You are on page 1of 25

Wie zijn de 24 oudsten

Wie zijn de 24 oudsten

Openbaring 4 door Pat(ricia) Marvenko Smith uit Revelation Illustrated Het grootste deel illustraties komt van http://catholic-resources.org/Art/Revelation-Art.htm Guido Biebaut, 21/12/2012 Alle rechten voorbehouden

Zijn de 24 oudsten van het boek Openbaring de kerk?


Er zijn 3 belangrijke uiteenlopende opvattingen over wie de 24 ouderlingen zijn (maar er zijn ook nog andere niet zo belangrijke): 1) Opgestane heiligen uit Oud en Nieuw Verbond. 2) De gemeente van Christus = eerstelingen (Opb.14:1:5). (Eventueel genaamd vrouw van het Lam Opb.19:4). 3) Engelen. De eerste opinie is verkeerd omdat de Schrift de heiligen en getrouwen uit de tijd vr de dood van Christus uitsluit van een bewust hemels leven. Niemand van hen, ook niet Henoch, Mozes of Elia, is reeds ten hemel opgenomen (Joh.3:13). Dit is de wil van YaHWeH. De belofte van God

Wie zijn de 24 oudsten

aan dezen was trouwens: leven op aarde. Ze zullen prinsen zijn op de aarde (Ps.45:16 / Heb.11:16). We komen op deze leer ook niet terug. We moeten, wel kiezen tussen twee of drie. De tweede gedachte is ook verkeerd om mr dan n reden en dat gaan we uit de doeken doen. Het is o.a. de visie van hen die in de bedelingen geloven. A.M. Berkhoff zegt: Daar zitten de ouderlingen, de Gemeente des Heeren in onverstootbare zielerust op hunne tronen, (De Wederkomst van Christus, Kok, 1926, blz.154). Volgens deze schrijver zou dat gedeelte van Opb.4 verwijzen naar: de gemeente rondom de troon. Maar ook de Wachttoren heeft in De Openbaring blz.77 een lezing in dien aard. Johannes de Heer zegt: het zijn vertegenwoordigers van de verloste mensheid, 12 uit het oude verbond en 12 uit het nieuwe verbond (De komende Koning, blz.31). En hetzelfde staat in W. Pentecost, Things to Come: A Study in Biblical Eschatology, 1959, Reprint Zondervan 1983, blz.254,255. Voor allen een symbolisch getal, symbool van de opgenomen gemeente? In de Statenvertaling staan meerdere verklarende notas bij Bijbelteksten. Dit staat in Openbaring hoofdstuk 4 bij het begrip ouderlingen: Deze vier en twintig ouderlingen nemen sommigen voor de twaalf patriarchen, en de twaalf apostelen, als voorgangers van de gehele Kerk van het Oude en Nieuwe Testament. Doch daar Johannes, een van de apostelen, toen nog leefde, en dit gezicht in den hemel is geschied, zo verstaan anderen hierdoor al de voorgangers van het Oude Testament; een gelijkenis, genomen van de priesters en levieten, die den tabernakel dienden, en in vier en twintig orden waren onderscheiden, en derhalve vier en twintig oversten hadden, die voorgangers waren van de gehele Isralitische Kerk, gelijk te zien is 1 Kon.24. Zoals zo dikwijls geeft de Statenvertaling slechts een opsomming van enkele visies. Hier zijn enkele teksten uit het Nieuw Testament waar het begrip ouderlingen in gebruikt wordt en het is duidelijk dat die term zowel door de Joden als de Christenen gebruikt werd. Deze teksten komen uit de Statenvertaling. Dewelke gingen tot de overpriesters en de ouderlingen, en zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, niets te zullen nuttigen, totdat wij Paulus zullen gedood hebben. (Hand.23:14 = Joodse ouderlingen.) En vijf dagen daarna kwam de hogepriester Ananias af met de ouderlingen, en een zekeren voorspraak, genaamd Tertullus, dewelke verschenen voor den stadhouder tegen Paulus. (Hand.24:1 = Joodse ouderlingen.) Om wiens wil, als ik te Jeruzalem was, de overpriesters en de ouderlingen der Joden verschenen, begerende vonnis tegen hem (Hand.25:15 = Joodse ouderlingen.) Dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer. (1 Tim.5:17 = ouderlingen in de gemeente van Christus.) Het sanhedrin, de oudsten van Isral, bestond slechts uit mannen boven de 50 jaar oud. Isral had al ouderlingen vrdat de wet gegeven was Gen.50:7 / Ex.3:16. Het zijn de officile aangestelde mensen die in de naam van het volk spreken. Maar andere volkeren rondom hadden die ook (Num.22:7). Toen de wet er was waren ze de personen waar Mozes kon op terugvallen om hem het leven gemakkelijk te maken, het waren zijn helpers (Ex.24:1). Het waren er zeventig (Num.11:16,17). Deze ouderen hadden functies als gouverneur (Deut.31:28), plaatselijke beheerders (16:18) of plaatselijke rechters (19:12). Ouderlingen hadden veel invloed op het dagelijkse leven (1 Sam.30:26-31) en hadden diezelfde invloed nog in de tijd van Jezus (Mat.16:21 / 21:23 / 26:59). Totaal anders gaat het er aan toe in het NT. Ouderlingen in de gemeente van

Wie zijn de 24 oudsten

Christus waren herders (Eph.4:11), opzieners (Hand.20:28), leiders en regeerders (Heb.13:7 / 1 Thes.5:12). Het Nederlandse begrip bisschop is rechtstreeks overgenomen uit het Griekse woord episcopos. Men is niet steeds ouderling omdat men de oudste is in leeftijd, maar het geestelijke heeft voorrang (Titus 1:5-7 / Hand.20:17-28 / Phil.1:1). En volgens twee teksten uit het OT waren de priesters bestuurd door ouderlingen;

Jesaja 37:2: Ook zond hij de hofmaarschalk Eljakim, de schrijver Sebna en de oudsten der priesters, bedekt met rouwgewaden, tot de profeet Jesaja, de zoon van Amoz. Jeremia 19:1: De HERE zeide aldus: Ga heen, koop u een pottenbakkerskruik, en ga met enige van de oudsten des volks en van de oudsten der priesters.

Het grote op te lossen probleem in dit gedeelte is dus dit: wie zijn de 24 ouderlingen? Ze worden 12 maal vernoemd in de Apocalyps en nergens anders Opb.4:4,10 / 5:5,6,8,11,14 / 7:11,13 / 11:16 / 14:3 / 19:4. Veel vergelijkende teksten hebben we dus niet. Hierover eerst alle gegevens in een statistiek: 1) Vormen een cirkel rond Gods troon, 4:4a. 2) Zijn in totaal met 24, 4:4b. 3) Zitten op 24 tronen, 4:4c. 4) Dragen witte gewaden en gouden kronen, 4:4d. 5) Vallen neer en aanbidden God, 4:10. 6) Zingen tot God, 4:11 en bespelen een harp, 5:8. 7) Troosten Johannes, 5:5. 8) Aanbidden het Lam, 5:8. 9) Presenteren op gouden schalen de gebeden der heiligen aan God, 5:8. 10) Afhankelijk van de vertaling bezingen zij hun eigen verlossing of deze van anderen, 5:8,9. 11) Ze spelen harp (5:8) en zingen een nieuw lied, 5:9. 12) Verklaren profetie aan Johannes, 7:14-17. 13) Loven God en spreken uit Gij zijt waardig, 4:11 / 5:12.

We citeren wat twee theologen van de leer van de bedelingen in dit verband zeggen. En het is voor 95 procent wat anderen in die kringen zeggen. In het gezamenlijk boek van Willem Glashouwer en Huib Verweij, De komst van Jezus Christus, Uitgeverij: Van der Stoep, 1985. De ouderlingen als engelen De tempel te Jeruzalem was de benedenverdieping van de hemelse tempel.

Wie zijn de 24 oudsten blz.100

Johannes ziet de hemelse overpriesters in vergadering bijeen. Hemels sanhedrin, senaat, raad Gods. God is zeer ontzagwekkend in de raad van Zijn heiligen, geducht boven alien die rondom Hem zijn (Psalm 89:8). Zie ook Job. 1 en 1 Kon. 22:19. De engelen hebben een groot aandeel in de uitoefening van het eindgericht. Het zijn de engelen die voor God staan. Johannes spreekt een van de ouderlingen aan met' mijnheer (7,14). Samenspel tussen ouderlingen en levende wezens (4:8 e.v.; 5:8-14; 19:4). Er zijn 24 priesterklassen (1 Kron. 24, verg. Luk. 1:5) en ook 24 klassen van tempelzangers. Hemelse raad van God: het overleg van de HERE met het hemelse heir, staande naast Hem. Wie zal Achab overreden?, vraagt de HERE. De een sprak aldus en de ander alzo. Toen ging een geest uit en stond voor het aangezicht des HEREN, en zei: Ik zal hem overreden (1 Kon. 22:19-21). Er is een raad der heiligen in de hemel van God; er zijn ook stellig engelen in de hemel, die voor God staan (Luk. 1:19) zoals Gabriel, Serafs (Jes. 6:1 -3) en Cherubim. Van overleg in de Raad Gods wordt gesproken in Job 1 en onder meer in 1 Kon. 22:19-21. Het is veel onderzoekers echter niet duidelijk waarom dit gegeven de aanwezigheid in de hemel van andere wezens zou uitsluiten. Evenmin duidelijk is voor hen waarom dit gegeven de aanwezigheid van verheerlijkte mensen zou weerspreken. Het gebruik van het woord mijn heer door Johannes bij het aanspreken van een ouderling bewijst niet dat deze ouderling een engel is. Hetzij men meent dat de ouderlingen de triumferende kerk vertegenwoordigen, hetzij men meent dat de ouderlingen alle verlosten representeren, of uitsluitend de gemeente van Christus, in alle gevallen is de aanspraak mijn heer tot een der ouderlingen verklaarbaar - aldus deze onderzoekers. (blz.101) Van doorslaggevende betekenis lijkt het gegeven dat de engelen in de troonzaal van , God duidelijk onderscheiden worden van de ouderlingen en de levende wezens (5:11 a). Nog duidelijker is dit onderscheid in 7:11, waar staat geschreven: Al de engelen random de troon. en de ouderlingen. en de levende wezens. Al de engelen en het n bij zowel ouderlingen als levende wezens, sluit redelijkerwijs de mogelijkheid uit, dat de ouderlingen en de levende wezens tot de engelen behoren. (blz.102) Deze uitleg strookt dan niet meer met deze van beide schrijvers op de bladzijde 119 waar ook de 4 dieren als engelen beschreven worden. Als dan in de term alle engelen dan niet de 4 engelen omvat kan dat ook het geval zijn met de 24 oudsten. Ook zij hoeven geen deel van alle engelen te zijn. Dit is dat citaat uit bladzijde 119 [onze hoofdletters]:

