wind, die zich op dat moment voordoet als de 15-jarige Emma, contact met een 19-jarige Lisa. "Hmm, ook een meisje. Dat wordt niks", klinkt het al, maar dan blijkt toch ook Lisa uit op een spannend gesprek. "Ah, ze wil toch." Van Sluis heeft interesse. "Laat mij maar even", klinkt het gretig. Van Sluis vermaakt zich prima, totdat Van der Meer terloops opmerkt dat die 19-jarige chick ook best een vieze kerel kan zijn. Van Sluis kijkt verschrikt op. "Oja, fuck. Laat maar."

ESTHER: Waarom krijgen Maaike en Annique alle perverts?

dat je bent?" Oosting: "Veertien." Dan heeft Van der Meer zelf ook beet. "Ik heb een foto!" Een halfnaakte man, die zichzelf ietwat onhandig over zijn schouder heeft gefotografeerd in de badkamerspiegel. Je ziet vooral zijn rug, in bar slecht licht. "Whahaha, ik zie op de foto drie tandenborstels staan! Van wie zouden die zijn? Wacht, ik vraag het hem." Na twee uur chatten zijn de patronen overduidelijk. De eerste vraag luidt bijna altijd: "m/v". Zonder vraagteken inderdaad, leestekens worden amper gebruikt. Dan wil de chatter weten hoe oud zn medechatter is. Veelal gevolgd door iets als: "Ik ben 43, erg?" En dan: "Heb je cam?" Ook via www.kinderchat.nl, een website voor kinderen en jongeren tot 17 jaar, vinden we diverse oudere mannen die op zoek zijn naar seksuele contacten. Van Sluis trekt de chatsessie slecht. In een mum van tijd heeft hij Celine van 14 jaar uit Drenthe ene Mark te pakken. Mark, zelf 39, windt er geen doekjes om. Na de ditjes en datjes vraagt hij of Celi-

ROELOF: Hij vraagt of ik mijn borsten groot of klein vind

30

zaterdag 17 augustus 2013

31
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 17 augustus 2013

Acht minuten winst door rookmelder

BAS
Ik wil ook bij de brandweer!!! Bekijk de video op www.dvhn.nl/grensstreken

ANNIQUE
Zon warmtecamera is serieus tof. Mag ik hem houden?

Annique en Maaike bewonderen een blotemannenkalender in de vrouwenkleedruimte. Fotos: Pepijn van den Broeke

Dertig seconden verschil tussen leven en dood P


iep piep piep piep Wat is dat? Annique Oosting, Bas van Sluis en Maaike Wind schrikken wakker van het schelle geluid. Het brandalarm. Dan ademnood, prikkende ogen en alles zwart. Je ziet geen hand voor ogen. Oh god, ik heb de knakworsten op het vuur laten staan, denkt Van Sluis. Terug van het feestje kreeg Van Sluis honger. Alleen jammer dat hij voor ze te verorberen op de bank in slaap viel. Zonder het gas uit te zetten. Nu staat het huis vol rook en klinkt het geknetter van vlammen. Brand! We moeten weg. Maar hoe? Over een vluchtroute hebben we nog nooit nagedacht. Terwijl we normaal gesproken gemakkelijk om de meubels en troep heenlopen, blijken het nu gigantische obstakels die enorm vertragen. En de tijd begint te dringen. We zijn op bezoek bij de brandweer in Assen. Om te kijken hoe goed we uit een brandend huis kunnen komen. En nee, we zijn niet echt thuis, maar in een leegstaand pand in het centrum van Assen. Een oefenplek voor de brandweer. En nu dus voor ons. Brandweermannen Martijn Kikstra en Geert Geerts hebben met veel plezier een nagebouwd woonhuis vol rook gezet. Geen giftige, verstikkende rook gelukkig, maar theaterrook. "De rook is de laatste jaren giftiger geworden, ook brandt de boel sneller", weet Geerts. Dat komt door de vele goedkope meubels, Aldus Geerts. "Tegenwoordig wordt veel van kunststof en plastic gemaakt", vertelt Geerts. "Dat fikt goed. Het is trouwens niet alleen zo bij Ikea-meubelen hoor, maar bij heel veel spullen tegenwoordig." Terwijl wij ons proberen te orinteren in het pikkedonker krijgen we nog een extra opdracht. We krijgen dertig seconden en mogen geen rook inademen. "Als het huis echt vol zwarte rook zou staan, dan is het twee keer goed inademen en je valt om", vertelt brandweervrouw Annemarieke Leene. Het beste is om vooral geen adem te halen. "Dertig seconden adem inhouden. Dat moet lukken", zegt Van Sluis vol zelfvertrouwen. Maar de weg vinden in het donker, dat is andere koek. "We moeten laag blijven", weet Oosting nog van de uit-

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag proberen ze te ontsnappen uit een brandend huis.

