Professional Documents
Culture Documents
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
31
ESTHER VAN DER MEER: Doe mij maar een goed glas wijn
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant: Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers soms letterlijk in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag aflevering 1: puberdrugs. Een verslag uit de praktijk, dat nadrukkelijk niet bedoeld is als uitnodiging tot navolging. Drugs kunnen per individu een sterk verschillende, onvoorspelbare uitwerking hebben.
MAAIKE WIND: Geniaal spul dat lachgas BAS VAN SLUIS: Wow, het is alsof mn kop wordt ingedrukt
ANNIQUE OOSTING: Hier iets van voelen? Het smaakt gewoon als vieze thee
30
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
31
Auto vol laten lopen is achterhaald
Het is misschien wel de grootste fabel die er bestaat als je met de auto te water raakt. Tientallen jaren vertelden ouders hun kinderen dat ze hun auto eerst vol moeten laten lopen om dan gemakkelijk de deur open te maken. En nog steeds denken veel automobilisten dat je dat moet doen. Maar dat is achterhaald. Tegenwoordig geldt de regel: zo snel mogelijk de auto uit via het zijraam. Mocht het zijraam niet openen en helpt ook de veiligheidshamer niet, pas dan moeten bestuurders en passagiers wachten tot de auto volgelopen is. Pas als de druk binnen en buiten de auto gelijk is, kan de deur open. Vlak voordat de auto onder gaat, is het verstandig om nog een flinke teug adem te nemen. Uit studies van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) blijkt dat veel autos te water raken na een ongeval in een bocht (60%). Het weekend, duisternis en weersomstandigheden als gladheid, sneeuw en mist zijn risicofactoren. Het overgrote deel van deze Stappenplan auto te water: ongelukken is eenzijdig. De be1) Binnenverlichting aan stuurders die in het water of een 2) Maak de autogordels los greppel eindigen zijn vaak jonge 3) Open het zijraam mannen die onder invloed van al4) Verlaat de auto direct cohol zijn.
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Deze keer letterlijk, want ze gaan met een auto te water. "Foute boel."
ESTHER VAN DER MEER: Toch maar die hamer uit mijn achterbak halen
Veiligheidshamer
Neerlands hoop in bange dagen. Dat zijn veiligheidshamers als je met een auto te water raakt. Toch zijn ze in Nederland niet verplicht en plannen om dit te wijzigen zijn er niet. "Voormalig minister Eurlings riep automobilisten wel op een hamer aan te schaffen. Verplichten is een stap te ver. Met de autobranche zijn wel afspraken om nieuwe autos standaard met een veiligheidshamer uit te rusten", zegt Jules van de Ven van het ministerie van Infrastructuur. De ANWB is geen voorstander van verplichten. "Wie handhaaft dan? Dat wordt een wassen neus. We adviseren automobilisten wel om een hamer in de auto te leggen", zegt Markus van Tol. Dat is niet voor niets. Veiligheidshamers zijn handige dingen. Niet alleen om raampjes mee in te tikken, ook om de autogordel los te snijden. De zogeheten Escape Hammer is voor ongeveer tien euro te koop en heeft ook een zaklamp en geeft licht zodat hulpverleners de auto gemakkelijker kunnen vinden. Van Tol: "Verder heb ik een belangrijke tip voor automobilisten. Als je in het water raakt met je auto: raak niet in paniek."
ANNIQUE OOSTING: Draag nooit een witte broek als je te water gaat
dat Langenkamp ze net verteld heeft dat een Audi A6 zes minuten blijft drijven voor hij kopje onder gaat. "Dr staat die zes voor!", grapt Van Dalen. "Alle tijd om een krantje te lezen voordat je er uit moet." Onder water heeft hij spijt van zijn lollige opmerkingen. Terwijl Van der Meer al lang en breed boven water is, zoekt hij nog vruchteloos naar de deurgreep. "In mijn eigen auto zou ik dik in de problemen zijn gekomen. Ik heb er geen veiligheidshamer in liggen. Als je dan raam noch deur open krijgt, ben je de klos." Gelukkig zijn hier duikers die het portier van buiten openen. Dan is het de beurt aan Oosting en Van Sluis. Die laatste heeft weinig vertrouwen in de rijkunsten van zijn chauffeuse. "Dit gaat mij een nat pak opleveren." Gelijk krijgt-ie. Toch komen ze zonder al te veel kleerscheuren uit de wagen. Hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen: Van Sluis vergat zijn gordel af te doen. Dus zou ook hij eigenlijk zijn verzopen. Kun je maar beter niet te lang bij stilstaan, denkt hij nog.
Tot slot gaan ze gevieren. Van Sluis neemt het stuur over, Oosting kruipt ernaast. Van Dalen en Van der Meer zitten achterin. Zij moeten wachten totdat de twee voorin de auto hebben verlaten. Splash Als de auto het water raakt, stroomt het koude water (hoe akelig moet dat wel niet zijn in de winter) in razend tempo naar binnen, kruipt over onze knien naar boven. Onze kleren zuigen het water gulzig op en worden zwaar. Nog geen tien seconden of daar liggen we, op de bodem van het zwembad. Een laatste hap adem en dan niets meer. Alleen de wil om zo snel mogelijk de auto te verlaten. Oosting drukt met gemak de deur open en zwemt naar boven. Van Sluis blijft haken achter het stuur. Hij moet haast maken, want de twee achterbankzitters moeten ook naar buiten. Uiteindelijk lukt het hem zich te bevrijden en via de deur naar buiten te spartelen. In zijn kielzog volgen Van Dalen en Van der Meer. Lucht.
30
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag gaan ze als Jehovahs Getuigen langs de deuren.
ESTHER VAN DER MEER: En ik hoopte nog zo dat ik Danil in de leeuwenkuil mocht voorlezen
vrouw van oud-hoofdredacteur Roel, bekend voor. "Het doet wel eens pijn als mensen wegwerpgebaren maken." En dat terwijl de Jehovahs Getuigen het zo goed bedoelen. Ze komen niet alleen langs om over God te vertellen, ze willen ook waarschuwen voor het naderende einde der tijden. Roelie Waalkens: "We hebben eigenlijk een belangrijke boodschap." Dus proberen we nog een deur. Ook die gaat dicht. Op naar de volgende. Van der Meer belt aan. Elke keer na het indrukken van de knop, loopt de spanning op. Wie doet er open? Van Dalen vreest telkens weer een wijsneus te treffen die een theologische discussie aangaat en hem te slim af is. Maar het gebeurt niet. Een man doet open. "Geen interesse. Ik zit te eten", zegt hij gergerd. "Maar meneer, gelooft u wel?" proberen we nog. "Ik zeg toch: geen interesse." Bam. De deur mag dicht gaan, ruzie krijgen we niet. Mensen zeggen beleefd dat ze niet genteresseerd zijn. "Mensen zijn wel netter tegenwoordig", weet ook Roelie Waalkens. De keer dat het anders ging, staat haar nog helder voor de geest: "Ik kreeg een klap met de bezem. Gelukkig gebeurt zoiets niet meer." Voor ons blijkt een gesprek voeren dat langer duurt dan een paar seconden bijna godsonmogelijk. Dat je dat volhoudt, week na week, keer op keer, je moet er wel een rotsvast geloof voor hebben. Ons grootste succes behalen we bij een vrouw die met een vriendelijke glimlach en op zachte toon zegt: "Sorry, ik heb geen interesse." Maar ze gooit de deur niet dicht. Sterker nog, hij blijft open. Ooit was ze gelovig, vertelt ze. We grijpen onze kans. "Een foldertje dan?" Ze knikt en neemt de Wachttoren aan. "Dat mag altijd."