Wie zijn de 24 oudsten Slotoverwegingen

Zonder overgang beschrijft Johannes als in een adem de vier dieren als behorende tot de Troon. Voor de Troon was als een glazen zee, kristal gelijk, en in het midden van de troon en rondom de troon vier dieren ..... Alles in een vers (6) beschreven. Het midden van de Troon spreekt ervan dat zij nauwer dan enig ander schepsel aan de Troon verbonden zijn, nauwer nog dan de vierentwintig ouderlingen. HET ZIJN HOOGSTWAARSCHIJNLIJK - IN VERGELIJKING MET DE BESCHRIJVING VAN EZECHIL - CHERUBIM, MAAR DE ZES VLEUGELEN DOEN OOK DENKEN AAN SERAFIM. De cherubim bij Ezechil hebben de gelijkenis van mensen (Ez. 1:5b) met de hoofden van dieren. In analogie kunnen de wezens ook mensen zijn, maar nu als engelen, zoals verheerlijkte mensen immers als engelen zullen zijn (Marcus 12:25; Luc. 20:35,36). Alle verklaarders betrekken de vier zoa op de aarde, vanwege het getal vier. Het getal vier wordt algemeen als symbolisch voor de aarde beschouwd. De vier hoeken der aarde; de vier winden der aarde; (Openb. 7:1) en de vier rivieren en de vier grote rijken (Gen. 2:10; Dan. 7:2 e.v.; Zach. 1:18; Hand. 11:5, 6). We vonden bovendien dat de vier wezens, de leeuw, het jonge rund, het aangezicht van een mens en de roofvogel/arend/gier alle betrokken zijn op aarde en wereld, en een belangrijk aandeel hebben in de gerichten. Reeds werd opgemerkt dat bij de vraag of zij de verheerlijkte mensen zijn of wel engelen, zich dezelfde problematiek voordoet als bij de ouderlingen, reeds uitvoerig behandeld in hoofdstuk 17. Welke activiteiten hebben de engelen die worden beschreven in Openbaring? 1. Een engel gaf de Openbaring van Jezus aan Johannes (Openbaring 1:1,2). 2. Johannes kreeg een 'boekje' van een engel (Openbaring 10:1-11). 3. Aan het einde van Openbaring wordt ons verteld dat er engelen gezonden zijn (Openbaring 22:6 / Openbaring 22:16). 4. Engelen aanbidden God. (Openbaring 5:11-12 / Openbaring 7:11,12). 5. Engelen ondersteunen de prediking van het evangelie. (Openbaring 14:6,7). 6. Engelen helpen de dienaren van God. (Openbaring 7:2,3 / Openbaring 8:3,4). 7. Engelen brengen Gods oordeel over de aarde. Dit is de tekst in het Grieks van Openbaring 7:11 die men aanhaalt om te beweren dat de 24 oudsten niet tot de engelen kunnen behoren want er staat alle engelen.
Scrivener 1894 Textus Receptus


Nog een opmerking. Het woord voor alle of allen is in het Grieks pas of panta en is Strong's Number: 3956 Maar het wil niet steeds zeggen allen zonder dat eer 1 zou ontbreken. Ook hier in Openbaring 7:11 niet. We citeren uit: http://www.biblestudytools.com/lexicons/greek/kjv/pas.html#Legend of

Wie zijn de 24 oudsten

Our LibraryLexiconsNew Testament Greek LexiconNew Testament Greek Lexicon - King James Version Gebruikt in King James Vertaling: Word - Totaal: 1243 maar het is niet steeds met dezelfde betekenis. 1 individueel Een, elk, elke, elke, alle, het geheel, iedereen, alle dingen, alles 2 collectief Een, ENKELE VAN ALLE TYPES ... De hele wereld is hem nagegaan Ging de hele wereld Christus achterna? Vervolgens ging geheel Judea, en werden van hem gedoopt in de Jordaan. Werd heel Judea, of geheel Jeruzalem, gedoopt in de Jordaan? Gij zijt uit God, kinderkens, en de gehele wereld ligt in het boze. Heeft dit betrekking op de hele wereld en is er iedereen bedoelt? De woorden wereld en alle worden in sommige delen in de Schrift gebruikt maar hebben zeven of acht betekenissen, en het is zeer zelden dat allen: alle personen, individueel genomen moeten worden over het algemeen gebruikt om aan te geven dat Christus HEEFT SOMMIGEN, EEN AANTAL, VAN ALLE SOORTEN VERLOST - sommige Joden, sommige heidenen, een rijke, een arme, en is niet beperkt zijn verlossing om ofwel Jood of heiden ... (onze hoofdletters) De 24 oudsten zitten neer terwijl de 7 engelen op de trompetten blazen en voor God staan. Hoe weten we dat? Openbaring 4:4: En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen ZITTEN, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd. Dan zien we in Openbaring 4,5 en7: wierpen hun kronen neer vr de troon en ouderlingen wierpen zich neer en aanbaden Hem. Verder zitten ze op hun tronen. Openbaring 8: 2: 1 En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een half uur. 2 En ik zag de zeven engelen die vr God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven. ER is nog iets dat we zeker weten: de vierentwintig Oudsten kunnen niet mensen zijn die verlost zijn, omdat niemand behalve Jezus Christus (volgens bijvoorbeeld Johannes 3:13) is opgevaren naar de Hemel en de echte opstanding maar plaats heeft bij de Wederkomt. En deze is in dit gedeelte van Openbaring nog toekomst. WAAR Gods troon is zijn nog geen verlosten te bespeuren! De vierentwintig ouderlingen zijn dus een deel van de geschapen hemelse engelen Gastheer Dat wil zeggen, engelen van hoge komaf. Ze zijn geestelijke wezens die in de regering van God verantwoordelijke posities hebben gekregen. De 24 oudsten zijn nu belast met het Universum. Zie ook Psalm 34:7 / Psalm 91:11-12 / Psalm 91:4 /Daniel 6:22 / Matths 18:10. n ding is ABSOLUUT zeker: de Schrift zelf geeft niet aan dat de 24 ouderlingen het symbool zijn van iets. Willen we dat toch doen, dan maken we daarin slechts kans door de goede argumenten aan te voeren die dat bewijzen. Er moeten dwingende redenen zijn om dat te doen. Want anders zou men de Schrift wel eens geweld kunnen aan doen. Ze kunnen moeilijk een groep van uitsluitend Joden voorstellen. Ze kunnen ook bezwaarlijk een groep voorstellen van 24 volkeren uit de heidenen. Want er waren volgens het verslag van Genesis toen al 70 volkeren

Wie zijn de 24 oudsten

geteld (Genesis hoofdstuk 10). En ze kunnen ook moeilijk een groep voorstellen die zou gekomen zijn uit de een of andere verdrukking, vervolging of martelaarschap. Dat staat er allemaal niet. Dat wordt niet aangegeven door wat we bovenaan over hen in kaart hebben gezet. Zij die geloven in het pre-tribulationisme aanvaarden zoveel als mogelijk het literalisme, wat erop neer komt de Bijbel zo letterlijk mogelijk te lezen. Tezelfdertijd is hun uitleg over Openbaring 4 en de 24 oudsten echter een staaltje van symbolisme! De 24 oudsten zijn volgens hun leer = de gemeente van Jezus die is opgenomen vrdat er een grote verdrukking op de aarde komt. In wat volgt zullen we regelmatig verwijzen naar een internetartikel op http://www.eindtijd.com/ en hun uitleg van Openbaring hoofdstuk 4. Zij geloven in het dispensationalisme en pretribulationisme. Maar we beginnen met Thomas Ice van the Pre-Trib Research Center die eenzelfde richting leert. Hij citeert in n van zijn artikelen wat Charles Ryrie in dat verband zegt: In het Nieuw Testament, zijn ouderlingen de hoogste vertegenwoordigers van de gemeente (zie Hand.15:6 / 20:28), en in het Oud Testament zijn 24 ouderlingen aangesteld door David om het volledige aantal van het Levietische priesterschap voor te stellen (1 Kron.24). Wanneer deze 24 samenkwamen in de tempelgebouwen in Jeruzalem dan was er in hen de vertegenwoordiging van het gans priestergeslacht aanwezig. Het is dus goed aan te nemen dat de ouderlingen (van Openbaring) het ganse menselijke geslacht voorstellen () de gemeente is daar opgenomen vrdat de verdrukking begint. Thomas Ice citeert dit in zijn internetartikel The Necessity of an Interval between the Rapture & Second coming. Dit voegt Thomas Ice zelf er nog aan toe: Wanneer deze ouderlingen de kerk voorstellen dan wil dat twee zaken ondersteunen; 1) Dat maakt het noodzakelijk dat de opname en het loon aan de gemeente is overgedragen voordat de verdrukking zijn aanvang neemt en dat eist een zevenjarige tussenperiode waarin de kerk haar hemelse taken vervuld tijdens die periode van verdrukking. 2) Het is ook daarom dat de gemeente is opgenomen voordat de verdrukking start. Daar schort als argumentatie het n en ander aan. Bekijken we de beweringen van Charles Ryrie. Hij zegt: In het Nieuw Testament, zijn ouderlingen de hoogste vertegenwoordigers van de gemeente (zie Hand.15:6 / 20:28). Dat is leugenachtig en bovendien Bijbels niet waar. De twee verzen waar men naar verwijst ondersteunen dat absoluut niet. In Handelingen 15:6 is er sprake van twee belangrijke groepen in het kerkelijke bestuur: de apostelen en de oudsten. We hebben in dit gedeelte met drie groepen te maken; apostelen, oudsten en de andere kerkleden. Dat is duidelijk wanneer je de verzen 4 en 5 er bij leest, en dat is de onmiddellijke context. We zien eigenlijk het omgekeerde van wat dispensationalisten beweren. Dit zijn enkele feiten over wat ouderlingen doen in een gemeente en wie zij zijn? Handelingen 15:6 (NBG) zegt: En de apostelen en de oudsten vergaderden om deze aangelegenheid te overwegen. Ouderlingen besturen in die dagen de kerk in Jeruzalem (want daar gaat het hier om) samen met de apostelen. Indien we er nog verder op ingaan zijn de oudsten plaatselijke bestuurders, van een plaatselijke gemeente. Ze stellen de ALGEHELE KERK NIET VOOR, er is geen enkele tekst die dat leert. Ze kunnen vanuit zo een argument (gebruikt door Charles Ryrie en Thomas Ice) dus de oudsten uit Openbaring niet zijn. Het belang van deze vergadering was dat de apostelen er waren en Paulus die het probleem had aangekaart; heidense gelovigen hebben rechten en gn Mozasche plichten.

