Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Valide Bedelaars
Valide Bedelaars
Valide Bedelaars
Ebook129 pages2 hours

Valide Bedelaars

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Gerrit is een goed en eerlijk vakman van rond de vijfenveertig en vader van vijf kinderen, als hij begin jaren 1930 werkloos wordt. 'Valide bedelaars' beschrijft hoe hij zich door deze moeilijke tijd heen worstelt. De lezer is getuige van de ellende en armoede waarin hij en zijn gezin moeten leven en van zijn gevoelens van onmacht, vernedering en eenzaamheid. Om in leven te blijven, glijdt hij langzaam af over het hellend vlak van de moraal, zonder ooit echt te 'vallen'. Hij merkt dat hij 'zelfs' niet deugt als dief en weet op het laatst niet meer of hij daar nu blij om moet zijn of niet: de dieven hebben tenslotte meer te eten dan hij en zijn gezin. Als het uiteindelijk zo ver komt dat hij geen steun meer krijgt omdat drie van zijn kinderen 'genoeg' geld verdienen voor het huishouden, raakt hij in een diepe depressie: hoe kan hij, een man in de kracht van zijn leven, nu leven op het verdiende geld van zijn jonge kinderen? Dat gevoel van 'overbodig' zijn kan hij niet verkroppen. Op het laatst vindt hij een baantje als venter van postpapier, enveloppen, veters, knopen e.d. waarmee hij langs de deuren gaat. Hij wordt afgesnauwd bij de meeste deuren, maakt zich aanvankelijk kwaad, maar verandert dan in een 'stenen beeld' waar alle beledigingen vanaf stuiten. Eenzaam en somber vervolgt hij zijn wanhoopsgang door eindeloze straten.

LanguageNederlands
Release dateOct 10, 2014
ISBN9781311514325
Valide Bedelaars
Author

Hendrik Vaz Nunes

Hendrik Vaz Nunes (1888-1977) was geboren en getogen te Amsterdam. Kort voor zijn 12de verjaardag, verliet hij de lagere school om in een sigarenfabriek te gaan werken, tot grote spijt van zijn schoolmeester, die liever had gezien dat zijn beste leerling naar de HBS ging. Maar 'Henkie' wilde liever geld verdienen om zijn moeder te steunen. Omdat de lonen in Nederland erg laag waren, probeerde hij op zijn zeventiende zijn geluk in Duitsland. Daar had hij allerlei banen en verdiende goed. Van het geld dat hij verdiende, stuurde hij een deel naar zijn moeder. Ook kwam hij af en toe naar huis, o.a. in 1910 om een jaar lang haring te gaan vissen op de Noordzee. (Zie zijn boek: "Een Amsterdammer ter haringvangst".)Begin 1914 trouwde hij. Bij het aanbreken van de eerste wereldoorlog, ging hij met zijn vrouw en baby terug naar Nederland. Daar moest hij meteen de dienstplicht vervullen. Na de oorlog vond hij na enige moeite werk.In de crisisjaren 1930 raakte Hendrik werkloos en bleef dat voor een periode van zeven jaar. Over die tijd gaat zijn boek, "Valide Bedelaars". In 1953, toen hij 65 jaar oud werd, was hij een van de eersten die kon 'trekken van Drees'. Hij voelde zich toen een rijk man. Vierentwintig jaar later, kort voor zijn negenentachtigste verjaardag, overleed hij.

Related to Valide Bedelaars

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Valide Bedelaars

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Valide Bedelaars - Hendrik Vaz Nunes

    Valide bedelaars

    Hendrik Vaz Nunes

    Published by Marlies Vaz Nunes at Smashwords

    Copyright 2014 Marlies en Peter Vaz Nunes

    Omslagontwerp: Marlies Vaz Nunes

    Omslagfoto: Een stempellokaal in Amsterdam, in 1933

    (https://www.flickr.com/photos/29998366@N02/5371990873)

    ***

    Smashwords Edition, License Notes

    This ebook is licensed for your personal enjoyment only. this ebook may not be resold or given away to other people. If you would like to share this book with another person, please purchase an additional copy for each recipient. If you're reading this book and did not purchase it, or it was not purchased for your use only, then please return to Smashwords.com and purchase your own copy. Thank you for respecting the hard work of this author.

