You are on page 1of 13

1

Titelbeschrijving: Schrijver: Frans Kellendonk Titel: Mystiek lichaam Uitgever: Meulenhof Jaar uitgave: 2005 Druk: achttiende druk

Literaire begrippen: Open plekken: Door het hele verhaal door zijn er open plekken. Het boek verhaalt over de levens en relaties van de familie Gijselhart. De belangrijkste open plek van het verhaal zit in het einde van het boek: Magda vertrekt met Bruno naar Zwitserland, en A.W. zweert dat hij, ondanks zijn slechte gezondheid, haar zal opzoeken en dat ze terug naar hem zal komen. De vraag is of dit ook werkelijk zal gebeuren, of dat Magda toch zal trouwen met Bruno en Gijselhart in eenzaamheid zou sterven. Ook beschrijft de laatste bladzijde van het boek de toegeving van Leendert aan de dood, we komen echter niet te weten of hij ook echt zelfmoord wil plegen, of al op korte termijn een natuurlijkeredood zal sterven door zijn ziekte. Tegenstrijdige informatie: een open plek waar tegenstrijdige informatie zeer duidelijk naar voren komt is in de relatie tussen Magda en Bruno. Hij heeft een groot geld bedrag van haar geleend omdat hij in financile problemen zat en haar zwanger gemaakt, maar toch laat hij zich de eerste weken van het leven van Victor niet zien, noch betaald hij haar ooit terug. Als hij uiteindelijk wel weer besluit deel uit te maken van hun leven is het vooral Victor (hun zoontje) waar het om gaat en valt Magda grotendeels buitenbeeld. De vraag is of hij haar echt gebruikt heeft voor het geld en het kind een fijne bijkomstigheid was om mee op te scheppen, of dat hij echt goede bedoelingen had . Relevante informatie :`Door het hele boek kom je er pas in het tweede deel achter dat Magda ook nog een broer heeft, Leendert. Doordat je in het tweede deel de gedachten en herinneringen van Leendert leest, kom je pas achter de relatie tussen Leendert en zijn vader. A.W. besteedt in het eerste deel (dat volledig vanuit zijn perspectief geschreven is) nauwelijks woorden aan zijn zoon. Leendert toont echter wel een duidelijke jaloezie tegenover zijn zus over de relatie met zijn vader. Ook is er in heel het boek geen positieve gedachte te vinden vanuit Leendert tegenover zijn vader. Later, als ook Leendert weer in het ouwelijk huis woont, is er ook geen positieve gedachte te vinden vanuit A.W. tegenover Leendert. Door al deze aanwijzingen wordt dus duidelijk dat Leendert eigenlijk hunkert naar genegenheid van zijn vader, maar dat deze hem veracht. Verwijzing: Op pagina 21 is te lezen: `van de kameel en het oog van de naald had hij nog nooit gehoord.` Deze zin heeft betrekking op A.W. die zijn rijkdom als een soort religie ziet. De uitspraak verwijst (na nader onderzoek) naar een uitspraak van Jezus: het is gemakkelijker dat een kameel gaat door het oog van een naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. Hiermee wordt dus bedoeld dat Leenderts geld, ondanks zijn eigen geloof, hem geen vrijkaart naar de hemel biedt, en hij dus eigenlijk verkeerd bezig is Tekststuringsmechanismen: op de eerste pagina van het boek maken we kennis met A.W. Gijselhart. Vanuit zijn oogpunt zien we een `witte schim`zitten. Doordat de schrijver het geven van verdere informatie uitstelt word je benieuwd naar de schim, en wordt je extra in 2