Wie zijn de 24 oudsten

De andere tekst die Ryrie aanhaalt staat in Handelingen 20:28 (NBG): Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. Hier is het duidelijk; de plaatselijke opzieners zijn de alln verantwoordelijken voor DIE GEMEENTE en vertegenwoordigen geen enkele andere. Ryries voorbeeld is gn ondersteuning van zijn conclusies, die zijn vraf ingekleurd. Dit is de juiste conclusie: oudsten zijn nergens in de Schrift de voorstelling van HET BESTUUR VAN DE GEMEENTE ALS N GEHEEL. Trouwens we doen dan onrecht aan wat de Heer in Zijn gemeente doet: Hij is de ECHTE OUDSTE, alleropziener. Ouderlingen zijn nergens in de Schrift de voorstelling van de totale gemeente (kerk) van Christus. Wanneer het dan echt zou gaan om het bestuur van de kerk dat in Openbaring beschreven is in de 24, waarom is niet alles in het bijzonder genoemd bijvoorbeeld; kijk mensen, dit = dat, dit zijn de twaalf patriarchen en dat de twaalf apostelen, de stamvaders van Isral en de kerk van Christus. Dat staat er niet, maar waarom ze dan langs een omweg ten tonele voeren. Een laatste poging doet Ryrie voor zijn uitleg wanneer hij wijst op de 24 onderverdelingen van de priesters in het Oud Testament. Hetzelfde zien we ook nog op een andere internetsite namelijk http://www.eindtijd.com/ waar staat: De 24 oudsten vertegenwoordigen de gemeente van Christus in de hemel, die als een heilig en koninklijk priesterschap dienst doet in de hemel onder het hogepriesterschap van Christus Jezus. Things to Come, bldz. 255, 1 Petr.2:5 en 9. (Johannes de Heer: Vertegenwoordigers van de verloste mensheid, 12 uit het oude verbond en 12 uit het nieuwe verbond. De komende Koning, bldz.31, idem Pentecost in Things to Come, bldz. 254-255.) Priesters hadden in die dagen de functie van vertegenwoordigers voor het volk te zijn tegenover God. Die twee groepen waren streng gescheiden, het volk kwam nooit in de tempel en priesters mochten er slechts in na een rituele reiniging. Wanneer we dat belangrijke onderscheid toepassen op het boek Openbaring dan krijgen we het tegenovergestelde als resultaat van wat C. Ryrie en T. Ice zeggen. Het heeft weinig zin te verwijzen naar 1 Petrus 2:9 waar de gemeente van Christus een koninklijk priesterschap genoemd wordt. Wie geloofd in de opname van de gemeente vr de grote verdrukking, leert namelijk dat alle nieuwTestamentische gelovigen de gemeente voorstellen. Maar ze kunnen de vertegenwoordigers niet zijn van de gemeente, want alle gemeenteleden zijn in hun uitleg dan al opgenomen tot de Heer. Ze kunnen dus niet tegelijkertijd de 24 oudsten zijn. Beeld en tegenbeeld zijn dus strijdig met elkaar. Indien de 24 oudsten wat te maken hebben met de regelingen van priesters in het Oud Testament dan moet het wat anders voorstellen dan wat die beide dispensationalisten zeggen. Dat is dus duidelijk: in Openbaring zijn de 24 oudsten symbool van NIEMAND. Ze zijn gewoon zichzelf. Indien we het getal 24 pers figuurlijk willen uitleggen zou dat wel dit kunnen zeggen; dat er 24 verscheidene aparte groepen van engelen zijn die een speciale dienst verrichten rondom de troon. Omdat deze 24 ouderlingen nog verscheidene malen genoemd zijn in de Openbaring willen we hen verder beschrijven aan de hand der Bijbelse gegevens. Ze zitten rond Gods troon, zelf op tronen, in witte klederen en met kronen op hun hoofd als teken van autoriteit, (4:4 / 14:3) ze brengen een eeuwige hulde aan God

Wie zijn de 24 oudsten

(5:11,14 / 7:11 / 11:16 / 14:3 / 19:4). Ze brengen de gebeden der heiligen tot God (5:6-8). En van hen geeft een aanmoediging aan Johannes (5:5). En is ook een verklaarder van visioenen (7:13). Ze werpen hun kronen voor de troon en loven God en het Lam (4:10). Aan het symboliseren van de 24 ouderlingen hebben we geen behoefte, deze 24 zijn wat ze zijn. Daarom eens uitgelegd in het lang en het breed: a) Deze ouderlingen worden in Opb.5:6-8 afgebeeld als dat ze de gebeden van de heiligen aan God aanbieden. Dat de gemeente zelf zijn gebeden aan God zou aanbieden kan dus niet waar zijn gezien deze tekst. Er is ook nergens in de Schrift gezegd dat mensen gebeden aan God aanbieden. Maar engelen kunnen dit wel en speciaal de engelen die ons bewaken (Mat.18:10 / Hand.12:15). De ouderlingen zijn dus gn mensen, die ten hemel opgenomen zijn en ook niet de verheerlijkte gemeente. b) Deze ouderlingen zijn dus beschreven als priesters maar NOOIT als koningen. De gemeente is echter een geslacht van koningen en priesters (Opb.20:4-6 / 1 Pet.2:9 / Opb.5:10). In het OT (zegt men) was ook de priesterklasse verdeeld in 24 onderdelen volgens 1 Kron.24:1-19. Maar dat is slechts de telling die geldig is vanaf David en Salomo. Ook dan gaat het om een selectie die David heeft gemaakt van afstammelingen van Aron. Hij koos 16 zonen uit Zadok van Eleazar en 8 zonen uit het huis van Ithamar. Alle andere afstammelingen werden niet waardig genoeg geacht voor een functie. N de ballingschap waren er slechts vier groepen van de priesters teruggekeerd en heeft men er opnieuw een groep van 24 uit samengesteld (Ezra 2:36-39 / 3:2). Deze 24 zijn in de tijd van David en n de ballingschap dus NOOIT de voorstelling van al de Levieten, maar gewoon van afstammelingen van hogepriesters. We zeggen dat om een aantekening te maken bij wat men meestal zegt in kringen van herstel van Isral als staatsgodsdienst: de 24 stellen absoluut NIET ALLE priesters voor. Het leger was in Isral verdeeld in groepen van 24.000 soldaten (1 Kron.27:1-5) en er waren 24 verdelingen onder de poortwachters (1 Kron.26:17-19). In het OT dus steeds een letterlijk getal. Zo ook zeer waarschijnlijk hier. Laat de gelijkenis met het Aronische priesterschap ons er niet toe verleiden tot verkeerde conclusies over te gaan. Het priesterschap van het O.T. IS afgeschaft doordat Christus die wet heeft vervuld en tot zijn einde (telos in het Grieks) gebracht heeft. c) Deze ouderlingen zitten op tronen vrdat Christus is teruggekomen en vrdat de oordelen over de aardse bewoners komen die in de verscheidene plagen uit het boek beschreven zijn. In Opb.20:4,6 wordt er gezegd dat de gemeente bij de eerste opstanding op tronen gaat zitten. Ze zitten niet in de hemel maar regeren met hun Heer nu al. Er is van Christus natuurlijk aan Zijn 12 discipelen de belofte gedaan dat ze op 12 tronen zullen zitten (Mat.19:28). Maar pas op; dat heeft plaats bij de wedergeboorte. En de vraag is dan wie zouden de andere twaalven zijn? Een twaalftal bekende bekeerde figuren uit de heidenen? We maken deze drie opmerkingen met het oog op de New Scofieldbijbel die pers in deze groep van 24 oudsten, de juist tevoren opgenomen gemeente wil zien (zie blz.1356). Maar wanneer men zegt dat de gemeente niet meer aanwezig is op aarde, n Opb.4:1, dan is n en ander ons toch niet duidelijk. Er zijn bepaalde termen waarmee de gemeente van Christus beschreven wordt in het NT. Het zijn diezelfde termen die we ook na Opb.4:1 nog in het boek Apocalyps vinden. Zie de lijst hieronder. En de teksten met betrekking tot de gemeente van Christus, die bij elk onderdeel staan, komen uit het NT.