    Dit e-book is verkrijgbaar onder de voorwaarde dat het uitsluitend voor uw eigen plezier is. Dit e-book mag niet worden verkocht of worden weggegeven aan derden. Als u dit boek door anderen wilt laten lezen, koop dan een extra exemplaar bij Smashwords voor iedere ontvanger, of moedig hen aan dit zelf te doen. Als u dit boek leest en het niet zelf heeft gekocht, of het is gekocht met een ander doel dan uw persoonlijk leesplezier, koopt u dan alstublieft uw eigen exemplaar bij Smashwords.com. Bij voorbaat dank voor de waardering van het werk van de ateur.

    ***

    Inhoudsopgave

    Voorwoord

    Het verhaal

    Smashwords auteurpagina

    Een ander boek door Hendrik Vaz Nunes

    Neem contact op met de uitgever

    Voorwoord

    Nadat onze vader in 2002 was gestorven, vonden we tussen zijn spullen twee volgeschreven notitieboekjes. Op de eerste pagina stond, in mooie letters en met vulpen geschreven: Valide Bedelaars, door H. Vaz Nunes: een verhaal, geschreven door onze opa. Van het bestaan hiervan hadden we nooit geweten. Nieuwsgierig geworden, lazen we het hele verhaal. Het bleek al snel dat het geschreven was tijdens de beginjaren 1930, de crisisjaren, gedurende welke hij zeven jaar lang werkloos was geweest. Hoewel het duidelijk over hemzelf gaat, is het geen autobiografie, maar een roman met veel autobiografische elementen. Hij schrijft over de ellende en armoede waarin hij en zijn gezin moesten leven, en vooral over zijn gevoelens van onmacht, vernedering en eenzaamheid. Tevens geeft het verhaal een mooi tijdsbeeld.

    Ik typte het hele verhaal over, precies zoals opa het opgeschreven had, en in dezelfde ouderwetse spelling van vóór 1935. Wel heb ik, om de leesbaarheid te bevorderen, de tekst hier en daar geredigeerd.

    Marlies Vaz Nunes

    November 2010

    ***

    Langs den wallekant der breede stadsgracht komt hij aangeslenterd, handen op den rug, stuk tabak in den mond, pet diep in de oogen, want de zonnestralen steken. Lusteloos, moedeloos scharrelt hij naar de bank, zijn bank. Iedere nieuwe morgen vindt hem op de bank. Zodra de klok van het Godshuis aan de overzijde tien uur heeft geslagen, is hij present. Vijf lange kwartieren heeft hij dan gelopen, van huis naar het bondskantoor, waar hij zijn dagelijkschen stempel moet halen. Hij is namelijk één der velen, die lijden aan de allermodernste ziekte, de werkloosheid.

    Daar zit hij, blauwe jas en vest een ietsje te groot, waarschijnlijk een 'krijgertje' – of is hij reeds zooveel magerder geworden? – streepjes fantasiebroek (één gulden vijf en negentig), oud en vet maar toch nog eigen, ook nog eigen schoenen, nog geen uniform van maatschappelijken steun, de bekende Manchesterpantalon en gemerkte schoenen, de gratiedracht der uitgeworpenen. Ja, ook de werklooze heeft somwijlen nog eergevoel.

    Daar zit hij. Ruim twee jaar werkloos. Uitgestooten in de kracht van zijn leven, als een schaaldier door den vloed op het strand geworpen. Even hulpeloos heeft de vloed van het maatschappelijk leven hem achtergelaten; vergeten en veracht leeft hij zijn dagen in de schaduw van het leven. Niet als een versleten deeltje uit het raderwerk verwijderd, neen, als een geheel gave en sterke schalm is hij gewelddadig uit de ketting gerukt en neergesmeten, vergeten.