het verhaal gezogen. Ook krijg je door deze passage een bepaald beeld van A.W. als een gekke oude man, wat later pas weer verandert door de komst van Leendert in het verhaal. Actieve lezer: Nadat we weten dat de schim een meisje is, en `prul`genoemd wordt door A.w. ga je verder zoeken in het verhaal naar de diepere lagen: heet ze echt prul? Wat doet ze op die paal? Wat is haar relatie tot A.W? Titel: de titel van dit verhaal is meer iets figuurlijks dan iets letterlijks: met de titel Mystiek Lichaam verwijst de schrijver denk ik naar het hele familie- organismemechanisme: hoe zijn alle verhoudingen, hoe zijn die tot elkaar ontstaan, hoe vormt die geschiedenis zich. Ik moet zeggen dat de titel in het begin weinig tot mijn verbeelding sprak, maar na opgezocht te hebben wat het zou kunnen betekenen is het wel een verduidelijking op het boek. Het vat meer het thema samen dan dat het een openplek oproept. Na nader onderzoek kwam ik er echter achter dat dit ook nog voor iets anders stond: Het verwijst naar het joodse denkbeeld van het verbond tussen God en de mensen, een gemeenschap van levenden en doden, die zich voortplant en zo op weg is in de tijd. Dit is dus weer een tegenstelling tussen op leven van Leendert. Door zijn homoseksualiteit zou hij zich niet op een (liefdevolle) natuurlijke manier kunnen voortplanten, en dus niet in verbondenheid met god staan. Ook zou de titel kunnen staan voor vruchtbaarheid en voortplanting. Handelen van personages: In een van de eerste taferelen van het boek laat A.W. zijn prulletje maar verkleumen in de kou, zorgt hij voor slechte olie in haar haard en beledigd haar. Dit doet hij terwijl hij toch duidelijk maakt hoeveel zij voor hem betekent: zij is zijn alles! Deze tegenstelling is een open plek omdat het handelen van A.W. niet logisch is m.b.t. zijn tedere gevoelens voor zijn dochter. hoofdstukken: Het boek is ingedeeld in drie hoofdstukken: Valse lente, de moederkerk en de geschiedenis. Het eerste hoofdstuk heeft betrekking op het terugkeren van Magda naar haar vader, waardoor hij zeer opgewekt is. Dit blijkt (voor hem) valse vreugde omdat zij zwanger blijkt te zijn, en hij dus niet meer het belangrijkste is in haar leven. Het tweede hoofdstuk gaat over de homoseksualiteit van Leendert, hoe hij hem ontdekte, en wat er sindsdien op zijn pad is gekomen. Het derde deel, de geschiedenis genaamd, is eigenlijk een afsluiting op de gezamenlijke geschiedenis van de familieleden. Magda, A.W. en Leendert komen namelijk weer samen, om daarna voor altijd uit elkaar te vallen. invulling open plekken: de invulling van de open plekken in dit boek gebeurt over het algemeen heel gelijkmatig. Je leert gaandeweg steeds meer over de sfeer en motieven van de hoofdpersonen, waardoor je hun gedrag kan verklaren. Toch worden de laatste openplekken niet echt letterlijk ingevuld, maar door alle voorgaande gebeurtenissen kun je wel een vermoeden ontwikkelen. Zo denk ik persoonlijk dat omdat Leendert altijd al een fascinatie met zelfmoord heeft gehad, en zijn grootste liefde lang heeft zien lijden, dat hij uiteindelijk vrede heeft met de dood en zelfmoord zal plegen. Spanning: in het boek zijn er niet veel echt spannende scnes te vinden, met bijvoorbeeld een beslissend moment, maar wel is de spanning tussen de personages heel duidelijk. De vraag is niet wat er zal gebeuren, maar hoe de personages op elkaar zullen reageren. Dit komt mooi naar voren in een scene tussen Magda en haar vader: zij probeert haar hart te luchten en blijft haar verhaal vertellen, terwijl A.W. constant probeert onder het gesprek uit te komen en van onderwerp te veranderen. Hier is duidelijk een spanning te vinden tussen de twee karakters.

manipuleren: De schrijver manipuleert de lezer in het boek heel duidelijk door de indeling van de hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk komt broer Leendert namelijk nauwelijks naar voren, terwijl hij eigenlijk de hoofdpersoon is. Door hem pas later het verhaal in te brengen, zorgt de schrijver al voor een bepaald vooroordeel over Leendert. Omdat hij pas zo laat gentroduceerd wordt, krijg je al gouw het idee dat hij wel niet belangrijk zal zijn, of op zijn minst niet voor zichzelf opkomt. Spanningsboog: door het hele verhaal heen zit de dreiging van de dood. A.W. is bang alleen te sterven, de grote liefde van Leendert overlijd, en Leendert zelf heeft altijd al de optie tot zelfmoord willen hebben. De openplek in dit gebeuren is dus eigenlijk wanneer de dood zal komen, niet of. De spanningsboog die ontstaat wordt eigenlijk niet verbroken, maar door dit hele boek in stand gehouden. Fictie: het verhaal is fictief. Ook al is alles wat in dit verhaal gebeurt in principe mogelijk, het is niet op waarheid gebaseerd. proza: de tekst valt onder proza. De schrijver gebruikt de gehele breedte van de bladzijde, en er zijn hoofdstukken en delen te vinden. Artistieke gerichtheid: bij deze tekst kiest de schrijver duidelijk voor een bepaald taalgebruik en structuur. In het begin moest ik dan ook even wennen aan het verwerken van conversaties in de zinnen, zonder dat het duidelijk was dat dit gesprekken zijn. Ook wordt alles heel overdreven mooi en uitgebreid verwoordt. Het slapen van A.W. wordt dus bijvoorbeeld ook niet omschreven als slapen, maar:zijn mond lag als een kapotte deur opengevallen, en van zijn huig kwam een ronkend geluid dat stokte wanneer de telefoon ging, en opnieuw begon wanneer de telefoon eindelijk was uitgerinkeld. literatuur: Dit boek is in 1987 genomineerd voor de AKO literatuurprijs, toch ontving het boek in het begin vooral veel negatieve kritiek. Het zou namelijk antisemitisch en grievend voor homos zijn. De relatie tussen Leendert en de rijpere jongen zou een parodie op het homohuwelijk zijn, en ze zouden zich ontrekken aan het voortplanten en daarmee aan Gods wil, en daarmee zouden zij ook gestraft worden door god met de ziekte (aids). Een ander punt van kritiek was dat er wel de taal en de symboliek van de bijbel gebruikt zou zijn, zonder dat de idealen van de bijbel naar voren zouden komen. maatschappijbevestigend: Dit stuk is juist maatschappijkritisch omdat Kellendonk een discussie op gang had willen brengen over waar het naartoe moest met de samenleven zonder `bezield verband` intertekstualiteit: in het boek wordt niet alleen naar de bijbel verwezen (zie verwijzingen.) kunstgreep: de belangrijkste kunstgrepen in Mystiek Lichaam hebben vooral betrekking op de herinneringen van de personages. Wanneer zij later in het verhaal terugblikken worden pas eerdere stukken uit het verhaal duidelijk. Verder zijn alle volgorde wel chronologisch geordend. Ook is er in de eerste paar paginas een kunstgreep toegepast: vanuit de eerste paar regels zou er van alles op de paal hebben kunnen zitten: de schrijver verhaalt niet eerst gewoon over een meisje op een paal, maar over een engel, en later over een wit iets. Fabel& sujet: omdat het hele verhaal grotendeels chronologisch geordend is, is het fabel bij dit boek vrijwel hetzelfde als het sujet: Een oude man krijgt zijn dochter weer in huis, zij blijkt zwanger en bericht haar broer. Ook deze komt terug naar zijn oude thuis en de onderlinge spanningen nemen toe. terugverwijzingen: in het boek kijken de personages vaak terug op hun geschiedenis. Dit kun je dus beter omschrijven als terugblikken dan terugverwijzingen. 4