oop een rookmelder. Dat is de belangrijkste boodschap van de brandweer in Assen. "Rookmelders zijn echte levensredders. Dankzij rookmelders wordt een brand gemiddeld acht minuten eerder opgemerkt. Dat is al snel het verschil tussen leven en dood", vertelt Annemarieke Leene van de brandweer in Assen. Gemiddeld wordt een brand na dertien minuten ontdekt. Tel daarbij op dat de brandweer in landelijke gebieden soms zo een kwartier nodig heeft om ergens te komen en er gaat zo een half uur voorbij voordat het blussen begint. Leene: "Als je daar op wacht, ben je te laat." De rookmelder moet hoog in het huis hangen en het liefst op de vluchtroute. "Rook en hitte stijgen op, daarom is het belangrijk dat de melder aan het plafond hangt", zegt Leene. En dat is niet alles dat je kunt doen om je huis veiliger te maken. Van te voren een vluchtroute te bedenken bijvoorbeeld. En door geen rotzooi te hebben in je slaapkamer. Want in paniek struikel je daar gemakkelijk over. "De brandweer in Drenthe besteedt veel aandacht aan preventie", zegt Leene. "Wij zijn minder snel ter plaatse dan onze collegas in de Randstad. Dat kan ook bijna niet anders, de afstanden zijn hier veel groter. Daarom infomeren we mensen graag hoe ze een brand moeten voorkomen." Dat kan het beste vlak na een brand, weet brandweerman Geert Geerts. "Als er in een straat brand is geweest, gaan we snel daarna met de bewoners in gesprek. Op zon moment staat iedereen extra open voor tips." Twee keer per jaar oefenen de Asser brandweermannen in Wijster, bij een hittecentrum waar wordt getraind met echt vuur. Elke woensdagavond wordt er geoefend in leegstaande panden in de stad. Bij branden is rook het grootste gevaar. "Je kunt er ook veel aan aflezen. Dat doen we met een zaklamp. Welke kant stroomt de rook op? Wat is de kleur en intensiteit? Zo kun je veel over de brand te weten komen", vertelt Leene. Sinds de brand bij Yde-De Punt, waarbij vijf jaar geleden drie brandweermannen omkwamen, is de blustactiek van de brandweer veranderd. "We laten een pand nu eerder gecontroleerd uitbranden", vertelt Geerts. "We gaan minder snel naar binnen." Voor de ramp gebeurde dat ook wel, maar sindsdien is iedereen veel meer doordrongen van het gevaar, aldus Leene. Geerts: "Je denkt er nu beter over na. Staat een gebouw in de brand of is er een brand in een gebouw? Dat is nogal een verschil. Sowieso, ik kan me geen gebouw in Nederland voorstellen dat het leven van een brandweerman waard is."

MAAIKE
Wow, dit is echt veel zwaarder dan ik had verwacht.

De brandweer gebruikt zaklampen om de stroming van rook te zien.

leg van zojuist. Want rook en hitte stijgen op. Kruipend het huis uit dus. En dat is ingewikkeld. Want je rupst zo tegen het bed op of tegen plankjes op de grond of tegen elkaar. Bij de eerste poging gaan we alle drie kansloos ten onder. "Ik dacht echt dat dit de juiste route was", pruilt Oosting als ze halverwege de tweede ruimte moet toegeven compleet verdwaald te zijn en voor de tiende keer ademhaalt. Poging twee gaat professioneler. Vooraf bekijken we met zaklampen hoe we moeten lopen. Om het zich extra lastig te maken besluit Wind een moeilijke route te nemen. "De makkelijke route is maar n muurtje. Dat is geen uitdaging. Dat red ik zelfs kruipend in dertig seconden." Terwijl Van Sluis naar de uitgang kruipt, knalt hij ondanks de voorbereiding - tegen twee stoelen aan. Dan botst hij tegen een huisgenoot aan. Het blijkt Wind te zijn. Die nog steeds de moeilijke route volgt. Oosting is het eerste buiten. Dan volgt Van Sluis. Van Wind is nog geen spoor te bekennen. "Waar blijft ze nou", verzucht Oosting. Het schreeuwen van haar naam heeft geen zin. Wind is verdwaald. "Die

dertig seconden zijn al voorbij. Je bent hartstikke dood", roept Van Sluis naar het brandende huis. Binnen stapt Wind weer een hoekje om. Ervan overtuigd dat ze bijna buiten is. "Stap ik zo de ruimte binnen waar het vuur brandde. Verdorie, ik had het dus echt niet overleefd." Tja, die vluchtroute h. Die moet je uitstippelen van te voren. "En kies voor iets makkelijks", glimlacht Wind. Dan maar eens kijken of we betere brandweermannen zijn dan slachtoffers. In de brandweerkazerne krijgen we pakken aangemeten. Oosting mag als eerste. "Dat duurt veel te lang, Annique! Het pand is allang afgefikt", roepen Van Sluis en Wind naar Oosting die zich met veel moeite in haar brandweerpak hijst. Het gaat allemaal nog niet zo snel. "Dat ding is loeizwaar", moppert Oosting. En warm, of liever gezegd: bloedheet. "Op de kazerne liggen extra T-shirts voor als we terugkomen van een brand", verklapt Leene. "Onze shirts zijn na een brand drijfnat." Tot overmaat van ramp vinden Oosting en Wind ook nog een blotemannenkalender in de vrouwenkleedruimte. Het

doet de temperatuur alleen nog maar stijgen. In de pakken schuifelen we naar de brandweerwagen. Je bent log en bewegen kost tijd. Daarom oefent de brandweer regelmatig in de pakken. Zo rennen de brandweermannen trappen op om boven iemand te reanimeren. Poeh, daar moeten wij nu nog niet aan denken. Van Sluis voelt zich met zuurstofmasker en veel te grote helm net Darth Vader uit Star Wars. Wind en Oosting zijn vooral onder de indruk van de portofoons. Een knopje indrukken en we horen de collega via de helm in de oren tetteren. Leuk speelgoed. "Maaike, ik zit in je hoofd", grapt Oosting. "Ik zit ook in jouw hoofd Annique", grapt die weer terug. Maar we zijn hier niet om te spelen. Met pijn en moeite klauteren we de wagen in waar we een ademluchtfles op onze rug krijgen. Op naar de oefenlocatie. Want nu krijgen we de kans om zelf iemand te redden. "De brandweer redt weinig mensen", zegt Geerts. Hij kan het weten met 35 dienstjaren. "Rookmelders wel. Met een rookmelder heb je

acht minuten extra om te ontsnappen." Wind doet een spontane biecht: "Als student heb ik wel eens de batterij uit een rookmelder gehaald. Als ik aan het koken was, bleef dat ding maar afgaan." Van Sluis werpt een blik opzij. "Dat ligt niet aan de rookmelder, je kunt gewoon niet koken", zegt hij met een vals glimlachje. Op de oefenplek krijgen we een zaklamp en een warmtecamera. De brandweer gebruikt de zaklamp vooral om de stroming van de rook te zien. Met de warmtecamera zie je mensen staan, ook in het pikkedonker. "Makkie om dan iemand te vinden", zegt Oosting overmoedig. Uit het rokende huis klinkt geschreeuw. "Help, help, ik lig hier." Ja, allemaal leuk en aardig, denkt Van Sluis, maar waar is hier? Want in het huis is het donker en de warmtecamera ziet geen meubels. Bovendien kun je geen diepte zien. Dus of de persoon voor je neus ligt of 20 meter verder blijft ons een raadsel. Op goed geluk vinden we Geerts. En even later ook Kikstra. Met veel gestommel en ook veel te traag. Wind zucht. "Lastig dit."