ROELOF VAN DALEN: Zeg nee geen interesse, zeg nee, zeg nee, alstublieft
MAAIKE WIND: Ik vind dit dus serieus best eng. Gelukkig kan ik wel heel vroom kijken
30
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
31
Topmodel: Af en toe zondigen is niet erg
Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Deze keer: leven als een topmodel. "De broek zakt me van de kont. Yihaa!"
et 21-jarige Leekster topmodel Ymre Stiekema kent het klappen van de zweep. Het leven als topmodel, zegt ze, bestaat uit het hebben van een ijzeren discipline. "Ik sport eigenlijk elke dag. Mijn vriend is mijn personal trainer." Stiekema is een veelgevraagd model voor grote merken als Prada, Louis Vuitton en Moschino. Een catwalk in Milaan of New York is haar niet vreemd. Om in vorm te blijven loopt ze hard en is ze veel in de sportschool te vinden. Om te boksen. "Soms moet ik me ertoe zetten hoor. Maar als ik een dag niet naar de sportschool ben geweest, hik ik er de volgende dag extra tegen aan." Stiekema gebruikt geen gedoseerd caloriendieet, zegt haar vriend en trainer Wouter Komdeur. Eens in de vijf dagen gebruikt ze een koolhydratenmaaltijd. "Normaal eet ze veel verse groenten, vis en vlees. En om de vijf dagen zit daar een zoete aardappel, volkorenpasta of rijst bij." Een ideaal streefgewicht? Ook dat heeft ze niet, maar momenteel bungelt ze rond de zestig kilo. Ze is onlangs bevallen van haar dochtertje Lyme. "Ik deed het een tijdje rustig aan, maar ben het werk weer aan het oppakken. Ik heb nu opdrachten in Amsterdam, Duitsland en Zwitserland bijvoorbeeld." Stiekema zal zo rond de tweeduizend calorien per dag zitten, schat Komdeur in. "Ze sport en verbrand veel." Als het topmodel weinig opdrachten heeft, sport ze dagelijks zon anderhalf uur. "Groepslessen. Body combat, body pump, body balance en steps. Dat vier dagen. De andere drie dagen rent ze zes kilometer per dag." Help. Dat wordt wat. Maar Stiekema stelt gerust: "Als ik zin heb in iets lekkers, dan pak ik dat gewoon. Eigenlijk altijd pure chocolade. Dat moet je natuurlijk niet te vaak doen, maar af en toe zondigen Dat is niet erg." Een pak van ons hart.
ESTHER VAN DER MEER: Eten is mijn hobby, er woont een veel dikkere Esther in mij. Gewicht: van 62.3 naar 59.2 kilo.
MAAIKE WIND: Ik heb vakantie. Ik wil een wijntje. Gewicht: van 66.6 naar 65 kilo.
ROELOF VAN DALEN: Ik vrees dat ik gebraden kippen zie vliegen. Gewicht: van 76.3 naar 73 kilo.
Wie de httenkse heeft uitgevonden, mag van mij standrechtelijk worden gexecuteerd. Gewicht: van 91.6 naar 87.7 kilo.
1: Wame maaltijd: gegrilde kabeljauw, bospeen met peterselie, rauwe witlof, 5 walnoten 2: Ontbijt: Gebakken spiegeleieren met tomaat 3: Lunch: Gepureerde soep van broccoli en bloemkool 4: Warme maaltijd: Gevulde courgette met mager rundergehakt 5: Warme maaltijd: Frittatta van courgette, munt, feta en eieren.
Dag 1 "Jullie wilden extreem dus jullie krijgen extreem. Veel succes." Ditiste Janet Noomen uit Emmen mailt ons het topmodellendieet waarop we zeven dagen gaan leven. Biologisch, vers en onbewerkt eten: veel groente, eieren, yoghurt en kwark, geen koolhydraten, geen snoep, geen snacks, geen frisdrank, geen alcohol. En vooral: weinig. Drie maaltijden per dag, verder niks. Maximaal 1200 calorien, zon beetje de helft van wat je als normaal mens binnen moet krijgen. Daar bovenop iedere dag een uur sporten. Wie een strak lijf wil, moet er wat voor over hebben. Dit onzalige plan komt van Annique Oosting. De enige van ons met de lengte en het figuur om ooit in aanmerking te komen voor een leven als model. Maar Oosting showt juist deze week haar lange benen op de Zuid-Franse stranden. Strak gepland. Want deze eerste dag valt niet mee. Na een groenteprutje van spinazie als ontbijt, vijf blokjes feta in de lunchsalade en een kabeljauw met rauwe bospeen en witlof als avondmaal rollen we met knorrende magen in bed. Vooral Bas van Sluis heeft het zwaar. Hij
heeft last van de ontwenningsverschijnselen die samengaan met de overgang naar koolhydraatarm eten: knallende koppijn. Hij jammert zo dat zijn vriendin dreigt hem naar de bank te verbannen. Nog zes dagen te gaan. Dag 2 Op een glas magere yoghurt met 25 gram aardbeien (dat zijn er 5, kleintjes) en nog 50 gram rood fruit moet Esther van der Meer in de brandende zon telegrammen van lezers aan vrienden en familie uitdelen bij de Nijmeegse wandelvierdaagse. Dat gaat. Tot ze bij de lunch een noot van de 15 gram toegestane mix laat vallen. Voor ze er erg in heeft, duikt ze in het gras achter de amandel aan. Eten, je gaat het wel waarderen. Roelof van Dalen trapt s avonds twintig kilometer weg op zijn racefiets. Die heeft nog geen centje pijn, al krijgt hij de watertandende geuren van het vlees op een barbecue die hij passeert op zijn fiets dagenlang niet uit het hoofd. Van Sluis heeft nog altijd koppijn. En Maaike Wind heeft HONGER. Met hoofdletters.