Wie zijn de 24 oudsten

10

1) elke stam en taal en natie Opb.5:9 = Abraham is de geestelijke vader van alle gelovigen in elke natie vergelijk Rom.4:11,16-18 en Gen.17:1-6. 2) een koninkrijk van priesters Opb.5:10 = 1 Pet.1:18,19 / 1 Pet.2:9,10. 3) martelaren Opb.6:9 = Mat.10:22,23 / Joh.15:20 / Hand.4:1-3. 4) menigte Opb.7:9 / 19:5,6 = Hand.11:17,18 / 13:47-49. 5) slaven Opb.1:18/ 19:2,5 = 1 Cor.7:22,23 / 1 Pet.1:18,19. 6) broeders Opb.12:10 = 1 Cor.12:12,13 / Gal.3:28 / Col.3:11. 7) overschot (rest) 12:17 = Rom.9:24-27 / 11:5. 8) heiligen Opb.13:7,10 / 14:12 / 18:20,24 = Hand.9:13 / Rom.1:7 / Rom.12:13 / 2 Cor.1:1. 9) bruid Opb.19:7 = Joh.3:28,29 / Eph.1:22,23 en 5:22,23 / 1 Cor.6:17. De Messiasbelijdende Jood A. Fruchtenbaum zegt in zijn boek The Footsteps of the Messiah, blz.113 zeer terecht dat de uitnodiging in Opb.4:1 slechts op de apostel slaat en dat we hier gn rapture (opname) van de gemeente moeten in zoeken. Maar, er zijn waarschijnlijk gn 1% van alle dispensationalisten die dat geloven. En ook dezen geloven niet dat de 24 = de gemeente: E. W. Bullinger, Commentary on Revelation, Kregel Publications, 1984, blz.217-220 en Thomas R.L., Revelation 1-7: An Exegetical Commentary (Wycliffe Exegetical Commentary), Moody Press, 1992, blz.344-348. En toch een dispensationalistisch uitgever.

Wij geloven dat de 24 oudsten een groep van engelen zijn


Wij zien dat de 24 ouderlingen in Opb.5:8-10 zaken verrichten vr de gemeente en dat is de taak van engelen, ze staan in functie van de mensen, in dit geval van de gelovigen. We lezen in het Bijbelgedeelte Opb.5:8-10: En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren EN de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen. En ZIJ zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. De oudsten zingen dus vr Gods troon een gezang, staat in onze Bijbeltekst. Afhankelijk van de vertaling die we aanhalen krijg je te lezen: Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie (NBG) of want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie (SV77). Wat is het verschil in deze teksten; volgens bepaalde vertalingen lees je dat de ouderlingen zingen over HUN verlossing maar in andere lees je dat ze zingen over verlossing van ANDEREN. Het gaat niet om n of ander verkeerde vertaling. Het heeft te maken met de Bijbelmanuscripten die verschillen; staat er in de Griekse tekst een eerste persoon meervoud of de derde persoon meervoud. Zingen ze over zichzelf, of over een andere groep? Het is duidelijk dat het om het laatste gaat,

Wie zijn de 24 oudsten

11

om een zeer eenvoudige reden. Wanneer de ouderlingen zingen, dan zingen TEGELIJKERTIJD OOK DE VIER DIEREN DAT ZELFDE LIED. Niemand van dezen die in de leer van het dispensationalisme geloofd, leert echter dat die 4 dieren deel zijn van de kerk, of in een andere vorm de kerk voorstellen. Men is niet goed bezig op die manier, want sluiten we ze er van uit dan klopt het rapport van Johannes niet meer dat hij neerschrijft over de hemelse zaken die hij gezien heeft. Men mag de Schrift toch geen geweld aandoen. Want dit staat er zondermeer: En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren EN de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder. Die en mag men niet wegmoffelen. Wie oprecht is moet dan leren dat ook de 4 dieren gered zijn! Wat in de originele tekst van Johannes gestaan heeft, de eerste persoon meervoud of de derde persoon meervoud heeft dus weinig belang. Het voegwoord en staat namelijk in alle teksten van de Bijbelmanuscripten en daar is geen ontkomen aan. Wie niet leert dat de 4 dieren eveneens de kerk zijn, of een andere groep van verlosten, doet aan een selectieve keuze en laat de Schrift buikspreken. Dat moet u toch duidelijk zijn! Men verwijst naar Exodus 15:13,16,17 als bewijs dat een groep mensen ook over zichzelf kan zingen in de derde persoon, zodat dit ook mogelijk is in dit gedeelte. Maar daar hebben we geen problemen mee. We herhalen het nog eens: die en mag men niet wegmoffelen. Het is dus veel eenvoudiger te zeggen dat de 24 ouderlingen engelen zijn. Dan kunnen ze geen groep voorstellen die er op dat moment in de hemel niet is. Op een Internetsite van de New English Bible (http://www.netbible.com) staan volgende bemerkingen bij Opb.5:8 enkele verschillen die we onvertaald weergeven (wil je echt niet weten hoe de Griekse varianten in elkaar zitten sla dit gewoon over): 28tn The word persons is not in the Greek text, but is implied. Direct objects were often omitted in Greek when clear from the context. 29tn Grk and language, but kaiv (kai) is not translated since English normally uses a coordinating conjunction only between the last two elements in a series of three or more. 30tn The verb ejpoivhsa (epoihsas) is understood to mean appointed here. For an example of this use, see Mark 3:14. 31tn The reference to kingdom and priests may be a hendiadys: priestly kingdom. 32tn The words to serve are not in the Greek text, but are implied by the word priests. 33tc The textual problem here between the present tense basileuvousin (basileuousin, they are reigning; so A 1006 1611) and the future basileuvsousin (basileusousin, they will reign; so 2053 ByzA) can be solved by realizing that codex A mistakes the future for the present in 20:6. The future tense in 20:6 is so certain that it is not even listed as a textual problem in NA27 or UBS 4. 34tn Here kaiv (kai) has been translated as then to indicate the implied sequence of events within the vision. 35tn Grk elders, and the number of them was. Because of the length We gaan nog een stap verder in de redenering waarom de 24 ouderlingen niet de kerk (gemeente van Christus) zijn. We lezen in Openbaring 4:9: En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en

Wie zijn de 24 oudsten

12

dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden leeft, zullen de vierentwintig oudsten zich nederwerpen voor Hem. We leren hieruit dat de 4 dieren en de 24 ouderlingen regelmatig samen zingen en ook hier krijgen we ongeveer hetzelfde gezang te horen als later in hoofdstuk 5. Het is een unisono zoals men in muziektermen zegt. Het zijn twee koren die hetzelfde zingen. Nu had de profeet Jesaja over een groep engelen wat gezegd en die beschrijving die we van hem kennen is ongeveer deze van de apostel Johannes in zijn boek. Jesaja en Johannes spreken vanuit een persoonlijke ervaring in deze zaken, ze hebben HET GEZIEN. De vraag die we bij nadere lezing van die twee gedeelten zullen moeten beantwoorden is deze: waarom is er geen sprake van de 24 ouderlingen in het verhaal van Jesaja wanneer je (ikzelf dan) zegt dat ook de 24 oudsten een groep engelen zijn. Bekijken we wat Jesaja in zijn rapport daarover schrijft. Jesaja hoofdstuk zes beschrijft de roeping van de profeet en de verzen 1-3 beginnen aldus: In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon en zijn zomen vulden de tempel. Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezicht, met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij. En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is de HERE der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol (wij onderstrepen de tekst). Dat is in grote trekken wat Johannes zegt in Openbaring 4:6-8: En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt (wij onderstrepen de tekst). We zijn niet de enigen die zeggen dat de serafs van Jesaja en de vier dieren van Johannes dezelfden zijn, het merendeel van de dispensationalisten zeggen het trouwens ook. Ze bezingen dezelfde dingen: een driemaal heilige God. Het is slechts later dat er voor de eerste maal melding gemaakt wordt van een stilte in de hemel. Dat moeten we er dan ook uit begrijpen; serafs en cherubijnen hebben een aparte functie in het hemelse rijk. Waarom zouden er ook geen 24 ouderlingen-engelen kunnen zijn in nog een andere functie? Waarom is er dan geen sprake van de 24 ouderlingen in het verhaal van Jesaja? EENVOUDIGWEG OMDAT HIJ ZE NIET GEZIEN HEEFT? DAT WETEN WE NIET! Wanneer een profeet wat ziet dat zich afspeelt in de hemel kan hij; 1) slechts een deel zien van hoe het er daar aan toe gaat, hij hoeft de hemel niet gezien te hebben in als zijn hoeken en kantjes om te weten dat hij er was, of 2) de schrijver kan slechts noteren wat een enorme indruk op hem gemaakt heeft, maar niet alles beschrijven. Wat Johannes zag en de manier waarop hij het beschrijft leert ons ook nog eens dat de 24 ouderlingen niet de kerk zijn. Dit ziet hij volgens Openbaring 4:1-6 (NBG) en wij ondestrepen enkele zaken: Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Terstond kwam ik in vervoering des geestes en