30

zaterdag 24 augustus 2013

31
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E

zaterdag 24 augustus 2013

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag maken ze kennis met de geweldsmiddelen die de politie in kan zetten.

Met politiehond dreigen is genoeg


N
ESTHER
"Mogen we nu de honden aaien?"

ANNIQUE
"Ik ben zo blij dat ik geen crimineel ben"

Fotos: Siese Veenstra

Bijtende honden, brandende ogen H


et roffelende geluid van vier poten komt in sneltreinvaart dichterbij. Bas van Sluis rent, maar de hond rent sneller. Veel sneller. Omkijken durft hij niet. Een kleine halve seconde is het stil. Van Sluis knijpt zn ogen dicht, wachtend op het onvermijdelijke. Dan klapt hij tegen de grond. Alsof een sloophamer hem omver slaat. Politiehond Harry trekt als een wilde aan zijn rechterarm. Van Sluis voelt de kaken van de zwarte hond steeds dieper in zijn arm. Het beest bijt telkens opnieuw. "Harry! Harry! Los! Los!", schreeuwt de hondenbegeleider. Maar Harry wil meer. Hij houdt nog even vast, schudt nog eens met zijn kop. De zwabberende arm van de verslaggever is niet meer dan een tennisbal voor de zwarte hond. "U bent bij deze aangehouden", zegt de politieman. Ja, ja prima Als je die hond maar weghaalt. We zijn bij het Politie Opleidings- en TrainingsCentrum (POTC) in Zuidlaren. Om te ervaren welke geweldsmiddelen Nederlandse agenten kunnen inzetten, zoals een bijtende politiehond. Maar ook boeien, pepperspray en pistool staan op het lijstje. Al hanteren we het pistool alleen zelf. Het gaat een beetje ver om ons door de knien te laten schieten. Vinden we zelf althans. Zo h, die mannen van de politiehonden zien er stoer uit. Fikse kisten, donkere kleren. Annique Oosting, Esther van der Meer en Maaike Wind zijn onder de indruk. En smelten als de eerste hond een kruising tussen een Duitse en een Mechelse herder aan komt wandelen. Nou ja, wandelen. Hij sleurt aan de lijn, kwijlt en gromt. Maar de dames zien vooral de kwispelende staart. Als een van de hondenbegeleiders dan ook nog vertelt dat de honden het allemaal als een spelletje beschouwen, zien de dames het gevaar al helemaal niet meer. Van Sluis wel. Hij gaat als eerste en is oprecht bang. Niet voor niks, zegt instructeur Hans van Dijk van het POTC. Want na het pistool zijn honden het zwaarste middel dat de politie in kan zetten. Een dik kwartier later weten Oosting, Wind en Van der Meer dat ook. Hoezo lief hondje? Met het grootste gemak trekken Harry, Boris en Kai hen met fors geweld omver. Gelukkig dragen we een beschermend pak. "Poeh, je zou maar in een T-shirtje gepakt worden", huivert Oosting terwijl ze naar de blauwe plekken van Wind en Van Sluis kijkt. "Honden hebben een bijtkracht van 300 kilo per centimeter. Dus zelfs met pak krijg je soms drukplekken", vertelt de politieman. Honden of niet, de grootste vrees heeft het team toch voor pepperspray. Elke keer als het woord valt, krimpt Oosting ineen en zet grote ogen op. "Ik word serieus misselijk als ik eraan denk", zegt ze. Maar eerst mogen we schieten. "Het ziet er allemaal niet zo dodelijk uit", vindt Van der Meer als ze naar de doos met kogeltjes en munitie kijkt. Het lijkt, met al die kleurtjes op de kogelpunten, meer op een snoepjesbox. Blauw zijn knalpatronen bijvoorbeeld. En de munitie van Nederlandse politieagenten heeft oranje puntjes. Van Dijk legt de strenge veiligheidsmaatregelen in de schietzaal uit. "We kijken niet in de loop als het pistool niet af gaat. Dat is de Belgische methode." We schieten op schermen met plaatjes van gewapende tegenstanders en schietschijven. Maaike Wind is enthousiast. "Het is net Duck Hunt", zegt ze, doelend op het computerspelletje van vroeger. Als ze hoort dat ze de verdachte in de rechterknie moet schieten, eindigt de kogel in de linker. Maar raak is-ie wel. "Nu door het hoofd", zegt instructeur Van Dijk. Wind mikt en schiet precies tussen de ogen. Ze geniet. "Bam", zegt Oosting.) Esther van der Meer geniet niet. "Ik vind dit heel akelig", zegt ze als ze klaar is en barst plots in tranen uit. "Dat ik iets in handen heb waarmee ik iemand echt iets aan kan doen, zonder dat iemand me kan tegenhouden. Vreselijk." Volgens instructeur Van Dijk komt dat vaker voor. Ook bij oefenen. "Schieten blijft iets heftigs. Politieagenten schieten ook niet voor hun plezier." "Ongeschikt voor het politievak ", concludeert Van der Meer met zelfspot. Dan is Oosting aan de beurt. Als ze op de romp mikt, eindigt de kogel vol in het kruis. "Deed die zeer Bas?", vraagt Wind die Van Sluis in elkaar ziet duiken bij het schot. Oosting blijkt een vaste hand te hebben. Als een heuse Clint Eastwood

BAS
"Kijk naar mijn arm. Die hond beet dwars door mijn pak heen."

