You are on page 1of 3

'Kun je Karl nog wel journalist noemen?

'
De Morgen, 25 Jan. 2013, Page 28 Wielerjournalistiek zal na de dopingbiecht van Armstrong nooit meer dezelfde zijn. Karl Vannieuwkerke en Hans Vandeweghe, verslaggevers van vele sportoorlogen, hebben elk hun eigen idee over hoe het nu verder moet. Karl Vannieuwkerke en Hans Vandeweghe. Twee mannetjesputters van de zuiverste soort. Altijd de sterkste willen zijn, altijd tegen elkaar opbieden. Ook nu, op een ijskoude wintermorgen aan de Gentse wielerpiste. Vandeweghe, jarenlang sportjournalist maar tegenwoordig algemeen directeur van de Wielerbond Vlaanderen, opent de debatten. Hij laat weten dat hij net nog een uurtje rondjes draaide in het spoor van de jonge wielertalenten van de Vlaamse wielerschool.Vannieuwkerke, sterkhouder op de sportredactie van de VRT, countert. Hij zit ook opnieuw op de fiets. Anderhalf uur, elke dag, gevolgd door veertig minuten op de loopband. Zeven kilo is er al af, in amper twee weken tijd. En dat is er aan te zien, moet ook Vandeweghe toegeven.De eerste krachtmeting eindigt op een gelijkspel. Maar hun beider fysieke paraatheid is niet de echte inzet van hun ontmoeting. Vannieuwkerke en Vandeweghe die voor alle duidelijkheid niet uit naam van Wielerbond Vlaanderen spreekt, willen het vandaag over de wielerjournalistiek hebben.Aanleiding is de zaak-Armstrong. In de nasleep van de bekentenissen van de voormalige wielergod nodigde Vannieuwkerke in een column Armstrongs sportbestuurder Johan Bruyneel uit voor een gesprek van man tot man. Zonder taboes. Een uitnodiging waarop Vandeweghe op Twitter reageerde met de cynische opmerking: '@vannieuwkerke gaat een moeilijke vraag stellen, dat op zich is al een primeur. Eindelijk journalist?' Daarop volgde een geanimeerde discussie over de kritische zin van de Vlaamse wielerjournalisten, of het gebrek daaraan.Hans Vandeweghe: "Sportjournalis-tiek in de pure zin van het woord bestaat in Vlaanderen niet meer. Achter de feiten aanlopen, meer is het eigenlijk niet. Ik heb daar met Karl al vaak over gediscussieerd. Wielerjournalisten zoals Karl weten ongelooflijk veel, alleen doen ze daar te weinig mee. Omdat ze betrokken partij zijn, omdat ze afhankelijk zijn van dat wielermilieu. Ik zeg niet dat Karl Johan Bruyneel niet kritisch zou kunnen interviewen. Maar dat kan hij nu alleen omdat Bruyneel fin de carrire is. Zijn rol binnen het wielrennen is uitgespeeld. Mocht Bruyneel nog middenin de koers zitten dan kan Karl zo'n kritisch interview nooit doen."Karl Vannieuwkerke: "Dat zie je verkeerd. In het begin van mijn carrire was dat inderdaad zo. Toen moest ik achter renners en sportbestuurders aan in de hoop op een goede quote. Maar dat doe ik al acht jaar niet meer. Ik moet me tegenwoordig voor niemand meer inhouden. Dat heb je toch al gemerkt?"Toen ik twee jaar geleden Johan Bruyneel niet aan tafel wou in Vive le vlo heb je me zelfs nog een sms gestuurd om te laten weten dat je fier op me was. We hadden voor die bewuste aflevering al heel lang een afspraak met Johan gemaakt. Maar een paar uur voor we op antenne zouden gaan, kreeg mijn eindredacteur plots telefoon van Philippe Maertens, de woordvoerder van Astana, het team waar Bruyneel toen sportbestuurder van was. Johan wou nog wel komen, maar vragen over Landis, Armstrong en doping waren absoluut taboe. Toen heb ik meteen gezegd: 'Dan heb ik hem liever niet'. Een interview op voorwaarde dat je bepaalde vragen niet stelt. Dat doe ik niet."Toen Vinokoerov in 2010 Luik-Bastenaken-Luik won en ik daar commentaar bij moest geven, heb ik ook gezwegen toen hij over de meet kwam. Omdat ik maar al te goed besefte dat wat hij daar deed niet klopte. Daar is toen heel wat kritiek op gekomen. Maar het is natuurlijk een moeilijke oefening. Hans mag dan al