Introductie bloes, de blouse, shirt broek, de trousers geel yellow jas, de coat jurk, de dress laten zien to show paars purple rok, de skirt rood red schoen, de shoe sok, de sock T-shirt, het t-shirt zwart black
Taak 1 aanhebben to wear applaus, het applause bank, de (geld) bank belangrijk important blauw blue donker dark dragen to wear figuur figure gympen, de sneakers hardlopen to run kleren, de clothes kort short lichtblauw light blue model, the model modeshow, de fashion show net (voor kleren) good / Sunday best (for clothes) overhemd, het shirt paar, het pair pak, het (kleding) suit pet, de cap politie, de police spijkerbroek, de jeans stropdas, de tie trui, de sweater uitgaan to go out uniform, het uniform voorjaar, het spring zomer, de summer zon, de sun
CODE Plus Taak 2 blond blond bril, de glasses / spectacles ding, het thing eruitzien to look groen green haar, het hair jongen, de boy klas, de (school) grade, class krul, de curl oog, het eye pauze, de break raden to guess steil (haar) straight uiterlijk, het appearance verliefd in love
Taak 3 bon, de the receipt dezelfde the same eraf zijn (er is een knoop af) a button has come off gat, het hole gisteren yesterday kapot torn, broken knoop, de button maat, de size plezier, het fun probleem, het problem rits, de zip ruilen to exchange stuk broken tegoedbon, de credit note teruggeven to give back teruggeven (geld) to refund vervelend annoying, unpleasant
Taak 4 baas, de boss bushalte, de bus stop buurman, de neighbour (male) buurvrouw, de neighbour (female) compliment, het compliment dame, de lady elkaar each other, one another kapper, de hairdresser niemand nobody, no one opstaan to get up / to stand up