MAAIKE
"Hmm, ik vind dat schieten echt leuk. Ben ik nu een psychopaat?"

atuurlijk zitten er gradaties in het geweld dat een agent mag gebruiken. En zelfs daarbinnen staat de politie voor allerlei keuzes. Want of iemand een agent bedreigt met een mes van drie of dertig meter afstand, maakt nogal verschil, weet instructeur Hans van Dijk van het IBT Noord-Nederland, locatie Politie en Opleidings Trainingscentrum in Zuidlaren (POTC). Het POTC is het centrum waar de reguliere agent zijn apk ondergaat. "Ze trainen 32 uur per jaar voor het schieten, moeten eens per jaar een zelfverdedigingstoets halen en een theorietoets." Wie na vier pogingen in een week zijn schiettest niet haalt, moet zijn wapen inleveren. Het gebruik van geweld wordt niet lichtvaardig opgevat, zegt Van Dijk. "Bij ons leren ze op gepaste wijze gebruik te maken van de verschillende middelen." Het vuurwapen is, binnen de geweldspiraal van de politie, het zwaarste middel. In Drenthe en Groningen lopen zon 2100 vuurwapendragende agenten rond. Al wordt het pistool weinig ingezet, de politie oefent des te meer. "We schieten natuurlijk nooit op een winkeldief die een pak koffie uit de supermarkt jat. Maar als sprake is van noodweer, wanneer ons eigen of andermans lijf gevaar loopt, zullen we niet aarzelen." Op het geweldslijstje komt de politiehond vlak na het pistool, op afstand gevolgd door wapenstok en pepperspray. "Je kunt misschien beter een kogel door het been krijgen", licht de instructeur toe. "De verwondingen die een hond kan aanbrengen, zijn heel ernstig." Alleen al daarom kan de politiehond preventief werken, zegt een van de hondengeleiders. "Ik heb tijdens rellen in Groningen weleens alleen de deur van de hondenauto geopend. Vierhonderd relschoppers sloegen toen al doodsbenauwd op de vlucht." Het werk van de politiehond bestaat trouwens voor het grootste deel (70 procent) uit zoekwerk. Dan zijn er nog de (korte) wapenstok en pepperspray. Het is onduidelijk wat erger is in gebruik. Pepperspray het wordt steeds vaker gebruikt is zeer pijnlijk maar is een puur natuur peperextract. Het bestaat onder meer uit capsacine (het prikkelende deel uit chillipeper). De illegale busjes uit het buitenland zijn wel gevaarlijk, waarschuwt Van Dijk. "Daar zit chemisch rotzooi in. Het kan lenzen doen smelten."

Bekijk de video op www.dvhn.nl/grensstreken

of Dirty Harry knalt ze de ene na de andere kogel op de plek waar die moet. Na het schieten gaat de korte wapenstok van hand tot hand. "Dat ding ziet eruit als iets dat je ook bij Christine le Duc kunt kopen", grapt Oosting. Dan de handboeien. Ook die vindt Oosting interessant. "In films wrijven criminelen altijd over hun polsen als die boeien worden losgemaakt. Waarom is dat?" Twee minuten later heeft ze haar antwoord. Een klein knikje in de boeien door de instructeur en Oosting gaat door de knien. "Dat doet gemeen zeer." Dan breekt het moment aan dat we allemaal vrezen. Instructeur Van Dijk gaat ons pepperen. "Ik wil niet", jammeren Oosting en Van Sluis. Ze gaan toch. Ieder afzonderlijk gaan we tegen de muur staan, alsof we standrechtelijk worden gexecuteerd. Van Sluis probeert de situatie nog wat dramatischer te maken: "Krijg ik nog een laatste woord? Alles voor de krant." "Ogen dicht, adem inhouden", zegt Van Dijk. Van links naar rechts krijgen we het goedje over de ogen gesprayd. Wat we voelen? Mwah, het irriteert een beetje, is ons antwoord. Is dat alles? "Kun je je ogen ook openen?", vraagt de instructeur. En dan gaat het mis. Ook al gluur je door je wimpers, je ogen staan op slag in brand. Alsof er schuurpapier over de oogbol wordt geragd, denkt Van Sluis die bijna in elkaar zakt van de pijn. Onder begeleiding strompelen we n voor n naar de oogdouche. "Ik voel me licht in

mn hoofd", zegt Oosting. Van der Meer is niet bij de oogdouche weg te slaan. "Lekker dat water." Wind lijkt in eerste instantie immuun voor het goedje. Een minuut lang kijkt ze na haar pepperspraybeurt stocijns voor zich uit. "Dat was een hardhandige arrestatie geweest", zegt Van Dijk. "Als de pepperspray niet werkt, moeten we iets anders proberen." Maar op het moment dat Wind opgelucht ademhaalt, moet ook zij eraan geloven. "Wow, dit is heftig", roept ze opeens. Ze knippert flink en dan drukt ook Wind haar ogen stijf dicht. "Water, nu", zegt ze gedecideerd. Zeker tien minuten duurt het voor je je ogen weer open krijgt. Het ergste is voorbij na acht minuten, aldus Van Dijk. Maar zelfs dan brandt de rode pepersubstantie een puur natuurproduct nog in het gezicht. Alsof je na een dag zonnen zonder bescherming rood verbrand onder de hete douche moet. Onze gezichten veranderen in rode tomaten. Lenzen gaan lastig weer in. Oorlellen gloeien nog uren na. "Makkie", meldt Van Sluis met bravoure als het ergste voorbij is. "Wil je dan nog een keer?", vragen de agenten. Hij maakt zich snel uit de voeten. Pepperspray is een gevaarlijk wapen. "Verdachten veranderen in kleine jongens na pepperspray", vertelt Van Dijk. Logisch, denken we alle vier. Je bent verblind van de pijn. Na vandaag weten we het zeker. Je kunt de politie het beste te vriend houden.

DRE

DRE

20
GRENSSTREKEN
DAGBLAD KERSTSERIE E

zaterdag 21 december 2013

21

zaterdag 21 december 2013

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Grensstreken is terug. Drie zaterdagen in de kerstvakantie duikt het verslaggeversteam opnieuw in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag: een maand leven op schuldsaneringsbudget.