beweren dat wij heel veel weten, meer dan vermoedens zijn het vaak niet. En die kun je niet op antenne gooien als je er geen keiharde bewijzen voor hebt." Moet je dan als sportjournalist niet achter die bewijzen aan proberen te gaan? Vannieuwkerke: "Ik ben geen onderzoeksjournalist. Dat wordt niet van mij verwacht, ik heb er de middelen niet voor en ik heb er al helemaal de tijd niet voor."Vandeweghe: "Karl is veel meer presentator en commentator dan journalist. Eigenlijk zijn dat twee aparte vakken. Wat presenteren en becommentariren betreft zit je bij de VRT gebeiteld. Nergens vind je betere mensen. Karl is de beste presentator die de VRT zich kan indenken. Maar is hij ook een journalist? Misschien moeten die gasten van tv geen journalistenkaart maar een animatiekaart krijgen."Vannieuwkerke: "Ik ben inderdaad veel meer commentator en presentator dan dat ik nog journalist ben. Mijn journalistieke job beperkt zich nog tot een aantal kleine zaken. Trouwens, wie mag zich journalist noemen en wie niet? Het is een rekbaar begrip."Vandeweghe: "En die rekbaarheid is de voorbije jaren alleen maar groter geworden. Wil je een wielerploeg van nabij volgen dan moet je je naar hun regels schikken. Toen ik in 2004 US Postal volgde tijdens de Dauphin Libr kwam de woordvoerder me op gegeven moment het heuglijke nieuws melden dat ik Armstrong n vraag mocht stellen. Toen ik hem
Copyright 2012 De Persgroep Publishing. All rights reserverd

cynisch vroeg welke vraag dat dan moest zijn, bleek de man er effectief n voor mij voorbereid te hebben. Het was zelfs een goede vraag. En ik mocht een bijvraag stellen. (lacht)Als een van de vijf gelukkigen." Als de wielerjournalistiek tegenwoordig op die manier werkt, kun je dan nog aan onderzoeksjournalistiek doen? Vannieuwkerke: "Dat denk ik wel."Vandeweghe: "We moeten daar niet flauw over doen. Alle journalisten dansten naar Armstrongs pijpen, ook de sterjournalisten van The New York Times. Alleen moet je wanneer je op gegeven moment over voldoende feiten beschikt wel een stuk durven maken. Als dat bij de renners in kwestie niet in goede aarde valt dan is het maar zo. Toen ik via een gunstige wind de doping-sms'en van Museeuw in handen kreeg heb ik die meteen gepubliceerd. Johan heeft toen een half jaar niet tegen me gesproken."Gasten als Hugo Coorevits (wielerjournalist van 'Het Nieuwsblad', PD) hebben het veel moeilijker. Als je voor en na elke wedstrijd quotes moet sprokkelen aan de ploegbus denk je wel twee keer na voor je schrijft dat Tom Boonen de laatste tijd wel opvallend vaak ziek is. Na zo'n stuk moet je je de komende paar maanden niet meer aan de Quickstep-bus vertonen. Daarom was ik ook zo kwaad toen Peter Vandermeersch (hoofdredacteur van de Nederlandse krant 'NRC Handelsblad',PD) het naar aanleiding van de zaak-Armstrong over het failliet van de wielerjournalistiek had. Het is makkelijk om vanuit je ivoren toren kritiek te geven op de mannen die op het veld het vuile werk moeten doen."Vannieuwkerke: "Ik zat tot 2003 in hetzelfde schuitje als die gasten. Maar sinds ik tijdens de Tour een praatprogramma presenteer zit ik ook voor een stuk in die ivoren toren. Ik kan tijdens Vive le vlo vrijuit over doping praten zonder daar de dag nadien de gevolgen van te moeten dragen. Natuurlijk komt er wel eens reactie, ook van de Armstrong-clan."Een paar jaar geleden brachten we in Vive le vlo de dopingbiecht van Bernard Kohl. Meteen daarna kreeg ik een hele reeks sms'jes. Onder andere van Jean-Marc Vandenberghe, een vroegere mecanicien van US Postal. 'Goed bezig', liet hij me weten. 