Professional Documents
Culture Documents
“Zodra iemand zich realiseert dat de werkelijkheid vele gezichten kent, zet hij de eerste stap
op weg naar wijsheid.”
In deze nieuwsbrief:
NB: Week 21 zijn wij er even tussenuit voor een rondje Sicilië.
Soms tref ik zo iemand aan binnen bedrijven. Laatst weer, zo’n geval waarvan de leiding het op zeker moment ook
niet meer weet. Loek! Help! Echt, ik heb het serieus geprobeerd. Zelden zo’n staaltje gestoord superioriteitsvertoon
bijgewoond. Maar toen ik na een uur het gevoel kreeg dat ik tegen een geprogrammerde robot met een ernstig
luisterdefect aan het praten was, die mij bejegende als halve zool en nitwit, heb ik het ‘gesprek’ beleefd beëindigd.
Wat te doen? De man doet zijn werk redelijk tot goed. Weinig klachten van zijn interne klanten – zolang er maar
niet gecommuniceerd hoeft te worden. In zijn specifieke geval hoef je de organisatie niet aan te passen. Als dat wel
de consequentie zou zijn van ‘handhaven’, dan had ik waarschijnlijk ontslag aanbevolen. Je gaat nu eenmaal niet de
hele tent met iedereen erin dwingen zich aan te passen aan de grillen van een gek. Hier is dat niet zo. Er valt mee te
leven. Zolang hij zijn werk doet en niemand van hem eist dat hij zich gedraagt als een collega …
1
In mijn vak is het probleem niet politiek, maar numeriek. Dat is overweldigend. Alles is verkrijgbaar en
toegankelijk. Zoek maar eens uit wat waardevol is, en wat niet. Terwijl je weet dat je uit ogenschijnlijke bla-bla-
verhalen misschien toch een bruikbare tip of methode kunt meepikken. Een markt voor de samenvatters. Had je
voorheen wel eens een tapeje met een uittreksel, nu kun je CD’s kopen met samenvattingen van management-
wijsheden, om thuis of in de auto te beluisteren. Kennismanagement vanachter het stuur.
Wij kiezen voor een iets andere strategie. Een relatie stelt een vraag. Wij weten niet direct een passend antwoord.
Actie: zoeken. Soms biedt internet soelaas, vaak volgt de gang naar de boekwinkel. Om vaak met een mix van
gevoel, informatie uit vakbladen en de achterflap een keuze te maken. In de hoop dat zo’n managementboek een
antwoord biedt. Door drukte en derhalve tijdgebrek loop ik inmiddels achter. Voor de zomer staan op het lees-
programma: een paar delen uit de serie Leiderschap & Management (Whetten & Cameron), Organizational
Behavior (Robbins, 10de editie), het Handboek Mediation (2003) en Now, Discover Your Strengths (Clifton &
Buckingham). En natuurlijk deel 5 van Harry Potter.
Verreweg de meeste talenten ontdek je vrij vroeg. Per slot van rekening hebben we het over aangeboren, natuurlijke
begaafdheden. Ik heb eens ergens gelezen dat talenten zich voor 95% vóór het 25ste levensjaar aandienen. Althans,
in een open samenleving waar sprake is van een redelijke tot goede scholing. Je talenten ontdekken is een
onverwacht en mooi cadeau; ze gebruiken is een feest. Ze verder ontwikkelen, niet echt iets waar je tegenop ziet.
Zoiets als leren zwemmen als je een vis bent. De ultieme baan is die waarin je voluit kunt woekeren met je talenten.
Peter Drucker noemt als de vijf basistalenten die iedereen behoort te hebben, dan wel, te ontwikkelen:
1. Tijdmanagement. 2. Doen waar je goed in bent. 3. Resultaatgericht handelen. 4. Prioriteiten kunnen stellen. 5.
Besluitvorming. Daar zou ik 6. Analytische en emotionele intelligentie, IQ en EQ, aan willen toevoegen.