Dag 3 Noomen heeft ons gewaarschuwd: Wie langere tijd eet zoals wij, loopt de kans op het ontwikkelen van eetstoornissen als anorexia nervosa. Maar een week kan geen kwaad. Lunch: 1 schaaltje httenkse en 1 sinaasappel. Voorlopig dieptepunt van deze week. Van Sluis trekt het zo slecht en is zo chagrijnig dat zijn chef hem naar huis stuurt. Geen land te bezeilen met die knul. Op onze gezamenlijke WhatsApp verschijnen fotos. Van snoepautomaten. Wiener kipschnitzels. Ons enige gespreksonderwerp is eten. Eerst fantaseren we over patat met. Boter. Biertjes. Maar allengs worden onze wensen bescheidener. Wind zou een moord doen voor een boterham met kaas. Dag 4 Onze gepureerde soep, de lunch deze middag, ziet er uit als chemische erwtensoep. Het is weekend, voor veel leden van het Grensstrekenteam een moment van kroegbezoek. Wind verwacht dat Van Sluis zal zondigen. Hij kan vast het biertje niet laten staan op het feestje dat vanavond in zijn agenda staat. En als
haar collega over de schreef gaat, mag zij ook. Hoopt ze. Maar het dieet begint te wennen. Van Sluis hoofdpijn is vervangen door niet meer dan een licht gevoel. Best aangenaam eigenlijk. En alcohol? We denken er niet aan met die aanhoudend knorrende maag. Behalve Wind: "Rum met cola light mag toch best?" Nee. En toch zondigt Van Sluis op het feestje. Na glaasje water nummer 8 en de zoveelste afgeslagen bitterbal, pakt hij "het ging automatisch, echt" een zoutstengeltje. Voordat hij zich bewust is van zijn misstap, is het ding, hapslik, weg. Het schuldgevoel knaagt aan hem. Dag 5 "De broek zakt me van de kont! Yihaa", stuurt Van Sluis via WhatsApp. Iedereen begint het te merken. Buikjes voelen platter, gezichten worden dunner. Maar we voelen ons ook slapper. Een enkeling ziet af en toe sterretjes na inspanning. Vandaag dineren we samen. Van der Meer bereidt courgette gevuld met gehakt. Mager, uiteraard.
Als we de mondhoeken al afvegen, komt ze met een verrassing. "Ik heb jullie maar de helft gegeven. Jullie krijgen nog een portie." Twinkeling verschijnt in ieders ogen. Heldin. Dag 6 Ontbijt, lunch, avondeten. Het vaste patroon begint er steeds meer in te komen. Waar Van Sluis in het begin moeite had cold turkey af te kicken van zijn enorme maaltijden, is hij nu gewend. Elke ochtend duikt hij het zwembad in om een kilometer baantjes trekken. Een beter, frisser gevoel dan voorheen. Het is bijna verslavend, biecht hij op. Hoe anders vergaat het Van Dalen. Waar hij vol optimisme en enthousiasme aan dit avontuur begon, zit hij er juist de laatste dagen doorheen. "Alsof ik leeggelopen ben", omschrijft hij. Het karige ontbijtje van twee crackers met een beetje kaas en een kiwi helpt niet echt mee. Op deze een-na-laatste dag is Van Dalen opvallend kortaf en concentreren bij het tikken van stukjes gaat lastig. De rest steunt: we zijn er bijna.
Hij houdt vol. Het geeft een kick, dit dieet. Niet alleen het gevoel of je constant high bent, ook de controle over wat je eet, het feit dat we het volhouden. Bijna verslavend. Alleen de slechte adem waar de heren de laatste dagen last van hebben, is minder. Zelfs flink poetsen doet er weinig tegen. Dag 7 Ons laatste dieetontbijt: een beetje Turkse yoghurt met blauwe bessen. Mager, en toch is het heerlijk. Onze smaakpapillen staan op scherp en onze magen lijken gekrompen. Morgen mogen we weer normaal eten. Maar hadden we eerst het plan een bacchanaal te organiseren, schransen als een dolle is nu het laatste waar we zin in hebben. Sterker nog: iedereen houdt wel iets over aan dit dieet. Biologische groenten zijn echt veel lekkerder, weet Van der Meer nu. Bewegen heeft daadwerkelijk effect, merkt Van Sluis. Vaker vis eten dan eerder, neemt Van Dalen zich voor. En een avondje geen alcohol - kan Wind beamen - overleef je ook best.
30
31
Bob halveert aantal alcoholrijders
Bob jij of Bob ik? De bekende campagne uit 2002 heeft veel invloed op het alcoholgebruik van Nederlandse bestuurders. Het aantal overtreders is sinds de start van Bob bijna gehalveerd van 4,1 naar 2,4 procent. Dat blijkt uit onderzoek van het ministerie van Infrastructuur & Milieu uit 2012. Drenthe en Groningen scoren het laagste van Nederland. In Drenthe had 0,9 procent van de bestuurders te veel gedronken bij controles, in Groningen 0,7 procent. Bestuurders die worden gepakt voor rijden onder invloed hebben dit meestal al vaker gedaan. Dat ze niet eerder gesnapt zijn, heeft te maken met de lage pakkans, aldus de onderzoekers. Het aantal mensen dat met alcohol op achter het stuur kruipt, kan dus veel hoger zijn dan bovenstaande cijfers suggereren. Wanneer Nederlands beschonken achter het stuur kruipen, is dat in de meeste gevallen na een bezoekje aan een horecagelegenheid. De meeste overtreders zijn mannen tussen de 35 tot 49 jaar, gevolgd door vrouwen uit dezelfde leeftijdsgroep. Dat is een groot verschil met andere landen, stelt een onderzoek van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SVOW). In het buitenland gaan vaker beginnende bestuurders beschonken achter het stuur zitten. De SVOW heeft ook een schatting gemaakt van het aantal ziekenhuisopnames en verkeersdoden bij alcoholgebruik. Het aantal gewonde autobestuurders is tussen 1999 en 2010 afgenomen van 31,2 naar 20,3 procent. Ernstig gewonde autobestuurders hebben vaak fors gedronken. Ook maakt de SWOV een grove schatting als het gaat om verkeersdoden. Bij 20 procent van de verkeersdoden is er alcohol in het spel. Absolute getallen staan niet in het onderzoek vermeld. De effecten van dronken rijden, beschrijft het Trimbos-instituut. Beschonken bestuurders reageren trager, hebben minder controle over hun arm- en beenspieren en kunnen zich minder goed concentreren. Ook focussen ze vooral op wat ze recht voor zich zien, wat er links en rechts van ze gebeurt, krijgen ze niet goed meer mee. Tot slot maakt alcohol overmoedig, bestuurders denken al snel dat ze nog prima kunnen rijden.