Flashback:in het boek vinden we op pagina 74 een flashback naar een herinnering van Leendert. Hij denkt terug aan de huwelijksnacht van een vriendin van Magda, waar hij en zijn zus bij uitgenodigd waren. Deze duurt voort tot pagina 87. samenhang: In deze roman is het thema vooral gericht op de levensdrift en de doodsdrift. Deze komen beide steeds terug. De doodsdrift bijvoorbeeld bij de wens van Leendert om altijd zelfmoord te kunnen plegen. De levensdrift vinden we bij de geboorte van Vincent. tegenstelling: de tegenstelling rond het thema is vooral te vinden in de levens van Leendert en Magda. Terwijl zij uiteindelijk een gezinnetje vormt en `het leven`doorgeeft aan haar kind, heeft haar broer Leendert een dodelijke ziekte (aids) waarmee hij een ander besmet. Zo geeft hij als het ware de dood` door. verhaallijnen: de grote verhaallijnen lopen over het algemeen het zelfde. De vroegere geschiedenis van de drie hoofdpersonen (A.W., Magda en Leendert) is hetzelfde, omdat ze in hetzelfde huis hebben samengewoond en een gezin vormden, maar daarna zijn hun paden gescheiden: A.W. woont alleen, Magda wordt zwanger en Leendert ontdekt zijn homofilie en wordt kunsthandelaar. De gebeurtenissen die in de tegenwoordige tijd van het boek voorkomen horen echter wel weer bij dezelfde verhaallijn, omdat de hoofdpersonen weer samenkomen in de doornenhof (het ouderlijkhuis). Hoofdpersoon: ook al zijn er drie `belangrijkste`karakters, het lijkt alsof de alwetende verteller aan de kant van A.W. en leendert staat, omdat zij de enige zijn van wie je de gevoelens te lezen krijgt. Van de andere personages als Magda en Pechman , wordt alleen hun handelen beschreven, niet hun denken. Bijfiguren: als bijfiguren kunnen we dus Magda en Pechman noemen, terwijl zij toch een vrij grote rol spelen in het verhaal. Een kleinere rol is weggelegd voor Leenderts overleden vriend, die hij `de rijpere jongen`noemt, ook kindje Vincent behoort tot de bijfiguren. Functie: de functie van de verschillende karakters is vooral symbolisch. Zo staat Magda met haar kindje symbool voor het gezin en daarmee de levensdrift, terwijl A.W. en Leendert voor de doodsdrift staan. Zij vertegenwoordigen de tegenstelling in het boek. Doel: vooral A.W. heeft een duidelijk doel: hij wil zijn prulletje weer bij hem onder zijn hoede. Hij is bang om alleen te sterven en zij is zijn laatste redmiddel. Hij wil dat zij hem nodig heeft. Leendert verwoord zijn eigen doel: omdat hij zo jaloers was op zijn zus die het leven kon verspreiden, besloot hij maar de dood te verspreiden met zijn ziekte. tegenstanders: de grootste tegenstander van A.W. is Pechman. Hij krijgt meer aandacht van zijn prulletje (die hij ook prulletje noemt) waardoor hij verdrongen en vervreemdt wordt van Magda. De tegenstander van Leendert is Magda, omdat dood en leven natuurlijke rivalen zijn. perspectief: Het verhaal wordt verteld door een alwetende verteller (auctoriaal perspectief). De verteller weet van alles, en verteld alles soms met een relatieve ironische ondertoon. Hij beschrijft echter alleen de gevoelens van A.W. en Leendert. betrouwbaaronr: ook al verhaalt de verteller vaak relatief ironisch, toch denk ik dat het wel een betrouwbare situatie is, omdat de verteller alles schijnt te weten. interpretatie: tijdgebonden: de eerste keer dat ik het boek ging lezen, koos ik er beslist voor niet uit te zoeken wat voor soort boek het was. Ik wilde verrast worden. De eerste keer dat ik aan het boek begon kreeg ik dus ook een beeld van een soort surrealistisch boek dat een beetje 5

zweverig was, omdat het over een soort dagdroom ging van een of Andre man. Later veranderde mijn mening over het boek dus drastisch, omdat je steeds meer verbanden begint te leggen. thematiek: zoals al eerder genoemd heeft de thematiek vooral te maken met de doods en levensdrift van de mensheid. Maar wat ook een belangrijke rol speelt is de zin van het homoseksueel bestaan. Zij kunnen zich niet voortplanten en moeten dus maar de dood voortplanten?! Wat is hun plaats in de samenleving? verhaallaag: Op een dag keert de dochter van een oude man terug naar het ouderlijk huis. Hij is blij en hoopt dat zij definitief bij hem intrekt. Helaas voor hem blijkt zij zwanger te zijn van een oudere man, en schrijft haar homoseksuele broer hierover. Ook hij keert terug naar het huis en na de geboorte van het kind vergezelt ook de vader hen. Uiteindelijk vertrekt het jonge gezinnetje naar Zwitserland, en blijven de vader en zoon alleen achter. litteraire motieven: homoseksualiteit, dood en leven motto: voor het derde deel van het boek staat het motto: distinctie drift is levensdrift, eenheidsdrift is doodsdrift ( Carry van Bruggen). Dit motto refereert naar het algemene thema van de doods en de levensdrift.

