Professional Documents
Culture Documents
Biblica Poëtica
Poëzie
1
Biblica Poëtica
Biblica Poëtica,
Canon door Ron Hoeks
website: http://ronhoeks.blogspot.com
email: gw_hero@yahoo.com
Illustratie:
Gustave Doré, The Expulsion from the Garden of Eden.
2
Biblica Poëtica
Inhoud
3
Biblica Poëtica
Surprise!.............................................................................................52
(intermezzo) ......................................................................................53
Van je familie moet je het maar hebben..........................................54
Ontzagwekkende ontmoetingen ......................................................55
7. Shame and scandal in the family .....................................................57
Houd uw dochters binnen ................................................................58
Even voorstellen................................................................................61
De zonen van Juda ............................................................................62
De [klein]zonen van Juda.................................................................63
8. Van een slaaf niets dan goeds ..........................................................65
Droomjongen.....................................................................................66
Net als in de film ...............................................................................68
STOP! .................................................................................................69
Blood Money......................................................................................74
Blood Brothers...................................................................................75
Koopje! ...............................................................................................76
Love hurts ..........................................................................................78
(CUT!) ................................................................................................83
Love hurts (vervolg) ..........................................................................84
9. Geef ons heden ons dagelijks brood ................................................95
Bakkertje moet hangen.....................................................................96
Die eeuwig zeurende cynische sceptici..........................................100
Dromenland.....................................................................................101
Graancirkels.....................................................................................105
(in voorbereiding)...................................................................................109
DEEL III – Zand en plagen ....................................................................109
Verantwoording ......................................................................................111
Verklaring nummering citaten...........................................................112
Bronverwijzingen Biblica Poëtica ......................................................113
Geraadpleegde literatuur & software ................................................118
4
Biblica Poëtica
5
Biblica Poëtica
6
Biblica Poëtica
7
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
9
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
Twee verhalen
Nou ja, misschien een klein beetje anders, but you got the point, right?
Belangrijk: mens op het eind.
10
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
De Blue Line oscillating zaag is speciaal ontwikkeld voor het zagen van het bot
gedurende chirurgische operaties. De Blue Line oscillating zaag kenmerkt zich door
gebruiksvriendelijkheid, variabele overbrenging van snelheid, variabele
rotatiesnelheid en autoclaaf-steriliseerbaarheid.
Prijs € 2.995,-- excl. BTW (complete set met o.a. oplaadstation, extra lithium accu
en 2 standaard zaagbladen)
11
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
12
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
willen we weten
hoe het zit tussen goed en kwaad
daar komen bloteriken van
(de schellen
vallen je dan als het ware van de ogen)
13
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
en die krijgt er van langs! God trekt hem al zijn poten uit
en zegt hem dat ie de rest van zijn leven kan buikschuiven,
och arme, wat een straf.
zij zal hem tot aan zijn pas verworven dood blijven liefhebben –
14
B.P. In den beginne Een eukaryoot in Eden
twee mensen
verdreven uit de Hof
15
B.P. In den beginne De zonen van de Mens
17
B.P. In den beginne De zonen van de Mens
18
B.P. In den beginne De zonen van de Mens
van godswege
19
B.P. In den beginne De zonen van de Mens
20
B.P. In den beginne Het goddelijke afvoerputje
21
B.P. In den beginne Het goddelijke afvoerputje
Natte voeten
22
B.P. In den beginne Het goddelijke afvoerputje
23
B.P. In den beginne Het goddelijke afvoerputje
Noach,
regelrecht
op de barbecue
24
B.P. In den beginne Divide et impera
4. Divide et impera
25
B.P. In den beginne Divide et impera
Après le déluge
(een monsterverbond)
de mensch heerscht
en al wat leeft
VREZEN!
VREZEN!’
26
B.P. In den beginne Divide et impera
De naakte waarheid
27
B.P. In den beginne Divide et impera
28
B.P. In den beginne Divide et impera
Gelukkig is de taal
van ons gebleven.
