LEVEND MAKEN 2 Koningen 8:1

ELSA nu had gesproken tot die vrouw welker zoon hij levend gemaakt had, zeggende: Maak u op en ga heen, gij en uw huisgezin, en verkeer als vreemdeling waar gij verkeren kunt; want de HEERE heeft een honger geroepen, die ook in het land zeven jaren komen zal.
2 Koningen 8:5

En het geschiedde als hij den koning vertelde, hoe hij een dode had levend gemaakt, zie, zo riep de vrouw welker zoon hij levend gemaakt had, tot den koning om haar huis en om haar akker. Toen zeide Gehazi: Mijn heer koning, dit is de vrouw en dit is haar zoon, dien Elsa heeft levend gemaakt.
o de zoon die ongevraagd was geboren en ongevraagd gestorven en gevraagd was levend gemaakt o zijn moeder die na de hongersnood haar bezit terug krijgt Nehmia 9:6

Gij zijt die HEERE alleen, Gij hebt gemaakt den hemel, den hemel der hemelen en al hun heir, de aarde en al wat daarop is, de zeen en al wat daarin is, en Gij maakt die alle levend; en het heir der hemelen aanbidt U.
o levend maken is hier leven geven Job 33:4

De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen heeft mij levend gemaakt.
o zie ook Job 32:8 Zekerlijk,

de Geest, Die in den mens is, en de inblazing des Almachtigen, maakt henlieden verstandig.
16 Versta den Geest Gods, gelijk uit de volgende woorden kan verstaan worden. De zin is, dat de wijsheid eigenlijk alleen is oorspronkelijk van God, niet van de oudheid der jaren, die menigmaal feilt. Anders: Zekerlijk is de geest , dat is, de redelijke en verstandige ziel, in den mens, maar de adem , enz., dat is, de rechte wijsheid komt alleen van de verlichting Gods. 17 Te weten de mensen. Het is een verandering des getals; want hij had recht tevoren in dit vers in het enkelvoud gesproken. Zie Job 24 op vers 18. b Job 12:13; 38:36. Spr. 2:6. Pred. 2:26. Dan. 1:17; 2:21.

Psalmen 119:50

Dit is mijn troost in mijn ellende; want Uw toezegging heeft mij levend
1

gemaakt.

Psalmen 119:93

Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt.
2

1 Korinthirs 15:22

Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden.
2 Korinthirs 3:6

Die ons ook bekwaam gemaakt heeft om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, niet der letter, maar des Geestes; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.
Efezirs 2:1

EN u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden,
Efezirs 2:5

Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden),
Kolossensen 2:13

En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende;
1 Petrus 3:18

Want Christus heeft ook ns voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest; "15:45-49 Here Paul answers the question (v. 35) more specifically by showing that the resurrection body of Jesus Christ is the prototype. He begins with a quotation from Gen. 2:7 with the addition of two words, "first" and "Adam." Adam was created with a natural body, not perfect, but good in every way (Gen. 3:1). The "last Adam" is Jesus Christ (Rom. 5:19,21). He is saying that
1

50 93

Dit is de troost in mijn ellende: dat uw belofte mij doet leven.

In eeuwigheid zal ik uw regels niet vergeten, daardoor houdt u mij in leven.

2

through the first Adam we received our natural bodies, but through the last Adam we will receive our spiritual bodies in resurrection. Adam's body was the prototype of the natural, Christ's body of the resurrection. We will bear the image of His body fit for heaven (Acts 1:11; Phil. 3:20,21; 1 John 3:1-3) as we have borne the image of Adam's on earth." (1) Rom. 1: 4 Die krachtiglijk bewezen is te zijn de Zone Gods naar den Geest der heiligmaking, uit de opstanding der doden), namelijk Jezus Christus, onzen Heere
10 Of: verklaard . Gr. bepaald . 11 Dat is, naar Zijn Goddelijke natuur, die ook een eeuwige Geest genaamd wordt, Hebr. 9:14. Zie ook 1 Tim. 3:16. 1 Petr. 3:18. 12 Of: der heiligheid , dat is, Die in Zichzelven heilig is, en door Zijn verdienste en kracht ons heilig maakt, Hebr. 2:11. 13 Dat is, doordien Hij Zichzelven uit de doden heeft opgewekt, Joh. 2:19, 21; 10:18. 9 Gr. in kracht , of: met kracht . d Jes. 9:5; 44:6; 54:5. Joh. 2:19. Rom. 9:5. 1 Joh. 5:20.

2 Kor. 3: 17 De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.
33 Dat is, Jezus Christus is de levendmakende Geest, Die door de kracht van Zijn Heiligen Geest en door de predikatie van het Heilig Evangelie het deksel wegneemt en de harten krachtiglijk tot God bekeert. Of: de Heilige Geest is de Heere, door Wien wij bekeerd en in vrijheid gesteld worden, alzo Hij door Zijn Goddelijke kracht en door de leer des Evangelies, die een bediening des Geestes is, vers 8, zulks in ons werkt, en daartoe van den Heere Christus gezonden wordt, waarom Hij ook de Geest des Heeren genaamd wordt, vss. 17, 18. Of: Christus is het geestelijk wezen en gelijk als de ziel van de ceremonin der wet; gelijk dit woord Geest ook genomen wordt Joh. 6:63. Of: de Heere Die onze harten tot Christus bekeert en dit deksel wegneemt, is de Heilige Geest. Of: de leer des Evangelies van den Heere Christus , is de Geest, Die tegen de letter gesteld wordt, vers 6. 34 Namelijk van het deksel der onwetendheid, van het juk der wet en de slavernij der zonde en des doods, Rom. 8:15, 16. Gal. 4:7. n Joh. 4:24.

1. schepping en verlossing samenhouden zonde met het lichaam, lichamelijke verlossing en vernieuwing 2. open spreken over de dood en de opstanding 3. ethische betekenis van ons lichamelijk bestaan 4. conflicten en vervolging hierdoor 5. fundamentele betekenis van de opstanding voor christelijk geloof: genademacht van God