verhaal analyse literom


Mystiek lichaam begint als A.W. Gijselhart, een van de hoofdpersonen van de roman, op Paasmorgen tevreden mag vaststellen dat zijn dochter Magda, door hem steevast 'Prul' genoemd,besloten heeft definitief bij hem in te trekken. Zijn tevredenheid is echter van korte duur, want Prul blijkt zwanger te zijn en nog wel van de joodse arts Bruno Pechman.

Het leven in huize Gijselhart wordt opnieuw verstoord als 'Broer' Leendert zich laat aandienen. Vijf jaar geleden heeft hij zich tijdens een nogal wonderlijke nacht tot de homoseksuele liefde 'bekeerd' en sindsdien woonde hij in New York, waar hij een gevreesd kunstcriticus was. Maar de agressief homo-erotische schilderschool waarvan hij de pleitbezorger was, is op zijn retour, zijn vriend is gestorven en hopeloos met zichzelf overhoop arriveert Leendert op de Doornenhof.

Tenslotte komt het leven daar voor een derde keer in een stroomversnelling door de komst van Pechman. Aanvankelijk verschanst deze zich, bedreigd door vooral zoon Gijselhart, die zijn jachtgeweer voortdurend schietklaar houdt, op Pruls kamertje, maar na een openhartig gesprek met zijn 'schoonvader' durft hij de verhuizing naar de woonvertrekken aan. Daar ontwikkelt bij zich al snel tot het - gehate - middelpunt van de Doornenhofwereld. De weken die dan volgen worden gevuld met bezoekjes die vooral ten doel hebben zoon Victor uitgebreid te showen en tenslotte vertrekt de familie definitief richting Zwitserland. Vader en zoon Gijselhart blijven alleen achter.

Karakteristiek

Kellendonks roman, 195 bladzijden groot, is opgebouwd uit drie delen: Valse lente, De moederkerk en De geschiedenis; ieder deel telt vijf of zes hoofdstukken. Het laatste deel wordt voorafgegaan door een motto: Distinctiedrift is levensdrift/Eenheidsdrift is doodsdrift'.

Hoewel de verhaallijn overwegend chronologisch wordt afgewikkeld, is het middenstuk van de roman,de geschiedenis van Broer vanaf het moment dat hij 'belijdend' homoseksueel wordt, als uitvoerige flash back bijna een verhaal n het verhaal. Ook in het eerste deel wordt een aantal malen naar het verhaalverleden teruggeblikt.

Een belangrijk facet van de roman is de - zeer afstandelijke verteltrant. De (alwetende) verteller is voortdurend nadrukkelijk aanwezig, onder meer in de ironische toon waarop hij het doen en laten van de Gijselharten schetst. Hij lijkt daarbij 'aan de kant van' vader en zoon Gijselhart te staan, want alleen bij hen wordt de lezer een blik op hun innerlijk gegund; de rest laat zich uitsluitend via haar gedragingen kennen. In het laatste deel staat de verteller twee keer het woord af aan 'de Geschiedenis'; deze passages zijn tussen haakjes gedrukt. Mystiek lichaam is inhoudelijk niet gemakkelijk, maar de soms kolderieke gebeurtenissen en de eveneens wat lachwekkende personages voorkomen, samen met de lichtvoetige vertelwijze, dat het een echt 'zwaar' boek wordt.

Thematiek

Mystiek lichaam is een 'drama van ideen', waarin vooral de vraag naar de zin van het homoseksuele bestaan zich opdringt. De titel van de roman verwijst naar het joodse denkbeeld van het verbond tussen God en de mensen, een gemeenschap van levenden en doden, die zich voortplant en zo op weg is in de tijd. Voor homoseksuelen, die zich niet voortplanten, is binnen deze gemeenschap geen plaats; zij staan buiten de Geschiedenis. Deze denkwijze is de achtergrond van de thematiek van doods- en levensdrift, die in de roman een belangrijke rol speelt.

Het antisemitisme daarin is met het doodsthema nauw verbonden. De racistische uitspraken van vader Gijselhart zijn uitingen van agressie tegen de 'levenwekkende' boodschap van het Jodendom (zie hiervoor). Ze komen ook voort uit 'distinctiedrift', uit de angst om jezelf te verliezen in de ander. Niet voor niets is juist Leendert, die samen met zijn vader de doodsdrift belichaamt, zo gebeten op Pechman. De personages in deze roman zijn in de eerste plaats typen.

Wie de bedoelingen van de auteur recht wil doen, zal er rekening mee moeten houden dat bovenstaande opvattingen nadrukkelijk worden geroniseerd; de lezer mag ze niet letterlijk opvatten. Mystiek lichaam is van begin tot eind een blijk van verzet tegen het verabsoluteren van algemeen geldende waarheden, die met betrekking tot de 'bestemming' van man en vrouw in het bijzonder. Ook het slot van de roman, Leenderts 'hoogliedje op de dood', moet ironisch worden opgevat. Daarom triomfeert de dood uiteindelijk niet; zij wordt door 'de geschiedenis van het vlees' overwonnen: Prul en Bruno hebben hun kind gekregen en zijn door de auteur de wereld ingestuurd. In Mystiek lichaam wordt afgerekend met de doodsdrift in de westerse cultuur.