29
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
5. Zuiver is de weg
en vernietig het
of aanvaard het
in berusting
31
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
Zuiver is de weg
lieve Sarai,
Wat moet het toch een teleurstelling voor jullie zijn geweest
dat Kanaän aanvankelijk niet bracht waar jullie op hoopten,
en dat er zo’n hongersnood heerste dat jullie je heil
in Egypte moesten zoeken.
Natuurlijk moet het pijn gedaan hebben dat hij zo had besloten,
maar ik ben er zeker van dat hij zich door de situatie
gedwongen voelde om zo te handelen; ik heb bewondering
voor zijn handelsgeest en jouw toewijding dat je het allemaal
zo goed doorstaan hebt. Bovendien: had Abram niet de hulp
van de ene God? Ik heb begrepen dat deze de Farao zozeer
gesard heeft dat hij jou teruggaf aan je edele echtgenoot.
Nogmaals, ik ben er zeker van dat Abram het beste met je
voor had, en dat hij er op rekende dat hij jou weer terug
zou krijgen.
O, hoe de zaken ten gunste zijn gekeerd sedert jouw vorige bericht!
Ik heb er nog steeds moeite mee om je Sara te noemen, en ik ben
ook nog steeds niet gewend aan de nieuwe naam van je echtgenoot,
Abraham. Ik voel nog steeds de pijn die jij gevoeld moet hebben
32
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
toen jouw slavin Hagar, die jij uit liefde aan Abraham gaf omdat jij
kinderloos bleef, zo snel van hem zwanger werd. En hoe zij jou
minachtte daarom!
Welk een vreugde beleefde ik toen ik hoorde dat je inderdaad het leven
had geschonken aan je zoon Isaak. Het is het beste bericht dat ik in
jaren gehoord heb. Ik hoop dan ook dat ik weldra in de gelegenheid
zal zijn om jullie te komen bezoeken.
Wat zal Abraham trots zijn op zijn zoon! Je kunt hem nu wel vertellen
dat ik Nachor, zijn liefhebbende broeder en mijn geliefde echtgenoot,
zoveel zonen heb geschonken. Het zal hem nu geen pijn meer doen.
alle liefs,
je liefhebbende schoonzuster,
Milka
O Sarai
33
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
goden en andere
machtige heren
O Abram
in de schaduwen van de
terebinten van Mamre
34
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
Sodom
35
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
36
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
Come on sister,
let’s have some sex with daddy
en nu eenzaam en eerzaam
met zijn twee dochters
in een spelonk woonde,
Terwijl ik sliep!
(nadat ze mij eerst wijn te drinken
hadden gegeven)
I did not (want to) have sexual relations with these women’
37
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
‘1 APRIL!’
38
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
Abimelek, Farao op
39
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
Integreren? Assimileren?
Wij?
Zij?
Wij<>zij<>tot<>in<>de<>eeuwigheid
40
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
41
Bilica Poëtica Zuiver is de weg
***
42
Bilica Poëtica
43
Bilica Poëtica
44
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
45
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
Herhalingsoefening
46
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
47
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
48
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
Herhalingsoefening (2)
49
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
De oudste, de eerste,
de naïeve, de mindere,
mist de zegen van zijn blinde vader
50
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
51
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
Surprise!
52
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
(intermezzo)
De vraag luidt:
Juist.
53
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
met als absolute apotheose dat toen Laban hen achterna was gekomen,
Rachel bovenop de god ging zitten die ze van haar vader had gestolen –
Gelukkig was Bert van Leeuwen van het EO-programma ‘Het Familiediner’
ter plaatse om de boel te sussen, en uiteindelijk ging men toch nog met z’n
allen gezellig steengrillen.
54
B.P. Eén natie onder God Twee volken in één schoot
Ontzagwekkende ontmoetingen
II
Uiteindelijk had hij die zich vanaf nu Gods strijder mocht noemen,
zich zorgen gemaakt om niets,
56
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
57
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
JAKOB
‘Rustig aan jongens’
PRINS SICHEM
‘Noem mij uw prijs. Een BMW,
een trip naar de maan.’
SIMEON, LEVI
‘Laat de moheel maar komen.’
Alle broers af
SIMEON
‘Kom broeder, neem je zwaard.’
LEVI
‘What’s the fuzz?’