Nummer 2 betekent, gebruik maken van je gaven, je sterke kanten. Vergeet je zwakheden, als ’t even kan. Het leven
blijkt echter zo ingericht, dat je een hoop zaken moet leren waarvoor je juist geen talent hebt. Dan is doe-het-zelven
– of het nou gaat om boekhouden, behangen of computeren – een opgaaf. Je leert misschien wel, maar leuk wordt
het nooit. Het “Zie je wel dat je ’t kan!” werkt zelfs averechts. Of spreek ik hier voor mezelf? Als je ‘t kunt betalen,
dan huur je talent in – de vakman of –vrouw die lol heeft in boekhouden, behangen of computeren.
Natuurlijk, er zijn figuren die slechts denken dat ze talent hebben. Die ken je vast wel. Maar afgezien van die paar,
wandelt binnen je bedrijf veel talent rond. Hoewel niet al dat talent ook bruikbaar is, gebruik je er veel van.
Misschien beschik je echter over onbekend en onbenut talent. Bedenk dat talentvolle mensen neigen tot vertrek
wanneer hun talenten niet worden benut. Als je daar pas achter komt in het exit-interview, is het te laat. Beter is er
vroeg in iemands loopbaan achter te komen. Hoe? Door te observeren – en door er naar te vragen. En vervolgens,
het gebruik van talent te stimuleren.
Het meest krankjoreme idee ooit geopperd als het over talent gaat, staat op naam van econoom en Nobelprijswinnaar
Jan Tinbergen. Hij meende dat de staat belasting zou moeten heffen op iemands talent, teneinde iedereen de kans te
geven op een gelijk inkomen. Dat noemde hij ‘talentbelasting’. Zo zie je maar, zelfs talentlozen krijgen wel eens een
Nobelprijs. Tenzij hij natuurlijk zo geniaal was dat hij meende door deze idiotie nooit meer belasting te hoeven
betalen.
4. Wijze citaten van anonymi, Marras, Aartsen en Satie, een Duitse mop en een vers van
Daan Zonderland
Hoe meer communicatiemiddelen de mens ter beschikking heeft, hoe oppervlakkiger de communicaties worden.
(Salvatore A.E. Marras, stelling bij zijn proefschrift – Universiteit Leiden 2003)
2
De tijd heelt lang niet alle wonden; de meeste gaan etteren. (anon.)
Het duurt maanden om een klant te winnen, seconden om er een kwijt te raken. (anon.)
Muziek is als genetica, het uitgangspunt is eenvoudig, de variaties zijn oneindig en het resultaat is fascinerend.
(Mw. W.M. Aartsen, stelling bij haar proefschrift – Universiteit Maastricht 2003)
Ravel weigert het Légion d’Honneur, maar al zijn muziek neemt het aan. (Erik Satie – 1866-1925)
Mop. Een generaal ziet dat een soldaat zich vreemd gedraagt. Hij pakt elk stuk papier op dat hij tegenkomt, kijkt er
naar, fronst zijn wenkbrauwen, zegt: “Nee. Dat is ’t niet.” en legt het papier weer terug. Dit gaat zo een tijdje door,
tot de generaal besluit de soldaat door een psycholoog te laten onderzoeken. Die keurt de soldaat af en legt dit
schriftelijk vast. De soldaat pakt dit op, lacht breeduit, en zegt: “Ja, dat is ‘t.” (van Duitse origine)
Mijnheer de voorzitter
Had ik maar eens van mijn leven
Voorzitter mogen zijn.
Hoe had ik geklopt met de hamer
Tot iedereen stil zou zijn.
Nou kijk ik wel uit. In troebelen heb ik weinig trek, in troebel water evenmin. Afdrogen van relaties: vergeet ‘t
maar. En toch … menig ondernemer heeft behoefte aan iemand die iets terug zegt. Of het nou ‘De Waarheid’ is of
3
niet, iemand die lef genoeg in z’n donder heeft om te zeggen waar het op staat. Dat is niet afdrogen, dat is een
Duidelijke Dialoog. Intern vind je een sparring partner niet zo gemakkelijk.
Van sommige talenten die je bij jezelf ontdekt, zeg je: “Ik wist niet dat ik ’t in me had.” Welnu, ‘talking back’ heb ik
recentelijk ontdekt. Heb je dus behoefte aan weerwoord, aan een kritische kanttekening, zonder dat dit leidt tot ruzie
en handgemeen, daag me maar uit. Gaan we een rondje sparren.
