WERKWOORDEN MET EEN VASTE PREPOSITIE

Maak een oefening, vul een prepositie (voorzetsel) in.

Controleer je antwoord; onder aan het document staan de goede antwoorden.
Noteer voor jezelf welke antwoorden je fout had, of waarbij je erg twijfelde.
Herhaal die combinaties (werkwoorden met prepositie) zo nu en dan.
Oefening 1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

Ik heb behoefte __________ iets hartigs.

Als je inkomen onder een bepaalde grens ligt kom je __________ aanmerking __________ huursubsidie.
Met dit voorstel wil ik een aanzet geven __________ een betere communicatie binnen ons bedrijf.
Piet heeft de aanzet er__________ gegeven.
Als ik jou was, zou ik er niet __________ beginnen.
Als jullie akkoord gaan __________ deze beslissing wil ik naar het volgende agendapunt gaan.
Irene gaat er niet __________ akkoord dat we tot half 6 moeten doorwerken in het vervolg.
Ik vind carpoolen een goed idee maar ik vind het wel een nadeel dat je zo afhankelijk bent __________
anderen.
Ik weet nog niet of ik meega. Dat hangt een beetje af __________ de tijd die ik beschikbaar heb.
Ik heb nu geen tijd om de tekst te typen. Ik zal er morgen als eerste __________ beginnen.
We beginnen ____________ punt 4 van de agenda.
Tijdens de vergadering zal Maria wat aanvulling geven __________ deze cijfers.
Waarom geef je geen antwoord __________ mijn vraag?
Omdat ik vroeger gebeten ben door een hond ben ik nu vreselijk bang __________ alle honden.
Karin beweert dat hij niet te vertrouwen is maar dat is nergens __________ gebaseerd.
Ik vind deze gegevens erg onduidelijk, ik kan er niets __________ afleiden.
Omdat mijn dochter niet hard fietst, pas ik mijn tempo aan haar __________.
Door hard te schreeuwen vestigde de drenkeling de aandacht __________ zichzelf.
Ik heb me geabonneerd __________ een tijdschrift.
Oefening 2

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

Mijn collega is boos __________ mij omdat ik zout in haar koffie heb gedaan.
Ik ben boos __________ het feit dat je mij niet op de hoogte houdt.
Hij bemoeit zich altijd overal __________.
Wij hebben belang _________ een goede relatie met de universiteit, want de universiteit kan veel voor ons
doen.
Het diner bestaat __________ een voorgerecht, de hoofdmaaltijd en een dessert.
Ik behoor __________ de afdeling 'planning'.
Ik beschik deze week __________ een auto.
Je moet me nu niet storen want ik ben geconcentreerd bezig __________ een paar oefeningen.
Ik ben bezorgd __________ de stijgende werkloosheid.
Mevrouw, hebt u belangstelling __________ de Eerste Nederlandse Boekenclub?
Ik was me er niet __________ bewust dat het al zo laat was.
Als ik een kind zou hebben, zou ik er vreselijk bezorgd __________ zijn.
Drie ministers blijken __________ de fraude betrokken te zijn.
Deze oefening heeft betrekking __________bladzijde 16.
Ik ben erg benieuwd __________ je nieuwe vriend.
De bouwvakkers besloten __________ een staking over te gaan.
Zij behoort __________ de beste zwemsters van de wereld.
Je mag je niet ________ zaken van anderen bemoeien.
De brief is bijna klaar, ik ben er__________ bezig.
/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_6/271429070.doc

