You are on page 1of 3

24-05-2003, p.

29
algemeen

Hans Vandeweghe

'Zelfs mijn dode grootmoeder kan de Everest op'


Meesterklimmer Reinhold Messner en de verkrachting van het extreme bergbeklimmen
Volgende week op het feest in Kathmandu wordt het dringen bij het walking dinner. Iedereen die ooit op de Mount Everest stond (en er niet afviel) - tot dit seizoen 1.656 man - is uitgenodigd. Sir Edmund Hillary, op 29 mei 1953 de eerste mens op de Everest, zal er zijn. En Reinhold Messner natuurlijk, 25 jaar later de eerste boven zonder zuurstof, in 1980 de eerste solo op de Everest en de eerste ook die alle achtduizenders van de planeet zonder zuurstof heeft beklommen. De Morgen sprak met de yeti van het Europees Parlement, 58 al, maar in de Himalaya voor altijd de maat der dingen. hans vandeweghe Deze maand is het vijftig jaar geleden dat Hillary de top bereikte en ook vijfentwintig jaar geleden dat u de beklimming als eerste zonder zuurstof volbracht. Welke verjaardag is belangrijker? Messner: "Hillary ongetwijfeld. Ik ben Hillary in maart gaan bezoeken, precies omdat ik hem heel belangrijk vind voor Het Grote Klimboek. Hij was de eerste, de pionier, ik ben later gekomen. Ik was wellicht een betere klimmer, maar ik was later. Het zij zo. Eigenlijk is het een beetje toevallig gekomen dat ik precies 25 jaar na hem de Everest aanpakte. Ik was er voor de Nanga Parbat. Ik wilde de Everest helemaal niet doen, maar alles zat mee en ik had de Parbat solo beklommen. De Everest heb ik op dezelfde 'flow' afgewerkt." U bent europarlementslid voor de Italiaanse groenen. Hoeveel van de eenzame klimmer is er overgebleven? "Correctie: ik behoor tot de fractie van de groenen, maar ik zetel als individueel verkozen parlementslid. Ik ben de eenzame klimmer, ook in Straatsburg of Brussel. Ik ben een 'grenzgnger'. Waar te veel mensen gaan, zal ik wegblijven. Ik roei altijd tegen de stroom op. Ik was met de laatste delegatie politici in Bagdad om te protesteren tegen de oorlog. Berlusconi is geen fan meer van mij. Ik ben daarentegen wel een fan van jullie regering." Gaan waar geen mens ooit is geweest, is dat uw lot? "Ja, ik zie steeds nieuwe uitdagingen. Eerst in de Dolomieten, waar ik ben opgegroeid. Geen rotswand of ik klauterde er tegenop. Alle mogelijke wanden langs alle mogelijke routes heb ik bedwongen, al dan niet samen met iemand anders. Maar altijd op eigen kracht. Vervolgens heb n na n alle achtduizenders beklommen, en toen ik daarmee klaar was, ben ik Antarctica en nog wat andere woestenijen overgestoken. Ik ben teruggekeerd naar de Himalaya en ik heb het mysterie van de yeti opgelost en ik heb mij verdiept in de affaire-Mallory (een Engelse klimmer die in 1924 in de Everest omkwam en van wie het lijk pas onlangs is gevonden, HV)." En, heeft Mallory de top gehaald? "Neen, dat heb ik kunnen bewijzen. Hij haalde het niet, keerde terug, maar is gevallen. Einde verhaal." En de yeti? "De yeti is geen aap, hooguit een beer. Er heeft ooit een grote sneeuwbeer geleefd in de Himalaya, maar die is allang verdwenen. De yeti is een legende. Er leeft nog een kleinere witte sneeuwbeer en in combinatie met de overlevering hebben ze daarvan een soort mensaap gemaakt." U bouwt momenteel in de Dolomieten ook een museum op een plek waar geen mens kan komen, tenzij die over een flinke fysieke conditie beschikt. "Ik heb een hekel aan massale mensenstromen. Als ik mijn bergmuseum beneden in Merano open, komt iedereen kijken. Mijn museum, dat is mijn ziel, en die laat je maar een select gezelschap zien. Dat museum is mijn zesde leven. En als dat klaar is, ga ik weer de bergen in. In 2004 heb ik ook al een woestijntocht op stapel staan. Een totaal nieuw project, maar ik zeg niet waar." Uw compagnon destijds op de Everest, Peter Habeler, is als vijftiger nog eens teruggekeerd naar die berg, zonder veel succes. Is dat geen idee? "Neen. Habeler heeft het via de autoweg geprobeerd en daar heb ik geen zin in. Dat doe ik morgen, zonder training. Als ik iets onderneem, dan moet het apart zijn. Ik ben ook realist genoeg om te beseffen dat ik op deze leeftijd niet meer bovenkom zonder zuurstofmasker en dat hoeft voor mij ook niet. Ik wil wel nog eens een achtduizender doen als ik zestig ben." Is dat geen gekkenwerk? U heeft de dood al zo vaak getart. "De dood is geen ander wezen. De dood kijkt men niet in de ogen. We gaan allemaal dood. De dood is niet erg, het doodgaan kan dat wel zijn. Als het zover is, heeft de mens zijn wil om te overleven en dat is de sterkste kracht in de natuur. Daar reken ik op." Bij uw eerste beklimming van Nanga Parbat, in 1970, verongelukte uw broer en bleef u zelf halfdood achter.