SIMEON
‘We gaan de heidenen over de kling jagen.’
59
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
LEVI
‘Maar alle mannen zijn nu besneden...’
SIMEON
‘Maar niet uit godvrezendheid.
De familie-eer staat op het spel!’
60
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
Even voorstellen...
61
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
Hoerenloper Juda,
die ongetrouwde moeders
liefst in de brand steekt,
TAMAR:
ONAN:
62
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
een geitenbok
TAMAR: ‘’k Heb het idee, dat ’t zaad haast uit u lekt.
Ik zal voor u nog gauw mijn haartjes trimmen.
Uw ring als pand, ik kijk niet op het klokje.’
63
B.P. Eén natie onder God Shame and scandal in the family
64
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
65
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Droomjongen
JOZEF
‘Ik ben niet de eerstgeborene,
maar wel de eerste van de eerste
keus van mijn vader.’
JAKOB (ISRAËL)
‘Hoe je schittert in je prachtige gewaad!’
JOZEF
‘Ik droom dat hemellichamen en korenschoven
voor mij zullen buigen. Ik droom de toekomst!’
JAKOB
‘Oké dreamboy. Ga dan nu maar eens ff buiten kijken.
Vertel me hoe het staat met je broers en de schapen.’
LUCAS (lachend)
‘En hij zal als koning over het huis van Jakob heersen.’
(2) .1
MATTEÜS (vinger opstekend)
‘Hij is slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls.’
(2).2
JOZEFS BROERS
‘Kijk, daar heb je onze dromer in zijn apenpakkie.’
‘Verwacht hij dat we voor hem buigen als knipmessen?’
‘Laten we hem doden, een goede opruiming.’
RUBEN (die nog wat goed te maken heeft bij zijn vader)
‘Bij de billen van Bilha.
Hem vermoorden is toch niet nodig?
Gooi hem in deze put, hier in de woestijn.’
66
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
‘Hé! Elk nadeel hep z’n voordeel. Waarom zouden we er niet een paar
sjekel aan overhouden?’
67
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
hebzuchtig en geil
grijpt ze hem bij de kladden,
rukt hem de kleren van het lijf,
68
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
iedereen om zijn
vinger windt –
ook hier,
in de kerkers waar de ratten
aan de tenen van de ongelukkigen
knagen,
in de gevangenis
van de overste
van de lijfwacht
van de farao –
STOP!
‘STOP! Dit wordt niks. Stop met voorlezen.’ De hand van de regisseur grijpt
naar de telefoon.
69
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
--
70
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
--
DE ONGELOVIGE
‘Gaap...’
DE GELOVIGE
‘Ten hemel schreiend!’
JAMES CAMERON
‘Later mijn zoon, later.’
71
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
JAMES CAMERON
‘Goed, dan kan het filmen haast beginnen.
JAMES CAMERON
‘Nee, mijn zoon, op Mars, de rode planeet.’
72
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
73
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Blood Money
Verraden –
74
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Blood Brothers
(of liever gezegd: niet het bloed van de broer van de schaapherders,
want zo heel veel schaapherderen deed hij niet)
‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.’
(1)
75
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Koopje!
POTIFAR
‘Aan de deur wordt niet gekocht.’
KOOPLIEDEN
‘Zoals u van ons gewend bent hebben wij weer uitstekende gom,
balsem en hars te koop.’
POTIFAR
‘U kletst uit uw nek. Ik heb nog nooit iets van u gekocht.
Bovendien doet mijn vrouw altijd de boodschappen.’
KOOPLIEDEN
‘Vandaag hebben wij een speciale aanbieding: indien u drie artikelen
afneemt, krijgt u een Hebreeuwse slaaf kadeau.’
POTIFAR
‘Wat moet ik met een Hebreeuwse slaaf aanvangen? Ik heb al een
voorproever, een slavin die mijn rug en billen wast en mijn vrouw is
reeds voorzien van een tuinman.’
KOOPLIEDEN
‘Heeft u deze slaaf al eens goed bekeken? Zie eens hoe knap hij is.’
‘Jozef, doe eens een stapje naar voren.’