Mening;
Het boek vond ik veel gemakkelijker te lezen dan de gangbare literatuur boeken. De algemene verhaallaag was er gemakkelijk uit te halen, en de relaties tussen de personen waren duidelijk. Ik vond de zinsopbouw mooi, en werd echt in het verhaal gezogen. Door de manier van vertellen kies je automatisch een kant had ik het idee. Om een of andere reden was Leendert zoveel sympathieker en naever voor mij dan zijn vader. Hij leek minder egostisch . Toch vond ik dat er behoorlijk wat moeilijke kantjes aan het boek zitten. Heel veel diepere verhaal lagen die ik niet in eerste instantie aan elkaar kon verbinden. Ook de verwijzingen zoals die van de kameel verbaasden mij toen ik er achterkwam waar dat op sloeg, maar tijdens het lezen van het boek was het vooral heel erg verwarrend voor mij. Ook al kon ik mezelf niet echt verplaatsen in een van de karakters, toch voelde ik me in het verhaal gezogen en deel van het verhaal. Ik denk dat dit komt omdat de schrijver soms zo ironisch vertelt. Wat ik een heel mooi stuk in het boek vond was het etentje van Marga en A.W. Zij staat op het punt iets belangrijks te vertellen en wil haar hart luchten, maar haar vader ontwijkt volledig het onderwerp en negeert haar. Dit bouwt zich op totdat de irritaties zo oplopen dat hij haar alleen laat zitten. Het probleem zat in de achterliggende gedachten. A.W. denkt namelijk dat zijn dochter zijn vrekkerigheid op prijs stelt omdat het nu eenmaal deel van hem is, en ze niet anders gewent is. Zij irriteert zich echter mateloos, en wil alleen maar dat hij luistert. Hij daarentegen wil niet dat ze hem lastigvalt met iets dat hij niet wil weten; het moet zijn kleine meisje blijven. Ik vond dit stuk zo aanspreken omdat je door de zinnen door de spanning kon voelen opbouwen. Ingehouden frustratie van beide kanten, zonder een vluchtroute. Zon dergelijk gesprek kan ik mezelf ook heel goed voorstellen, en voor mij werd het heel natuur getrouw. Terwijl ik het boek las wilde ik graag verder lezen en zat helemaal in het verhaal. Toen ik het echter uit had, was ik het weer helemaal kwijt. Geen gedachte meer aanbesteed. Dit kan ook komen door alle andere drukte in mijn leven, maar ik vond dit toch wel verrassend. Bij de meeste boeken die ik lees, heb ik een tijdlang nog wel gedachten en conclusies hierover, maar voor mij kwam het bij dit boek toch heel oppervlakkig over. Wat ik jammer vond in dit boek is dat we niets van Magdas gevoelens meemaken. Ze wordt afgeschilderd als gek, fragiel , en afhankelijk. Ik vormde al juist mijn mening tegen dit beeld, omdat ze zo afgeschilderd werd. Omdat zij zo gekleineerd wordt in dit boek had ik juist een tegenovergesteld beeld van haar; A.W. en Leendert zullen dit wel doen omdat ze een bedreiging is.

Over het algemeen vond ik het een prettig boek om te lezen, maar zeker niet iets wat een diepe indruk op me heeft achtergelaten.

Recensies;
Zoekt en gij zult baren (recensie 1) Tien spraakmakende Nederlandse romans uit de afgelopen vijftig jaar verschijnen opnieuw in de serie De Leeslijst. Spreken ze nog steeds tot de verbeelding? De schrijvers Abdelkader Benali (1975) en Esther Gerritsen (1972)nemen de proef op de som. Deze week: Frans Kellendonks Mystiek

Lichaam (1986).Stel: een schrijver van Marokkaanse afkomst neemt als uitgangspunt zijn eigen familie waarin een zus zwanger is geworden van een puissant rijke hasjhandelaar uit Al Hoceima (Rif). De vader een vrek is die twee kwart van de dag in de moskee zit en een kwart van de dag op zijn aan hoofdpijn lijdende vrouw. De verteller van het verhaal een cholerische zoon is die met een joodse vriend zou willen doen wat generaties voor hem met geiten (vandaar ook de bijnaam van de joodse vriend, de Geit) hebben gedaan. Een Marokkaan op zoek naar liefde en een geslachtsziekte. Aan het einde van de roman komt de jongeman tot de conclusie dat met veel te leven valt, maar dat het zonder een flinke dot monothestische normen en waarden niet gaat. Hij neemt afscheid van zijn rotte familie en besluit op bedevaart te gaan naar Mekka. Of dit ironie is of niet is aan de lezer.

Zo'n boek zou voor een grote verrassing zorgen in de Nederlandse letteren. Een roman die libertijns en conservatief tegelijkertijd is, die bevrijdend werkt en waarin de held de oude cultus afzet tegen de moderne tijd. Het is een boek waarvan je zegt: WOW. De roman zou omarmd worden, aanbeden, verafschuwd, bedreigd en geridiculiseerd. Het boek zou zeker in Nederland veel verkeerde vrienden krijgen. En de critici beschuldigen de auteur van antisemitisme, want recensenten drijven op beklag.