Verwende nesten
G
adverdamme, weer zon neonknipperend reclamebord. Echt waar, de wereld staat vol met reclameborden. Van kleding, reisjes, lekker eten en andere luxe producten. Foeterend zit Annique Oosting naast Maaike Wind in de tram in Amsterdam. We zijn op weg naar een concert, met kaartjes die we kochten toen we nog niet op een schuldsaneringsbudget leefden. We zijn bijna te laat dat krijg je als je maximaal 100 kilometer per uur mag rijden op de snelweg om benzinekosten te sparen en hebben dorst. Veel dorst. Maar een flesje water van bijna 2 euro past niet in het budget. Een half uur later hangen we onder de kranen in het toilet van poppodium Paradiso. De ogen van andere concertgangers prikken in onze rug. Oosting gaat door het lint. "Ik ben er nu al helemaal klaar mee." We zitten dan nog niet eens een week in de schuldsanering. Een maand lang leven we van 45 euro per week. Makkie, denken we dan nog. Want we hebben allemaal een fijn huis, een baan, een telefoon, een gevulde voorraadkast en vriezer en een volle kledingkast. Bovendien werkt de wasmachine en hebben we gas en elektra. Hoe moeilijk kan van 45 euro leven dan zijn? Best moeilijk, als je een verwend nest bent. En dat zijn wij. Aanbiedingen? Doen we niet aan. Wij hebben een nee-nee sticker op de brievenbus. Veel beter voor het milieu. "Geld is er altijd wel", zegt Esther van der Meer. "De laatste keer dat ik heb gekeken wat een brood kost, was in mijn studententijd." En al doet ze graag of ze nog piep is, dat is alweer bijna een decennium geleden. Op zondag pinnen we 45 euro. En dat is het, meer mogen we niet uitgeven. "Ik vraag me af hoe ik in Oss moet komen", zegt Van der Meer, wier familie in het zuiden woont. Vooraf hebben we tips gevraagd. Want hoe doe je dat? Rondkomen van weinig? En keer per week boodschappen doen bijvoorbeeld. Plannen dus, boodschappenlijstjes maken. Eerst naar de Lidl of Aldi en pas daarna eventueel naar Albert Heijn. "Geen kroeg", sipt Oosting. En veel bij familie en vrienden eten. Dat schijnt heel normaal te zijn. Als ze in de buurt wonen, tenminste. Want ook benzine is kostbaar. De eerste week vult zich met afkickverschijnselen. Oosting blijft poepchagrijnig. "Ik wist niet dat ik zoveel reclame om de oren geslingerd kreeg. Groupon, sales-acties van winkels. Ik krijg minstens twintig mailtjes per dag met deze onzin", vertelt ze boos. "En het allerergste: ik kan geen enkele actie betalen." Roelof van Dalen heeft nog nergens last van. "Ik eet gewoon een biefstukje minder. Maar wat ik wel opvallend vind: ik denk echt de hele dag door aan kopen." Na een week komt een berichtje van Bas van Sluis. "Ik stop. Heb net in de supermarkt het drievoudige weekbudget uitgegeven. Helaas." We overwegen allemaal te stoppen. Want hoe realistisch is deze opdracht eigenlijk? We kunnen nooit invoelen wat mensen doormaken die echt in de schuldsanering zitten. Maar we gaan toch door. "Om te merken hoe bevoorrecht je bent als je niet over geld hoeft na te denken, is ook een verhaal", vindt Van der Meer. Bovendien: onze wereld wordt wel een stuk kleiner. Als er iets duur is, is het reizen. Oosting zegt dan ook een vriendin uit Amsterdam af, als ze aan het einde van de week nog maar 12 euro over heeft. "Daar betaal je geen retourtje van." Langzaam maken onze keukens een kleine metamorfose door. In de ijskast ligt goedkoop brood (79 cent, Lidl), diepvries en voorraadkast raken allengs leger. Zelfs de diepvrieszakjes worden hergebruikt. "Ik geef normaal gesproken echt veel te veel uit", zegt Wind. "Ik koop vaak s ochtends op het station ontbijt. Dat is zo 5 euro. Eigenlijk hartstikke zonde." De lastige momenten volgen elkaar op. Oosting kan niet potten na een volleybalwedstrijd. "Ik heb maar gewoon water gedronken. Ik voelde me best lullig." Verjaardagen zijn vervelend en etentjes al helemaal. Voor Van Dalen zit de kroeg er niet in. De dames nemen hun toevlucht tot ouderwetse tactieken. Wind is bij een vriendin in Utrecht en laat zich schaamteloos trakteren door de mannen in de kroeg. Op de markt schaamt Van der Meer zich wel. Bij de kaasboer merkt ze hoe moeilijk het kan zijn om toe te geven dat je weinig geld hebt. Als biologisch vleeseter is ze deze maand noodgedwongen vegetarir. Vlees is veel te duur. Maar ook een stukje gorgonzola blijkt ver boven budget. "Heeft u ook nog een goedkopere blauwe kaas", zegt ze zachtjes. Ze krijgt een Blue dAuvergne, maar ook een rode kop. Dan gaat de volgende van ons team door de knien. Van Dalen heeft al maanden geleden een reisje met zijn vriendin naar Praag geboekt. "En daar heb ik me helemaal nergens aan gehouden", bekent hij bij terugkeer. "Kon ook niet. Van ons budget kom je niet eens op Schiphol", vergoelijkt hij. Weer realiseren we ons wat een luxe dat is, zorgeloos op reis kunnen. "En dan is Praag nog een goedkope stad", verzucht Van Dalen. "Daar zou je twee jaar voor moeten sparen. Maar dan ging het geld waarschijnlijk naar een nieuwe wasmachine." De laatste week. Op zondag vieren we Sinterklaas. We moeten voor 5 euro cadeautjes kopen. En dat valt nog niet mee. Veel verder dan een chocoladeletter, goedkope kerstballen en waxinelichtjes op ledverlichting komen we niet. Maar toch worden we hebberig. Na een maand niets kopen is elk cadeautje groot. En dan is het maandag. De pinpassen mogen weer gebruikt. Maar vreemd genoeg gebeurt dat niet. Wind: "Ik let sinds de schuldsanering op alle prijzen. En het duurste brood in de supermarkt koop ik niet meer. Dan voel ik me veel te schuldig."