POTIFAR
‘Wat interesseert mij het uiterlijk van een mannelijke slaaf? Ik ben
geen homo.’
POTIFAR
‘Wil je niet zo luid roepen? Stel dat er een dichter om de hoek staat te
luistervinken! Wil je soms dat er over duizenden jaren nog steeds
stompzinninge verzen over ons geschreven worden om ons
76
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
belachelijk te maken?’
ZULEIKA
‘Doe niet zo paranoïde! Je bent één van de machtigste mannen van
het land, hoofd van de lijfwacht van de farao; jij kunt iedereen in het
gevang smijten die kwaad over jou spreekt.’
KOOPLIEDEN
‘Behalve een onweerstaanbaar uiterlijk is onze Jozef buitengemeen
slim en ook nog paranormaal begaafd.’
POTIFAR
‘Vrouw, dit zijn colporteurs gewiekst als tweedehands-kamelen-
verkopers die je met hun zoete praatjes trachten in te palmen. Onder
het poezelige huidje van deze mooie jongen schuilt gegarandeerd een
slecht karakter of een geslachtsziekte.’
KOOPLIEDEN
‘O overste van de wacht. Wat denkt u slecht over ons! Wij zweren u,
wij zijn goudeerlijke kooplui, deze prachtige slaaf is een buitenkansje
dat wij ú gunnen, en niemand anders! U denk toch niet dat wij het
zouden aandurven een vertrouweling van de farao op te lichten?’
ZULEIKA
‘O Potifaatje liefje, kijk dan toch! Is hij niet om te zoenen? Wat een
schatje. O ik wil hem! Zijn huid kleurt zo mooi bij ons nieuwe tapijt.’
POTIFAR
‘Hmf.’
ZULEIKA
‘Verkocht. Hoeveel gom, balsem en hars moeten wij afnemen, heren?
Het geld van mijn echtgenoot klatert als water in het gouden
zonlicht.’
77
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Love hurts
POTIFAR:
78
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
II
ZULEIKA:
En Zuleika sprak:
En Jozef sprak:
79
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Zuleika:
‘O Jozef lief, hoe peilloos diep jouw mooie ogen,
nog schoner dan het blauwe water van de Nijl.
Laat ons toch samen hier verpozen voor een wijl –
met jou aan tafel ben ik blij en opgetogen.’
Jozef:
‘U zegt mijn aanblik is het mooiste hier op aarde.
Dat kan wel wezen, maar dat komt omdat ik leef!
Het is slechts zuiverheid waarnaar ik altijd streef;
eenmaal in ’t graf verliest mijn schoonheid snel zijn waarde.’
Zuleika:
‘Hoe prettig is het toch om steeds jouw stem te horen,
en helemaal als jij dan ook de harp bespeelt.
Want dat is iets wat mij nu werk’lijk nooit verveelt:
je mond, je stem, welk zal mij nu het meest bekoren?’
Jozef:
‘Ik vind het fijn en zalig om met u te spreken.
Maar dan alleen over de glorie van de Heer!
Als u zo vleit dan sla ik gauw mijn ogen neer;
de liefde Gods doet al het andere verbleken.’
Zuleika:
‘O mooie jongen, toe, laat ons de haren kammen;
mijn gouden kam trekt echt de allermooiste krul.
In heel het land ben jij de meest begeerde knul;
kom bij me liggen, ’k laat mijn lusten nu ontvlammen.’
Jozef:
‘Ik smeek u! Neen! Onthoudt u toch van wulpse praat!
Ik raak u nimmer aan, ook niet met zulk een borstel,
want voor je ’t weet ontstaat er indiscreet geworstel;
Elohim ziet de zonde die er dan ontstaat!’
80
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Zuleika:
‘Maar Jozefke, ge zijt toch een gezonde vent?
Klopt er bij jou dan niet het liefdeshart van binnen?
Ik ben toch mooi? Kom mij nu eindelijk beminnen!
Kom mee naar bed mijn schat, dit is nu het moment!
J.: ‘Dat spijt me heus; maar ’k ga nu toch weer gauw aan ’t werk.’
Z.: ‘’k Laat je kastijden, jij... jij onbehouwen vlerk!