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag stappen ze bezopen achter het stuur: "Ik ben nu al teut."
chende Van Sluis en wordt nog eens meters meegesleurd. Van Dalen speelt een scene na uit The Fast and the Furious waarin de hoofdrolspeler keihard achteruit scheurt zonder te kijken en zonder iets te raken. Maar Van Dalen ramt een trits geparkeerde autos. En dat al na een biertje of vier, vijf. Zoveel is dat nou ook weer niet. Toch? Want hoe meer we drinken, hoe beter we onszelf vinden rijden. De alcohol maakt overmoedig. Van der Meer die nuchter nog zo voorzichtig reed, geeft nu vol gas. En kan in de bocht maar net het stuur onder controle houden. Wind, die oprecht beloofde snelheid te zullen minderen, gaat er nog even overheen. En Oosting? Die roept enthousiast Nog een keertje! wanneer Van Dalen uit de bocht vliegt, met een knal de berm inrijdt, vervolgens achteruitrijdend een berg stenen raakt, de achterbumper verliest en gierend van het lachen zegt Geen punt bij Karwei. Maar dan is de maat vol bij Van der Meer. Ze trekt de sleutel uit het stopcontact. "Het is mooi geweest." We hebben op een woensdagmiddag bijna de fotograaf aangereden, meerdere botsingen gehad en minstens twee kinderen doodgereden. Lachend. Elkaar aanmoedigend. Grapjes makend. Dat het levensgevaarlijk was wat we hebben gedaan, realiseren we ons de volgende ochtend pas. Als we weer nuchter zijn.
BAS VAN SLUIS: Doe nog maar een whiskey, ik merk niks ESTHER VAN DER MEER:
ROELOF VAN DALEN: Je hoeft geen taxi te bellen, ik rij zelf wel naar huis
30
31
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag doen ze zich op internet voor als tieners.
Hulp en meer informatie Op internet is veel informatie te vinden over grooming en andere vormen van seksueel misbruik bij minderjarigen. Kijk bijvoorbeeld op www.meldknop.nl, www.vraaghetdepolitie.nl, www.mijnkindonline.nl of www.mediaopvoeding.nl. Ouders of jongeren met vragen of informatie kunnen ook altijd contact met de zedenpolitie opnemen, benadrukt woordvoerder Marleen Hanenberg van de politie. "We willen graag zo veel mogelijk informatie ontvangen." De zedenpolitie is bereikbaar via het algemene telefoonnummer van de politie (09008844).
dat je bent?" Oosting: "Veertien." Dan heeft Van der Meer zelf ook beet. "Ik heb een foto!" Een halfnaakte man, die zichzelf ietwat onhandig over zijn schouder heeft gefotografeerd in de badkamerspiegel. Je ziet vooral zijn rug, in bar slecht licht. "Whahaha, ik zie op de foto drie tandenborstels staan! Van wie zouden die zijn? Wacht, ik vraag het hem." Na twee uur chatten zijn de patronen overduidelijk. De eerste vraag luidt bijna altijd: "m/v". Zonder vraagteken inderdaad, leestekens worden amper gebruikt. Dan wil de chatter weten hoe oud zn medechatter is. Veelal gevolgd door iets als: "Ik ben 43, erg?" En dan: "Heb je cam?" Ook via www.kinderchat.nl, een website voor kinderen en jongeren tot 17 jaar, vinden we diverse oudere mannen die op zoek zijn naar seksuele contacten. Van Sluis trekt de chatsessie slecht. In een mum van tijd heeft hij Celine van 14 jaar uit Drenthe ene Mark te pakken. Mark, zelf 39, windt er geen doekjes om. Na de ditjes en datjes vraagt hij of Celi-
30
31
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
BAS
Ik wil ook bij de brandweer!!! Bekijk de video op www.dvhn.nl/grensstreken
ANNIQUE
Zon warmtecamera is serieus tof. Mag ik hem houden?
Annique en Maaike bewonderen een blotemannenkalender in de vrouwenkleedruimte. Fotos: Pepijn van den Broeke
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag proberen ze te ontsnappen uit een brandend huis.
oop een rookmelder. Dat is de belangrijkste boodschap van de brandweer in Assen. "Rookmelders zijn echte levensredders. Dankzij rookmelders wordt een brand gemiddeld acht minuten eerder opgemerkt. Dat is al snel het verschil tussen leven en dood", vertelt Annemarieke Leene van de brandweer in Assen. Gemiddeld wordt een brand na dertien minuten ontdekt. Tel daarbij op dat de brandweer in landelijke gebieden soms zo een kwartier nodig heeft om ergens te komen en er gaat zo een half uur voorbij voordat het blussen begint. Leene: "Als je daar op wacht, ben je te laat." De rookmelder moet hoog in het huis hangen en het liefst op de vluchtroute. "Rook en hitte stijgen op, daarom is het belangrijk dat de melder aan het plafond hangt", zegt Leene. En dat is niet alles dat je kunt doen om je huis veiliger te maken. Van te voren een vluchtroute te bedenken bijvoorbeeld. En door geen rotzooi te hebben in je slaapkamer. Want in paniek struikel je daar gemakkelijk over. "De brandweer in Drenthe besteedt veel aandacht aan preventie", zegt Leene. "Wij zijn minder snel ter plaatse dan onze collegas in de Randstad. Dat kan ook bijna niet anders, de afstanden zijn hier veel groter. Daarom infomeren we mensen graag hoe ze een brand moeten voorkomen." Dat kan het beste vlak na een brand, weet brandweerman Geert Geerts. "Als er in een straat brand is geweest, gaan we snel daarna met de bewoners in gesprek. Op zon moment staat iedereen extra open voor tips." Twee keer per jaar oefenen de Asser brandweermannen in Wijster, bij een hittecentrum waar wordt getraind met echt vuur. Elke woensdagavond wordt er geoefend in leegstaande panden in de stad. Bij branden is rook het grootste gevaar. "Je kunt er ook veel aan aflezen. Dat doen we met een zaklamp. Welke kant stroomt de rook op? Wat is de kleur en intensiteit? Zo kun je veel over de brand te weten komen", vertelt Leene. Sinds de brand bij Yde-De Punt, waarbij vijf jaar geleden drie brandweermannen omkwamen, is de blustactiek van de brandweer veranderd. "We laten een pand nu eerder gecontroleerd uitbranden", vertelt Geerts. "We gaan minder snel naar binnen." Voor de ramp gebeurde dat ook wel, maar sindsdien is iedereen veel meer doordrongen van het gevaar, aldus Leene. Geerts: "Je denkt er nu beter over na. Staat een gebouw in de brand of is er een brand in een gebouw? Dat is nogal een verschil. Sowieso, ik kan me geen gebouw in Nederland voorstellen dat het leven van een brandweerman waard is."