BUDGETTIPS
- Doe n keer in de week boodschappen voor de hele week - Koop niet wat je lekker vindt, maar kijk wat in de aanbieding is en baseer daar je menu op - Download de Afas Personal app, die houdt precies bij wat je waaraan uitgeeft en hoeveel je nog van je budget over hebt - Pin het bedrag wat je te besteden hebt en betaal daarmee alles contant. Op is op - Ga op het eind van de dag naar de markt, dan gaat groente en fruit voor een koopje weg - Ga niet bij allerlei verschillende winkels de aanbiedingen afstruinen, je komt dan snel in de verleiding om toch meer te kopen dan je van plan was - Vier feestdagen als Sinterklaas en Kerst net iets later, alle pepernoten, chocoladeletters en kerstkransjes liggen afgeprijsd in de bakken - Kijk of kapotte spullen te repareren zijn, zodat je niet nieuw hoeft te kopen

BEKIJK DE VIDEO OP WWW.DVHN.NL/ GRENSSTREKEN

Annique Oosting (l) en Esther van der Meer checken of marktlieden iets waardevols hebben achtergelaten. Fotos: Pepijn van den Broeke

MAAIKE: IK GEEF NORMAAL GESPROKEN VEEL TE VEEL UIT

ESTHER: IK VRAAG ME AF HOE IK IN OSS MOET KOMEN

ROELOF: IK EET GEWOON EEN BIEFSTUKJE MINDER

ANNIQUE; IK KAN GEEN ENKELE ACTIE BETALEN

GRO

GRO

28
GRENSSTREKEN
DAGBLAD KERSTSERIE E

zaterdag 28 december 2013

29

zaterdag 28 december 2013

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Grensstreken is terug. Drie zaterdagen in de kerstvakantie duikt het verslaggeverteam opnieuw in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag gaan het team op jacht naar illegaal zwaar vuurwerk.

BAM!!!
H
et hart klopt ons in de keel. Esther van der Meer, Roelof van Dalen en Bas van Sluis rijden in een grijze Kia Picanto over de N979, de smokkelroute voor Duits illegaal vuurwerk. Dat hebben we tenminste gehoord. De kofferbak, hoewel klein, puilt uit met illegale knallers en vuurpijlen. Gewoon gekocht in een Duitse supermarkt, maar in ons land verboden. Veel te zwaar spul. We zitten niet lekker. De politie Noord-Nederland heeft net grootscheepse controles aangekondigd. Iedereen die wordt gepakt met het Duitse vuurwerk is de pineut. Een paar dagen in de cel, een strafblad en torenhoge boetes schieten door onze hoofden. "Gelukkig valt mijn autootje niet op. We worden vast niet aan de kant gezet", zegt Van der Meer hoopvol. Van Dalen lacht als een boer met kiespijn, die vertrouwt het niet. En terecht. We rijden ter hoogte van Bellingwolde als een auto met blauw-rode strepen en een lichtbak op het dak ons het bekende bevel volgen geeft. Nog geen kilometer de Duits-Nederlandse grens gepasseerd of de politie zet ons aan de kant. We zijn er gloeiend bij. Zo ging het dus niet. In werkelijkheid staan we deze maandag wat beteuterd voor de Markant in het Duitse Rhede. Geen vuurpijl te zien. Laat staan de streng verboden vuurwerkpistolen waar we zo benieuwd naar zijn. Van der Meer stapt op twee opgeschoten jongens af om dit tot de bodem uit te zoeken. Eerst begrijpen die haar niet. "Feuerzeug?", zegt de Duitse jongen met petje en oorbel. Nee, een aansteker hoeven we niet. Vuurwerk willen we. Van die harde knallers. Nein, krijgen we te horen. Vuurwerk kun je hier pas vanaf zaterdag kopen, net als in Nederland. Van Sluis begrijpt er niets van. Hij heeft een paar jaar geleden nog illegale knapperij uit Belgi gehaald. Dat kon het hele jaar door. "Ik wist niet anders dan dat het bij de Duitsers net zo gaat", fluistert hij tegen Van Dalen die vooral opgelucht lijkt. Het gegeven dat we met een kofferbak vol bommen de grens over zouden gaan, gaf hem de bibbers. "Als 12-jarige heb ik ooit een taakstraf gekregen voor het afsteken van strijkers", heeft hij op de heenweg bekend. "Mee naar het politiebureau, dat hakt erin hoor, als jochie." Van der Meer doet in haar beste Duits nog een laatste poging. Of ze dan geen ander adresje weten. Ja hoor, knikken de knullen. "Voor illegaal vuurwerk moet je in Nederland zijn." Juist. Terug in eigen land blijkt dat inderdaad niet moeilijk. Via-via komen we in contact met een 13-jarige knul uit een Gronings dorpje, die we in dit verhaal Tom noemen. Een echte baliekluiver, vindt Van Dalen. Die kan wel aan wat spul komen, vertelt hij vol bravoure. Via Facebook legt hij contact met zijn leverancier, een schoolgenootje. "We kunnen om half vier terecht, dan komt zijn volgende lading. Hij is er nu doorheen. Het gaat snel." Dat krijg je als de hele school bij hem koopt. Later op de dag rijden we voor de tweede keer een grens over, nu die tussen Groningen en Drenthe. In een dorpje, in een keurig vrijstaand huis, woont onze dealer. Hij haalt zijn vuurwerk uit Belgi en verkoopt zijn sloffen nitraatbommen en ander heftig spul voor het dubbele van het aankoopbedrag door. Voor twee sloffen leggen we 20 euro neer. Booming business. Van der Meer volgt onze tussenhandelaar mee naar binnen. Het is de moeder van onze vuurwerkhandelaar die ons vriendelijk welkom heet. Haar zoon zit zwijgend aan de keukentafel waarop vier pakketjes nitraatbommen liggen uitgestald. Zijn laatste. Tom overhandigd snel het geld en loopt meteen weer richting deur. Moeders zwaait ons ook weer uit. "Veel succes ermee hoor." In de auto geeft Tom gebruiksinstructies. "Je moet ze niet in glas stoppen. Dan schiet het glas alle kanten op. Net zoals bij een granaat. Glas wil je niet in je gezicht." We knikken instemmend. Van Sluis refereert fijntjes aan het nieuwsbericht over een Rotterdammer die na wat gefrbel met een zelfgemaakte vuurwerkbom met derdegraads verbrandingen in het ziekenhuis ligt. "Hij schijnt ook geen onderarm meer te hebben." Slik. En toch, een paar nitraatbommen is wel wat weinig, vinden Van Dalen en Van Sluis. Steeds meer Nederlanders kopen illegaal vuurwerk online. Dat kunnen wij ook, al is ook dit niet zonder risico. De Task Force Opsporing Vuurwerkbommenmakers ontmaskerde deze maand nog vijfhonderd bestellers van zwaar vuurwerk door middel van nepwebsites. Na hun bestelling kregen ze geen vuurwerkpakket maar een videoboodschap van de politie in hun inbox. Maar zon mail blijft uit als we bij Fajerwerki-net voor 91 zloty artilleriebommen en superkrachtige knallers kopen. In een paar muisklikken hebben we zwaar vuurwerk besteld. "Eitje", oordeelt Van Dalen. Op die bestelling kunnen we natuurlijk niet wachten. Van Dalen en Van Sluis willen de nitraatbommen testen. Van der Meer is minder happig. Sinds haar broertje als kind een indrukwekkend gat in de vloer van haar ouderlijk huis wist te branden met een paar sterretjes, heeft ze het niet op vuurwerk. "Moeten we geen veiligheidsbrillen op", piept ze. Een meewarige blik van haar twee collegas valt haar ten deel. "Dat is sneu." Van Sluis vogelt de instructies op de slof nitraatbommen uit. Die staan er in vier onbekende talen. Een plaatje op het pakketje biedt uitkomst: er moet minimaal 15 meter zitten tussen de nitraatbom en de afsteker. "Je moet bijna Usain Bolt zijn om dat te redden", berekent Van Sluis. Onder een stellage in de buitenlucht is het zover. Van Sluis voert een gevecht met zijn aansteker tegen de wind. Dan vat het vuurwerk vlam, de vonken spetteren er vanaf, een groene lichtflits en BAM!!! Een enorme knal die secondenlang nagalmt. Die moet minimaal door de halve stad Groningen zijn gehoord, siddert Van der Meer: "Dat ging hard, zeg". In Van Dalen komt de 12-jarige deugniet boven: "Nu wil ik." Na nog vijf knallen piepen onze oren. Maar al gaat het hard, echt gevaarlijk lijkt het niet. "Als je het maar niet naar omstanders gooit ofzo", zegt Van Sluis. Net als Van Dalen begint hij de smaak te pakken te krijgen, maar Van der Meer heeft het wel gezien. Nu hebben we onze vingers nog, zegt ze wijs. Je moet de goden ook niet verzoeken.