Als jij mij nu verlaat, dan zal je dat berouwen!’
J.: ‘Alea iacta est. Ik ga en groet u, vrouwe.’
81
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
III
en dus
organiseert zij een banket,
82
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
(CUT!)
B.J.
‘Is het niet verworden tot woordkakkerij?’
J.C.
‘Geenszins mijn zoon, geenszins.’
83
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
(onder tromgeroffel)
IV
daar paradeert
(terwijl hij zich er zelf niet bewust van lijkt te zijn)
bloed
dat zich vermengt
met het sap van cederappels
84
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Want elke dag loopt zij dat stuk tegen het lijf!
Is het dan gek dat soms de wanhoop haar bekruipt?
Tot zij uiteindelijk hem heimelijk besluipt –
en hem bespringt als hij zich rept naar ’t nachtverblijf.
Zuleika:
85
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Jozef:
DUS STOP MET LULLEN MENS, HET GAAT ECHT NIET GEBEUREN!!
NEE ECHT, IK LUISTER GEEN MINUUT MEER NAAR UW ZEUREN!!’
86
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
VI
stokte
en aarzelend keerde hij zich om en zocht
zijn pas getreden voetstappen.
‘het is de dag van het feest! Komt gij dan toch werken? Maar waarom keert
gij dan? Of komt gij....................................
soms om mij?’
87
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
88
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
VII
89
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
VIII
het scheen hem toe alsof hij alle lijnen van haar lichaam
onder haar kleding kon uittekenen, de contouren zichtbaar
maar nog genoeg verhullend om ruimte over te laten
voor suggestie –
of
sterf.’
90
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
echoënd
‘GIJ ZULT NIET Gij Zult NIET gIJ zulT NiEt Gij ZuLt NiEt Gij
zultNietgijZultNietgijzulTNietGijzultnietgijzultnietgijzultnietgijzul
tniet’ en de tranen stroomden over zijn wangen terwijl de Nijl
buiten haar oevers trad
en hij vluchtte
weg van het huis, weg,
voor de blikken van de Ene
91
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Zuleika:
Carmen Electra
Potifar:
Paul de Leeuw
Kooplieden:
Marco Borsato, Robert Gabriël Mugabe, Marc-Marie Huijbregts
Vriendinnen Zuleika:
Linda de Mol, Hanneke Groenteman, Erica Terpstra,
Gordon, Catherine Keyl
Script:
Benjamin Jasher
Regie:
James Cameron
Muziek:
Ravel
92
B.P. Eén natie onder God Van een slaaf niets dan goeds
Productie:
James Cameron
93
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
95
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
brood
het gaat allemaal om brood
ons dagelijks brood
wat zeg je nu? wie praat er hier van bakker zeg wat denk jij wel
ja vrouw het zal dat van de bakker zijn wat zeg je slaaf?
het zal dat van de bakker zijn het hoofd ja
van de bakker zijn
de bakker? en zijn vrouw dan slaaf? zijn vrouw dan van de bakker
slaaf zij zal er toch niet blij mee zijn haar man diens hoofd die vrouw
o slaaf o nee o nee zij zal niet blij zijn om zijn hoofd o vrouw
men late schenken een glas wijn
hoezo nu wijn? geen stijve heer maar wel dit slap verweer
ja! wijn mevrouw hoezo dan wijn voor vrouw van bakker slaaf?
zijn hoofd de wijn is van de schenker vrouw die schenker
doet het goed kolere doet die schenker goed maar bakker
vrouw die kloot die bakker die verkloot het allemachtig
wat verkloot die bakker ik zal het van hem moeten overnemen
mark my words
wat bedoel je slaaf jij zit hier nu met mij zit jij me soms te fucken
ik zeg je voor het laatst ten enenmale ga jij slapen nu! met mij? slaaf! leg je
handen op mijn tetten ik laat je lid nu groeien slaaf
II
‘o poetief lief,
die slaaf mijn lief die schone slaaf hebreeër lul
hij is ervandoor hij heeft mij geschandvlekt
mij
heeft mij
hier
misbruikt...’