MAAIKE
Wow, dit is echt veel zwaarder dan ik had verwacht.
leg van zojuist. Want rook en hitte stijgen op. Kruipend het huis uit dus. En dat is ingewikkeld. Want je rupst zo tegen het bed op of tegen plankjes op de grond of tegen elkaar. Bij de eerste poging gaan we alle drie kansloos ten onder. "Ik dacht echt dat dit de juiste route was", pruilt Oosting als ze halverwege de tweede ruimte moet toegeven compleet verdwaald te zijn en voor de tiende keer ademhaalt. Poging twee gaat professioneler. Vooraf bekijken we met zaklampen hoe we moeten lopen. Om het zich extra lastig te maken besluit Wind een moeilijke route te nemen. "De makkelijke route is maar n muurtje. Dat is geen uitdaging. Dat red ik zelfs kruipend in dertig seconden." Terwijl Van Sluis naar de uitgang kruipt, knalt hij ondanks de voorbereiding - tegen twee stoelen aan. Dan botst hij tegen een huisgenoot aan. Het blijkt Wind te zijn. Die nog steeds de moeilijke route volgt. Oosting is het eerste buiten. Dan volgt Van Sluis. Van Wind is nog geen spoor te bekennen. "Waar blijft ze nou", verzucht Oosting. Het schreeuwen van haar naam heeft geen zin. Wind is verdwaald. "Die
dertig seconden zijn al voorbij. Je bent hartstikke dood", roept Van Sluis naar het brandende huis. Binnen stapt Wind weer een hoekje om. Ervan overtuigd dat ze bijna buiten is. "Stap ik zo de ruimte binnen waar het vuur brandde. Verdorie, ik had het dus echt niet overleefd." Tja, die vluchtroute h. Die moet je uitstippelen van te voren. "En kies voor iets makkelijks", glimlacht Wind. Dan maar eens kijken of we betere brandweermannen zijn dan slachtoffers. In de brandweerkazerne krijgen we pakken aangemeten. Oosting mag als eerste. "Dat duurt veel te lang, Annique! Het pand is allang afgefikt", roepen Van Sluis en Wind naar Oosting die zich met veel moeite in haar brandweerpak hijst. Het gaat allemaal nog niet zo snel. "Dat ding is loeizwaar", moppert Oosting. En warm, of liever gezegd: bloedheet. "Op de kazerne liggen extra T-shirts voor als we terugkomen van een brand", verklapt Leene. "Onze shirts zijn na een brand drijfnat." Tot overmaat van ramp vinden Oosting en Wind ook nog een blotemannenkalender in de vrouwenkleedruimte. Het
doet de temperatuur alleen nog maar stijgen. In de pakken schuifelen we naar de brandweerwagen. Je bent log en bewegen kost tijd. Daarom oefent de brandweer regelmatig in de pakken. Zo rennen de brandweermannen trappen op om boven iemand te reanimeren. Poeh, daar moeten wij nu nog niet aan denken. Van Sluis voelt zich met zuurstofmasker en veel te grote helm net Darth Vader uit Star Wars. Wind en Oosting zijn vooral onder de indruk van de portofoons. Een knopje indrukken en we horen de collega via de helm in de oren tetteren. Leuk speelgoed. "Maaike, ik zit in je hoofd", grapt Oosting. "Ik zit ook in jouw hoofd Annique", grapt die weer terug. Maar we zijn hier niet om te spelen. Met pijn en moeite klauteren we de wagen in waar we een ademluchtfles op onze rug krijgen. Op naar de oefenlocatie. Want nu krijgen we de kans om zelf iemand te redden. "De brandweer redt weinig mensen", zegt Geerts. Hij kan het weten met 35 dienstjaren. "Rookmelders wel. Met een rookmelder heb je
acht minuten extra om te ontsnappen." Wind doet een spontane biecht: "Als student heb ik wel eens de batterij uit een rookmelder gehaald. Als ik aan het koken was, bleef dat ding maar afgaan." Van Sluis werpt een blik opzij. "Dat ligt niet aan de rookmelder, je kunt gewoon niet koken", zegt hij met een vals glimlachje. Op de oefenplek krijgen we een zaklamp en een warmtecamera. De brandweer gebruikt de zaklamp vooral om de stroming van de rook te zien. Met de warmtecamera zie je mensen staan, ook in het pikkedonker. "Makkie om dan iemand te vinden", zegt Oosting overmoedig. Uit het rokende huis klinkt geschreeuw. "Help, help, ik lig hier." Ja, allemaal leuk en aardig, denkt Van Sluis, maar waar is hier? Want in het huis is het donker en de warmtecamera ziet geen meubels. Bovendien kun je geen diepte zien. Dus of de persoon voor je neus ligt of 20 meter verder blijft ons een raadsel. Op goed geluk vinden we Geerts. En even later ook Kikstra. Met veel gestommel en ook veel te traag. Wind zucht. "Lastig dit."
30
31
GRENSSTREKEN
DAGBLAD ZOMERSERIE E
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Dagblad van het Noorden zoekt deze zomer de grenzen op met de serie Grensstreken. Acht weken lang duikt een team van vijf verslaggevers in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag maken ze kennis met de geweldsmiddelen die de politie in kan zetten.
ANNIQUE
"Ik ben zo blij dat ik geen crimineel ben"
BAS
"Kijk naar mijn arm. Die hond beet dwars door mijn pak heen."
MAAIKE
"Hmm, ik vind dat schieten echt leuk. Ben ik nu een psychopaat?"