Wie zijn de 24 oudsten

13

zie, er stond een troon in de hemel en iemand was op die troon gezeten. En die erop gezeten was, was van aanzien de diamant en sardius gelijk; en een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk. En rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op die tronen waren vierentwintig oudsten gezeten, in witte klederen gekleed en met gouden kronen op hun hoofden. En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven Geesten Gods. En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. Wat is hier belangrijker dan de verleden tijd die Johannes gebruikt bij wat hij ziet in het aankomen in de hemel: was en waren. Toen Johannes naar de hemel opsteeg geeft hij te kennen dat de 24 ouderlingen er waren. Hijzelf kan er dus geen deel van zijn en het is juist dat wat dispensationalisten zeggen: de opstijging van Johannes is de voorstelling van de opname van de gemeente. Maar de 24 oudsten zitten op hun troon al wanneer Johannes in de hemel toekomt. Johannes leert in Opb.4:1-6 absoluut niet wat Charles Ryrie en Thomas Ice leren. Dan zouden er duidelijk andere aanwijzingen geweest zijn in wat Johannes beschrijft. Die tijdsindeling is belangrijk in Openbaring 4:1-6, want in wat volgt krijgen we een tegenwoordige tijd te lezen bij wat de 24 ouderlingen en de 4 dieren doen. Openbaring 4:8-11 (NBG) zegt het volgende (wij onderstrepen de tekst): En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden leeft, zullen de vierentwintig oudsten zich nederwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en Hem aanbidden, die tot in alle eeuwigheden leeft, en zij zullen hun kronen voor de troon werpen, zeggende: Gij, onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht; want Gij hebt alles geschapen, en om uw wil was het en werd het geschapen. Openbaring 4:9-11 in de Willibrord 95 leest (wij onderstrepen de tekst opnieuw): Telkens als de dieren heerlijkheid, eer en dank brengen aan Hem die op de troon zetelt en die leeft tot in alle eeuwigheid, vallen de vierentwintig oudsten neer voor Hem die op de troon zetelt, om Hem te aanbidden die leeft tot in alle eeuwigheid. Zij werpen hun kronen neer voor de troon, terwijl ze uitroepen: Waardig bent U, onze Heer en onze God, de heerlijkheid en de eer en de macht te ontvangen; want U hebt het heelal geschapen: door uw wil ontstond het en werd het geschapen. Dit leert ons dat Johannes door deze werkwoordvorm aangeeft dat er in de hemel een permanente zang is, er is een zonder-ophouden-lofprijzing over God te horen. Indien Jesaja de 24 ouderlingen gezien heeft maar niet beschreven dan zullen ze vanuit deze teksten God ook toen geprezen hebben en in alle toonaarden bezongen. Johannes heeft dat zo gezien en genterpreteerd. En de Heilige Geest die hem begeleidde in het neerpennen van die zaken heeft het goed geacht. Ware het niet zo dan zou er wat anders beschreven staan. Dat leert ons wat; dat waarschijnlijk de 4 serafs (de 4 dieren van Openbaring?) en met zekerheid de 24 ouderlingen in de hemel een dienst verrichten als de priesters in het Oud Testament hebben gedaan. En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen lezen we in Opb.5:8. De 24 oudsten doen wat een andere engel in de Openbaring doet volgens Openbaring

Wie zijn de 24 oudsten

14

8:3,4 (wij onderstrepen de tekst): En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon. En de rook van het reukwerk, mt de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Gods aangezicht op. Het ligt dus vanuit deze tekst voor de hand dat de 24 ouderlingen ook engelen zijn. Ook nog verder in het boek Openbaring zien we dat de 24 oudsten de zaken behartigen van de verlosten. De 24 oudsten zingen van verlossing, van alle heiligen die hun loon ontvangen maar ze rekenen zich daar zelf niet bij. Ze zingen niet over henzelf. Dit is zeer duidelijk in Openbaring 11:15-18 dat in de NBG de titel heeft: De zevende bazuin De lofzang der oudsten. Er staat: En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. En de vierentwintig oudsten, die voor God op hun tronen gezeten waren, wierpen zich op hun aangezicht en aanbaden God, zeggende: Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard; en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen EN de tijd voor de doden om geoordeeld te worden EN om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven (wij onderstrepen de tekst). Let er op: vier zaken die tezelfdertijd geschieden! 1) toorn, 2) oordeel, 3) heiligen die hun loon ontvangen en 4) het veroordelen van de goddeloze dat alles in n vloeiende beweging van God zonder hier en daar een tijdsperiode tussenin.

Er is nog iets waar we wat willen over zeggen. Het is duidelijk dat de dienst van het tabernakel gedaan is vanuit dat wat Mozes gezien heeft in een hemels visioen. Exodus 25:8,9 (SV) zegt: En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult gijlieden dat maken. Exodus 25:40 (NBG) zegt: Zie nu toe, dat gij alles maakt naar het model dat u daarvan op de berg getoond is. Later zien we datzelfde beschreven in Hebreen 8:5 (SV): Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is. Het aardse tabernakel is dus zowel volgens het OT als het NT een kopie van hemelse aangelegenheden. Gaat het hier om uiterlijke zaken: een wierookvat, een bad om dieren te reinigen enz. Waarschijnlijk niet, maar als het om het dienen in de tabernakel gaat waarom zouden er geen

Wie zijn de 24 oudsten

15

engelen dienst verrichten in deze hemelse tempel? Want toen was er nog geen n mens in de hemel, dus waren er geen menselijke priesters. Ook het dienen van de priesters in Gods tempel was een zaak van goddelijke ordening volgens 1 Kron.24:19 (SV): Het ambt van dezen in hun dienst was te gaan in het huis des HEEREN, naar hun ordening door de hand van Aaron, huns vaders; gelijk als hem de HEERE, de God Israels, geboden had. Ook Numeri 16:5 (SV) zegt er wat over: En hij sprak tot Korach, en tot zijn ganse vergadering, zeggende: Morgen vroeg dan zal de HEERE bekend maken, wie de Zijne, en de heilige is, dien Hij tot Zich zal doen naderen; en wien Hij verkoren zal hebben, dien zal Hij tot Zich doen naderen. De drie criteria van priesterschap uit het OT zijn ook vervuld in wat de 24 oudsten doen in de hemel; 1) Ze zijn door God uitverkoren om dat werk te doen. 2) Ze zijn heilig. 3) Ze verrichten dienst in de hemel met Gods goedkeuring. Denk daar eens rustig over na!

De tegenargumenten van dichtbij bekeken


Voor ons is het duidelijk; de 24 oudsten kunnen de gemeente NIET symboliseren. Er is geen enkele reden aan te geven waarom de 24 wat anders zouden voorstellen dan wat ze zijn in aantal! Ze zijn niet de 4 dieren. Maar ze zijn samen met hen in hemelse dienst, God lovende en prijzende en zijn bovendien dienstig aan de heiligen (Opb.4:11 / 5:9,10 / 11:17,18 / 19:4). Dat zijn zaken die allemaal vr de opname van de gemeente gebeuren. En een groep engelen met welomschreven bevoegdheden past hier wonderwel als beeld van de 24. Vier argumenten moeten we nog weerleggen en ze komen uit het internetartikel op http://www.eindtijd.com/ Daar staat: De term presbyter (=oudste) wordt nergens in de Bijbel verbonden aan engelen. We lezen ergens op een andere plaats dat: alle engelen op hetzelfde moment geschapen zijn en er dus gn oudsten onder hen kunnen zijn. De Bijbel zegt nergens dat de engelen allen op n ogenblik het levenslicht gezien hebben. Of het zo is of niet heeft toch geen belang. Stel je voor er zijn zoveel soorten engelen: serafijnen, cherubijnen, troonengelen enz. De vier dieren uit Openbaring hebben elk zes vleugels, dit vinden we ook bij de Serafs in Jesaja 6:2. God stelde Cherubs ten oosten van het Paradijs. Gen.3:24 Twee Cherubs van goud staan aan de einden van het verzoendeksel. Exodus 25:18-20 Volgens Ezechil 28:14-16 was ook satan ns een Cherub. Waarom zou God bij de schepping van de engelen dan geen engelenoudsten geschapen hebben! Of ze later hebben aangesteld? Reeds in het OT is geleerd dat YaHWeH in de hemel zit en omgeven is door een raad van engelen. Vergelijk dit in: Job 1:6 : Op zekere dag nu kwamen de zonen Gods om zich voor de HERE te stellen, en onder hen kwam ook de satan.

Wie zijn de 24 oudsten

16

Job 2:1: Op zekere dag kwamen de zonen Gods om zich voor de HERE te stellen, en onder hen kwam ook de satan om zich voor de HERE te stellen. Jes.24:23: Dan zal de blanke maan schaamrood worden, en de gloeiende zon zal zich schamen, want de HERE der heerscharen zal Koning zijn op de berg Sion en in Jeruzalem, en er zal heerlijkheid zijn ten aanschouwen van zijn oudsten(hemels of aards naargelang iemands uitleg). Ps.89:8: God is zeer ontzagwekkend in de raad der heiligen, geducht boven allen die rondom Hem zijn. En n tekst spreekt over ouderen onder die engelen, met de aantekening wanneer die over hemelse ouderen spreekt. Een verwijzing naar de ouderen in het Joodse volk is hier niet uitgesloten. Kijk er eens enkele commentaren op na. En dit is die tekst, Jesaja:24:43: Dan zal de blanke maan schaamrood worden, en de gloeiende zon zal zich schamen, want de HERE der heerscharen zal Koning zijn op de berg Sion en in Jeruzalem, en er zal heerlijkheid zijn ten aanschouwen van zijn oudsten. Het is waar dat in het OT nooit gezegd wordt dat de engelen zitten rondom Gods troon; ze worden steeds staande afgebeeld. Maar dit lijkt ons gn handicap voor onze uitleg.