Oefening 3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18

Ik ben gek __________ mijn oma. Ze is al heel oud maar nog heel vitaal en ze kan heel leuk over vroeger
vertellen.
Oh, heb je morgen rijexamen? Ik zal __________ je denken en voor je duimen.
Heb jij de plannen over de nieuwe sluitingstijden van de winkels gehoord? Hoe denk jij daar__________?
Paul zegt dat hij op tijd op de vergadering zal komen. Ik geloof niet _________ die belofte van hem. Hij is
nog nooit op tijd geweest.
Ik houd erg van opera's. Daar kan ik enorm __________ genieten.
Die opmerking van Bernard vond ik niet leuk. Ik erger me _____ hem.
Ik ben het niet __________ je eens dat drugs gelegaliseerd moeten worden.
Zou ik even gebruik kunnen maken __________ de telefoon?
Ik heb een tekst geschreven. Zou jij commentaar kunnen geven __________ de inhoud?
Ik heb totaal geen ervaring __________ computers en ze interesseren me eigenlijk ook niet.
Als u __________ de cursus wilt deelnemen, dient u het formulier voor 14 april a.s. te retourneren.
Hij doelde __________ mij toen hij zei dat sommige mensen vergeten dat dit een commercieel bedrijf is.
We kunnen het onderling maar niet eens worden __________ de tekst voor de folder. We hebben daarom
een reclamebureau ingeschakeld.
Ik ben gergerd __________ zijn opmerking dat ik te lang pauzeer.
Ik heb geen zin om vrijdagmiddag te borrelen en je kan me er ook niet __________ dwingen.
Jij dwingt me __________ uitspraken die ik niet wil doen.
__________ deze gegevens kun je concluderen dat de tentoonstelling een groot succes was.
Bij gebrek __________ studenten gaat dit vak niet door.
Oefening 4

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17

Volgens mij is hij heel geschikt __________ een administratieve functie.

Waarom kijk je altijd zo __________ mij?
Ik was er helemaal niet __________ op de hoogte dat het gebouw vanmiddag om 2 uur sluit.
Ik woon nu 10 jaar in Groningen. In het begin moest ik wennen __________ het wonen in de stad maar
nu vind ik het heel normaal.
Ik interesseer me totaal niet __________ politiek.
Veel mensen denken dat de maanstand invloed heeft __________ mensen.
Weet jij of er dit weekend kans is __________ regen?
Ik hecht me erg __________ mijn kat. Ik vind het niet gezellig in huis als hij er niet is.
Zou je voor mij kunnen informeren ___________ de vertrektijden van de treinen naar Zwolle?
Uit onderzoek blijkt dat mensen het meest moeten lachen __________ onschuldige grapjes.
Misschien kan Joke je helpen, zij is erg goed __________ het redigeren van teksten.
Ik ben erg __________ mijn collega gesteld en ik vind het jammer dat hij weggaat.
De tuin achter mijn huis grenst __________ de straat.
Hij geeft altijd en overal kritiek __________ dingen die andere mensen doen.
Als u zich interesseert __________ literatuur moet u de culturele bijlage van deze krant eens lezen.
Ik heb een hekel __________ actiefilms.
Jouw vraag herinnert me er__________ dat ik nog een cadeautje voor Peter moet kopen.

/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_6/271429070.doc

Oefening 5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17

Iedereen vindt dat ik erg __________ mijn zus lijk.

Willen jullie er rekening __________ houden dat het gebouw vanavond dicht is?
Ik zou graag met je mee willen naar Canada maar het ontbreekt me __________ geld.
Ik word gek van die man; hij luistert nooit __________ mij.
Ik houd er__________ op. Ik heb geen zin meer.
Ik begrijp niet dat die twee met elkaar getrouwd zijn. Ik vind ze totaal niet __________ elkaar passen.
Zou je vanavond __________ Pelle kunnen passen?
Iedereen heeft recht __________ betaalde arbeid maar veel mensen kunnen geen werk vinden.
Maaike heeft een nieuw huis gekocht en ik ben er erg nieuwsgierig __________.
Ik heb hem er niet __________ kunnen overtuigen dat zijn ideen niet uitvoerbaar zijn.
Ik ben de enige die vandaag moet werken. Ik krijg bijna medelijden __________ mezelf.
Ik kan nooit __________ hem rekenen; hij belooft van alles maar doet niets.
Als u nu een wasmachine koopt, profiteert u __________ onze reclamestunt.
Ik wil er wel __________ raden maar ik heb geen idee hoeveel inwoners Haren heeft.
Het idee voor zijn boek is ontstaan __________ een opmerking die jij maakte.
Ik ben niet zo ongerust __________ het voortbestaan van mijn baan. Ik denk dat het wel goed komt.
Hij reageerde __________ jouw opmerking als een stier op een rode lap.
Oefening 6

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16

Ik ben na zeven keer geslaagd __________ mijn rijexamen.

