You are on page 1of 1

OLYMPISCHE SPELEN 51

COLUMN
HANS VANDEWEGHE

PROGNOSE
Gefeliciteerd met jullie selectie! Jullie maken deel uit van het Belgian Olympic Team met 115 atleten, 73 mannelijke en 42 vrouwelijke, uit 16 verschillende sporten. Jullie vormen de grootste delegatie sinds Helsinki 1952, en dat ondanks de wereldwijd almaar toenemende concurrentie. Dat zei delegatieleider Eddy De Smedt gisteren in Londen tijdens een toespraak voor de olympische selectie. Nou ja. Als dit de grootste delegatie ooit is op de moderne Olympische Spelen, dan is dat toch vooral het gevolg van juridische druk. Uit schrik voor processen heeft men alle atleten geselecteerd die bij hun internationale sportbond een startbewijs hadden gekregen. Alle atleten? Niet echt, eentje mag nit gaan. Een judoka: Jasper Lefevere is de naam. Al bij al was het een verstandige beslissing om iedereen te laten meegaan, maar dat hadden ze beter al in 2010 aan de sporters gecommuniceerd. Nu heeft men tot eind juni 2012 de schijn opgehouden dat deliberaties op de strenge Belgische normen maar heel uitzonderlijk mogelijk waren. Neem nu de 30-jarige triatlete Katrien Verstuyft. Vijf keer zat ze dicht bij de strenge Belgische norm, maar op 18 juni kreeg ze nog een njet, waarna ze een week later toch nog werd geselecteerd. Verstuyft had pech. Ze is een nieuwkomertje: weliswaar dertig, maar nog maar drie jaar met triatlon bezig en toch al Europese top. Als ze in mei groen licht had gekregen, had ze naar een nieuwe piek op de Spelen van Londen kunnen toewerken.

Voor de euforie toeslaat: volgens ons inwonersaantal en ons bnp zouden wij eigenlijk tussen zeven en tien medailles moeten halen
De prognoses van het Belgian Olympic Team dan. Gisteren had Radio 1 het over de verwachting dat er zeven medailles gewonnen zouden worden. Dat zou kunnen, maar de kans is klein, want we hebben ongeveer zeven rele medaillekansen. Een correcte benadering is het aantal medaillekansen delen door drie en dan kom je dus uit bij 2,3 medailles. Het Amerikaanse blad Sports Illustrated zet ons in hun medal picks op vijf medailles: de jumpingploeg zou brons winnen, Evi Van Acker in het zeilen zilver, judoka Charline Van Snick ook brons en Tom Boonen en Philippe Gilbert zouden zilver en brons pakken, na Cavendish dus in de sprint. Dat soort onzin bewijst dat het bij de medal picks eerder gaat om vogelpik. Gilbert en Boonen samen in de sprint... nou ja, wie weet. Dan is er nog Luciano Barra, de Italiaanse statisticus die ons verblijdt met de melding dat we zes medailles zullen binnenhalen: n keer goud, n keer zilver en vier keer brons. Hij zegt er niet bij waar, maar wel dat hij zich baseert op de laatste wereldkampioenschappen. Ook dat is een al te simplistische aanpak. Een realistische benadering van onze medaillekansen moet uitgaan van de medailles behaald op de Europese en wereldkampioenschappen tussen de Olympische Spelen in en die prognose ziet er heel slecht uit. Met drie medailles in 2011 hebben we nooit zwakker gescoord. In het vergelijkbare pre-olympische jaar 1995 haalden we nog 19 medailles en een jaar later scoorden we in Atlanta zes olympische plakken, ons beste recente resultaat. Volgens dat rekenmodel komen we in Londen uit op slechts een enkele olympische medaille. Ok, kleine getallen, grote fouten. Laten we hopen op twee fenomenen. En: een superstart zoals in Atlanta 1996, toen we na twee dagen bij de beste vijf landen stonden. Dat zou kunnen, met de wegrace al in het eerste weekend. Twee: een mentaliteitswijziging bij onze topsporters. In de breedte zijn we er ongetwijfeld op vooruitgegaan, misschien staan er nu ook sporters op die boven zichzelf uitstijgen. Dat is geen Belgische traditie wij winnen nooit tenzij we verwacht worden te winnen, maar het zou maar eens kunnen. Nog snel dit, vr de euforie toeslaat: volgens ons inwonersaantal en ons bnp zouden wij eigenlijk tussen zeven en tien medailles moeten halen.
Sportkenner Hans Vandeweghe laat dagelijks zijn licht schijnen over de Olympische Spelen

You might also like