Het is tevens waar dat er geen melding gemaakt word van engelen als ouderlingen, maar als dat een echt argument is moet men natuurlijk die teksten uit Openbaring niet daartoe rekenen. Er zijn ter illustratie enkele titels aan te halen die Jezus Christus heeft, maar slechts nmaal gebruikt worden zodat men niet al te zeer zo iets unieks moet benadrukken. Kijk eens naar deze vier voorbeelden, allen beginnend met de letter A; Adam (laatste): 1 Cor.15:45 / Afschijnsel van de heerlijkheid Gods: Heb.1:3 / Amen: Opb.3:14 / Apostel onzer belijdenis: Heb.3:11. Maar er zijn er veel meer. Je kan hetzefde zeggen over uitdrukkingen: eeuwig leven staat nmaal in het OT (Dan.12:2 ), eeuwige redding staat nmaal in het OT (Jes.45:17) en eeuwig verbond nmaal in het NT (Heb.13:20). Iets dat nmalig in de Bijbel staat moeten we met evenveel zorg bekijken alsdat het er tienmaal staat. Waarom zou een engel dan geen ouderling kunnen zijn. Wat wel mag onderstreept worden is dat er nergens in de Schrift staat dat de ouderlingen gn engelen KUNNEN zijn om deze of een andere reden. Er is echter een aanwijzing om te zeggen dat ze het zijn, want het voorzetsel voor oudere dat soms arche is in het Grieks, komt enkele malen voor met betrekking tot engelen. Het woord aarts-engel bijvoorbeeld is Judas 1:9 NBG: Maar Michal, de aartsengel, durfde, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel uitbrengen, doch hij zeide: De Here straffe u!). In het OT is deze engel n van de voornaamste. Dan.10:13 NBG (wij onderstrepen de tekst) zegt over hem: Maar de vorst van het koninkrijk der Perzen stond eenentwintig dagen tegenover mij; doch zie, Michal, een der voornaamste vorsten, kwam mij te hulp, zodat ik daar, bij de koningen der Perzen, de overhand behield;). De Statenvertaling spreekt hier van: Michal, een van de eerste vorsten en eerste = Griekse arche (wij onderstrepen de tekst). Die engel is een OUDSTE = iemand met de functie van opziener, een premier zoals het Griekse arche ook vertaald kan worden. Daarom moeten we ook nog dit opmerken. In 2 Kron.22:1 NBG: Toen maakten de inwoners van Jeruzalem

Wie zijn de 24 oudsten

17

Achazja, zijn jongste zoon, koning in zijn plaats, want een roverbende die met de Arabieren in de legerplaats gekomen was, had al de ouderen gedood. Zo werd Achazja, de zoon van Joram, de koning van Juda, koning. Oudsten is hier het Hebreeuws ri'shown en in de Griekse Septuaginta presbyterous = oudsten = ouderlingen. Dit is het volgende wat er staat op http://www.eindtijd.com/: Ze worden duidelijk onderscheiden van de engelen en de vier dieren. Opb.5:11a en 7:11. () Deze ouderlingen worden duidelijk onderscheiden van mr dan deze twee: 1) (de) engelen, 5:11a / 7:11. 2) de vier dieren, 4:9,10. 3) de heiligen, 5:8. 4) zij die uit de grote verdrukking komen, 7:13. 5) de verlosten, 5:9,10. 6) die deel hebben aan de eerste opstanding, 11:16-18. 7) de eerstelingen, 14:15. 8) de vrouw van het lam, 19:4. Op http://www.christiananswers.net/dutch/q-acb/acb-t005-nl.html#9 vonden we dit maar wel sterk ingekort over hoe engelen werkzaam zijn. WAT IS DE TAAKOMSCHRIJVING VOOR EEN ENGEL? We weten niet of alle engelen dezelfde taakopdracht hebben, of dat sommige gespecialiseerd zijn op bepaald gebied. De bijbel spreekt wel over bepaalde klasses engelachtige wezens zoals de cherubs (Ez.1) en de serafs (Jesaja 6). We kennen ook de namen van twee aanzienlijke engelen: Michal (Danil 10:13 / Judas 9) en Gabril (Danil 9:21 / Lucas 1:19,26). Engelen die niet bij name genoemd worden in de bijbel voerden diverse taken uit - allemaal om God te dienen.

Aanbidding en lofprijs - Dat is hun hoofdtaak in de hemel. (Jesaja 6:1-3 / Openbaring 45). Bekendmaken - Ze dienen als boodschappers om Gods wil te verkondigen aan mensen. Ze hielpen bij het bekendmaken van de wet aan Mozes (Hand.7:52,53), en dienden als dragers van veel dingen in Danil en Openbaring. () Bescherming - Ze bewaarden Gods volk in fysiek gevaar, zoals bij Danil in de leeuwenkuil en de drie vrienden in de brandende oven (Danil 3 en 6). () Gebedsverhoringen - God gebruikt vaak een engel als Hij wil vertellen dat Hij de gebeden van zijn volk gehoord heeft (Danil 9:20-24 / 10:10-12 / Hand.12:1-17).

Wie zijn de 24 oudsten

18

Nu zijn er grote gelijkenissen met wat de 24 ouderen doen: aanbidding en gebedsverhoring. Zit daar eens bij stil, met de Bijbel open bij Opb.5:8. De 24 oudsten doen wat een andere engel doet in Openbaring 8:3,4 = ze hebben wat te maken: met de gebeden van alle heiligen. Er staat op http://www.eindtijd.com/ over kronen het volgende: kronen. (stefanos -kroon) Gelovigen ontvangen een kroon. 2 Tim.4:8, Jakobus 1:12, 1 Petr.5:4, Opb.2:10, 3:11. Engelen niet. We lezen nergens in de Bijbel dat engelen een stefanos- kroon dragen. Kronen en tronen zijn een teken van overwinning en van de koninklijke bestemming van de gelovigen. Dat geloven we niet om de eenvoudige reden dat de stefanos kroon door anderen dan de heiligen gedragen wordt en dat zelfs in het boek Openbaring. Bekijk eens deze teksten: Openbaring 6:2 (Luthervertaling): En ik zag, en zie, een wit paard, en die daarop zat had een boog, en hem werd een kroon (stefanos = kroon) gegeven, en hij trok uit als overwinnaar om te overwinnen. Openbaring 9:7 (Luthervertaling): En de sprinkhanen waren aan de paarden gelijk, die ten oorlog uitgerust zijn; en op hunne hoofden waren als kronen (stefanos = kroon), aan goud gelijk; en hunne aangezichten als aangezichten van mensen; Openbaring 12:1 (Luthervertaling): En er verscheen een groot teken in den hemel: ene vrouw, met de zon bekleed, en de maan onder hare voeten, en op haar hoofd ene kroon (stefanos = kroon) van twaalf sterren. Nog een kleine nota over de kronen die de ouderlingen op hun hoofden dragen. Men zegt in de kringen van de bedelingen (zie o.a. J.H. Alexander) dat dit wijst op overwinning en zodoende op verheerlijkte gelovigen. Men geeft dan de volgende teksten in dat verband aan; 1 Cor.9:24-27 / 1 Pet.5:4 / 2 Thes.4:7,8 / Jac.1:12. Dat zou het, in deze teksten, door het Griekse stephanos worden aangegeven en dat in tegenstelling tot het andere Griekse woord diadema. Dat verhaal klopt niet! Alsof mensen dat niet nagaan! Want ook diadema staat in betrekking tot verheerlijkte gelovigen gebruikt in o.a.; Phil.4:1 / 1 Thes.2:19 / 2 Tim.4:8 / Jac.1:12 / 1 Pet.5:4. Wie heeft er allemaal een stephanos op zijn hoofd in Openbaring: de ruiter op het witte paard, de demonen-gelijkende-sprinkhanen, de vrouw die zal baren (Opb.6:2 / 9:7 /12:1) en de 24 oudsten (Opb.4:4d). Vanuit zoiets valt niets te bewijzen. Indien de stefanos = kroon uitsluitend door heiligen gedragen word zoals verondersteld is in deze argumentatie dan zou een engel gn kroon kunnen dragen. Dat zegt het boek Openbaring niet, anderen dragen ook een stefanos = kroon zodat dit ook van engelen mag aanvaard worden zonder wat raars te vertellen. Natuurlijk zullen dezen die de gemeente van Christus uitmaken bij hun verheerlijking een kroon ontvangen, maar dat neemt niet weg dat engelen ze ook kunnen dragen om totaal andere redenen dat wij het zullen doen. We hoeven hier gn argument te zoeken dat er niet is. Dat is er overduidelijk niet! De kroon die deze engelen dragen is het symbool van

Wie zijn de 24 oudsten

19

hun positie en autoriteit in de hemelse gewesten. Dat er een zekere regeling in onder engelen is bijna evident: hun aantallen bedragen miljarden. Ook hun kroon zou te vergelijken zijn bij de tulband die priesters in het OT dragen volgens Leviticus 8:9. Er staat op http://www.eindtijd.com/ ook nog dit over klederen: De witte klederen zijn geen engelen-klederen, omdat de context van het boek Openbaring geen aanleiding geeft dit te veronderstellen.: 1e.In het boek Openbaring zijn witte klederen duidelijk verbonden met mensen. (teksten hierboven) 2e.In Openbaring worden engelen niet in verband gebracht met witte klederen. 3e.Het wit van engelen-klederen in het Nieuwe Testament heeft de betekenis van stralend, blinkend en schitterend. (Luk.24:4, Hand.10:31, Opb.15:6) Opm. In Hand.1:10 wordt wel wit (leukos) - gebruikt voor engelen-kleding en in Opb.19:8 blinkend (lampros) voor de kleding van de gelovigen. Opgepast voor zo een oppervlakkige conclusie. We maken een opmerking over de witte klederen (Grieks imatiois leukos = klederen wit, letterlijk vertaald). Men zegt in de leer van de bedelingen: De witte klederen duiden op gelovigen wier levens gereinigd zijn door het bloed van het Lam. Zien we eerst naar enkele teksten daarover in het boek Openbaring: Opb.3: 4 Opb.3:18 Opb.4: 4 Opb.6:11 Opb.7: 9 Opb.7:14 Opb.15:6 zij zullen met Mij wandelen in witte klederen. dat Gij van Mij koopt goud (...) en witte klederen. de 24 ouderlingen (oudsten) bekleed met witte klederen. en aan ieder van hen werden witte klederen gegeven. Bekleed met witte klederen. hun klederen wit gemaakt in het bloed van het Lam. zeven engelen (...) bekleed met rein en blinkend linnen.