atuurlijk zitten er gradaties in het geweld dat een agent mag gebruiken. En zelfs daarbinnen staat de politie voor allerlei keuzes. Want of iemand een agent bedreigt met een mes van drie of dertig meter afstand, maakt nogal verschil, weet instructeur Hans van Dijk van het IBT Noord-Nederland, locatie Politie en Opleidings Trainingscentrum in Zuidlaren (POTC). Het POTC is het centrum waar de reguliere agent zijn apk ondergaat. "Ze trainen 32 uur per jaar voor het schieten, moeten eens per jaar een zelfverdedigingstoets halen en een theorietoets." Wie na vier pogingen in een week zijn schiettest niet haalt, moet zijn wapen inleveren. Het gebruik van geweld wordt niet lichtvaardig opgevat, zegt Van Dijk. "Bij ons leren ze op gepaste wijze gebruik te maken van de verschillende middelen." Het vuurwapen is, binnen de geweldspiraal van de politie, het zwaarste middel. In Drenthe en Groningen lopen zon 2100 vuurwapendragende agenten rond. Al wordt het pistool weinig ingezet, de politie oefent des te meer. "We schieten natuurlijk nooit op een winkeldief die een pak koffie uit de supermarkt jat. Maar als sprake is van noodweer, wanneer ons eigen of andermans lijf gevaar loopt, zullen we niet aarzelen." Op het geweldslijstje komt de politiehond vlak na het pistool, op afstand gevolgd door wapenstok en pepperspray. "Je kunt misschien beter een kogel door het been krijgen", licht de instructeur toe. "De verwondingen die een hond kan aanbrengen, zijn heel ernstig." Alleen al daarom kan de politiehond preventief werken, zegt een van de hondengeleiders. "Ik heb tijdens rellen in Groningen weleens alleen de deur van de hondenauto geopend. Vierhonderd relschoppers sloegen toen al doodsbenauwd op de vlucht." Het werk van de politiehond bestaat trouwens voor het grootste deel (70 procent) uit zoekwerk. Dan zijn er nog de (korte) wapenstok en pepperspray. Het is onduidelijk wat erger is in gebruik. Pepperspray het wordt steeds vaker gebruikt is zeer pijnlijk maar is een puur natuur peperextract. Het bestaat onder meer uit capsacine (het prikkelende deel uit chillipeper). De illegale busjes uit het buitenland zijn wel gevaarlijk, waarschuwt Van Dijk. "Daar zit chemisch rotzooi in. Het kan lenzen doen smelten."
of Dirty Harry knalt ze de ene na de andere kogel op de plek waar die moet. Na het schieten gaat de korte wapenstok van hand tot hand. "Dat ding ziet eruit als iets dat je ook bij Christine le Duc kunt kopen", grapt Oosting. Dan de handboeien. Ook die vindt Oosting interessant. "In films wrijven criminelen altijd over hun polsen als die boeien worden losgemaakt. Waarom is dat?" Twee minuten later heeft ze haar antwoord. Een klein knikje in de boeien door de instructeur en Oosting gaat door de knien. "Dat doet gemeen zeer." Dan breekt het moment aan dat we allemaal vrezen. Instructeur Van Dijk gaat ons pepperen. "Ik wil niet", jammeren Oosting en Van Sluis. Ze gaan toch. Ieder afzonderlijk gaan we tegen de muur staan, alsof we standrechtelijk worden gexecuteerd. Van Sluis probeert de situatie nog wat dramatischer te maken: "Krijg ik nog een laatste woord? Alles voor de krant." "Ogen dicht, adem inhouden", zegt Van Dijk. Van links naar rechts krijgen we het goedje over de ogen gesprayd. Wat we voelen? Mwah, het irriteert een beetje, is ons antwoord. Is dat alles? "Kun je je ogen ook openen?", vraagt de instructeur. En dan gaat het mis. Ook al gluur je door je wimpers, je ogen staan op slag in brand. Alsof er schuurpapier over de oogbol wordt geragd, denkt Van Sluis die bijna in elkaar zakt van de pijn. Onder begeleiding strompelen we n voor n naar de oogdouche. "Ik voel me licht in
mn hoofd", zegt Oosting. Van der Meer is niet bij de oogdouche weg te slaan. "Lekker dat water." Wind lijkt in eerste instantie immuun voor het goedje. Een minuut lang kijkt ze na haar pepperspraybeurt stocijns voor zich uit. "Dat was een hardhandige arrestatie geweest", zegt Van Dijk. "Als de pepperspray niet werkt, moeten we iets anders proberen." Maar op het moment dat Wind opgelucht ademhaalt, moet ook zij eraan geloven. "Wow, dit is heftig", roept ze opeens. Ze knippert flink en dan drukt ook Wind haar ogen stijf dicht. "Water, nu", zegt ze gedecideerd. Zeker tien minuten duurt het voor je je ogen weer open krijgt. Het ergste is voorbij na acht minuten, aldus Van Dijk. Maar zelfs dan brandt de rode pepersubstantie een puur natuurproduct nog in het gezicht. Alsof je na een dag zonnen zonder bescherming rood verbrand onder de hete douche moet. Onze gezichten veranderen in rode tomaten. Lenzen gaan lastig weer in. Oorlellen gloeien nog uren na. "Makkie", meldt Van Sluis met bravoure als het ergste voorbij is. "Wil je dan nog een keer?", vragen de agenten. Hij maakt zich snel uit de voeten. Pepperspray is een gevaarlijk wapen. "Verdachten veranderen in kleine jongens na pepperspray", vertelt Van Dijk. Logisch, denken we alle vier. Je bent verblind van de pijn. Na vandaag weten we het zeker. Je kunt de politie het beste te vriend houden.
DRE
DRE
20
GRENSSTREKEN
DAGBLAD KERSTSERIE E
21
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Grensstreken is terug. Drie zaterdagen in de kerstvakantie duikt het verslaggeversteam opnieuw in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag: een maand leven op schuldsaneringsbudget.