'Op die manier maak je onze sport kapot'. Maar dat soort zaken heeft me er nooit van weerhouden om mijn ding te doen. Als iemand me morgen harde bewijzen levert dat Tom Boonen doping gebruikt of dat Patrick Lefevere dopingsystemen heeft opgezet, dan breng ik dat nieuws meteen. Daar moet ik zelfs niet over nadenken. Maar dan moet het wel om harde bewijzen gaan. Geen opeenstapeling van hardnekkige geruchten waar Het Laatste Nieuws een paar jaar geleden mee uitpakte." De VRT heeft de grootste sportredactie van het land. Is daar geen ruimte om een paar journalisten vrij te stellen om aan pure onderzoeksjournalistiek te doen? Vannieuwkerke:"We hebben inderdaad de grootste sportredactie van het land, maar we doen ook het meest van allemaal. We hebben nu al te weinig mensen om alles te verslaan. Je kunt je niet inbeelden hoeveel mensen er betrokken zijn bij het verslaan van een voetbalspeeldag. We hebben trouwens wel degelijk onderzoeksjournalisten, maar die zitten bij Panorama en Terzake. Maar ook voor die mensen is het vooral inspelen op de actualiteit. Er is gewoon geen tijd en ruimte om een bepaald dossier drie of vier maand aan een stuk uit te spitten."Vandeweghe: "Met een beetje goede wil zou je de gesprekken die Michel Wuyts in De Flandriens van het veld voerde ook als onderzoeksjournalistiek kunnen beschouwen. Alhoewel. Die veldrijders vinden het nu wel plezant om te vertellen hoe ze elkaar tijdens de wedstrijden een kloot hebben afgetrokken, maar om nu te gaan vertellen welke, al dan niet verboden, middelen ze tot zich hebben genomen is toch nog een andere zaak."Bij Panorama proberen ze af en toe wel eens op onderzoek te trekken in de sportwereld, zoals recent nog met de reportage over het zwart geld in het voetbal. Maar wat ik mis, is iemand met een helikoptervisie. Iemand die er de juiste verhalen kan uitpikken. In mei van dit jaar zijn er bijvoorbeeld twee fietsende broers betrapt. De ene op aranesp en epo, de andere op epo. Toevallig zijn dat neefjes van iemand die wegens dopinggebruik levenslang geschorst is. Misschien is dat wel de moeite waard om eens dieper op in te gaan? In de onderkant van de sport zit nog zo veel rottigheid." Was de affaire-Armstrong met kritischer wielerberichtgeving eerder aan het licht gekomen? Vannieuwkerke: "Er is in het verleden toch al meermaals over de ongeoorloofde praktijken van Armstrong bericht?"Vandeweghe: "Klopt, maar er zijn toch ook fouten gemaakt. Je kunt als wielerjournalist toch tenminste een poging doen om alle boeken te lezen die over het wielermilieu verschijnen. Collega's die bij me thuis over de vloer komen trekken grote ogen als ze voor mijn boekenkast gaan staan en zien hoeveel boeken er de laatste jaren zijn verschenen. (tegen Vannieuw-kerke) Heb jij bijvoorbeeld de biografie van Bjarne Riis al gelezen? Razend interessant! Maar veel wielerjournalisten doen die moeite niet."Tijdens de Dauphin Libr van 2004 liet David Walsh me weten dat zijn Armstrong-boek L.A. Confidential de volgende dag in de winkel zou liggen. Ik ben die ochtend meteen naar de FNAC in Rijsel gereden. Ik heb dat boek gekocht, het in n ruk uitgelezen en er meteen een groot stuk over gemaakt. Maar toen ik een paar weken later de perszaal van de Tour binnenliep had nog geen enkele van mijn collega's het boek gelezen. En dat
Copyright 2012 De Persgroep Publishing. All rights reserverd

terwijl het toch om behoorlijk explosief materiaal ging. Al moeten we van Walsh nu ook geen heilige maken. De man is door de jaren heen de weg een beetje kwijt geraakt. Hij is helemaal geobsedeerd door de figuur Armstrong."Als je Walsh moet geloven, kon Armstrong zonder doping geen brug over. Maar dan vergeet je dat Armstrong een superatleet was. Op zijn vijftiende was hij een ongelooflijk getalenteerd zwemmer. Iron Man-legende Mark Allen noemt hem nog altijd de meest getalenteerde triatleet die hij ooit zag. En op zijn 22ste reed hij op het wereldkampioenschap in Oslo Miguel Indurain uit de wielen terwijl die laatste toen al met