Toch zou niemand de schrijver het boek kunnen afpakken, ook niet na zijn dood. Je zou kunnen zeggen dat dit met Frans Kellendonks Mystiek Lichaam is gebeurd. De stijl is virtuoos. De personages lijken van bordkarton gesneden. Ze vallen bijna om door hun tenenkrommende ridiculiteit, maar er zit zo'n sardonische klank achter ,dat ze larger than life worden. Er wordt (en dat gebeurt niet vaak in de Nederlandse literatuur) met een idee gespeeld. Een idee zoals je dat alleen van de Russen verwacht, zodat je na lezing voelt dat deze roman nog wel even blijft. Dat het boek een rel veroorzaakte door de antisemitische lading die critici erin zagen, daarvan hoeft de lezer van vandaag geen last meer te hebben.

Het is een roman waarin het hemelse en aardse op middeleeuwse wijze recht tegenover elkaar worden gezet en gewogen. Waarin het hoog-kapitalisme van de jaren tachtig de maat wordt genomen en de vruchtbaarheidscyclus wordt becommentarieerd en gefteerd. De familie wordt aan stukken gesneden en gereanimeerd. De titel slaat op het

idee van de vruchtbaarheid en voortplanting. Kellendonk formuleert dit inhoudsvolle idee op on-Nederlands geraffineerde wijze.

De homoseksuele man heeft zichzelf buiten de Geschiedenis (het mystiek lichaam) geplaatst door niet aan voortplanting te doen. Het mystieke lichaam wordt elders gezocht, maar het zoeken is gedoemd te mislukken bij gebrek aan een vrouw.

Het zoeken wordt een ziekte. De hoofdpersoon wordt ziek door zijn zoeken. Zijn zus, die een kind krijgt, is belachelijk maar wint. Kellendonk tilt dit particuliere thema naar een hoger plan door het zieke zoeken, een kenmerk van de moderne tijd bij uitstek, in ons zelf te situeren. Dat gaat gepaard met vragen en woede over het gemis. Zo wordt het boek een religieus tractaat dat niet zou misstaan in welke seculiere kerk of moskee dan ook.

Reactie op recensie 1 Heel anders dan wat ik schreef! Vooral omdat ik deze recensie pas las na het schrijven van mijn eigen mening. Ten eerste schijnt dit boek een hele hoop teweeg te brengen bij de recensent, terwijl ik volledig een ander gevoel kreeg. Ik kan me wel voorstellen dat in een andere conservatievere tijdsperiode heftig gereageerd werd, maar voor mij is homoseksualiteit nu net zo normaal als het woord tsunamislachtoffers( nieuw in de van dikke van Dale 2005). Ook vond hij heelveel blijkbaar heel ridicuul en absurd, terwijl ik er eigenlijk hele gewone mensen in zag. Gewone mensen met uitvergrote trekjes. Misschien reageren ze wat overdreven, maar wel heel menselijk. Sommige dingen zou ik niet doen, maar ik kan het me bij anderen toch voorstellen. Het lijkt niet lang geleden, maar eerder ver weg. Misschien een ander land. Niet oosters. Canada achtig misschien. Ook geeft de recensent Magda de overwinning. Hiermee ben ik het niet eens. Een kind en gezin krijgen is niet perse winnen. Ik vertrouw die Pechman niet. Te inhalig, egocentrisch. Ik denk dat het met haar nog wel eens erger afzou kunnen lopen dan met Leendert die waarschijnlijk zijn ziekte niet zal overleven. Recensie 2 Een verlangen naar geborgenheid

Een kwart eeuw geleden diende zich een nieuwe generatie aan in de Nederlandse literatuur. Waren na de Grote Drie (Hermans, Mulisch, Reve) nauwelijks schrijvers van belang opgestaan, halverwege de jaren zeventig deed de zogenaamde Revisor-groep (rond het gelijknamige literaire tijdschrift) plotsklaps van zich horen. Dit waren schrijvers