We lezen dus in Opb.15:6: zeven engelen (...) bekleed met rein en blinkend linnen. Hier staat het Griekse woord lampros. Het heeft geen zin te beweren dat in Openbaring engelen niet in verband gebracht worden met klederen. In Hand.1:10 wordt ook het adjectief wit (leukos) gebruikt voor de engelen-kleding. Ook het begrip blinkend (lampros) is in Opb.19:8 voor de kleding van de gelovigen gebruikt. Dat alles doet denken aan de kleding van de priesters in het OT. Vergelijk dat met bijvoorbeeld Exodus 39:27-31. Zijn de 24 oudsten de hemelse priesters ten dienste van het volk Gods op aarde? Lucas 24:4 beschrijft een verschijning van engelen als volgt: En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden.

Wie zijn de 24 oudsten

20

In Joh.20:12 lezen we: en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. In Hand.1:10 staat er: En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte klederen stonden bij hen, In Hand.10:31: en zie, een man stond voor mij in een blinkend kleed, en hij zeide: Cornelius, uw gebed is verhoord en aan uw aalmoezen is voor God gedacht geworden. We leren hieruit dat engelen er in het wit bij lopen of blinkend. Dat laatste zal dan de glans weergeven van het wit. Aangezien ook de verlosten in het wit gekleed gaan zal dat de hemelse mode zijn en moeten we er niets anders achter zoeken. De kleur van zuiverheid, engelen omdat ze zo geboren (geschapen) zijn en de bekeerde gelovigen nadat ze hun onsterfelijkheid hebben aangedaan. Tot slot de vraag: wanneer ontvangen de volgelingen van Jezus dan hun loon als dat niet in Openbaring 4 geschiedt? De 24 oudsten zingen volgens Opb.11:17,18: Wij danken U, Here God, Almachtige, die is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt aanvaard; en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten en aan de heiligen en aan hen die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven. De gemeente is in dit hoofdstuk, na al de voorgaande gebeurtenissen, en de verdrukkingen die de wereld kent, ook dan nog niet in de hemel opgenomen. Dus ook niet in Openbaring hoofdstukken 4 en 5. Want er is hier sprake van, zoveel tijd n Openbaring 4, dat ze hun loon nog moeten ontvangen. In dit gedeelte is het nog een toekomstige gebeurtenis. Over het loon aan de gemeente beloofd is ook gesproken in Openbaring 22:12. Daar spreekt Jezus Zijn gemeente aanmoedigend toe: Zie Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden naardat zijn werk is. Het ontvangen van dit loon voor de gelovigen gebeurt ook nog niet onmiddellijk in de daarop volgende hoofdstukken, dus niet direct na Opb.11:17,18. In Opb.14:13 vinden we de eerste tekst, die er op wijst, dat die beloning op het punt staat in vervulling te gaan. En ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Schrijf, zalig de doden, die in de Here sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, dat zij rusten van hun moeiten, want hun werken volgen hen na. Daarbij staat in vers 14-16: En ik zag en zie, een witte wolk, en op de wolk iemand gezeten als eens mensen zoon met een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. Deze Mensenzoon is Jezus. Hij noemt Zichzelf zo herhaaldelijk in de evangelin zoals in Mat.24:30,31 en dat is een tekst met betrekking tot Zijn Wederkomst. De context in Openbaring is de beschrijving van een oogst van een ongekende aard. Die oogst wordt in de grote persbak van de gramschap Gods geworpen. Johannes beschrijft op deze wijze het lot van al dezen die verloren gaan. De formulering volgens Paulus in 2 Thes.1:8 hierover is: die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen. Het is zondermeer vanuit Openbaring aantoonbaar dat de Wederkomst van de Here Jezus dus pas in Openbaring 14 beschreven wordt. De gemeente van Christus moet vr die tijd dus nog op aarde zijn. Het blijkt duidelijk uit bijvoorbeeld Opb.12:11: En zij (onze broeders) hebben hem (de satan) overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en

Wie zijn de 24 oudsten

21

zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood. Dit kan slechts wanneer ze nog op de aarde zijn, want indien ze opgenomen zijn in de hemel kan zoiets niet meer. Opb.12:17: En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben. Uit Opb.13:7 en Opb.13:10,14 blijkt dat ook. Opb.13:12 zegt dat de heiligen volharding en geloof hebben, eigenschappen die op aardse zaken betrekking hebben. Dat alles is in volledige overeenstemming met de uitspraak van de Heer in Marcus 13:13: Wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden. Paulus en Barnabas vermanen daarom de discipelen om te blijven bij het geloof (Hand.14:22). Die moeten door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods binnengaan. En ook in Heb.3:14 lezen we: want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden. Wat de Heer en de apostelen zeggen tot in het boek Openbaring is waar en waarachtig. Dat is wat aan de discipelen - aan de gemeeente - zal overkomen. Indien de gemeente vr die tijd is weggenomen om niet onder de wraak van God te komen dan klopt het verhaal niet meer. Want waar komen dan de heiligen vandaan die in o.a. Openbaring 12:17 / 13:7 / 14:12 beschreven zijn? Die komen toch niet uit het niets? Zij leven toch in de tijd van de grote wraak van God! Zij worden er door Hem toch in beschermd en overleven al die kwalen en plagen! Het verband van de wraak Gods en jaren daarvr al de opname, zoals men in de leer van de bedelingen zegt, is dan ook niet waar en met de Schrift in overeenstemming te brengen. Watchman Nee schreef een boek in het Engels The King and the Kingdom of Heaven. Op de Nederlandstalig website van Watchman Nee is een hoofdstuk van vertaald als De Grote Eind-Tijd Profetie van Jezus in Matthes 24 en 25. Daarin dan zegt hij dit over de opname van de gemeente en de ouderlingen. We zeggen Amen voor dat u het leest. Openbaring 4:1-4 Uitleggers van deze eerste school zien Openbaring 2 en 3 als de bedeling der Gemeente; Openb. 4:4 (met de 24 oudsten) zien zij als een vertegenwoordiging van de verheerlijkte Gemeente na de opname; en hoofdstuk 5 en 6 zien zij als het begin van de G.V. Maar de woorden van Openb. 4:1 worden niet gezegd tegen de hele Gemeente. Het wordt alleen gezegd tegen Johannes. Klimt hierheen op is een voldongen feit in de ervaring van Johannes op het eiland Patmos. Anders zou ook de ervaring van Filippus in Hand. 8:39 wel voor de hele Gemeente kunnen gelden. Wat betreft de 24 oudsten is het nogal absurd om hen als de verheerlijkte Gemeente te zien om de volgende redenen: (1) 24 is niet getal van de Gemeente; alleen zeven of veelvouden van zeven hebben betrekking op de Gemeente, zoals de zeven gemeenten te Asia. (2) Nergens in de Bijbel wordt het woord oudste voor de Gemeente gebruikt. Er zijn oudsten in de gemeenten en onder de Joden, maar niet alle gelovigen zijn oudsten. God schiep eerst de engelen, toen koos Hij de Joden, en tenslotte gaf Hij genade aan de Gemeente. Hoe kan de Gemeente dan de titel oudste dragen? (3) In Openb. 4 en 5 lezen wij dat de oudsten op tronen zitten en dat zij gouden kronen dragen op hun hoofd, terwijl Christus staat (Openb. 5:6). Kan de Gemeente heerlijkheid en eer ontvangen voordat Christus is verheerlijkt? Tronen en kronen zijn symbolen van koningschap.

Wie zijn de 24 oudsten

22

(4) De oudsten zijn bekleed met witte klederen. Sommigen suggereren dat deze klederen spreken van Christus als onze Gerechtigheid, want Zijn bloed heeft de klederen wit gewassen. Maar nergens lezen wij dat hun klederen zijn gewassen met het bloed van Christus. Onze klederen moeten worden gewassen met bloed omdat wij gezondigd hebben, maar de 24 oudsten hebben nooit gezondigd. (5) De oudsten hebben nooit de verlossing ervaren. In hoofdstuk 4 zien wij dat zij het lied van de schepping zingen. En hoewel zij in hoofdstuk 5 het lied der verlossing zingen, zingen zij niet over zichzelf maar over de mensen die zijn gekocht met het bloed van het Lam. En Gij hebt hen voor onze God gemaakt ... (vers 10) - Het woord hen verwijst hier naar de Gemeente. Als het nu de Gemeente is die hier zingt, zou zij dan het woord hen gebruiken? (6) Openbaring 4 handelt over het universum, niet over de Gemeente, de naties, of de Joden. En daarom kunnen wij zeggen dat dit de oudsten van het universum zijn. De Gemeente is niet een oudste van het universum. (7) Openbaring 5:8. De Gemeente kan de gebeden van mensen niet tot God brengen. (8) Openb. 7:13 Als Johannes de Gemeente vertegenwoordigt, dan zou hier de Gemeente iets vragen aan de Gemeente, en dat kan natuurlijk niet. (9) Johannes noemt n van de oudsten zelfs mijn heer (7:14), waarmee hij zegt dat zijn positie lager is dan die van de oudsten. Als de 24 oudsten de Gemeente vertegenwoordigen, dan zou Johannes, die een hoge positie in de Gemeente inneemt, de oudste van de oudsten moeten zijn. (10) Het getal 24 moet letterlijk worden genomen, niet symbolisch. En van de oudsten spreekt met Johannes. Hoe kan 1/24 deel van de Gemeente met Johannes spreken? Deze 24 oudsten zijn aartsengelen die heersen over het universum. Ook onder Satan zijn er overheden en machten. We formuleren dit probleem van de 24 ouderlingen nog eens op een andere manier, vanuit andere begrippen, omwille van de belangrijkheid van dit punt. Wat en wie moeten de 24 oudsten uit Openbaring 4 voorstellen? Wie tot de leer van de bedelingen is aangetrokken zal zeggen dat in Openbaring 4 en 5 de gemeente verheerlijkt in de hemel beschreven wordt. De 24 oudsten moeten alle door Christus opgewekte hemelse heiligen voorstellen in hun totaliteit voorstellen. De redenering die men volgt is ongeveer deze: uit een lied dat ze zingen is het duidelijk dat met deze vierentwintig oudsten gn vierentwintig personen bedoeld worden. Ze zijn de voorstelling van alle gelovigen die uit alle geslachten en talen en volken en natie geroepen zijn tot een hemelse roeping. Ze stellen de kerk voor, een grote schare van verlosten uit de gelovigen sinds de onzichtbare komst van de Heer, dus de gemeente van Christus. Maar hoe komt men aan zo een bewering? Zj, uit de leer der bedelingen, zijn het toch die zeggen dat men alles moet lezen in de letterlijk vorm van de betekenis van het woord. Dus beweren dat er met die vierentwintig oudsten geen vierentwintig personen bedoeld worden is geen goede exegese en het is toch dit wat men zegt. Doen ze het niet dan gaat hun uitleg verder in gedrang komen! Doet men in dit geval de Bijbel dan geen geweld aan? De Schrift spreekt van vierentwintig oudsten, dus dan zijn het er vierentwintig!