"Mijn broer werd gegrepen door een lawine. Die kun je niet zien komen. Dat is pech. Ik was bijna dood omdat ik naar hem ben blijven zoeken tot ik totaal uitgeput was en uit mijn lichaam trad." Pardon? "Sowieso kom je vanaf 7.000 meter in een soort narcose, maar die ene keer, dat was een 'out of body experience'. Ik heb die het eerst beleefd toen we boven vastzaten en niet meer wisten welke kant we opgingen. Later nog een keer beneden, maar dan werd ik gevonden door boeren die mij van beneden al dagen hadden zien ronddolen. Het extreme bergbeklimmen zoals ik dat heb beoefend, wordt gevoed door een schizofrenie: men weet dat men kan sterven, maar men wil dat vooral beletten. Een leek kan dat niet begrijpen." Een spel, meer dan een sport. Een avontuur, meer dan een strijd. Zo omschrijft u bergbeklimmen."Klimmen is kunst - de kunst om te overleven. Maar ook een sport. En een spel. Er bestaat een boek in het Engels over klimmen dat The Game Climbers Play heet. Dat zegt alles over wat wij doen. Dat artistieke aspect is er alleen maar als je nieuwe routes uitdenkt. Die moet je uitvinden. Je kunt niet even vooraf een kijkje nemen, zo van: 'oh, laten we over die ijsflank naar die rotspartij gaan'. Je staat beneden, je kijkt naar de berg en je probeert in te schatten waar je zult klimmen. Best wel creatief." En wat met de competitie? Met hoeveel zijn jullie nu die alle achtduizenders hebben beklommen?"Zes of zeven, ik weet net niet meer. Er zijn er maar drie die tellen in dat lijstje, dat zijn de eerste drie: de Zwitser Erhard Loretan , de Pool Jerzy Kukuczka (verongelukt in 1989, HV) en ikzelf als allereerste. Wij gingen waar niemand ooit was gegaan. Nieuwe lijnen werden uitgezet, nieuwe routes verkend. Vandaag stormen ze die bergen op via bestaande klimroutes. Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is conditie. Wat niet wil zeggen dat er vandaag geen goeie klimmers zijn. Ze zijn beter dan ooit, maar de top blijft weg van de toeristische routes. Zij presteren op lagere bergen, ver van de toeristen." Indien u de jeugd, de wilskracht en al uw kennis van vandaag had, wat zou voor u de grootste uitdaging zijn? "Ik heb alles, behalve de leeftijd. De directe westkant van de Makalu. Dat zegt u niks, zie ik, maar in klimmerstaal is dat het summum. En de doorsteek Lohtse-Everest." Nuptse, Lohtse en Everest in n moeite, kan dat? "Ook mooi, maar het meeste is voorbereid en wat voorbereid is, is niet echt. De oversteek van Lohtse naar Everest kun je niet voorbereiden." Wat is er mis met een beetje voorbereiding? "Dat het geen kunst meer is. De touwen en de ladders onderweg, in de kampen de tent, de slaapzak, de zuurstofflessen, pillen tegen hoogteziekte, het eten, alles ligt klaar. Zo klim je zonder bagage van kamp naar kamp en uiteindelijk naar de top. Ik was de eerste die als een alpinist in de Himalaya rondtrok. Alles op mijn rug en op die van een paar sherpa's natuurlijk, maar onze laatste tenten hadden we zelf mee. En nooit zuurstof natuurlijk." De mens moet de bergen respecteren, zegt u in elk van uw vijftien boeken. "Ja, maar dat is een hol begrip geworden. De achtduizenders en de Everest op kop worden elke dag verkracht." Voor uw eerste achtduizender, de Nanga Parbat, waar uw broer stierf, nam u meteen de moeilijkste weg via de Rupalwand. Werd u voor die overmoed afgestraft? "Wij waren de eersten die het alpineklimmen op de moeilijke wanden van de Himalaya toepasten. Dat was een nieuwe uitdaging, maar we wisten dat het kon. Respect voor de bergen is iets anders. Ik ben teruggegaan, precies vijfentwintig jaar geleden en dan heb ik de Nanga Parbat opnieuw gedaan. Helemaal alleen van basiskamp naar de top, maar niet via de Rupal. Dat was pas respectloos geweest." De Everest is de hoogste, maar is dat het enige aan die berg? "De Everest is een berg en voor elke berg die je beklimt, geldt hetzelfde: welke route neem je en hoe klim je? Als je vandaag de klassieke routes neemt - vanaf het zuiden over de Hillary-route of de Chinese route via het noorden -, dan zijn dat autowegen die door de sherpa's zijn voorbereid. Voor hij stierf op de Everest zei Scott Fisher (bekend van het docudrama Into Thin Air, HV) ooit: wij hebben een autosnelweg naar de hemel gebouwd. Een nieuwe route langs de oostkant, dat is pas een klimprestatie. Afgezien daarvan is de Everest de hoogste en het zuurstoftekort is gigantisch." Wat kost zo'n tripje naar de hemel? "Voor 60.000 dollar kun jij mee met een gezelschap dat je desnoods naar boven sleurt. Ze doen alles voor jou. Als je niet meer kunt drinken, gieten ze het door je keel. Je moet alleen gezond blijven en niet doodgaan. Hetzelfde geldt tegenwoordig ook voor rotsklimmen. Je kunt elke wand bedwingen, als je het geld hebt om het materiaal te kopen. Tegenwoordig schieten ze gigantische stalen spijkers in de wand en ze trekken zich daar aan op. Hetzelfde geldt voor zuurstof. Er is toch niemand die wakker ligt van een beklimming van de Ventoux per bromfiets?" Tot u op de Everest stond zonder zuurstof, wist de wetenschap te melden: onmogelijk. Toch ging u. "Natuurlijk, maar dat is de essentie van bergbeklimmen: onderzoeken of het kan. Daar hebben de honderd man die de voorbije weken al of niet op de top hebben gestaan, niks mee te maken. Zelfs mijn grootmoeder kan de Everest op."