Verwende nesten
G
adverdamme, weer zon neonknipperend reclamebord. Echt waar, de wereld staat vol met reclameborden. Van kleding, reisjes, lekker eten en andere luxe producten. Foeterend zit Annique Oosting naast Maaike Wind in de tram in Amsterdam. We zijn op weg naar een concert, met kaartjes die we kochten toen we nog niet op een schuldsaneringsbudget leefden. We zijn bijna te laat dat krijg je als je maximaal 100 kilometer per uur mag rijden op de snelweg om benzinekosten te sparen en hebben dorst. Veel dorst. Maar een flesje water van bijna 2 euro past niet in het budget. Een half uur later hangen we onder de kranen in het toilet van poppodium Paradiso. De ogen van andere concertgangers prikken in onze rug. Oosting gaat door het lint. "Ik ben er nu al helemaal klaar mee." We zitten dan nog niet eens een week in de schuldsanering. Een maand lang leven we van 45 euro per week. Makkie, denken we dan nog. Want we hebben allemaal een fijn huis, een baan, een telefoon, een gevulde voorraadkast en vriezer en een volle kledingkast. Bovendien werkt de wasmachine en hebben we gas en elektra. Hoe moeilijk kan van 45 euro leven dan zijn? Best moeilijk, als je een verwend nest bent. En dat zijn wij. Aanbiedingen? Doen we niet aan. Wij hebben een nee-nee sticker op de brievenbus. Veel beter voor het milieu. "Geld is er altijd wel", zegt Esther van der Meer. "De laatste keer dat ik heb gekeken wat een brood kost, was in mijn studententijd." En al doet ze graag of ze nog piep is, dat is alweer bijna een decennium geleden. Op zondag pinnen we 45 euro. En dat is het, meer mogen we niet uitgeven. "Ik vraag me af hoe ik in Oss moet komen", zegt Van der Meer, wier familie in het zuiden woont. Vooraf hebben we tips gevraagd. Want hoe doe je dat? Rondkomen van weinig? En keer per week boodschappen doen bijvoorbeeld. Plannen dus, boodschappenlijstjes maken. Eerst naar de Lidl of Aldi en pas daarna eventueel naar Albert Heijn. "Geen kroeg", sipt Oosting. En veel bij familie en vrienden eten. Dat schijnt heel normaal te zijn. Als ze in de buurt wonen, tenminste. Want ook benzine is kostbaar. De eerste week vult zich met afkickverschijnselen. Oosting blijft poepchagrijnig. "Ik wist niet dat ik zoveel reclame om de oren geslingerd kreeg. Groupon, sales-acties van winkels. Ik krijg minstens twintig mailtjes per dag met deze onzin", vertelt ze boos. "En het allerergste: ik kan geen enkele actie betalen." Roelof van Dalen heeft nog nergens last van. "Ik eet gewoon een biefstukje minder. Maar wat ik wel opvallend vind: ik denk echt de hele dag door aan kopen." Na een week komt een berichtje van Bas van Sluis. "Ik stop. Heb net in de supermarkt het drievoudige weekbudget uitgegeven. Helaas." We overwegen allemaal te stoppen. Want hoe realistisch is deze opdracht eigenlijk? We kunnen nooit invoelen wat mensen doormaken die echt in de schuldsanering zitten. Maar we gaan toch door. "Om te merken hoe bevoorrecht je bent als je niet over geld hoeft na te denken, is ook een verhaal", vindt Van der Meer. Bovendien: onze wereld wordt wel een stuk kleiner. Als er iets duur is, is het reizen. Oosting zegt dan ook een vriendin uit Amsterdam af, als ze aan het einde van de week nog maar 12 euro over heeft. "Daar betaal je geen retourtje van." Langzaam maken onze keukens een kleine metamorfose door. In de ijskast ligt goedkoop brood (79 cent, Lidl), diepvries en voorraadkast raken allengs leger. Zelfs de diepvrieszakjes worden hergebruikt. "Ik geef normaal gesproken echt veel te veel uit", zegt Wind. "Ik koop vaak s ochtends op het station ontbijt. Dat is zo 5 euro. Eigenlijk hartstikke zonde." De lastige momenten volgen elkaar op. Oosting kan niet potten na een volleybalwedstrijd. "Ik heb maar gewoon water gedronken. Ik voelde me best lullig." Verjaardagen zijn vervelend en etentjes al helemaal. Voor Van Dalen zit de kroeg er niet in. De dames nemen hun toevlucht tot ouderwetse tactieken. Wind is bij een vriendin in Utrecht en laat zich schaamteloos trakteren door de mannen in de kroeg. Op de markt schaamt Van der Meer zich wel. Bij de kaasboer merkt ze hoe moeilijk het kan zijn om toe te geven dat je weinig geld hebt. Als biologisch vleeseter is ze deze maand noodgedwongen vegetarir. Vlees is veel te duur. Maar ook een stukje gorgonzola blijkt ver boven budget. "Heeft u ook nog een goedkopere blauwe kaas", zegt ze zachtjes. Ze krijgt een Blue dAuvergne, maar ook een rode kop. Dan gaat de volgende van ons team door de knien. Van Dalen heeft al maanden geleden een reisje met zijn vriendin naar Praag geboekt. "En daar heb ik me helemaal nergens aan gehouden", bekent hij bij terugkeer. "Kon ook niet. Van ons budget kom je niet eens op Schiphol", vergoelijkt hij. Weer realiseren we ons wat een luxe dat is, zorgeloos op reis kunnen. "En dan is Praag nog een goedkope stad", verzucht Van Dalen. "Daar zou je twee jaar voor moeten sparen. Maar dan ging het geld waarschijnlijk naar een nieuwe wasmachine." De laatste week. Op zondag vieren we Sinterklaas. We moeten voor 5 euro cadeautjes kopen. En dat valt nog niet mee. Veel verder dan een chocoladeletter, goedkope kerstballen en waxinelichtjes op ledverlichting komen we niet. Maar toch worden we hebberig. Na een maand niets kopen is elk cadeautje groot. En dan is het maandag. De pinpassen mogen weer gebruikt. Maar vreemd genoeg gebeurt dat niet. Wind: "Ik let sinds de schuldsanering op alle prijzen. En het duurste brood in de supermarkt koop ik niet meer. Dan voel ik me veel te schuldig."
BUDGETTIPS
- Doe n keer in de week boodschappen voor de hele week - Koop niet wat je lekker vindt, maar kijk wat in de aanbieding is en baseer daar je menu op - Download de Afas Personal app, die houdt precies bij wat je waaraan uitgeeft en hoeveel je nog van je budget over hebt - Pin het bedrag wat je te besteden hebt en betaal daarmee alles contant. Op is op - Ga op het eind van de dag naar de markt, dan gaat groente en fruit voor een koopje weg - Ga niet bij allerlei verschillende winkels de aanbiedingen afstruinen, je komt dan snel in de verleiding om toch meer te kopen dan je van plan was - Vier feestdagen als Sinterklaas en Kerst net iets later, alle pepernoten, chocoladeletters en kerstkransjes liggen afgeprijsd in de bakken - Kijk of kapotte spullen te repareren zijn, zodat je niet nieuw hoeft te kopen
Annique Oosting (l) en Esther van der Meer checken of marktlieden iets waardevols hebben achtergelaten. Fotos: Pepijn van den Broeke
GRO
GRO
28
GRENSSTREKEN
DAGBLAD KERSTSERIE E
29
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Grensstreken is terug. Drie zaterdagen in de kerstvakantie duikt het verslaggeverteam opnieuw in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag gaan het team op jacht naar illegaal zwaar vuurwerk.
BAM!!!