10

die, na een literair vacum van navelstaarderig proza, weer iets te melden hadden. Niet dat ze zich achter een eenduidig manifest schaarden, want hun werk viel nauwelijks onder n noemer te vangen. Behalve dan, dat ze - na de naoorlogse ontkerkelijking en de lichtzinnige jaren zestig - poogden tot een nieuwe, filosofische grondslag voor het leven te komen. Grote antwoorden meden ze, maar ze durfden wel weer grote vragen stellen. Nu hun illustere voorgangers zich hadden losgescheurd van de kerkelijkchristelijke cultuur, konden zij weer openstaan voor thema's als zingeving, spiritualiteit en mystiek. 'Schrijven is onderzoek met behulp van de verbeelding', luidde hun credo. Dat dit tot scherpgeslepen en complexe literatuur leidde, moge duidelijk zijn. En dat het winst was toen deze schrijvers in het verdere verloop van het oeuvre iets minder abstract en iets meer maatschappelijk-gengageerd en levensgerichter werden, k. Maar toen het vriendentrio Frans Kellendonk, Oek de Jong en Nicolaas Matsier in 1976/77 debuteerde, was dit een omslagpunt in de Nederlandse literatuur. In dit rijtje horen ook Willem Jan Otten en Bas Heijne thuis, en - met enige vertraging - ook Marcel Mring. Na hen manifesteerden zich de Maximalen (Joost Zwagerman en de zijnen) en de Generatie Nix (Ronald Giphart cum suis), maar dat bleek, om met literatuurcriticus Jaap Goedegebuure te spreken, 'hol geschetter'. De laatste generatie schrijvers van de twintigste eeuw die de geschiedschrijving zal ingaan als belangwekkend, lijkt me Kellendonk en vrienden. Controversieel Frans Kellendonk (1951-1990) bleek de meest controversile van het stel. En tot de grootste controverse leidde zijn laatste roman. Mystiek lichaam (1986). In het eerste deel leren we de vrekkige A.W. Gijselhart kennen geld is zijn religie - en zijn nukkige dichter Magda, die zwanger blijkt van een veel oudere joodse arts, Pechman. Het tweede deel gaat over haar homofiele broer Leendert, die kunstcriticus is in Amerika. Hij verliest zijn vriend aan aids en is zelf waarschijnlijk ook seropositief. Hij vervloekt de homoseksualiteit en vereert de gezegende toestand waarin zijn zwangere zus verkeert. In het laatste deel keert Leendert naar huis. De geboorte van het kind heeft Gijselhart tot een bekering gebracht: hij heeft gebroken met zijn geldzucht en kan zijn geluk niet op. Maar aan het eind van het boek verdwijnen Magda en Pechman met hun kind naar Zwitserland, Gijselhart blijft verbitterd achter en Leendert weet dat de enige zekerheid zijn naderende dood is. De roman kreeg een vloedgolf aan kritiek over zich heen, omdat het antisemitisch zou zijn en grievend voor homofielen. Antisemitisme zit er zeker in Mystiek lichaam. En beslist ook kritiek op homo's, die 'een parodie op het huwelijk' opvoeren en zich onttrekken aan de voortzetting van de mensheid, en daarom gestraft worden met aids. Maar het allegorische personage dat 'de Geschiedenis' heet en dingen zegt als 'flikkerij en jodendom, dat was van hetzelfde overbodige laken een pak', krijgt ongelijk, 'de joden hadden haar immers uitgevonden'. En de jood Pechman is, als hij aan het eind van het verhaal met zijn gezinnetje naar het buitenland verdwijnt, de overwinnaar. En wat de homohaat betreft, dat staat op z'n minst in een ander licht als je weet dat Kellendonk zelf homo was en aids had. Hans Werkman noemde indertijd nog een ander bezwaar, namelijk dat Kellendonk de taal en symboliek van de Bijbel gebruikt 'zonder dat ook maar iets blijkt van werkelijk bijbels gedachtegoed'. Kellendonk had een discussie willen ontketenen, over waar het naartoe moest met een samenleving zonder 'bezield verband', met het op lust en geld verzotte individu. Maar door alle ophef werd er nauwelijks inhoudelijk op de roman ingegaan. Kort na de vernietigende ontvangst van zijn boek brak zijn ziekte definitief door. Hij stierf op 39-jarige leeftijd. Nu is Mystiek lichaam ook een buitengewoon ingewikkeld boek, vol ironie en tegenstrijdigheden en met louter onsympathieke personages, waarin onmogelijk valt te herkennen waar Kellendonk zelf staat. Twee grondthema's bepalen zijn oeuvre: waarheid en afzijdigheid. Wat is waarheid in een samenleving die heeft afgerekend met de grote verhalen maar waarin het materialisme zichtbaar tekortschiet in het verklaren van de werkelijkheid? En als je niet weet hoe je een hogere waarheid kunt vinden die richting kan geven aan je leven, ontstaat al gauw de neiging je afzijdig te houden. In een van zijn korte verhalen laat Kellendonk zijn hoofdpersoon zeggen: "ik wil me er wel voor hoeden de fout van de athest te maken, die omdat een ander het absurde geloof in iets hogers aanhangt het nog absurdere geloof dat er niets hogers is verkondigt." In een essay heet het: "ik heb in het hart van de schepping een leemte ontdekt waar God, als Hij bestaat, mooi in zou passen." Niet dat het godsbegrip dat hij ontwikkelde overeenkomt met de God van het