THE BIG FIVE


LAWINEPIJLEN: vuurpijlen met zeer luide knal. Knallading bestaat uit flitspoeder (veel meer dan 20 gram) en is daardoor krachtiger dan zwart buskruit. In Nederland mogen vuurpijltjes maximaal 0,13 gram flitspoeder bevatten. Lawinepijlen zijn dus minimaal 150 keer sterker. FLASH BANGERS: zwaar knalvuurwerk met lont of wrijvingsontsteking (strijkers). Bevat tussen 5 en 300 gram flitspoeder. In Nederland is in bangers (rotjes) maximaal 2,5 gram flitspoeder toegestaan. MORTIERBOMMEN (SHELLS): professioneel vuurwerk met veelal siereffect. Moeten met bijpassende mortierbuis worden afgeschoten. Afschieten zonder buis is levensgevaarlijk. BATTERIJEN (FLOWERBED): vuurwerkartikel met siereffect. Zijn eigenlijk serie voorgemonteerde mortierbommen. Aantal kokers varieert van 9 tot ruim 100. Bij grotere diameters van kokers (groter dan 3,5 centimeter) explosieve kracht vergelijkbaar van mortierbommen. ROMEINSE KAARS: aantal voorgemonteerde mortierbommen in kartonnen koker. Aantal per koker is 6 tot 8. Romeinse kaarsen in Nederland mogen alleen gebruikt worden als totale lading niet meer dan 50 gram bedraagt. Fotos: Jan Willem van Vliet Bron: Task Force Opsporing Vuurwerk Bommenmakers

BAS: JE MOET KUNNEN RENNEN ALS USAIN BOLT BIJ DIT SPUL ESTHER: MOETEN WE GEEN VEILIGHEIDSBRILLEN OP? ROELOF: ZWAAR VUURWERK BESTELLEN? EITJE

BEKIJK DE VIDEO OP WWW.DVHN.NL/ GRENSSTREKEN

GRO

GRO

28
GRENSSTREKEN
DAGBLAD KERSTSERIE E

zaterdag 4 januari 2014

29

zaterdag 4 januari 2014

Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Grensstreken is terug. Drie zaterdagen in de kerstvakantie duikt het verslaggeversteam opnieuw in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag: ramen lappen bij de DUO.