Wat? Regelen dat er meer en meer goed getrainde honden komen voor meervoudig gehandicapten. Zo’n training
vergt natuurlijk nog meer tijd, energie, expertise en dus méér geld dan het trainen van ‘gewone’ geleide- en
hulphonden. Een relatie van Hopstaken Bedrijfsadvies, Frits van Gisteren, is hierbij als hondenliefhebber betrokken
geraakt, er erg enthousiast over en zoekt bedrijven die de Stichting B.M.G. willen steunen als sponsor. Men doet
niet kinderachtig als het om sponsoring gaat. Zo dragen enkele honden nu een naam (zoals ‘Bud’, naar Budweiser).
Wanneer je als bedrijf zo’n schitterend initiatief wil sponsoren, neem dan contact op met de Stichting B.M.G.,
postbus 100, 8200 AC Lelystad. Email: vangisteren@stichting-bmg.nl. De website komt dit najaar beschikbaar.
En ik heb altijd een paar foldertjes bij me.
Groepsreizen heeft ons lang tegengestaan. Als mak schaap achter reisleider-met-miniplu aansjokken, van pittoreske
plek naar historisch monument, rondhangen op luchthavens, opgedrongen reisgenoten, wachten op die sukkel van ‘n
laatkomer, urenlang in de bus, en ja hoor, Tante Miep is er ook weer bij, armzalige maaltijden, elke dag te vroeg uit
je veren. Driewerf ellende. Dachten we. Sinds onze vuurdoop (Rome-Sorrento, ‘95) reizen we geregeld in
groepsverband. Al die bezwaren zijn er wel, maar vallen in de praktijk reuze mee. Ze wegen niet op tegen geheel
verzorgd met halfpension, een week lang ongeneerd genieten van pittoreske plekken en historische monumenten,
voorkeursbehandeling als groep genieten boven individuele reizigers, compleet met chauffeur en een zelf te regelen
lunch los van de reisgenoten. Een, twee keer per jaar tekenen we ervoor.
Musical en operette zijn aan ons niet besteed: dunne verhaaltjes, opgeklopt sentiment, opgefokte uitbundigheid,
voorspelbare elementen. Voeg daar aan toe traditionele cowboy-muziek en ‘line dancing’ en je hebt een combinatie
waarmee je ons het huis kunt uitjagen. Als je er van houdt, prima, geniet er van, als wij maar niet hoeven. Hoe komt
het dan toch dat de soundtrack van de gefilmde musical ‘Oklahoma!’ zo onweerstaanbaar is? Jeugdsentiment??
Zeker, je moet er van houden. Een ‘acquired taste’, zoals de Britten dat noemen. ‘Russian Ark’ is de titel van een
bijzondere film, één shot van ruim anderhalf uur, opgenomen in de Hermitage in St. Petersburg. Subjective camera.
Ofwel, jij kijkt, zonder te knipperen. Vergeet het verhaal. Laat je meeslepen door beeld en geluid op een
kilometerslange tocht vol verrassingen door dit enorme paleis, met herschapen taferelen uit voorbije eeuwen en
machtig mooie kunst. Beelden blijven bij door hun indrukwekkende esthetiek. Zoals Tsarina Catherina de Grote die
met een bezorgde lakei wegvlucht door een besneeuwde tuin, de magie van El Greco’s ‘Petrus en Paulus’, de
rituelen aan het hof van Tsaar Nicolaas I, de eindeloze feestelijkheid van een bal. Honderden figuranten die met
zichtbaar plezier meewerken en er op één na allemaal in slagen om de camera te negeren. Russian Ark is te zien in
Filmmuseum Cinerama, Marnixstraat 400, Amsterdam. Reserveringen: 020-6237814.
Hedendaagse popmuziek: treur- en ergernis. Arm aan idee en melodie, depri klanken, foute teksten, hypnotisch
gedreun, ranzige seks, gezwollen pretenties, amechtige sopranen. En het ergst van alles: it ain’t got that swing. So it
don’t mean a thing. Zei Ellington ooit, ongeveer. Nochtans kan ik je aanbevelen om, languit liggend op de bank,
lekker hard, zonder stoorzenders, ‘Feast of Wire’ van Calexico tot je te nemen. Een feest van grote klasse. Jonge
musici, prachtige klanken. Er is weer hoop!
4