11

christendom. Hij groeide op in een rooms-katholiek milieu en was zelfs nog misdienaar, maar rekende op jonge leeftijd af met de 'man in een soepjurk, die zich een doornenkroon op het hoofd had laten drukken' en diens 'toornige ijdeltuit' van een Vader. Zijn godsbegrip beschouwde hij als een werkhypothese aan de hand waarvan hij over de werkelijkheid kon nadenken. Die werkelijkheid vond hij zo gebroken en zonder samenhang, dat hij concludeerde dat de schepping onaf is. God is er nog steeds mee bezig. Maar dat is wederkerig: de schepping creert op haar beurt God. "Mocht het (...) uitlopen op zoiets als de voltooiing der tijden, dan zullen God en Zijn schepping elkaar volkomen uitdrukken en ophouden afzonderlijk te bestaan," schreef hij in hetzelfde essay. "Ze zullen dan in elkaar verdwijnen en opgaan in wat door Johannes Gods woning onder de mensen is genoemd, het nieuwe Jeruzalem. De mystiek hiervan komt tot uitdrukking in de romantitel. Daarmee is iets eigenaardigs aan de hand. 'Mystiek', het streven naar de vereniging met God, is een zaak van de ziel, niet van het lichaam. 'Mystiek lichaam' is dus een contradictio in terminis. Maar God is voor hem niet iets bovennatuurlijks, maar het creatieve moment in de schepping. En 'lichaam' gebruikt hij in de betekenis van 'vereniging van personen', hij bedoelt er de samenleving mee. Het mystieke lichaam is de bezielde samenleving, waarin het niet langer draait om lust, geld en individualisme. Dit is een te eenduidige interpretatie. Kellendonk had geen antwoorden, zijn roman was een onafgerond onderzoek naar zingeving. Erfzonde, heilsgeschiedenis, moederschap, de 'economie van de liefde' - het speelt allemaal mee in de complexe thematiek. Essentieel lijkt me het motto van het derde deel, dat hij aan Carry van Bruggen ontleende: 'Distinctiedrift is levensdrift. Eenheidsdrift is doodsdrift'. Ieder mens wil zich onderscheiden (en daar komen antisemitisme en homohaat om de hoek kijken) en ieder mens wil opgaan in de gemeenschap (het mystieke lichaam). Tegenover de samenleving als organisme staan de distinctiedrift, de seksverslaving en de geldzucht. De roman lijkt partij te kiezen voor de samenleving, de saamhorigheid, voor het leven. Anderzijds besmet Leendert willens en wetens een andere jongen met aids en eindigt de roman met zijn 'hoogliedje op de dood'. Het geloof in zijn godsbegrip - dat een voortdurend zoeken was, doordesemd van voorbehoud - noemde hij 'oprecht veinzen'. Zijn vriend Oek de Jong zou later in een essay schrijven dat hij dit altijd 'een wangedrocht van een theorie' had gevonden. Hij begrijpt waarom religieuze overgave voor Kellendonk onmogelijk was. "Maar op een ironische wijze geloven in God die een verzinsel is, dat is onzin." Voor De Jong was deze goocheltruc niets anders dan een vlucht van iemand die wanhopig snakte naar geborgenheid, maar niet wist waar hij die zoeken moest. Raker dan zijzelf beseft, zijn de woorden van critica Aleid Truijens: "Misschien zal Mystiek lichaam (...) ooit model staan voor het beste waartoe de literatuur aan het eind van de twintigste eeuw in staat was."

Reactie op recensie 2 Ook hier schrok ik een beetje van. Kan ik geen literatuur herkennen? Blijkbaar was dit boek heel baanbrekend, maar ben ik te genY om dat te beseffen. Ik vind de bovenstaande recensie prachtig omschreven. De zin die ik het meeste aan het boek relateer en waar ik het meeste mee eens ben is : ieder mens wil opgaan in de gemeenschap (het mystieke lichaam) hier had ik namelijk nog niet aan gedacht, maar het sluit wel helemaal aan bij het boek. De vloek op homos begrijp ik niet helemaal. Voor mij gaf Leendert zich juist helemaal over aan dit pricipe. Hij legde zich erbij neer. Ging er op in. Verbrede zijn doodskader. Ook worden hier de personages weer als onsympathiek omschreven. Ik ben het niet eens, ik ben met ze mee gaan denken. Ze hebben geen onredelijke eisen. Hoogstens onredelijke manieren. Wat me verder wel aansprak in deze recensie is de zin over de bezielde samenleving. Het boek draait om lust, geld egocentrisme, en dat is juist waarmee ze niet verder komen. Persoonlijke smaak:

12

Dit (school) jaar heb ik drie boeken voor Nederlands gelezen. Ten eerste Kader Abdollahs het huis van de moskee, Max Havelaar en nu dit boek. Er zou geen groter verschil in sfeer kunnen zijn wat mij betreft. Nadat ik beide boeken gelezen heb, is het voor mij wel duidelijk dat ik boeken in de oosterse sfeer wel wat interessanter vind. Van de bovenstaande drie boeken sprak het huis van de moskee mij het meeste aan. De manier van verhalen vond ik daar heel fijn sprookjesachtig, schetsend. Terwijl Max Havelaar voor mij eerder verwarrend was door het moeilijke taalgebruik, en dus minder prettig te lezen, omdat ik constant moest terugzoeken en moeilijk in het verhaal kon komen. Mijn leesmotivatie is door de jaren heen wel sterk verandert. Toen ik als klein meisje grote boeken uit de kast trok was het vooral nieuwsgierigheid, later hield ik van sprookjes omdat ze alles mooier verbeelden en verwoorden, werelden waarin goed en kwaad heel duidelijk verdeeld was, waardoor keuzes maken makkelijker werd. Sinds ongeveer de derde begon ik boeken ook echt te lezen voor mijn interesse in andere culturen, andere levens. Ik denk dat kennis zeer belangrijk is voor de mensheid, en boeken een van de belangrijkste manieren zijn om kennis door te geven, zoals ze dat al eeuwen hebben gedaan. Andere boeken lees ik ook wel om standpunten van mensen te lezen. Niet zozeer culturen maar manieren van in het leven staan. Meestel lees ik een boek omdat ik er juist hele hoge verwachtingen van heb, of soms juist niet, wil ik geen verwachtingen creren. Bij dit boek was het hetzelfde. Van tevoren is het enige wat ik gedaan heb checken of het taalgebruik niet te moeilijk was. Ik had dus volledig geen voorkennis. Eigenlijk vind ik dit wel jammer, want het dromerige van de eerste scene komt niet meer terug, terwijl ik dat na die eerste paar bladzijden juist verwacht had. Ik denk wel dat het makkelijk is om zonder mening het boek in te gaan, omdat de titel vrij vaag is. Er was bij mijn boek ook geen uitgesproken voorkant, slechts een afbeelding van een vrouw (Maria?) met een kind.

13

You might also like