You are on page 1of 2

Een Geus in Gent

Altijd had ik wel wat met Gent, ik wist het alleen nog niet. Ik groeide op in
Haarlem en had als student daar een tijdje een kamer aan de Gedempte Oude Gracht,
die een prachtig uitzicht bood op de Grote of St.Bavo -kerk. Het uurwerk van die
kerk hielp mij als ik weer eens mijn horloge kwijt was en elke morgen was mijn
eerste blik op de grote wereld een blik op de Bavo. Maar wie die Bavo was? Geen
idee, een soort ridder of zoiets.

Maar zie, op latere leeftijd schrijf ik een sonnet en win daarmee een wedstrijd
van het dagblad Trouw, gesponsord door Toerisme Vlaanderen. Veertien regeltjes
brachten een grandioos weekend in Gent met zich mee. Grandioos, al kraak ik hier
nog wel even wat kritische nootjes. Ik woon namelijk al sinds 1981 in de mooiste
badplaats aan de Nederlandstalige kust. Ik weet daardoor wel iets van toerisme. En
net als in mijn dorp zie ik in Gent de opslokkende kracht van grote hotels. Hele
huizenblokken blijken opeens een hotel te zijn. Als je niet oppast, overwoekert
het onderkomen voor toeristen de bijbehorende stad. In Amsterdam zie je dat ook
hier en daar. In Noordwijk verdween het oude zeedorp bijna geheel van de aarde en
ontstond pas daarna 'Oud-Noordwijk', de grootste historische vereniging van
Nederland...

In Gent trof mij de rijkdom aan kerken, de grote hoeveelheid verrukkelijke gevels,
het grootstedelijk middeleeuwendom dat uitsteekt boven het popperige van Brugge.
Voor wie winkelen als religie heeft, is Gent een paradijs. Je kunt dat geloof daar
botvieren. Ook als smulpaap ben je de koning te rijk. Ik zag nergens anders zoveel
chocolaterieën en zelfs een winkel met deze op-de-borst-klopperij op de gevel: "De
beste nougat ter wereld." Ik hou niet van dat spul, maar ik geloof het graag.

Vriendelijker dan in Nederland en veel vriendelijker dan in Frankrijk waren voor


mijn vrouw en mij de mensen werkzaam in de horeca. We hebben heerlijk gegeten in
Brasserie Pakhuis in de Schuurkenstraat, dat "een trendy restaurant" heet. We
genoten daar van de Vlaamse tongval en van het rappe trap op trap af van de
diensters. Helaas was het op zaterdagavond wel wat overvol en raakte zodoende mijn
mooie zwarte wollen pet op drift, een Kangeroopet maat 62, die ik vijf jaar terug
in Soest, Duitsland, vond. Mijn maat is namelijk zelden voorradig, al zegt een
groot hoofd natuurlijk niets over de kwaliteit van mijn hersens. Vandaag regende
terug in Holland mijn katoenen petje door, ik rouw nog, dat hoort u goed.

Ook voor ons was de St.-Baafskathedraal een hoogtepunt. Het Lam Gods roerde mij.
De teen van Adam die buiten de lijst schijnt te steken is komisch en Eva is zo
mooi schuchter in zichzelf gekeerd. Adam en Eva houden gelukkig het geheel in
evenwicht. Het geheel is nogal zwaar, zwaar symbolisch, doordesemd van de
middeleeuwse standenmaatschappij. De eucharistische symboliek - het Lam waarvan
het bloed spuit in de miskelk - was aan mij als protestant niet besteed. Ik voelde
me het meest thuis bij de pelgrims en heremieten. En Christofoor is natuurlijk een
uitstekende figuur.

Het echte hoogtepunt van de kathedraal ligt in de de diepte, in de crypte, in de


krocht zoals dat in Gent heet. Dat woord kende ik enkel van "de krochten der hel",
maar de crypte van de St. Baaf is een krocht van de hemel. Een verademing na de
wandeling om het hoogkoor, met al die praalgraven van prelaten in kapellen,
allemaal dienaren van die ene die geen steen had om zijn hoofd op neer te leggen.

Wij woonden daar de mis van elf uur op zondag bij. De vicaris-generaal verkondigde
zowaar geen onzin. Hij preekte over de gelijkenis van de talenten. Dat je ook je
talent naar de bank kunt brengen om het rente te laten dragen, dat werkte hij
gezien de hectiek van deze dagen wijselijk niet verder uit. Wat mij echt deugd
deed, was de medewerking van een cantor. In zijn eentje liet hij de parochie beter
zingen dan ik van katholieken verwacht had.

Je zit daar dus in alle rust en dwaal je even af, dan zie je gauw wel weer iets
dat je boeit. De triptiek van Justus van Gent in de verte of vlakbij een primitief
fresco, overtuigender dan het marmer van de preekstoel in de bovenkerk, dat
virtuoos en kostbaar "de zege van de waarheid over de dwaling" in beeld brengt.
Monseigneur Triest betaalde het uit eigen zak. Men wist wel wie men bisschop
maakte...

Ik sta nogal sceptisch tegenover het christelijk geloof zoals mij dat met de
moedermelk is ingegoten. Maar daar in de krocht van de kathedraal was ik er net
als in de catacomben toch wat dichterbij. Het is in ieder geval beter dan niks...
En soms bereikt je nog wel eens een woord dat beklijft:

God schiep de wereld zoals de zee het strand maakt: door zich terug te trekken.

Een citaat van Hölderlin. Een dichter kan heel beknopt heel veel zeggen. Voordat
ik uit die rol val, zet ik maar gauw een punt.

Abel Staring

Deze tekst verscheen juli 2009 op de site van Toerisme Vlaanderen, zie:
http://bit.ly/4mWyZw

You might also like