Wie zijn de 24 oudsten

23

Men zal ons dan nochtans verwijzen naar Opb.5:8,9 en beweren dat de 24 oudsten mensen moeten zijn. Hier staat volgens sommige vertalingen dat de oudsten zingen: Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed (NBG). Maar deze vertalingen zijn verkeerd. De Nieuwe Wereld Vertaling is volgens ons juist en zegt: gij hebt met uw bloed... personen voor God gekocht. In de Diaglott vertaling staat het woordje ons tussen haakjes om aan te tonen dat het niet oorspronkelijk is. In voetnota is er aan toegevoegd dat het Alexandrijnen MS en de Codex Sinaticus D het woord weglaten. (De Griekse uitgave van Nestl en Aland geven nog meer dan dit.) Hoewel een verkeerde vertaling er aanleiding zou kunnen toe geven dat de ouderlingen mensen zijn, toch is dit niet het geval zoals uit het voorgaande is gebleken. Zie nadere aantekeningen hierover bij dat vers. Hier enkele ander vertalingen van vers 9: SV 77: want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht, en taal, en volk, en natie; NBG 51: want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; WV 95: want U bent geslacht en U hebt hen gekocht voor God met uw bloed uit alle stammen en talen en volken en naties. NBV 04: Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In voetnoot (5:9) mensen gekocht Andere handschriften lezen: ons gekocht. (Dit is duidelijk een parafrase zoals zo dikwijls in de NBV.) Het zijn zoals al gezegd 24 oudsten, geen enkele mr en geen nkele minder. De term oudsten wijst erop, dat zij reeds geruime tijd in de hemel vertoeven en hun strepen verdiend hebben. Zoals we zeggen in het Zuid-Nederlands: het zijn anciens. Het is te vergelijken met de oudsten hier op aarde waar de mensen mee bedoeld worden die reeds langere tijd in de gemeente hun werkzaamheid vervullen. En dat kan dan zowel slaan op dezen van het OT als dezen van het NT. Het sanhedrin bijvoorbeeld bestond slechts uit mensen boven de 50 jaar oud. De vierentwintig oudsten van Openbaring 4 en 5 zijn wezens, die God kennen van aangezicht tot aangezicht. Aan de gemeente van Christus doen ze niet denken. We moeten niet, zoals men doet in de leer van de bedelingen, de gemeente op dat moment gaan zoeken in de hemel. Men moet de gemeente in de hemel op een later tijdstip in de Openbaring zoeken dan Openbaring 4 en 5. En daarom de volgende opmerkingen hieromtrent. Waar vinden we de gemeente in de Openbaring? We lezen in Opb.10:7 dat in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij op zijn bazuin zal blazen, ook het geheimenis van God is voleindigd. Dit lijkt op wat er over een geheimenis gezegd wordt in een vroeger tijdstip door Paulus. We verwijzen u naar de brief van Paulus aan de Ephezirs. In het derde hoofdstuk spreekt Paulus over het geheimenis van Christus (vers 4), dat van eeuwen verborgen is gebleven in God, de schepper van alle dingen (vers 9). Dit geheimenis is (volgens vers 6) dat de heidenen mederfgenamen zijn met de Joden. Ze zijn geworden tot; medeleden en medegenoten van de belofte door het evangelie van Christus Jezus dat ze de Heer persoonlijk hebben aangenomen als verlosser. Ras komt er niet meer aan te pas. We vinden in Eph.3:5 en in Opb.10:7 bijna gelijkluidende verklaringen.

Wie zijn de 24 oudsten

24

Eph.3:5 zegt: het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen, zijn apostelen en profeten. Opb:10:7 zegt: het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten heeft verkondigd. Hoe komt het dat die leer van de bedelingen over Openbaring 4 dan ontstaan is. De wens is wellicht onbewust, de vader van de gedachte geworden. De wens namelijk, dat de Heer spoedig zou komen. Dit verlangen is natuurlijk niet on-Bijbels in zijn strikte zin. Maar men mag er niet al te lichtvaardig een datum op plakken (zoals Jehovah Getuigen hebben gedaan) of zwaaien met de zinsnede, de komst staat in onze generatie te gebeuren (velen in de evangelische wereld). Hieruit komen ook nog andere verkeerde uitleggingen voort. En ervan is deze: men gaat een verkeerde visie ontwikkelen op het eeuwig onveranderbare evangelie. De verdedigers van de opname vr de wraak van God zeggen dat na de opname der gemeente het evangelie van het koninkrijk weer gepredikt zal worden. Dit zal gebeuren door gelovige Joden. De vraag is dan echter: hoe zijn deze Joden gelovig geworden? Want ook de Heilige Geest is van de aarde weggenomen toen de gemeente werd opgenomen. Om er aan te ontsnappen heeft men de laatste tijd bedacht in die kringen dat er enkelen van de gemeente niet zullen opgenomen worden. Maar dat staat er niet in de teksten van de opname: niet in Mat:24:31 en ook niet in 1 Thes.4:1417. Allen die tot God behoren worden in een nmalige operatie opgenomen. Tot zover onze aantekeningen dat de gemeente niet kan zijn afgebeeld door de 24 ouderlingen. En vanuit de tekst in Mat.24:31 is het duidelijk dat die dag er slechts komt NA DE VERDRUKKING. Volgens de Latijnse Vulgata van Mat.24:29 en Marc.13:24 komt de Wederkomst dan dus ook zondermeer: POST-TRIBULATIONEM. Wanneer men er wel op uit is in de litteratuur een Latijns woord te gebruiken voor de opname - rapture - moet het ook mogelijk zijn om een woord te gebruiken dat in dezelfde context staat: POST-TRIBULATIONEM. Met andere woorden omgezet in mooi Nederlands POST-TRIBULATIE. De Heer komt weer n de verdrukking. Dan klopt het verhaal van dezen die de bedeling leren over Openbaring 4 en 5 niet meer. Voor hen komt de grote verdrukking slechts nadien. En het heeft geen zin om een onderscheid te maken, tussen de grote verdrukking en de verdrukkingen van de gemeente (kerk) die aan deze voorafgaat. Zie verder ons commentaar bij Openbaring 7 daarover. Maar argumenteren ze dan in dispensatiekringen: Johannes zegt in hoofdstuk 5 vers 9 en 10 van deze Apocalyps dat die grote schare de gemeente van Jezus Christus is want daar zingen zij over het voor God gekocht zijn met uw bloed uit elke stam en taal en volk en natie. Opgepast als zij zouden zingen: Gij hebt ons gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, dan is dit waar. Maar in plaats daarvan zingen zij over hen die verlost zijn. Hen is verwijzend naar anderen dan zijzelf. Waaruit volgt, dat de 24 oudsten niet de symbolische vertegenwoordigers van de gemeente van Jezus Christus kunnen zijn. Maar wat dan wel? Niets mr dan 24 engelen met een bepaalde hemelse functie. Indien we het getal 24 toch figuurlijk willen uitleggen zou dat wel dit kunnen zeggen; dat er 24 verscheidene aparte groepen van engelen zijn die een speciale dienst verrichten rondom de troon. In het oude Isral waren de priesters en Levieten ook in 24 klassen ingedeeld naar gelang hun afstamming. Zie 1 Kron.24:7-18 / 1 Kron.25:9-31 / 2 Kron.8:14. Maar dat herhalen we omdat we

Wie zijn de 24 oudsten

25

dat meerdere malen terugvinden in de commentaren bij dit vers. Omdat deze 24 ouderlingen nog verscheidene malen genoemd zijn in de Openbaring willen we hen verder beschrijven aan de hand der Bijbelse gegevens. Ze zitten rond Gods troon in witte klederen en met kronen op hun hoofd als teken van autoriteit, (4:4 / 14:3) ze brengen een eeuwige hulde aan God (5:11,14 / 7:11 / 11:16 / 14:3 / 19:4). Ze brengen de gebeden der heiligen tot God (5:6-8). En van hen geeft een aanmoediging aan Johannes (5:5). En is ook een verklaarder van visioenen (7:13). Ze werpen hun kronen voor de troon en loven God en het Lam (4:10). En let er op: Johannes schetst gn persoon in mensengedaante op de troon, God is slechts licht. We horen in de beschrijvingen van Johannes wel n en ander over de hemelse liturgie. God wordt er permanent bezongen in al Zijn grootsheid en macht.

You might also like