H
et hart klopt ons in de keel. Esther van der Meer, Roelof van Dalen en Bas van Sluis rijden in een grijze Kia Picanto over de N979, de smokkelroute voor Duits illegaal vuurwerk. Dat hebben we tenminste gehoord. De kofferbak, hoewel klein, puilt uit met illegale knallers en vuurpijlen. Gewoon gekocht in een Duitse supermarkt, maar in ons land verboden. Veel te zwaar spul. We zitten niet lekker. De politie Noord-Nederland heeft net grootscheepse controles aangekondigd. Iedereen die wordt gepakt met het Duitse vuurwerk is de pineut. Een paar dagen in de cel, een strafblad en torenhoge boetes schieten door onze hoofden. "Gelukkig valt mijn autootje niet op. We worden vast niet aan de kant gezet", zegt Van der Meer hoopvol. Van Dalen lacht als een boer met kiespijn, die vertrouwt het niet. En terecht. We rijden ter hoogte van Bellingwolde als een auto met blauw-rode strepen en een lichtbak op het dak ons het bekende bevel volgen geeft. Nog geen kilometer de Duits-Nederlandse grens gepasseerd of de politie zet ons aan de kant. We zijn er gloeiend bij. Zo ging het dus niet. In werkelijkheid staan we deze maandag wat beteuterd voor de Markant in het Duitse Rhede. Geen vuurpijl te zien. Laat staan de streng verboden vuurwerkpistolen waar we zo benieuwd naar zijn. Van der Meer stapt op twee opgeschoten jongens af om dit tot de bodem uit te zoeken. Eerst begrijpen die haar niet. "Feuerzeug?", zegt de Duitse jongen met petje en oorbel. Nee, een aansteker hoeven we niet. Vuurwerk willen we. Van die harde knallers. Nein, krijgen we te horen. Vuurwerk kun je hier pas vanaf zaterdag kopen, net als in Nederland. Van Sluis begrijpt er niets van. Hij heeft een paar jaar geleden nog illegale knapperij uit Belgi gehaald. Dat kon het hele jaar door. "Ik wist niet anders dan dat het bij de Duitsers net zo gaat", fluistert hij tegen Van Dalen die vooral opgelucht lijkt. Het gegeven dat we met een kofferbak vol bommen de grens over zouden gaan, gaf hem de bibbers. "Als 12-jarige heb ik ooit een taakstraf gekregen voor het afsteken van strijkers", heeft hij op de heenweg bekend. "Mee naar het politiebureau, dat hakt erin hoor, als jochie." Van der Meer doet in haar beste Duits nog een laatste poging. Of ze dan geen ander adresje weten. Ja hoor, knikken de knullen. "Voor illegaal vuurwerk moet je in Nederland zijn." Juist. Terug in eigen land blijkt dat inderdaad niet moeilijk. Via-via komen we in contact met een 13-jarige knul uit een Gronings dorpje, die we in dit verhaal Tom noemen. Een echte baliekluiver, vindt Van Dalen. Die kan wel aan wat spul komen, vertelt hij vol bravoure. Via Facebook legt hij contact met zijn leverancier, een schoolgenootje. "We kunnen om half vier terecht, dan komt zijn volgende lading. Hij is er nu doorheen. Het gaat snel." Dat krijg je als de hele school bij hem koopt. Later op de dag rijden we voor de tweede keer een grens over, nu die tussen Groningen en Drenthe. In een dorpje, in een keurig vrijstaand huis, woont onze dealer. Hij haalt zijn vuurwerk uit Belgi en verkoopt zijn sloffen nitraatbommen en ander heftig spul voor het dubbele van het aankoopbedrag door. Voor twee sloffen leggen we 20 euro neer. Booming business. Van der Meer volgt onze tussenhandelaar mee naar binnen. Het is de moeder van onze vuurwerkhandelaar die ons vriendelijk welkom heet. Haar zoon zit zwijgend aan de keukentafel waarop vier pakketjes nitraatbommen liggen uitgestald. Zijn laatste. Tom overhandigd snel het geld en loopt meteen weer richting deur. Moeders zwaait ons ook weer uit. "Veel succes ermee hoor." In de auto geeft Tom gebruiksinstructies. "Je moet ze niet in glas stoppen. Dan schiet het glas alle kanten op. Net zoals bij een granaat. Glas wil je niet in je gezicht." We knikken instemmend. Van Sluis refereert fijntjes aan het nieuwsbericht over een Rotterdammer die na wat gefrbel met een zelfgemaakte vuurwerkbom met derdegraads verbrandingen in het ziekenhuis ligt. "Hij schijnt ook geen onderarm meer te hebben." Slik. En toch, een paar nitraatbommen is wel wat weinig, vinden Van Dalen en Van Sluis. Steeds meer Nederlanders kopen illegaal vuurwerk online. Dat kunnen wij ook, al is ook dit niet zonder risico. De Task Force Opsporing Vuurwerkbommenmakers ontmaskerde deze maand nog vijfhonderd bestellers van zwaar vuurwerk door middel van nepwebsites. Na hun bestelling kregen ze geen vuurwerkpakket maar een videoboodschap van de politie in hun inbox. Maar zon mail blijft uit als we bij Fajerwerki-net voor 91 zloty artilleriebommen en superkrachtige knallers kopen. In een paar muisklikken hebben we zwaar vuurwerk besteld. "Eitje", oordeelt Van Dalen. Op die bestelling kunnen we natuurlijk niet wachten. Van Dalen en Van Sluis willen de nitraatbommen testen. Van der Meer is minder happig. Sinds haar broertje als kind een indrukwekkend gat in de vloer van haar ouderlijk huis wist te branden met een paar sterretjes, heeft ze het niet op vuurwerk. "Moeten we geen veiligheidsbrillen op", piept ze. Een meewarige blik van haar twee collegas valt haar ten deel. "Dat is sneu." Van Sluis vogelt de instructies op de slof nitraatbommen uit. Die staan er in vier onbekende talen. Een plaatje op het pakketje biedt uitkomst: er moet minimaal 15 meter zitten tussen de nitraatbom en de afsteker. "Je moet bijna Usain Bolt zijn om dat te redden", berekent Van Sluis. Onder een stellage in de buitenlucht is het zover. Van Sluis voert een gevecht met zijn aansteker tegen de wind. Dan vat het vuurwerk vlam, de vonken spetteren er vanaf, een groene lichtflits en BAM!!! Een enorme knal die secondenlang nagalmt. Die moet minimaal door de halve stad Groningen zijn gehoord, siddert Van der Meer: "Dat ging hard, zeg". In Van Dalen komt de 12-jarige deugniet boven: "Nu wil ik." Na nog vijf knallen piepen onze oren. Maar al gaat het hard, echt gevaarlijk lijkt het niet. "Als je het maar niet naar omstanders gooit ofzo", zegt Van Sluis. Net als Van Dalen begint hij de smaak te pakken te krijgen, maar Van der Meer heeft het wel gezien. Nu hebben we onze vingers nog, zegt ze wijs. Je moet de goden ook niet verzoeken.
BAS: JE MOET KUNNEN RENNEN ALS USAIN BOLT BIJ DIT SPUL ESTHER: MOETEN WE GEEN VEILIGHEIDSBRILLEN OP? ROELOF: ZWAAR VUURWERK BESTELLEN? EITJE
GRO
GRO
28
GRENSSTREKEN
DAGBLAD KERSTSERIE E
29
Brutaal, gek, op het randje, actueel, relevant. Grensstreken is terug. Drie zaterdagen in de kerstvakantie duikt het verslaggeversteam opnieuw in het diepe met verhalen waaraan ze zelf deelnemen. Vandaag: ramen lappen bij de DUO.
ESTHER: KAN DAT BAKJE NIET SNELLER? MAAIKE: DIT VIEL ZOWAAR MEE