Ramen lappen in de eredivisie


W
ie heeft dit bedacht eigenlijk?" Het is vrijdag de dertiende en we bevinden ons bovenop het op een na hoogste gebouw van Groningen: het cruiseschip van de DUO en de Belastingdienst. Maaike Wind en Annique Oosting klampen zich nog net niet aan elkaar vast. Zij hebben hoogtevrees. "Kijk dan, serieus, mijn handen trillen", zegt Wind. Roelof van Dalen en Esther van der Meer, die weer andere angsten kennen, worden onweerstaanbaar aangetrokken tot het randje. Wat een uitzicht. Op het dak kun je de hemel bijna aanraken. In de diepte ligt de stad. Bij heldere luchten moet je in de verte de zee kunnen zien glinsteren. Dat we hier terecht gekomen zijn - lift naar de 24ste verdieping, pling!, twee trappen op en langs het bordje met Altijd deur afsluiten in verband met ontbreken veiligheidsrand is de schuld van Oostings moeder. Zoals bijna iedereen die weleens balancerend op een ladder met een zeem en wisser in de hand staat, vroeg ook zij zich af hoe het lappen van hoge gebouwen nu eigenlijk werkt. "Ik luister nooit meer naar mijn moeder", moppert Oosting als ze vanuit het veilige middengedeelte toch een glimp van het uitzicht probeert op te vangen. "Dit is het slechtste idee ooit." "Kopje koffie glazenwassers?", vraagt Remco van der Rassel van RL Glazenwasserij BV uit Wateringen een uurtje eerder en 23 verdiepingen lager. Oosting denkt eerder aan een broodje. Ze kon vanmorgen geen hap door haar keel krijgen. Vanuit de andere kant van het land komen de medewerkers van Van der Rassel naar Groningen om de ruim 9000 vierkante meter glas schoon te houden. Van der Rassel: "Lappen op 95 meter hoogte. Dit is de eredivisie in glasbewassing." Zijn vader was een glazenwasser, eentje die nog uit de tijd stamt dat je mocht abseilen. Die hing in een bootsmansstoeltje aan twee touwen. Snel, efficint en gemakkelijk, vinden veel glazenwassers. Maar in Nederland is het om veiligheidsredenen verboden. Dus worden de 4300 ramen van de DUO gelapt in een gondel die vastzit aan vier staalkabels, twee waar de bak aan hangt, twee om je op te vangen mocht het misgaan. Het ding is een wondertje van technisch vernuft, speciaal ontworpen om de rondingen van het cruiseschip te kunnen volgen en niet te ver los van het pand te raken. Het lappen van die ramen kost weken. Daarna begint het circus opnieuw. Vandaag hangt de gondel op de achttiende verdieping. "Kunnen de kabels breken", wil Wind weten. "Jazeker", zegt Van der Rassel. "Vooral als het hard waait. Tja, dat is een risico." Wind en Oosting slikken en trekken wit weg. Van der Rassel lacht. Grapje. " Nee joh, alles is beveiligd en de kabels worden altijd vroegtijdig vervangen." Terug naar boven. Op het dak, in een schaduwhoekje, zwerven wat botjes en twee vleugeltjes. Van Dalen inspecteert de boel. Het blijken de restanten van een duif te zijn. Roofvogels komen graag hun verschalkte buit op het dak verorberen. Op deze hoogte kunnen ze ongestoord van hun maaltje genieten. Dat ook nog, verzuchten Oosting en Wind. "Nu wil ik echt niet meer", zegt Oosting. Te laat. Boven de rand van het dak piept net de bovenkant van de gondel uit. De achttiende verdieping is schoon, nu zijn wij aan de beurt. De gondel wordt met argusogen bekeken. En daar is genoeg tijd voor. Het bakje zweeft tergend langzaam door de lucht. "Kan dat niet sneller?", vraagt Van der Meer. Niet dus, veiligheid voor alles. We hebben geluk, vertelt Van der Rassel. Een strak blauwe lucht en een windstille dag. Daardoor waait hier op het dak een bescheiden fris briesje en dat is meestal anders. "Je bent nooit uit de wind. Met windkracht vijf moet je jezelf al in veiligheid brengen. Ik ben geregeld aan de ene kant van een gebouw bezig geweest met strak blauwe lucht, terwijl aan de andere kant de donkere wolken samenpakten. Voor je het weet ben je doorweekt. Bij onweer moet je helemaal oppassen dat je op tijd weer binnen bent. Maar wij vinden het wel leuk om een uitdaging te hebben." Daar denken Wind en Oosting anders over. "Laat mij maar als eerste gaan, anders durf ik helemaal niet meer", zegt Wind dapper. Ze hijst zich in de veiligheidsuitrusting. Stevig ingesnoerd stapt ze in het ramenlapbakje. Lapper Jamie drukt op de knop en daar gaat Wind de lucht in. Het laatste wat ze hoort terwijl ze langzaam met de zachtjes wiegende gondel in de diepte verdwijnt, is de geruststellende stem van Van Rassel. "Het gaat maar eens in de 150 keer fout hoor." Grapjas. Oosting ijsbeert ondertussen op het dak heen en weer. Van Dalen en Van der Meer proberen haar gerust te stellen. Maar ze heeft het er niet op. Wind blijft veel te lang weg. Na een half uur horen ze gepiep en gekraak en verschijnt de gondel weer. Met een lachende Wind, al is ze een tikkeltje bleek om de neus. "Dat was helemaal niet eng", meldt ze terwijl ze uit het bakje stapt. En dan durft Oosting ook. Of de ramen net zo schoon zijn als anders, weten we niet. Maar als we weer met onze beide benen op de begane grond staan, weten Van Dalen en Van der Meer wel dat als er geen werk in de journalistiek meer is, dit een mooie tweede carrire zou zijn. Oosting en Wind zijn vooral blij weer vaste grond onder voeten te hebben.
Fotos: Pepijn van den Broeke

BEKIJK DE VIDEO OP WWW. DVHN.NL/ GRENSSTREKEN

ESTHER: KAN DAT BAKJE NIET SNELLER? MAAIKE: DIT VIEL ZOWAAR MEE

ANNIQUE: IK LUISTER NOOIT MEER NAAR MIJN MOEDER

ROELOF: EVEN KIJKEN OF WE KOFFIE KRIJGEN

You might also like