You are on page 1of 1

DE STANDAARD

ZATERDAG 13, ZONDAG 14 JULI 2013

opinie&analyse

57

VERMOEDEN VAN DOPING DUIKT AL TE GEMAKKELIJK OP


In een obsessieve poging om het dopingspook te bedwingen, wordt het wielrennen een bovengrens van menselijke prestaties aangepraat, zegt HANS VANDEWEGHE, waarbij men in n moeite de essentie van topsport onderuithaalt.

Sneller, hoger, sterker: niet voor wielrenners

Een wielertoerist beklimt de Mont Ventoux. Morgen doet het Tourpeloton de mythische col opnieuw aan. Een handvol renners zal de 21 km vanaf Bdoin in minder dan een uur volmaken, waarna de wetenschappers en pseudo-wetenschappers weer aan het rekenen kunnen. imageglobe

HANS VANDEWEGHE Wie? Sportcolumnist voor deze krant. Wat? Chris Froome tast de bovengrenzen af, maar moet het voordeel van de twijfel genieten.

Opmerkelijk dat de Tour de France zoveel ethische gevoelens in de mensen oproept.


De Nederlandse cabaretier FREEK DE JONGE hoort, ziet en leest de wielercommentaren (op Twitter).

De kans dat Usain Bolt deze zomer op het WK atletiek in Moskou de 100 meter in 5 seconden loopt, is onbestaande. Zelfs 9 seconden is een utopie, maar zeg nooit nooit in de sport. Evengoed zal er deze zomer op het WK in Barcelona geen enkele zwemmer in 45 seconden naar de overkant en terug zwemmen. Maar ook die grens gaat er ooit aan, met de nadruk op ooit. Op de Mont Ventoux zal morgen niemand in 50 minuten naar boven rijden en slechts een handvol renners zal de 21 kilometer vanaf Bdoin in minder dan een uur volmaken, al zal veel afhangen van de eerste 220 kilometer, het weer, de wind, de wedstrijdontwikkeling en nog wat andere imponderabilia. Dat zal wetenschappers n pseudo-wetenschappers het hoge woord is eruit niet verhinderen om met enkele formules uit te komen bij een waarde die inmiddels ook gemeengoed is geworden aan de Vlaamse tapkasten: het geleverde vermogen per kilogram lichaamsgewicht.
6, 6,2 of 6,7?

den al vertaald naar een uur lang 460 tot 465 watt trappen. In het wegwielrennen zag ik het de eerste keer opduiken in een gesprek met Johan Bruyneel, teammanager zaliger. Hij sprak in mei 2003 over de noodzaak voor zijn pupil Lance Armstrong om 7 watt/kg te halen in de lange cols. In 2005 kreeg ik een mail van Suzanne, mijn Amerikaanse collega uit Austin: Wat bedoelt Lance als hij zegt dat hij een halfuur lang tegen 530 watt heeft geklommen? Ik antwoordde zoals altijd met een smiley, voorafgegaan door 1. Ofwel zegt Lance hiermee dat hij aan de epo zit. 2. Ofwel liegt hij. 3. Ofwel verwacht hij van ons dat wij de tegenstand bang maken.

ting, rolweerstand en andere elementen theoretisch worden benaderd. Dat belet de media niet om op de menselijke fietsprestaties een bovengrens te plakken. De meesten volgen oud-Festina-trainer Antoine Vayer, die het heeft over 6,2 watt/kg en die daarvan zijn business heeft gemaakt. Anderen houden 6 aan en Karl Vannieuwkerke had het vorige week ineens over 6,7.
Progressie = regressie

De achilleshiel van het wielrennen de laatste sport ter wereld om een beroep te doen op fysiologisch onderlegde trainers is de sterkte van Team Sky
De fenomenale 530 watt van Armstrong als die al klopte was overigens gemeten met een SRM, een duur toestel dat met een speciale trapas en tandwielset moet worden gemonteerd en dat zeer secuur het vermogen meet. De foutenmarge bedraagt toch nog 3 procent, ook al niet niets. Veel teams rijden met SRM, maar de meeste renners houden niet van het extra gewicht bergop en laten het toestel demonteren voor de bergen. Sky houdt zijn vermogensmeters haast altijd op de fiets, maar wil jammer genoeg de data niet vrijgeven uit schrik voor de pseudo-wetenschappers. Daarom gebeurt de vermogensmeting in deze Tour meestal op basis van getimede klimtijden en dat is heikele business omdat wind, draf-

Die wetenschappers zijn nog de kwaadste niet, want zij weten dat er zoiets bestaat als foutenmarges. Het probleem is alles wat daarachter zit, met name de media, die conclusies trekken waar geen conclusies te trekken zijn en losstaande prestaties uitvergroten als trends. Vermogen lijkt een concept van het laatste jaar, maar dat klopt niet. Eddy Merckx werelduurrecord van 49,431 km/uur is 40 jaar gele-

De hamvraag luidt hier: hoe groot mag de progressie in een sport dan wel zijn? Overigens schijnt men te vergeten dat de progressie in het wielrennen eigenlijk een regressie is. Tegenwoordig wordt er geklommen tegen 10 procent minder vermogen dan tien jaar geleden. Welnu, het recht van een sport op progressie is omgekeerd evenredig met het niveau van de trainingswetenschap in die sport. Laat dat nu net de achilleshiel zijn van het (weg)wielrennen, de laatste sport ter wereld om een beroep te doen op fysiologisch onderlegde trainers, maar de sterkte van Team Froome. De filosofie van Sky was die van de marginal gains, de kleine winsten, maar al gauw kwam het erachter dat op de weg kwantumsprongen mogelijk waren. Sky heeft geen klassieke wielertrainers, omdat die niet passen in hun visie. Sky doet het met een performance manager uit het triatlon en een trainer uit het zwemmen. De basis van hun trainingswetenschap komt uit het zwemmen en de ploegenachtervolging op de wielerbaan, waar vermogens worden getrapt tot 750 watt met een trapfrequentie van 125 omwentelingen. Bradley Wiggins, een meester-achtervolger, was hun eerste kunstje en vervolgens hebben ze hun kennis van het baanwielrennen vertaald naar de weg, wat ons nu Chris Froome oplevert. Een vreemde vogel, dat wel, die de bovengrenzen aftast, maar tot nader order het voordeel van de twijfel moet genieten.

jdh

You might also like