    Dof staart hij voor zich uit. Aan de overzijde zitten enige lotgenoten te visschen in het groene water, ook enkele jongens. Zij hebben vacantie, het is zomer en zij kunnen toch niet allemaal naar buiten gaan. Ook de kinderen moeten vroegtijdig leeren begrijpen op welke plaats in de samenleving zij neergezet zijn.

    Achter hem bruist het leven der grootstad. Vrachtauto's en luxe wagens met rijk gekleede dames en heeren jagen met ontstellende snelheid aan hem voorbij. Fietsjongens in woeste vaart; chauffeurs, ook bijna allemaal jongens van achttien à negentien jaren, nagenoeg geen volwassen mannen, jagende en jachtende voor een hongerloontje door de drukke straten. Arbeiders in haast, tramwagens, motorfietsen, rijwielen, alles dondert in vliegende vaart langs hem heen.

    Ploegjes werkloozen slenteren onverschillig voorbij, sigaretje in den mond. Allen, hoog en laag, groot en klein, worden geschoven als stukken op het schaakbord. Hoe ook verschillend naar uiterlijk, of pion of raadsheer of zelfs koning, geen enkele schuift zelf, allen worden geschoven. Slechts de meester achter het bord, hij schuift, hij leeft, de anderen worden geleefd. Allen worden meegesleurd door het onbarmhartige leven, zonder tijd tot zichzelf te komen.

    Aan hem gaat dit alles voorbij, voor hem is het uit, hij moet wachten, steeds maar wachten. Ja, waarop eigenlijk?

    Op de bank zit hij en leest het ochtendblad. Het is Maandag. Gemengde berichten. Twee geestelijken in luxe auto verpletterd bij een botsing. Dominee's gezin met zijn auto verongelukt - de Heer reed op een ezel, zijn dienaren in vijftienduizend-gulden wagens. Italiaans vliegtuig-eskader aangekomen. Kolossale drukte aan de haven, kosten veertig millioen, behalve de dooden. Het verkeer onophoudelijk gestremd, arbeiders van hun werk komende moeten maar wachten, alles moet wachten. Geweldige geestdrift onder de bevolking voor de koene vliegers; een machine verpletterd, gewonden, een doode, vergeten in den roes der glorie. Als straks de vliegers weerkomen en een regen van bommen op de weerloze bevolking zullen laten neerdalen, zal dezelfde van geestdrift half waanzinnig geworden menschenmenigte hen vervloeken. Alle straffen des hemels zullen over hen uitgeroepen worden.

    Arme dwaze menschen.

    Het stoomschip Batavia krijgt een nieuwen neus. Na volbrachte operatie zal zulks drie dagen uitwinnen op de reis naar Oost-Indië. Tallooze schepen liggen reeds jaren werkeloos, opgelegd heet dat, van alles te veel, ook schepen. Als zoo straks de verbouwde schepen vlugger kunnen varen, kan men er nog meer opleggen. Doch het spaart menschen, hoe sneller de booten varen, des te minder heeft men er nodig, des te grooter het aantal uit de maatschappij gestootenen.

    Waar gaan we heen?

    In bonte mengeling fladderen de berichten dooreen. Filmster wandelt met een volwassen panter door de straten van Los-Angeles. Wat bij den één krankzinnig heet, is bij den ander excentriek. Uit louter verveling en sensatiezucht lanceert men de onzinnigste dingen. De aandacht trekken, anders schijnen dan anderen, daarop komt het aan. Haar Kunst, met een waanzinnig hoog bedrag gehonoreerd, veroorlooft haar dergelijke buitenissigheden. Het publiek lacht en juicht.

    De bekende millionair B laat een jacht bouwen, waarbij het fraaiste en meest luxueuze tot heden toe gebouwde, een armzalig visschersbootje gelijkt. De trapleuningen zijn van zuiver goud, de salon is een museum van kunstschatten op zichzelf, enz, enz.