epo aan het experimenteren was."Natuurlijk was hij een bedrieger, maar hij is niet de superdopeur die sommigen er nu van maken. Armstrong was niet de grote vernieuwer wanneer het op doping aankwam. Terwijl de anderen al met ingevroren bloed aan de slag gingen, kozen ze bij US Postal nog steeds voor de ouderwetse bloedtransfusies, met alle logistieke problemen van dien." Armstrong hield wielerjournalisten jaren voor de gek. Hoe ga je als wielerjournalist met dat bedrog om? Vannieuwkerke: "Ik heb al een aantal keer gedacht: 'Waarom doe ik dit nog?'Ik heb overwogen om me voortaan op andere sporten toe te leggen. Maar ik ben me er ook van bewust dat als ik bijvoorbeeld voluit voor atletiek kies ik ook daar met hetzelfde probleem te maken krijg."Vandeweghe: "Kijk naar wat er in de NBA gebeurt. Een speler die daar positief test, krijgt bij de eerste overtreding een schorsing van 10 dagen. Na een tweede inbreuk moet hij 25 wedstrijden de strafbank op en na een derde positieve test volgt een schorsing van een jaar. Een wielrenner die dat riskeert hangt dan al lang aan de hoogste boom te bengelen. Of stel dat Patrick Lefevere ergens in Amerika een goed coureurke vindt dat helaas een beetje te klein van gestalte is. Hij besluit hem wat groeihormonen te geven en een paar jaar later rijdt dat ventje hier alles in stukken. Dat zouden we toch nooit pikken? Maar dat is wel exact wat Barcelona met Lionel Messi heeft gedaan." Focussen we, wat wielrennen betreft, nu dan te vaak op dopingverhalen? Vannieuwkerke: "Neen, het wielrennen heeft wat het nu krijgt over zichzelf afgeroepen. Het verleden van de sport dwingt de journalistiek om zo veel aandacht aan dopingmisbruiken te besteden."Vandeweghe: "Het wielrennen heeft bovendien de pech dat een figuur als Armstrong de sport overstijgt. Wanneer iemand als Indurain van zijn voetstuk valt is dat geen nieuws van Zimbabwe tot Azerbeidzjan." Knaagt die constante stroom aan schandalen niet aan de populariteit van de sport? Vannieuwkerke: "Dat wordt al vijftien jaar voorspeld en ondertussen wordt het wielrennen alleen maar populairder."Vandeweghe: "Populariteit die het voor een groot stuk aan de VRT te danken heeft. Toen de openbare omroep in '94 het voetbalcontract verloor was er grote paniek. Wat moesten ze op de sportredactie nu gaan doen? Ze hebben zich toen op het wielrennen gestort met het gekende gevolg. Nu is zowat elke koers op tv te zien, maar tot dan moesten de organisatoren van een wedstrijd als De Omloop Het Volk elk jaar 500.000 frank betalen om hun koers op antenne te krijgen. Het zijn natuurlijk ook fantastische verhalen. Dealen and wheelen, geven en nemen, liegen en bedriegen."Vannieuwkerke: "Maar de sport heeft die schandalen niet nodig om populair te zijn. Misschien zou het nog leuker zijn mochten die verhalen achterwege blijven. Ik ben er ook van overtuigd dat het wielrennen nu properder is dan een aantal jaar geleden. De mazen van het net zijn veel kleiner geworden. Dat moet ook. Mocht ik nu weten dat er evenveel doping circuleert als tijdens de jaren 90, dan is mijn job gewoon niet houdbaar. Die van jou toch ook niet, Hans? Dan kan je toch de wielersport niet blijven verdedigen?"Vandeweghe: "Ik trek me op aan gasten als Tim Declercq. Jonge coureurs die laten weten dat het voor hen zuiver moet. Al moeten we ook niet naef zijn. Het zoeken naar manieren om beter te doen dan de ander zit ingebakken in de mens."Vannieuwkerke: "Als je tien wielertoeristen vertelt dat ze sneller gaan rijden wanneer ze hun eigen ochtendurine opdrinken zullen er zeker drie of vier zijn die dat ook effectief proberen."Vandeweghe: "En wie weet. Het is natuurlijk wel het ultieme middel om uitdroging te voorkomen (lacht)."

Copyright 2012 De Persgroep Publishing. All rights reserverd

You might also like