Klimt uw grootmoeder nog? "Neen, ze is allang dood, maar dat bedoel ik: ze slepen tegenwoordig iedereen en alles die berg op. Ik was in 25 jaar tijd nummer 65 die de top heeft gehaald. Nog eens 25 jaar verder zullen er tegen het eind van het jaar ongeveer tweeduizend boven hebben gestaan. Stel je voor: vandaag zou ik niet meer alleen kunnen klimmen. Op een mooie dag heb je daarboven altijd wel ergens een file." Moet de Everest dicht? "Neen, maar er moet wel een beter beheer komen van de hele Himalaya. Ik denk dat de sherpa's ook de klimbusiness zullen overnemen van de klassieke klimlanden. Nu betalen wij nog de sherpa's om ons te helpen. Straks zullen de sherpa's zelf de routes en de infrastructuur beheren en bepalen wie langs welke weg naar boven gaat." En een dopingcontrole op de top? "Dan zou je wat zien. Dat er vochtafdrijvers worden geslikt om de druk in hersenen en de ogen te verminderen, tot daar nog aan toe. Maar het stikt van de klimmers die zich op anabolica en amfetamines een weg naar de top banen. De meeste doden op flanken van de Everest zijn dopingdoden die hun krachten hebben overschat." Klopt het dat het daar ook een echte vuilnisbelt is? "Dat is het ergste. Wat die commercile expedities allemaal achterlaten, dat hou je niet voor mogelijk. Hillary en ik hebben al een voorstel gedaan: per seizoen n grote expeditie met de verplichting om alle afval weer van die berg af te halen. Ik heb niks verloren in de hele Himalaya, tenzij n keer een tent op Nanga Parbat. En mijn broer natuurlijk." 'Voor 60.000 dollar kan iedereen mee met een gezelschap dat je desnoods naar boven sleurt. Je moet alleen gezond blijven en niet doodgaan'
De Persgroep Publishing

You might also like