97
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
‘goed ik zal hem pakken dan de schoft, ik zal de wacht hem laten grijpen’
de wijn
de pijn
pijn
pijn
98
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
III
99
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
Zo flauw,
van die mensen die niet geloven
in een bliksemcarrière
100
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
Dromenland
Hoe anders ging dat nog in zijn werk een kleine vierduizend jaar geleden!
101
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
farao op
FARAO
‘o help blinde paniek is hedenmorgen mijn meester,
komt allen hier, raadslieden, ministers, staatssecretarissen,
schriftgeleerden, kunstenaars, bordeelgangers, dichters
en andere onkekke kwasten en fantasten van weinig
of meer importantie,
hovelingen, notabelen op
(VOICE-OVER)
‘Hovelingen komen aangesneld op het gejammer van de farao. Nog
meer notabelen worden ontboden. Allen horen de twee dromen van
de farao aan: de vette koeien die werden opgegeten door de magere,
en de volle aren die werden verslonden door de kale.’
SCHRIFTGELEERDE
‘De goden spreken in raadselen. Ik kan het u niet verklaren.’
GERARD REVE
‘Wij neo-katholieken zeggen “verklaring is niet aan de orde. De
waarheid is dat er geen verklaring is.”’
FARAO
‘Mijn beste onderdanen. Moet ik u verhogen gelijk ik ooit een bakker
deed? De wormen zijn minder geduldig dan ik.’
SCHRIFTGELEERDE
‘Ik denk dat er niemand is met zoveel kennis dat hij de twee dromen
kan duiden, o zoon van de zonnegod.’
ROB OUDKERK
‘Ik ken wel een vrouw die zieken kan genezen en met gene zijde
spreekt. Ongetwijfeld kan zij dromen verklaren. Even denken, hoe
102
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
SCHENKER
‘Wacht, er schiet me plotsklaps iets te binnen. Ik ken een dromen-
uitlegger, een Hebreeuwse slaaf, en die is voorwaar geen oplichter!
Hij legde zowel mijn droom als die van de bakker uit en voorspelde
exact wat er gebeurde. Want wat hij voorspelde naar aanleiding van
onze dromen, zo geschiedde met mij en de bakker, al kan de laatste
één en ander niet meer bevestigen.’
FARAO
‘En waar is hij nu, je wonderbaarlijke ziener?’
SCHENKER
‘Ik vermoed nog altijd in de kerkers van Potifar, uw nederige dienaar.’
POTIFAR
‘Eh, wel ziet u, mijn vrouw, die werd eens tamelijk ernstig onkies
benaderd door deze Jozef en ...’
FARAO
‘Oen! Ik moest je ophangen aan je ballen!’
POTIFAR
‘Uh ik weet niet of dat...’
FARAO
‘Haal die dromenduider onmiddellijk uit het gevang en laat hem hier
brengen!’
Jozef op
JOZEF
‘De twee dromen spreken elkaar niet tegen. Het is één heldere
bouillon die God u hier heeft bereid.
103
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
Hij maakt namelijk bekend dat zeven jaren van overvloed worden
gevolgd door zeven jaren van de ergste hongersnood.’
FARAO
‘Pollens! Da’s geen zever.’
JOZEF
‘Van mijn vader heb ik geleerd dat het antwoord belastingen is.
Aangezien dit een noodgeval is, moeten wij deze gaan verdubbelen.
Tienden zijn niet genoeg, hef in de jaren van overvloed een vijfde van
al het gewas en sla deze op in schuren, zodat het volk in lengte van
jaren zal kunnen blijven eten.’
(VOICE-OVER)
‘Dit nu klonk als muziek in de oren van de farao. Kassa! De
belastingen verhogen, verdubbelen nog wel, dat zou hij zelf niet
hebben aangedurfd, een morrend volk zou zijn deel zijn geweest!
Maar deze schone jongeling, die zo mooi kon praten en schijnbaar
iedere vrouw in katzwijm kon laten vallen alleen al vanwege zijn
aanblik, die zou het wel eens voor elkaar kunnen krijgen...’
FARAO
‘Bon. Luister. Vanaf heden bent u geen slaaf meer maar onderkoning.