    Werkloozen plunderen winkels van levensmiddelen. Slechts met gebruik van vuurwapenen kon de politie, na een langdurig gevecht, de orde herstellen. Negen dooden, drie en twintig gewonden, waaronder drie politiebeambten.

    Zooeven bereikte ons het bericht, dat de beroemde en algemeen geachte professor Z aan hartverlamming overleden is. Men vond hem dood in zijn werkkamer. Hartverlamming hier, hartverlamming daar en overal. De machinist dood op zijn locomotief, de arbeider in zijn fabriek, de vakantieganger op zijn pleizierreis. En maar jagen en jachten, hartverlamming en zenuwziek.

    De professor heeft misschien te diep nagedacht over een middel om de meer dan half waanzinnige menschheid van den komenden ondergang te redden, of wellicht zocht hij een chemische stof om haar nog gauwer uit haar lijden te helpen, het hangt er maar vanaf, wat het meeste geld oplevert.

    Hartverlamming en zenuwaandoening, de orde van den dag. Jagen en jachten, steeds sneller, immer vlugger, het gaat nimmer gauw genoeg, het kan, het moet altijd nog gauwer. Tijd is geld, zoo ooit dan heeft dit in den tegenwoordigen tijd betekenis. Rationalisatie, uiterst geraffineerde werkmethode ten koste van den mensch. Tijd is geld. Levert het product niet genoeg op, smijt maar op de vuilnishoop. De beste levensmiddelen, waar duizenden gebrek aan hebben, geen verdienste genoeg aan het artikel? Verbranden of verrotten maar, na ons de zondvloed!

    Onverschillig verfrommelt hij de krant tot een prop en smijt haar in het vuile, troebele water. Is dat een nieuwsblad, een krant, of is het een spiegelbeeld van de tot afstompenden waanzin vervallen menschheid?

    Wat interesseert hem dat alles. Wat kan het hem eigenlijk schelen, wat die filmster of die millionair doet. Als die professor en die anderen aan hartverlamming willen sterven, dan is dat hun zaak. Wie bekommert zich om hem? Tijd is geld, ja voor die anderen, voor hem is tijd niets, slechts een wachten op den dood, verder niets.

    De torenklok slaat elf uur.

    Het is warm vandaag. Waarheen zal hij nu gaan? Daarheen, of dien kant op, het is alles hetzelfde. De markt verveelt hem allang, altijd maar kijken, kijken. De hoofdstraten door, ook al zoo dikwijls, tot in het oneindige gehad, daar liggen de nieuwste uitgaven, ginds staan mooie schilderijen, allemaal al gezien, niets voor hem, allemaal voor anderen. Modemagazijnen, er in en er voor veel dames. God nog an toe, waar halen ze toch het geld vandaan? Voor de bioscoop staat al een rij menschen voor plaatsen voor vanmiddag en het is toch maar een gewone weekse dag, hoe is het Godsmogelijk? In de café's en op de terrassen zit het stampvol etende, drinkende en rookende dames en heeren. Reeds van verre zijn de afschuwelijk beschilderde lippen der dames zichtbaar, bah, het lijkt een verse bloedende wonde in de overigens veelal mooie en gave gezichten. Guldens, rijksdaalders rinkelen, fooien worden met een nonchalant gebaar den gedienstigen en kruipenden kellners overhandigd. Voor geld is alles te koop, mannen zowel als vrouwen, eer, vrijheid, zelfbewustzijn, alles, alles. Och ja, zoo is het immers altijd geweest.

    Maar hij kan het niet begrijpen. Hoe komen die menschen aan dat geld? Het is hem onverklaarbaar, een raadsel, hij snapt het niet, hij kan dag aan dag nog geen dubbeltje machtig worden, terwijl er hier in zijn onmiddellijke nabijheid mee gesmeten wordt. Op de vergaderingen van zijn vakorganisatie heeft hij het wel gehoord, dat daarginds in Oost en West de arme bruine en zwarte slaven, voor een hap rijst, in de plantages tabak en rubber, olie en

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1