Hij is er__________ geslaagd de deadline te halen.
Wij streven dit jaar __________ een omzet van een miljoen.
Je kunt er__________ uitgaan dat ik er op tijd ben.
Vergeleken __________ vorig jaar hebben we nu een prachtige lente.
Ik ben er trots _________ dat we zoveel succes hebben.
Ik twijfel er nog __________ of ik mee zal gaan of niet.
__________ het laatste punt wil ik nog toevoegen dat we praten over de cijfers van 2001.
Hij solliciteerde _________ een baan als bureauredacteur.
Het bestuur is tevreden __________ de behaalde resultaten.
Ik heb me gespecialiseerd __________ jeugdliteratuur.
Dit behoort niet tot mijn takenpakket en ik voel me er dan ook niet verantwoordelijk __________.
Dit is een voorbeeld van een uitzondering __________ de regel.
Ik twijfel er niet __________ dat je de waarheid spreekt.
Ik vind touwtrekken heel leuk maar ik ben er lichamelijk niet __________ in staat.
De inschrijvingen voor deze zomer zijn tegengesteld __________ de inschrijvingen van afgelopen jaar.
Oefening 7

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12

Ik heb drie kwartier __________ je gewacht en ben toen maar gaan eten.
Ik heb een drukke tijd achter de rug. Ik verlang __________ rust.
Ik weet niet wat we vanavond moeten eten. Heb jij een voorkeur __________ iets?
Hebben jullie nog vragen __________ deze tekst?
De school vraagt de ouders ________ een bijdrage voor de schoolreis.
Op rookartikelen staat een waarschuwing __________ de gevaren van roken.
Ik waarschuw je __________ die man: hij is onbetrouwbaar.
Weet jij waar mijn sleutels zijn? Ik loop al uren __________ ze te zoeken.
Kan ik er__________ vertrouwen dat dit gesprek tussen ons blijft?
Het klinkt misschien wat merkwaardig maar veel mensen zijn verslaafd __________ chocolade.
Iedere keer als ik naar mijn verzekeringskantoor bel word ik verwezen __________ iemand anders. Een
simpel telefoontje kost me op die manier al snel een kwartier.
Hoe verhoudt het aantal mannen zich __________ het aantal vrouwen bij dat bedrijf?
/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_6/271429070.doc

13
14
15
16
17
18
19

Ik heb er geen zin meer _________. Ik ga naar huis.

Waarom is Andreas zo stil? Oh, die is zich geestelijk aan het voorbereiden __________ zijn examen.
Wij wijten de slechte resultaten __________ de mislukte reclamecampagne.
Irene kwam net langs en ze vroeg nog __________ jou.
Ik wil jullie verzoeken __________ de gegevens uiterlijk woensdag aan mij te geven.
Ben je er zeker _________ dat dit boek opnieuw uitgegeven is?
Als we een nieuw tijdstip moeten kiezen voor de volgende vergadering geef ik de voorkeur _______
maandagmiddag.

ANTWOORDEN
Oefening 1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19

aan
in, voor
tot
toe (ertoe 1 woord)
aan
met
mee
van
van
mee/aan
met
op
op
voor/van
op
uit
aan
op
op

19 mee (ermee 1 woord)

Oefening 3
11
22
33
44
55
66
77
88
99
110
111
112
113
114
115
116
117
118

op
aan
over
in
van
aan
met
van
op
met
aan
op
over
over
toe
tot
uit
aan

Oefening 2
Oefening 4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
111
112
113
114
115
116
117
118

op
over/om
mee
bij
uit
tot
over
met
over
voor
van
om
bij
op
naar
tot
tot
met
/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_6/271429070.doc

11
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17

voor
naar
van
aan
voor
op
op
aan
naar
om
in
op
aan
op
voor
aan
aan (eraan 1 woord)

Oefening 5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17

op
mee
aan
naar
mee (ermee 1 woord)
bij
op
op
naar
van
met
op
van
naar
door
over
op
Oefening 6

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16

voor
in (erin 1 woord)
naar
van (ervan 1 woord)
met
op
over
aan
naar
over
in
voor
op
aan
toe
aan
Oefening 7

11
22
33
44
55
6
77
8
9
110
11
12

op
naar
voor
over
om
voor/tegen
voor
naar
op (erop 1 woord)
aan
naar
tot
/var/www/apps/conversion/tmp/scratch_6/271429070.doc

13
14
15
16
17
18
19

in
op
aan
naar
om
van
aan