Ik laat alles aan u over, ik doe mijn zegelring om uw vinger, ik geef u
een gouden keten om de hals en u regeert vanaf nu het land. (*) Doe
wat u goeddunkt, u krijgt mijn tweede wagen, en vooruit, ook nog een
vrouw erbij, de dochter van een priester. Lijkt u dat wat?’
JOZEF
‘Zij is niet getrouwd?’
FARAO
‘Uw principes zijn mij ter ore gekomen.
Ik heb een maagd voor u uitgezocht.’
(*) dat is nog eens andere koek dan wekenlang informeren en formeren en
regeerakkoorden opstellen...
104
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
Graancirkels
BOEREN:
‘En toen we niets meer hadden
buiten een tafel met daarop een schamel brood,
klopten we met magere handen ongedurig op het hout’
SCHAAPHERDERS:
‘Bibberend stonden we tegenover hem,
erop uitgestuurd door onze vader om graan te kopen.
En dacht u dat wij doorhadden dat hij
die in het licht van de Farao stond, onze broer was?
Neen, zijn schaduw werd over ons geworpen
en we herkenden hem niet.’
VERENIGDE NATIES,
Algemene Vergadering
De Algemene Vergadering,
1. Eist van de regering van Egypte dat zij haar graanpolitiek staakt waarin
boeren 1/5 van de graanoogst moeten afstaan in tijden van voorspoedige
jaren (die helaas op dit moment achter ons liggen) en dat die boeren
datzelfde graan weer terug moeten kopen op het moment dat zij tengevolge
van het mislukken van hun oogst in de huidige magere jaren geen voedsel
meer tot hun beschikking hebben;
2. Verlangt van de regering van Egypte dat zij stopt met het verkopen van
graan tegen onredelijke prijzen zodanig dat als de boeren geen geld meer
hebben, zij hun ganse veestapel moeten afstaan voor graan, of als zij geen
veestapel meer bezitten, zij hun grond moeten afstaan aan de Farao voor
graan, met als gevolg dat weldra al het land van de boeren in het bezit zal zijn
van de Farao;
Het verweer van de regering van Egypte, bij monde van Onderkoning
Safenat-Paneach, geboren Jozef:
‘Wij, de regering van de Farao van Egypte, leggen resolutie nr. -1641
niet alleen naast ons neer, wij bestrijden tevens de rechtmatigheid
ervan. Het is de Algemene Vergadering niet toegestaan zich te
bemoeien met de interne aangelegenheden van staten.’
106
B.P. Eén natie onder God Geef ons heden ons dagelijks brood
De VN hadden echter gelijk. Dit bleef natuurlijk niet lang goed gaan...
107
B.P. Zand en Plagen
(in voorbereiding)
DEEL III – Zand en plagen
109
Biblica Poëtica Verantwoording
Verantwoording
111
Biblica Poëtica Verantwoording
(3) Citaten uit Jesus Christ Superstar, Rock Opera van Tim Rice & Andrew
Lloyd Webber, verfilmd door Norman Jewison.
112
Biblica Poëtica Verantwoording
113
Biblica Poëtica Verantwoording
II.6.1 Herhalingsoefening
Genesis 25:21
II.6.2 Uit één schoot maar niet uit één ei
Genesis 25:22-26
‘hij die lachen mag’: de letterlijke betekenis van Isaak (Yishaq) is ‘hij zal
lachen’ of ‘moge God lachen’.
II.6.3 Vele eersten zullen de laatsten zijn
114
Biblica Poëtica Verantwoording
Genesis 25:27-34
II.6.4 Herhalingsoefening (2)
Genesis 26:1-10; Genesis 26:15-18
II.6.5 Vele laatsten zullen de eersten zijn
Genesis 25:28; Genesis 26:34-35; Genesis 27:1-38
II.6.6 Eieren voor je geld kiezen
Genesis 27:41-46; Genesis 28:1-2; Genesis 28:11-12; Genesis 28:16-18;
Genesis 28:22
II.6.7 Surprise!
