Professional Documents
Culture Documents
. David verwekte Salomo bij de vrouw van Uria. De vrouw van Uria Let er op dat in Mattheus de naam van deze vrouw niet wordt genoemd. Zij is de vrouw van Uria. Dat zal zij altijd blijven. David verwekt een kind bij de vrouw van een ander. A. De verleiding van David waar zijn oog op valt, en wat hij daar mee doet. Het begint er al mee dat hij op een plek is waar hij niet hoort te zijn. (11:1) Hij ziet een dochter van Eliam (volk van mijn God). En deze dochter wekt zijn begeerte op. Bewaar je oog voor wat je ziet! B. De Zonde van David. Let er op dat wie in zonde leeft, anders naar zijn dadan gaat kijken. David let er nog wel op dat de vrouw met wie hij het bed deelt, rein is, (11:4) maar dat zij de vrouw van een ander is, komt pas later weer naar de voorgrond. Dan zie je ook dat de ene zonde de andere in de hand werkt. Als Uria weigert om bij zijn vrouw te zijn, terwijl zijn mannen op het slagveld zijn, wordt een plan wordt bedacht om Uria, de trouwe soldaat, in de strijd te doden. En het wordt allemaal goedgepraat. In 11:25 zegt David tot zijn generaal Joab: Bekommer u hierover niet, want het zwaard verteert nu eens dezen, dan weer genen. C. De straf voor David (12: 11 en verder) uit de mond van Nathan de profeet: Zo zegt de HERE: Zie, Ik zal over u een kwaad doen komen, uit uw eigen huis; Ik zal uw vrouwen voor uw ogen weghalen en aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen op klaarlichte dag. 12 Want gij hebt het wel in het verborgen gedaan, maar Ik zal dit doen in tegenwoordigheid van geheel Isral en in het volle licht. 13 Toen sprak David tot Natan: Ik heb tegen de HERE gezondigd. En Natan zeide tot David: De HERE heeft uw zonde vergeven: gij zult niet sterven, 14 ofschoon gij door deze daad de vijanden des HEREN zeer hebt doen lasteren, - de zoon echter, die u geboren is, zal sterven. Later zullen de zonen van David zich vergrijpen aan de vrouwen en dochters van David. (Amnon en Tamar, in 2 Samuel 13 en Absalom, 2 Samuel 16: 22). Dit is wat de tien geboden zeggen: De misdaad van de vaderen wordt bezocht aan de kinderen. Patronen van zonde kunnen soms doorwoekeren. E. De belijdenis van David: psalm 32 en 51. F De genade voor David. God is genadig, en daarom zal David niet sterven. Maar de zoon die geboren wordt uit deze verschrikelijke episode moet wel sterven. Dat kind kan niet de drager zijn van de belofte. God vergeeft onze zonden, maar de gevolgen van onze zonden gaan niet weg. Daarom heeft David ook wroeging. God is genadig: Er komt nog een kind: Salomo, zoon van David en Batseba, voorvader van Jezus. E. Toepassing: Als we zo kijken naar de verwoesting die zonde kan aanrichten in mensenlevens, worden we stil. Wij zijn niet beter dan David. En in dit alles was David een man naar Gods hart. Dat zegt niets over David, maar alles over Gods genade over zondaars in Christus! Gods genade en trouw overwinnen ook de grootste fouten in levens van mensen. D. We hebben he nauwelijks over Bathseba gehad. Haar naam wordt niet genoemd in Mattheus. Het ging om de daden van David. Toch krijg deze vrouw, die in het centrum van dit afschuwelijke familiedrama staat, een plek in de bloedlijn van de grote Zoon van David: Jezus Christus.