Genesis 29:17; Genesis 29:21-29
II.6.8 (intermezzo)
Genesis 29:17; Genesis 29:31; Genesis 30:14-16
II.6.9 Van je familie moet je het maar hebben
Genesis 29:32-35; Genesis 30:5-7; Genesis 30:10-12; Genesis 30:17-18;
Genesis 30:21-23; Genesis 30:25-42; Genesis 31:17-23; Genesis 31:34-35
‘Het Familiediner:’ sorry-tv van de EO (Evangelische Omroep) waarin
presentator Bert van Leeuwen probeert te bemiddelen tussen gebrouilleerde
familieleden.
Zie http://www.eo.nl/programma/hetfamiliediner/page/-/home.esp
II.6.10 Ontzagwekkende ontmoetingen
Genesis 32:1-2; Genesis 32-7; Genesis 32-11; Genesis 32:24-25; Genesis 33:4
115
Biblica Poëtica Verantwoording
II.8.1 Droomjongen
Genesis 37:3-13; Genesis 37:18-27
(2).1 Lucas 1:33 (Engel Gabriël tot de maagd Maria)
(2).2 Matteüs 15:24 (Jezus tot een Kananese vrouw)
(2).3 Matteüs 27:46 (Jezus aan het kruis)
II.8.2 Net als in de film
Genesis 39:1-23
II.8.3 STOP! (James Cameron Intermezzo)
26-2-2007 The Lost Tomb of Jesus, documentaire van Simcha Jacobovici
voor Discovery Channel, geproduceerd door Felix Golubev and Ric Esther
Bienstock; uitvoerend producent James Cameron.
http://www.kochvision.com/LostTomb/
29-4-2010 ‘James Cameron Helping NASA With 3-D Camera’, CBS News
http://www.cbsnews.com/stories/2010/04/29/entertainment/main644405
2.shtml
II.8.4 Blood Money
Genesis 39:6; Genesis 37:28
(3) Gesproken door hogepriester Caiaphas (Kajafas)
(2) Matteüs 27:18 (Pilatus aan wie Jezus werd voorgeleid)
II.8.5 Blood Brothers
Genesis 37:28; Genesis 37:31-32
(1) Lucas 23:34 (Gesproken door Jezus tijdens de kruisiging)
II.8.6 Koopje
Genesis 37:36; Genesis 39:1
II.8.7 Love hurts
Genesis 39:1-10;
The Book of Jasher, J.H. Parry version, Chapter 44:11-29
De naam van de vrouw van Potifar wordt niet vermeld in de Bijbel, noch in
de Koran. In het boek van Jasher wordt de naam ‘Zelicah’ gebruikt. ‘Zuleika’
(Zulaikha) wordt vermeld in het gedicht ‘Yusuf and Zulaikha’ van de
Perzische dichter Jami (1414-1492).
Parry’s ‘boek van Jasher’ is gebaseerd op de midrasj (joodse interpretatie of
commentaar op Bijbelse teksten) ‘Sefer haYashar’, waaraan in de Bijbel
gerefereerd zou worden als het ‘Het boek des Oprechten’ (Jozua 10:13; II
116
Biblica Poëtica Verantwoording
Samuël 1:18). Het werkelijke en ‘verloren boek van Jasher’ had echter zeer
waarschijnlijk een andere tekst; vermoedelijk was het (deels) een
verzameling gedichten, gezien het feit dat in Samuel I een gedicht (het lied
van de boog, Davids klaagzang over Saul en Jonatan) uit het Boek van Jasher
wordt geciteerd.
Eunuch: In Genesis 39 wordt in de NBG-vertaling gesproken van ‘Potifar, een
hoveling van Farao’. De originele Hebreeuwse tekst spreekt van ‘phutiphr sris
phroe’, hetgeen ‘Potifar, eunuch van de Farao’ betekent.
II.8.8 (CUT!) (James Cameron Intermezzo)
‘Het geschrijf van Schierbeek is woordkakkerij.’ Gerard Reve, Tien vrolijke
verhalen, p. 19
II.8.9 Love hurts (vervolg)
Genesis 39:7-12;
The Book of Jasher, J.H. Parry version, Chapter 44:29-55
117
Biblica Poëtica Verantwoording
118